Corona­crisis – zet in op bestrijding én voorkom nieuwe uitbraken


Het coronavirus is een zoönose; een infectieziekte die is overgesprongen van dier op mens. Net zoals eerder gebeurde met SARS, hiv/aids, MERS, ebola, zika, de Mexicaanse griep en Q-koorts. Deze gebeurtenis in China veroorzaakte een pandemie. Ondanks de heftige maatregelen die regeringen over de hele wereld namen om de opmars van het virus te vertragen, zijn miljoenen mensen ziek geworden en gestorven.

De coronacrisis raakt iedereen. Jong en oud, ziek en gezond. Maatregelen om het coronavirus in te dammen vragen daarom om solidariteit. Daarbij moeten we varen op de kennis van wetenschappers van uiteenlopende disciplines. Om de zorg bereikbaar te houden voor de mensen die dat nodig hebben, of dat nu is vanwege COVID-19 of een kankerbehandeling, moeten maatregelen genomen worden tegen het virus. Maar de regering moet ook veel meer investeren in de basisgezondheid en in ons zorgstelsel.

Zorgvuldige afweging maatregelen
Daarnaast moeten we op zoek blijven naar de juiste balans. Want de maatregelen om het virus in te dammen zijn ontwrichtend voor de samenleving. Kinderen en jongeren konden niet naar school, ondernemers zagen hun levenswerk verloren gaan. Om de volksgezondheid te beschermen mag de overheid vergaand ingrijpen in onze levens. Maar daarbij is het de plicht van de overheid om zich bij iedere maatregel af te vragen of de kosten opwegen tegen de baten. Of het inperken van grondrechten zoals de vrijheid van vereniging en de lichamelijke integriteit wel in verhouding staat tot het doel.

Voor de Partij voor de Dieren staat deze afweging gedurende de coronacrisis centraal. Hierdoor kwamen wij bij sommige maatregelen tot een andere conclusie dan de regering. De coronaspoedwet hebben wij niet gesteund. Ook stemden wij tegen de avondklok, de coronapas en de mondkapjesplicht.

Voorkom nieuwe zoönose-uitbraken
Daarnaast heeft de Partij voor de Dieren bij iedere gelegenheid benadrukt dat de coronacrisis het gevolg is van het vernietigende menselijke ingrijpen in de natuur. Virologen waarschuwen al jaren dat de wereldwijde ontbossing, de handel in wilde dieren en de grootschalige veehouderij steeds grotere risico's vormen op het ontstaan van nieuwe zoönosen en pandemieën. De rol van Nederland moet daarbij niet onderschat worden. Ons land is een grote importeur van ontbossingsproducten als palmolie en soja voor veevoer. We hebben bovendien de hoogste veedichtheid ter wereld. Daarnaast vormen Schiphol en de Rotterdamse haven een belangrijke spil in de wereldwijde handel in wilde dieren.

Lees meer over:

A-status

Het plaatsen van het coronavirus op de A-lijst regelt dat er een meldplicht is voor zorgverleners die COVID-19 vaststellen. Zo krijgen en houden we zicht op de verspreiding van het virus en eventuele mutaties.

De A-status van het nieuwe coronavirus betekent niet dat het kabinet maatregelen moet blijven nemen tegen de verspreiding van het coronavirus. Maatregelen zoals de 1,5 meter afstand vallen onder de corona spoedwet, waar de Partij voor de Dieren tegen heeft gestemd. Het betekent ook niet dat corona voor altijd een A-status behoudt. Als de omstandigheden wijzigen, kan door middel van een wetswijziging corona in een andere ziektegroep worden ingedeeld, of uit de wet worden gehaald.

Corona is een ernstig virus, de bestrijding ervan is belangrijk. Per maatregel wegen wij daarom zorgvuldig af in hoeverre de voordelen opwegen tegen de nadelen. Zo hebben wij onder andere tegen de mondkapjesplicht, (indirecte) vaccinatieplicht en tegen de avondklok gestemd, vanwege de verstrekkende gevolgen voor de samenleving.

COVID-19 is een zoönose: een infectieziekte die overspringt van dier op mens. Aangezien het monitoren van de verspreiding van een dergelijke zoönose cruciaal is, hebben wij het besluit om COVID-19 op de A-lijst te plaatsen gesteund. Dat helpt ook bij het groeiend besef dat er een einde moet komen aan de intensieve veehouderij in Nederland die een tikkende tijdbom is voor nieuwe uitbraken van zoönosen.

Coronapas

De Partij voor de Dieren is tegen de coronapas (coronatoegangsbewijs/coronapaspoort/vaccinatiepaspoort). Iedereen heeft het recht om zelf te bepalen wat er met zijn of haar lichaam gebeurt. Dit mag er niet voor zorgen dat je de toegang tot bepaalde voorzieningen wordt ontzegd. De Partij voor de Dieren is tegen een dergelijke indirecte vaccinatieplicht. Bovendien, wanneer mensen verplicht worden medische informatie te delen is dat een inbreuk op hun privacy. Daarnaast veroorzaakt de coronapas tweedeling in de maatschappij. En hoewel vaccinatie een grote mate van bescherming biedt tegen ernstige ziekte en ziekenhuisopname, biedt het geen zekerheid dat het coronavirus zich niet meer verspreidt. De Partij voor de dieren zal dan ook de uitbreiding van de coronapas, bijvoorbeeld in de vorm van 2G, niet steunen.

Het kabinet wist dat groepen in grote steden oververtegenwoordigd zijn in de groep ongevaccineerden, maar heeft die mensen niet kunnen bereiken in een taal die ze begrijpen. Daardoor is een deel van de mensen niet in staat geweest een weloverwogen keuze te maken. Het kabinet heeft het werk hier gewoon niet goed gedaan en zet nu – tegen eerdere beloftes in – de coronapas in als paardenmiddel. Dat is niet de oplossing en ondermijnt het vertrouwen in het coronabeleid en de vaccinatiebereidheid. Wat de Partij voor de Dieren betreft zet het kabinet extra in op het bereiken van iedereen met juiste informatie over vaccins.

Meer informatie:

Europees coronapaspoort

De Partij voor de Dieren is tegen het Europese coronapaspoort, het ‘digital green certificate’ (DGC) voor reizen binnen de Europese Unie. Het DGC maakt inbreuk op de bewegingsvrijheid van mensen die zich niet willen laten vaccineren of testen. De Partij voor de Dieren is tegen een dergelijke indirecte vaccinatieplicht. Wij vinden ook dat het delen van persoonlijke en medische gegevens nooit verplicht mag worden gesteld en maken ons zorgen of het DGC wel echt tijdelijk is.

Noodwet

De Partij voor de Dieren heeft tegen de corona spoedwet gestemd.

Het eerste voorstel voor een coronawet van het kabinet was een zeer ingrijpende en ondemocratische wet. Dit voorstel stuitte terecht op veel politieke en maatschappelijke weerstand. Maar ook nu kent de wet nog serieuze gebreken. Zo is bijvoorbeeld de Eerste Kamer niet betrokken terwijl voor het beperken van grondrechten de instemming van Tweede en Eerste Kamer nodig is.

De spoedwet geeft de minister veel ruimte om met eigen regelingen vergaande beperkingen aan burgers op te leggen. Er is onvoldoende onderbouwd waarom dat nodig zou zijn. Wanneer de grondrechten in het geding zijn moet het parlement vooraf kunnen meebeslissen over een eventuele inperking daarvan. Bovendien mag de spoedwet niet te lang duren.

Wat voor de Partij voor de Dieren ook meespeelde was dat de regering nog altijd niets doet om nieuwe pandemieën te voorkomen. Een regering die weigert om preventief in te grijpen om burgers te beschermen kan niet met datzelfde argument, namelijk beschermen van burgers, wel ingrijpende grondrechtbeperkingen afdwingen.

Mondkapjesplicht

De Partij voor de Dieren heeft tegen de mondkapjesplicht gestemd.

De Partij voor de Dieren vindt de mondkapjesplicht onvoldoende onderbouwd, niet proportioneel en een te vergaande ingreep in de persoonlijke levenssfeer van mensen. De Partij voor de Dieren had liever gezien dat voor het dragen van mondkapjes het ‘dringend advies’ was blijven gelden, zodat iedereen zijn of haar eigen keuze daarin had kunnen maken. Daarnaast had het kabinet duidelijk moeten maken dat het verplicht dragen van mondkapjes bij een bepaalde besmettingsgraad weer zou komen te vervallen.

Tot slot vindt de Partij voor de Dieren het verontrustend dat zo veel mondkapjes als zwerfvuil achterblijven in het milieu.

Avondklok

Een avondklok is geen kwestie van ‘baat het niet dan schaadt het niet’. Het kabinet heeft de plicht om bij dergelijke ingrijpende maatregelen ook de gevolgen op het geestelijk welzijn van mensen nadrukkelijk te beoordelen en in de besluitvorming mee te nemen. Bovendien moet een kabinet ook in brede zin naar de crisis kijken. Niet alleen crisismanagement, maar structureel de volksgezondheid verbeteren. In beide gevallen is het kabinet tekortgeschoten.

We zien dat door de coronamaatregelen steeds meer mensen zich eenzaam en opgesloten voelen. Het aantal mensen, met name jongeren, met psychische problemen neemt toe door de coronamaatregelen. De effecten van de avondklok hierop zijn onvoldoende inzichtelijk, maar het is wel duidelijk dat de mogelijkheid tot sociaal contact hierdoor nog verder wordt ingeperkt. Hoewel wij het zeer belangrijk vinden om de verspreiding van het coronavirus (en de daarbij horende heftige situatie in de gezondheidszorg) in te perken, hebben wij daarom tegen de avondklok gestemd.

Uiteraard moeten er wel maatregelen worden genomen om de opmars van de mutaties tegen te gaan. Daarom blijven wij inzetten op het voorkomen van coronaverspreiding door minder internationale reisbewegingen, meer inzet op het naleven van bestaande adviezen zoals thuiswerken en het terugbrengen van het slachttempo waardoor slachterijen geen coronabrandhaard meer zullen vormen en kwetsbare migranten worden beschermd.

De Partij voor de Dieren is het niet eens met de uitzondering op de avondklok voor de vossen- en zwijnenjacht en heeft hierover Kamervragen gesteld.

Lees de volledige bijdrage van Esther Ouwehand aan het coronadebat over de avondklok hier.

Economische gevolgen

De coronapandemie brengt ook grootschalige economische gevolgen met zich mee. Er moet bij het bestrijden van de economische gevolgen van de coronacrisis altijd oog blijven voor individuen die tussen wal en schip dreigen te vallen. Maar corona is niet de enige crisis waar we ons mee geconfronteerd zien. Wereldwijd geldt een algehele crisis, een overlevingscrisis die draait om het duurzaam omgaan met ons klimaat en de natuur. Het bieden van economische steun aan bedrijven die gebukt gaan onder de coronacrisis kan niet los gezien worden van al die andere uitdagingen waar we voor staan in de klimaatcrisis en de biodiversiteitscrisis. Terug naar 'business as usual' is onacceptabel omdat dit in de eerste plaats al onhoudbaar was.
Vanuit dit licht moeten herstelmaatregelen gericht zijn op het bouwen aan een economisch systeem dat uitgaat van de ontwikkeling en bescherming van kwetsbare waarden in plaats van groei en kortetermijnbelangen. Steunpakketten moeten zorgen dat mensen worden geholpen die financieel in de problemen komen door de coronacrisis. Aan steun voor bedrijven moeten voorwaarden worden gesteld. Steun aan bedrijven in de fossiele sector, zoals luchtvaartmaatschappijen, oliebedrijven en luchthavens, kan bijvoorbeeld alleen worden gegeven als die steun in het teken staat van de noodzakelijke afbouw van die sector en de ondersteuning van degenen die ander werk zoeken. Steun aan de landbouw zal gepaard moeten gaan met (permanente) afbouw van het aantal dieren dat wordt gefokt, gebruikt en gedood voor vlees, zuivel en eieren. Bedrijven die hun winst aan de aandeelhouders geven, maar hun risico afwentelen op de samenleving, worden niet met publieke middelen gered; deze les uit de vorige economische crisis moet in deze crisis worden meegenomen.

Steunmaatregelen

De coronamaatregelen hebben dramatische gevolgen voor veel economische sectoren. Zonder overheidssteun zouden zij het niet redden, en zouden veel bedrijven en ondernemingen failliet gaan of zouden massa-ontslagen onvermijdelijk zijn. De Partij voor de Dieren vindt dat steunmaatregelen noodzakelijk zijn en een teken van solidariteit om de ergste nood te lenigen. De meeste steunmaatregelen hebben dan ook de steun van de Partij voor de Dieren gekregen. Maar de Partij stelt wel voorwaarden aan de steun. Ook is de Partij kritisch of de steun wel bij de juiste groepen terechtkomt. Grote groepen vallen immers tussen wal en schip.

Dankzij een effectieve lobby hebben de fritesaardappel- en sierteeltsector €650 miljoen coronasteun toegezegd gekregen. (Uiteindelijk bleek er ‘slechts’ €300 miljoen aan steun nodig te zijn.) De Partij voor de Dieren heeft tegen dit steunpakket gestemd, omdat er geen duurzame voorwaarden aan werden gesteld, terwijl juist de aardappel- en de sierteeltsector de meest intensieve gebruikers van landbouwgif zijn.

De Partij voor de Dieren is tegen de miljardensteun die is uitgedeeld aan KLM. Vanwege de klimaatcrisis moet de uitstoot van broeikasgassen zo snel mogelijk naar beneden. Investeringen in fossiele bedrijven zijn de gestrande bezittingen van de toekomst. De regering had ambitieuze klimaatvoorwaarden moeten stellen aan de lening aan KLM, maar heeft dat niet gedaan. Zowel het kabinet als de directie van KLM weigeren zich voor te bereiden op de onvermijdelijke krimp van de luchtvaart. Daarmee brengen ze zelf de toekomst van KLM in gevaar. De lening aan KLM dreigt bovendien nooit meer terugbetaald te worden. In de praktijk komt de lening aan KLM neer op een blanco cheque op kosten van het klimaat en de belastingbetaler. Dat kan de Partij voor de Dieren niet steunen.

Ook aan de meest omvangrijke generieke steun voor bedrijven tot nu toe, de NOW, zijn geen duurzaamheidsvoorwaarden gesteld. Er is nu ruim € 14 miljard uitgegeven en in de top 10 ontvangers staan KLM, Schiphol, Tata Steel, Transavia Airlines, DAF Trucks, Booking.com en VDL Nedcar.

Tegelijkertijd ziet de Partij voor de Dieren dat bij de steunpakketten te veel groepen tussen wal en schip vallen. Zoals zzp’ers, studenten met bijbaantjes, mensen met een tijdelijk contract, sekswerkers, horeca-ondernemers die nog geen jaar open zijn, andere startende ondernemers, en mensen die om uiteenlopende redenen minder omzet maakten in hun ‘referentieperiode’ (bijvoorbeeld omdat ze zwanger waren). Ook de partnertoets die is ingevoerd bij de TOZO heeft bij veel ondernemers tot problemen geleid. Doordat hun partner een inkomen heeft, komen sommige zelfstandigen niet in aanmerking voor de TOZO, terwijl hun bedrijfskosten wel doorlopen. Voor iedereen die een forse inkomensterugval door corona heeft meegemaakt kan het bovendien lastig zijn om de vaste lasten van het huishouden nog te betalen. Vanaf maart 2021 kunnen ondernemers, zzp’ers, werknemers en werkzoekenden woonlastensteun aanvragen via de gemeente. Of dat soelaas gaat bieden zal moeten blijken. Het Rode Kruis heeft in elk geval aangegeven dat er de laatste weken steeds vaker door studenten, ondernemers en alleenstaande ouders om voedselhulp wordt gevraagd, omdat ze niet genoeg geld hebben om eten te kopen. De nood is dus hoog.

Voor specifiek de cultuursector was er al die tijd ook veel te weinig geld vrijgemaakt. Pas in een héél laat stadium kwam er extra geld vrij (in totaal 870 miljoen), en nu bestaan er zorgen over of dit wel bij de makers – voor wie dit bedoeld is – belandt.

Veehouderij

Het coronavirus en de maatregelen die genomen worden om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan, hebben ook gevolgen voor de talloze dieren in de veehouderij. Problemen die ontstaan in de slachterijen, stallen of tijdens het transport mogen niet verergeren als gevolg van de coronacrisis. De Partij voor de Dieren wil daarom een onmiddellijke stop op internationale diertransporten om zo ernstig aanvullend dierenleed door langere reistijden wegens striktere grenscontroles en gesloten grenzen te voorkomen.
Onder normale omstandigheden zorgt de grote druk op het slachtproces al regelmatig voor ernstige misstanden in slachthuizen en gevaren voor de voedselveiligheid. Extra druk op het slachtproces door het uitvallen van slachthuispersoneel en verminderd toezicht wegens uitval bij de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector en de NVWA is onacceptabel. Hoe minder toezichthouders in deze situatie worden ingezet, hoe groter de risico’s voor dierenwelzijn en voedselveiligheid. De Partij voor de Dieren wil dan ook dat zowel het slachten als het fokken van dieren fors wordt beperkt. Dit laatste om te voorkomen dat stallen nog verder vol komen te staan met dieren, doordat de volgende lichting dieren al is geboren of uit het ei is gekropen. Ook tijdens de coronacrisis mogen er geen risico’s genomen worden ten aanzien van dierenwelzijn en voedselveiligheid.

Dierproeven

De Partij voor de Dieren wilde dat het kabinet bij de ontwikkeling van een vaccin tegen het coronavirus veel meer inzet op innovatieve onderzoeksmethoden zonder proefdieren. Zo had de coronacrisis een flinke stap kunnen zijn op weg naar een proefdiervrije toekomst waarin vaccins en geneesmiddelen sneller ontwikkeld worden.

Dierproeven veroorzaken veel dierenleed en leveren maar weinig kennis op over het ziekteverloop en het genezingsproces van mensen. Slechts 15 procent van alle dierproeven voor nieuwe medicijnen is geschikt voor gebruik bij mensen. Toch steekt de overheid ieder jaar vele honderden miljoenen euro’s subsidie in onderzoeken met proefdieren. Minder dan één procent van dit onderzoeksbudget gaat naar nieuwe proefdiervrije onderzoeksmodellen. Het grootschalige gebruik van proefdieren voor het ontwikkelen van een vaccin tegen corona is dan ook het gevolg van jarenlang nauwelijks investeren in geschikte alternatieven.

De Partij voor de Dieren wil dat het kabinet het proefdierenbudget gefaseerd afbouwt, en het budget voor proefdierenonderzoek geleidelijk overhevelt naar proefdiervrije onderzoeksmethoden met betere resultaten. Daarnaast moet onderzoeksinformatie verplicht gedeeld worden, zodat dubbelonderzoek wordt voorkomen en er minder gebruik wordt gemaakt van proefdieren.

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer

Gerelateerd

Bijdragen Moties Vragen Nieuws
Bijdragen Moties Vragen Nieuws