Bijdrage Ouwehand aan debat over zoönosen en dier­ziekten


24 februari 2022

Als de mens de dieren met rust had gelaten, hadden we geen coronacrisis gehad. Corona is een zoönose, een infectieziekte die overspringt van dier op mens. Dierziekten zijn van alle tijden en het risico op zoönosen zeker ook, maar we worden nu al decennialang gewaarschuwd — en de waarschuwingen worden steeds indringender — dat dit vaker gaat gebeuren als we de keuzes die we maken in hoe we omgaan met dieren en de natuur niet drastisch herzien.

Toen corona uitbrak, had de Partij voor de Dieren wel kunnen vermoeden dat de vogelgriep terug zou keren in Nederland, want dat is inmiddels een vast gegeven, maar niet dat we zouden kampen met de ergste vogelgriepepidemie ooit in Europa. Volgens ons is dit het meest acute gevaar dat nu door het kabinet getackeld zou moeten worden. Gelukkig heeft de commissie-Bekedam een heel aantal goede aanbevelingen gedaan, waarvan ook wij ons kunnen voorstellen dat je het niet van de ene op de andere dag geregeld hebt. Maar we zitten nu nadrukkelijk in die vogelgrieppandemie.

Inmiddels heeft de minister van Landbouw gezegd dat hij ziet dat het een permanente bedreiging voor de pluimveesector is; dank daarvoor, want de erkenning dat het permanent is, is belangrijk. Maar de virologen die ons hier vorige week hebben bijgepraat, zeggen: het is een permanente pandemische dreiging. Het is dus ook een permanente bedreiging voor de gezondheid van de mens. Mijn vraag aan de minister van VWS is nadrukkelijk: staat hij achter de les die getrokken is uit de situatie met de Q-koorts, namelijk dat we uit voorzorg moeten handelen? Is hij bereid om daarnaar te handelen? Erkent hij dat het ministerie van VWS doorzettingsmacht heeft als er enige aanwijzing is dat een dierziekte een zoönotische eigenschap zou kunnen hebben? Bij vogelgriep is dat allang aan de gang. In 2003 zijn er, ook in Nederland, heel veel mensen besmet geraakt en is er een dierenarts overleden. Dat mensen besmet kunnen raken met de vogelgriep, staat dus vast. Het is een zoönose. Erkent de minister van VWS dat?

Heeft hij ook goed gehoord wat Ron Fouchier, die daar onderzoek naar heeft gedaan, daarover heeft gezegd? Fouchier heeft eerder al vastgesteld dat de vogelgriep maar vijf mutaties nodig heeft om ook nog van mens op mens overdraagbaar te worden. Dat is een horrorscenario. In het recente verleden hebben we in zoogdieren al vier van de vijf mutaties gezien. Fouchier zei: als je er maar één of twee ziet, moet je al extra stappen zetten.

Ik vraag dit zo nadrukkelijk omdat ik verbaasd ben over de afwachtende houding van het ministerie van VWS. Het lijkt erop dat we nog steeds in de situatie zitten die we van Q-koorts kennen: dat LNV de lead heeft en dat VWS pas in actie komt als het kwaad al is geschied. Dat lijkt me onverstandig. Die evaluatie was er niet voor niks. Het lijkt me dat ook op het ministerie van VWS het besef aanwezig moet zijn dat we nog een keer zo'n pandemie helemaal niet aankunnen. Ik roep de minister van VWS dus nadrukkelijk op om actief te worden, doorzettingsmacht te gebruiken en samen met de collega van LNV de stappen te zetten die nu nodig zijn.

Een grote stap is natuurlijk het uitvoeren van de aanbevelingen van de commissie-Bekedam, maar daar kunnen we niet op wachten. We zien dat er maatregelen zijn getroffen om de vogelgriep een beetje in toom te houden, maar dat daar uitzonderingen op worden gemaakt. Ondanks het vervoersverbod is er toch weer een corridor naar de Gelderse Vallei om stallen opnieuw vol te zetten met jonge kuikens, en eenden mogen toch weer vervoerd worden om geslacht te worden. Waarom maken we uitzonderingen, terwijl de dreiging zo acuut is?

Ik ben blij dat er nu veel aandacht voor de vogelgriep is — die staat inmiddels wel een beetje op de agenda — maar de varkenshouderij heeft nog een veel groter risico in zich. We hebben in Nederland gezien dat een varkenshouder besmet is geraakt met varkensgriep. In Nederland werd dat niet gedetecteerd. Heeft de minister van VWS gehoord dat de virologen daar in de hoorzitting voor waarschuwden? We hebben daar geen monitoringsysteem voor. We weten niet wat daar rondgaat, terwijl de potentie dat een vogelgriepvirus vermengd raakt met een varkensgriepvirus en overslaat op de mens heel nadrukkelijk een grote bedreiging is. Wat gaat de minister van VWS daaraan doen?

Ik noemde al even de op zich mooie passage in het regeerakkoord: een dierwaardige veehouderij, in balans met de volksgezondheid. Het kabinet-Rutte II signaleerde al dat de huidige wetgeving geen ruimte biedt om uit voorzorg te handelen. Dat is zeer zorgwekkend. Voorzitter, ik zie dat ik moet gaan afronden. Kunnen we een spoedwet verwachten om hiervoor wél een wettelijke grond te bieden?

Voorzitter. Deze maatregelen moeten getroffen worden. Voor de acute situatie in de pluimveehouderij zou het kabinet een lockdown moeten afkondigen. Geen uitzonderingen op de vervoersmaatregelen, geen nieuwe vestigingen van pluimveebedrijven en geen nieuwe vergunningen voor kippen- en varkensbedrijven vlak bij elkaar, want daar zijn we voor gewaarschuwd door het RIVM, in 2008 al.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Ouwehand. Er is een vraag voor u, allereerst van de heer Bisschop en dan van de heer Boswijk.

De heer Bisschop (SGP):

Een gloedvol betoog van mevrouw Ouwehand. Ik miste daarin eigenlijk nog één vraag, namelijk: wat gaat de minister doen om de overdracht van zoönosen van wilde dieren op gedomesticeerde dieren te voorkomen? Zou mevrouw Ouwehand bereid zijn om die vraag te stellen?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat is een mooie truc van de SGP om wat meer spreektijd te krijgen, maar ik ben wel blij met de vraag. Ik hoorde de SGP spreken over dieren die gehouden worden als huisdier of als hobbydier: ook zij kunnen zoönosen overdragen. In de hoorzitting van vorige week sprak een van de sprekers bijvoorbeeld over de papegaaienziekte. Ik dacht dus: dit is een pleidooi van de SGP om haast te maken met de positieflijst, want we moeten ook het aantal verschillende soorten dieren dat we in huis menen te kunnen houden, fors aan banden leggen. Eerlijk gezegd dacht ik dat dat het pleidooi was. Dat breng ik graag, op deze indirecte manier, over aan het kabinet.

De heer Bisschop (SGP):

Er is toch een klein misverstand. Als ik het heb over gedomesticeerde dieren, bedoel ik niet alleen de kat, de hond, de cavia, de papegaai, de kanarie enzovoorts, maar dan bedoel ik ook de veestapel. Want wij weten — mevrouw Ouwehand weet dat ook — dat bijvoorbeeld de vogelgriep niet vanuit de pluimveehouderij komt, maar van buitenaf, en dat juist de uit het oogpunt van dierenwelzijn getroffen maatregelen de gedomesticeerde dieren kwetsbaarder maken voor dit soort dingen. Dat was eigenlijk mijn vraag. Die andere vraag wordt niet namens mij gesteld, maar die mag mevrouw Ouwehand natuurlijk stellen. Dat is wel een hele andere kwestie; daar hebben we een ander overleg voor nodig. Mij gaat het om deze vraag. Is mevrouw Ouwehand bereid om die te stellen?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik zou het kabinet wel voor willen houden dat ook in de hoorzitting weer duidelijk werd dat Nederland eigenlijk alles doet wat het kan om de bioveiligheid zo groot mogelijk te houden, zoals de ophokplicht en de hygiënemaatregelen. Terecht wordt er gewezen naar andere landen, waar dat misschien minder het geval is. Maar de conclusie is wel dat ondanks al die maatregelen iedere keer de vogelgriep in die stallen zit, in die potdichte stallen. Ik noem de eendenhouderij. Die dieren komen nooit buiten, nooit; die hebben geen vrije uitloop. Waar breekt de vogelgriep, iedere keer weer, bovengemiddeld vaak uit? In die potdichte, goed afgesloten, bioveilige eendenstallen. Ik zie dus niet wat we nog meer zouden kunnen doen om te voorkomen dat de vogelgriep binnenkomt in stallen vol met kippen, eenden of kalkoenen. Volgens mij doet Nederland al het maximale en de conclusie is: het gevaar blijft. Dan moet je dus andere dingen doen.

De voorzitter:

We gaan naar de heer Boswijk.

De heer Boswijk (CDA):

Mijn vraag ligt een beetje in het verlengde van die van mijn buurman. De vogelgriep wordt heel erg gedragen door onder andere wilde vogels. Die poepen bijvoorbeeld bij zo'n stal. Via het schoeisel van mensen die daar werken, komt dat uiteindelijk in zo'n stal. Je kunt de beste maatregelen hebben, maar als die ziekte continu wordt overgebracht door wilde vogels, dan is het wel een beetje dweilen met de kraan open. Ik woon zelf in een waterrijk gebied. Prachtig. Maar als ik zie hoeveel ganzen wij in onze omgeving hebben, dan loopt dat wel een beetje uit de klauwen. Hoe kijkt mevrouw Ouwehand daarnaar? Mevrouw Ouwehand, u zegt dat de veestapel moet krimpen. Oké, daar kun je van mening over verschillen. Zou je dan ook niet een bepaalde mate van bejaging moeten gaan doen om ook de wilde vogels enigszins in te perken?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik vind zo'n pleidooi a. de wereld op z'n kop en b. wereldvreemd. De natuur is een gegeven. Die wilde vogels hebben de gevaarlijke variant van vogelgriep gekregen door een mutatie in de pluimveehouderij. We hebben het vorige week nog gehoord in de hoorzitting. Minister Schouten heeft dat eerder bevestigd in antwoord op vragen van de Partij voor de Dieren. Hoe ontstaat de mutatie van een relatief ongevaarlijke variant van vogelgriep naar die gevaarlijke variant? Die ontstaat altijd in de pluimveehouderij. Dus om wilde vogels daar de schuld van te geven, dat vind ik echt de wereld op z'n kop. Ik denk ook dat het getuigt van een wel heel naïef wereldbeeld als je denkt dat je de natuur onder controle kan houden door maar te gaan jagen. Hoe hou je in vredesnaam wilde vogels weg bij pluimveestallen? Ik zou denken: luister naar de commissie-Bekedam, luister naar de experts, kijk naar alle andere voordelen die te behalen zijn als we het aantal dieren in de veehouderij fors verminderen. Je bent af van het risico op die gevaarlijke mutaties en op iedere keer al die uitbraken — die zijn voor de sector ook niet leuk — als je zegt: we halen die bedrijven weg uit waterrijke gebieden en we gaan naar een veel plantaardigere samenleving.

De voorzitter:

Akkoord.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Om met de woorden van emeritus hoogleraar virologie Earl Brown te spreken: het is jammer dat het zo emotioneel is, maar het eten van groenten is veel veiliger dan het kweken van kippen.

De voorzitter:

Meneer Boswijk, hebt u nog een vervolgvraag? Nee. Dan gaan we naar de heer Van Campen van de fractie van de VVD.

De heer Van Campen (VVD):

Ik ga toch even door met het zoeken naar andere oplossingen. Ik zie wel wat in de oplossing van de heer Boswijk, maar daar ziet mevrouw Ouwehand niets in. De heer De Groot heeft het bijvoorbeeld eerder gehad over vaccinatie. Mevrouw Ouwehand gaf zojuist al aan dat zij voor een veganistisch dieet staat. Al zou zij bij de volgende verkiezingen, en haar partij bij de Statenverkiezingen, in beide Kamers twee keer een meerderheid hebben, dan zal zij nog steeds die veehouderij niet van vandaag op morgen Nederland uit krijgen.

De voorzitter:

Een interruptie is wel een vraag. We moeten echt tempo maken.

De heer Van Campen (VVD):

Ziet de Partij voor de Dieren in de tussentijd naar het bereiken van dat doel verantwoorde vaccinatie — met een vaccin dat werkt, met het wegnemen van handelsbelemmeringen — als een optie om er toch voor te zorgen dat we die ziektes de veehouderij uit krijgen?

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u mag kort antwoorden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dank voor de vraag, want door de beperkte spreektijd ben ik daar niet aan toegekomen. Om te beginnen, ik ben zelf veganist, maar ik denk dat het voor iedereen goed is als we inzetten op een meer plantaardige samenleving. We kunnen daar heel veel doen om de onnodig hoge risico's te verminderen. Vaccineren is een noodmaatregel die zal moeten worden ingezet. Maar ik wijs de heer Van Campen wel op wat wij tijdens de hoorzitting hebben gehoord, namelijk dat het ook risico's heeft. Het beschikbare vaccin helpt wel tegen ziekte en sterfte, maar niet tegen de besmettelijkheid. Dat brengt het risico met zich mee dat dit virus onder de radar weer gaat muteren. Dat vraagt om goede monitoring door de NVWA, maar die heeft weer onvoldoende capaciteit. Ik ben dus voor deze noodmaatregel, met de kanttekening dat het echt een noodmaatregel is met serieuze nadelen waar we niet de ogen voor moeten sluiten.

De voorzitter:

Een korte vervolgvraag van de heer Van Campen van de VVD.

De heer Van Campen (VVD):

Ik ben het er helemaal mee eens. Daarom zeg ik ook expliciet: een verantwoorde vaccinatie. Die risico's moeten we onderkennen en wegnemen. Het is goed om te horen dat de Partij voor de Dieren, ook richting het kabinet, de inzet op verantwoorde vaccinatie wel degelijk als een oplossing ziet, want nu vervalt het toch wel heel vaak in wachten op elkaar. Daar is helemaal niemand bij geholpen, als je het mij vraagt.

Tweede termijn:

Voorzitter. Als ik maar een halve minuut heb, heb ik geen tijd voor complimentjes en zo. Ik ga er dus gewoon met een gestrekt been in.

Goed dat we mooie woorden horen. De volksgezondheid staat op één, maar ik zeg tegen deze ministers, tegen deze nieuwe bewindslieden, wat ik ook al tegen de andere bewindslieden heb gezegd: dat moet wel waar worden gemaakt. Laat ik het heel diplomatiek verwoorden: tot nu toe zit er een grote dissonantie tussen de waarschuwingen van de experts, bijvoorbeeld dat de varkenshouderij een nog veel groter gevaar in zich draagt, en de acties van het kabinet. Marion Koopmans zegt: er is sprake van een permanente pandemische bedreiging als het gaat om de vogelgriep. Dat sommige dingen tijd kosten begrijp ik, maar vandaag moet er meer mogelijk zijn en daar is het wachten op. En wachten is onverantwoord als het zo'n groot risico is voor de volksgezondheid.

Interessant voor jou

Bijdrage Van Raan aan debat over luchtvaart

Lees verder

Bijdrage Van Esch aan debat over discriminatie, racisme en mensenrechten

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer