Een einde aan de vee-industrie


De Partij voor de Dieren wil dat er een einde komt aan de vee-industrie. Daarvoor zijn belangrijke en grote veranderingen nodig. Binnen 2 jaar moet het aantal dieren in Nederland 75% minder zijn. De vee-industrie is een grote vervuiler en stoot veel broeikasgassen uit. Het is een van de grootste oorzaken van de klimaat- en natuurcrisis. Door 75% minder dieren te houden pakken we deze problemen allemaal tegelijk aan.

Dierenwelzijn en milieuproblemen
Naast veel dierenleed zorgt de vee-industrie ook voor schade aan de natuur. Het vervuilt ons grondwater en ons drinkwater. Het zorgt voor stankoverlast en gezondheidsschade voor mensen die in de buurt wonen. Het maakt de bodem kapot, door teveel mest. Hierdoor is de bodem minder vruchtbaar voor het verbouwen van voedsel. Ook het kappen van regenwoud voor veevoer is een groot probleem. En omdat er teveel dieren op een klein oppervlak worden gehouden is er een groter risico op een volgende pandemie. Q-koorts is hiervan een voorbeeld.

Onethisch en onverantwoord
Nederland heeft op dit moment de meeste dieren per vierkante kilometer ter wereld. Het fokken, gebruiken en doden van dieren in de vee-industrie is niet goed en niet vol te houden. In de laatste 50 jaar is de Nederlandse veehouderij veranderd in een vee-industrie waar jaarlijks ongeveer 500 miljoen dieren gedood worden. De dieren worden in deze tijd steeds slechter behandeld. Ze hebben minder ruimte. Zien vaak nooit daglicht. Groeien veel te snel door fokprogramma’s, voer en medicijnen. Slachtkuikens kunnen na enkele weken niet meer normaal bewegen en zakken door hun pootjes. Koeien produceren vier keer meer melk dan 100 jaar geleden en kippen leggen 8 keer zoveel eieren als vroeger.

Dieren zitten in te volle stallen en vervelen zich want er is geen afleiding. Dit zorgt voor veel stress en hierdoor gaan ze vreemd gedrag vertonen. De nieuwe Wet dieren moet dit veranderen. Deze wet zegt dat dieren niet meer aangepast mogen worden aan deze industrie, maar dat ze hun natuurlijke gedrag moeten kunnen vertonen. Bijvoorbeeld varkens moeten in de modder kunnen rollen en eenden moeten kunnen zwemmen. Er moet dus echt gekeken worden naar wat de dieren nodig hebben om gelukkig te zijn. De biologische veehouderij biedt momenteel de beste waarborgen voor dierenwelzijn, hoewel er nog veel ruimte is voor verbetering.

Voedselverspiller
Veel mensen denken nu nog: het fokken van dieren zorgt voor meer voedsel. Maar dat klopt niet. Want wie dieren fokt voor voedsel, moet die dieren veel eten voeren. Kostbaar voedsel wordt gebruikt als veevoer. Bijvoorbeeld twee derde van al het verbouwde graan in Nederland. We moeten landbouwgrond juist gebruiken om voedsel te telen voor mensen. Dieren moeten daarom uit de voedselketen. Veevoerbedrijven, slachthuizen, stallenbouwers en banken willen dat natuurlijk niet. Maar het is ook echt beter voor de boeren. Veel van hen leven nu onder de armoedegrens. Duurzame, gezonde landbouw zorgt voor betere inkomsten voor boeren.

Mest- en Stikstofproblematiek
Doordat er zoveel dieren in Nederland zijn, is er ook veel mest. Te veel mest. Minder dieren betekent minder mest. Daarom moeten we overstappen naar duurzame landbouw. Dit is beter voor de dieren, boeren, het milieu en de toekomst. Het betekent meer plantaardig voedsel en minder dierlijke producten. De Partij voor de Dieren benadrukt dat het belangrijk is om de mestproblemen aan te pakken. Oplossingen zoals mestvergisters zijn volgens de partij niet duurzaam. Als het aantal dieren in de vee-industrie met 75% vermindert, kunnen we de kringloop in Nederland sluiten. Zo hoeven we geen veevoer meer te importeren en stoppen we de kap van regenwouden. De mest die geproduceerd wordt door de dieren in Nederland, gebruiken we alleen voor Nederlandse landbouwgronden.

Het standpunt Een einde aan de vee-industrie is onderdeel van: Dierenrechten