Inbreng Schrif­telijk Overleg Gedoog­be­sluit werk­zaam­heden kolen­cen­trale in de Eemshaven


24 januari 2012

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vinden het besluit van de staatssecretaris de uitbreiding en verdieping van de Eemshaven te gedogen onacceptabel. Elke energiecentrale, of deze nou draait op kolen of biomassa, zal het zeer waardevolle Natura2000 gebied de Waddenzee aantasten, de typische diersoorten bedreigen en de nu al slechte kwaliteit van het Eems-Dollard estuarium verder doen verslechteren. Met het gedogen van de bouw en de uitbreiding van de haven zonder zekerheid op zicht van een natuurbeschermingswetvergunning lapt de staatssecretaris alle (inter)nationale regelgeving aan zijn laars.

De staatssecretaris schrijft aan op basis van een “zorgvuldige afweging” van de verschillende belangen te hebben besloten om niet handhavend op te treden tegen de werkzaamheden voor uitbreiding en verdieping van de Eemshaven door Groningen Seaports. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren begrijpen niet dat de staatssecretaris tot dit besluit heeft kunnen komen. Onderschrijft de staatssecretaris dat de algemene regel van artikel 6, lid 3, van de Habitatrichtlijn zegt dat alleen toestemming kan worden verleend voor een project dat, individueel of in combinatie met andere projecten, de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied niet aantast, en dat hier dus vooraf zekerheid over moet zijn? Zo ja, kan de staatssecretaris dan uiteenzetten op basis van welke zekerheid hij de afweging maakt dat de werkzaamheden door kunnen gaan? Erkent hij dat als er geen zekerheid is over de effecten eerst een passende beoordeling gemaakt moet worden? Kan de staatssecretaris bevestigen dat wanneer blijkt dat significante effecten niet kunnen worden uitgesloten een project of plan alleen doorgang kan vinden wanneer er geen alternatieven bestaan, er dwingende redenen van groot openbaar belang zijn en de negatieve effecten volledig gecompenseerd kunnen worden?

Aan het begin van de 20e eeuw waren zo goed als alle mondingen van de rivieren in Nederland nog estuaria. Door industriële ontwikkeling, afdamming en inpoldering komt het habitattype ‘estuaria’ in ons land nu nog maar op twee plaatsen voor: het Eems-Dollard estuarium en de Westerschelde. Nederland is relatief van groot belang voor het behoud van dit habitattype, ook op Europees niveau. Echter in deze twee resterende estuaria zijn de soortensamenstelling en de structuur en functie in de loop der tijd sterk veranderd door voornamelijk bedijkingen, het uitbaggeren van vaargeulen, watervervuiling en verstoring .[1] De ecologische kwaliteit van de Westerschelde staat al jaren onder zeer hoge druk en de kwaliteit van het Eems-Dollard estuarium is de laatste twintig jaar sterk achteruit gegaan.[2] De natuurlijke kenmerken van het estuarium verdwijnen steeds meer, waardoor dier- en plantensoorten die alleen in estuaria voorkomen in hun voortbestaan bedreigt worden. Opmerkelijk, want Nederland heeft zichzelf juist het doel gesteld te zorgen dat huidige estuaria behouden blijven, het oppervlak dient uit te breiden en de kwaliteit op netwerk niveau veel beter moet. Nederland heeft het Eems-Dollard estuarium een beschermde status toegekend. Het maakt deel uit van het Natura2000 gebied de Waddenzee en is in Europa aangemeld op de communautaire lijst. Dat betekent dat de beginselen van gemeenschapstrouw gelden en dat Nederland nu al kritisch zou moeten bekijken wat er in het gebied gebeurt en hoe de kwaliteit verbeterd kan worden. Met dit in het achterhoofd zou de enige juiste conclusie zijn dat de beschermde maatregelen omhoog meten. In ieder geval staat vast dat er zeker geen ruimte is voor nog meer ontwrichtende activiteiten. Maar wat doet de staatssecretaris? Hij doet het omgekeerde. Hij laat toe dat de nu al belabberde kwaliteit alleen maar verder zal verslechteren door het niet handhavend optreden tegen de illegale bouw van de kolencentrale en lapt daarmee opnieuw de Europese regelgeving aan zijn laars. Kan de staatssecretaris bevestigen dat de huidige kwaliteit van de estuaria in Nederland niet voldoende is om aan de instandhoudingsdoelstellingen voor dit habitattype te voldoen? Onderschrijft de staatssecretaris dan ook dat het Eems-Dollard estuarium geen extra verstorende activiteiten kan herbergen om de instandhoudingsdoelstellingen te gaan halen? Zo ja, waarom heeft de staatssecretaris dan toch besloten niet handhavend op te treden? Zo nee, op welke wetenschappelijke studies baseert de staatssecretaris dan dat de instandhoudingsdoelstellingen voor estuaria op netwerk niveau in Nederland niet in gevaar zijn en niet in gevaar komen door deze extra belasting? Kan hij de onderbouwing van zijn besluit delen met de kamer, of moeten we vaststellen dat er geen onafhankelijke wetenschappelijke onderbouwing is? Kan de staatssecretaris bevestigen dat de bezwaren vanuit de mogelijke effecten op natuur van deze centrale niet zullen worden weggenomen wanneer in plaats van kolen gekozen wordt voor het verstoken van biomassa?

De staatssecretaris verschuilt zich in deze kwestie continu door te schermen met het feit dat de bevoegdheid voor het wel of niet doorzetten van deze werkzaamheden niet bij hem ligt. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren wijzen de staatssecretaris er op dat de regering eindverantwoordelijk is voor de bescherming van natuur in Nederland. Het naleven van de (inter)nationale regelgeving omtrent Natura2000 gebieden en het eventueel ingrijpen bij verdere achteruitgang van natuur is daar onderdeel van. Keer op keer laat de staatssecretaris het na de wetgeving hieromtrent serieus te nemen. De Raad van State heeft in haar uitspraak van 24 augustus 2011 heel duidelijk geconcludeerd dat de schadelijke effecten van de uitbreiding van de haven op de natuur niet goed zijn onderzocht maar redelijkerwijs aanwezig zullen zijn. Toch geeft de staatssecretaris in zijn brief aan zeker te weten dat voortzetting van de werkzaamheden niet zal leiden tot significante aantasting van natuurwaarden. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vragen zich af op welke wetenschappelijke inzichten de staatssecretaris dit zo zeker baseert?

Ook stelt de staatssecretaris dat er concreet zicht is op legalisatie van zowel de bouw van de kolencentrale als de uitbreiding van de haven als één geheel. Een opmerkelijke uitspraak, aangezien significante effecten van de bouw van de centrale tezamen met de benodigde uitbreiding van de haven en het uiteindelijk in gebruik nemen van de centrale niet zijn uit te sluiten. Zo is er geen zekerheid over de effecten van de heiwerkzaamheden en de toename van scheepvaart op de zeehondenpopulatie in het gebied. Ook is niet uit te sluiten dat de stikstofuitstoot van de kolencentrale geen significante verslechtering van de zeldzame habitats op de Duitse Waddeneilanden tot gevolg heeft. Kan de staatssecretaris bevestigen dat een vergunning in deze kwestie alleen afgegeven zal mogen worden wanneer is aangetoond dat er geen alternatief is en er dwingende redenen van groot openbaar belang in het geding zijn en de natuurwaarden gecompenseerd dienen te worden, de zogenaamde ADC-toets? Hoe verhoudt de voorwaarde dat er geen alternatieven voor handen zijn zich volgens de staatssecretaris tot andere vormen van opwekking van energie op andere locaties? En hoe verklaart de staatssecretaris de dwingende reden van groot openbaar belang nu blijkt dat er een overcapaciteit is aan stroom door het grote aantal nieuwe centrales dat is gebouwd?[3] Zelfs bij sluiting van alle kolen- en kerncentrales zal Nederland in 2020 meer elektriciteit kunnen produceren dan ze nodig heeft. De centrale energieopwekking heeft de toekomst, wat de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren betreft moet daar op worden ingezet.

Verder schrijft de staatssecretaris dat handhavend optreden grote economische gevolgen zou hebben voor Groningen Seaports. Kan de staatssecretaris bevestigen dat RWE/Essent vanaf het begin op eigen risico en zonder rechtsgeldige natuurbeschermingswetvergunning begonnen is met de bouw van de kolencentrale? Klopt het dat RWE/Essent daarmee zelf voor lief neemt dat ondanks de al gedane investeringen de kolencentrale mogelijkerwijs helemaal niet in gebruik genomen zou kunnen worden wanneer ontheffingen niet kunnen worden verkregen? Hoe oordeelt de staatssecretaris over de kwaliteit van besluitvorming door zowel het rijk als de provincie in het afgeven van de vergunningen voor deze centrale die nu door de Raad van State zijn vernietigd? Is hij bereid te erkennen dat het bevoegd gezag zelf heeft bijgedragen aan de financiële risico’s die nu zijn ontstaan? Het economische belang dat de staatssecretaris laat meewegen mag in dit geval geen reden zijn om niet handhavend op te treden. Waarom heeft de staatssecretaris dan toch een economische overweging gemaakt? Het kan toch niet zo zijn dat nu er eenmaal veel geld in de kolencentrale is geïnvesteerd terwijl vanaf het begin duidelijk was dat de benodigde vergunningen ontbraken, het bevoegd gezag niet meer objectief kan oordelen of de centrale er wel of niet had mogen komen? Kan de staatssecretaris uitleggen wat er gebeurt als er tijdens de voortzetting van de uitbreidingswerkzaamheden toch niet kan worden uitgesloten dat er significant schadelijke effecten optreden, waardoor de ADC-toets niet met goed gevolg doorlopen kan worden? Deelt de staatssecretaris de mening van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren dat er dan alsnog een bouwstop moet worden opgelegd? Wie draait er dan op voor de kosten die dan met de stillegging gemoeid zijn? De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren wil van de staatssecretaris de toezegging dat de belastingbetaler hier nooit voor zal gaan opdraaien. Kan de staatssecretaris dat garanderen? Zo nee, waarom niet?

Kan de staatssecretaris aangeven hoe het verdere vergunningstraject zal verlopen? Is het waar dat de kolencentrale er straks staat nog voordat er een natuurbeschermingswetvergunning er is? En gaat de staatssecretaris gedogen dat de kolencentrale eventueel in werking treedt nog voordat de natuurbeschermingswetvergunning afgegeven is?

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn van mening er geen plek is voor een energiecentrale in dit unieke, voor Europa zo ontzettend belangrijke Natura2000 gebied, en al helemaal niet voor een vervuilende kolencentrale. De staatssecretaris onthoudt zich met het besluit de werkzaamheden te gedogen van al zijn verantwoordelijkheden op zowel het gebied van natuurbescherming als rechtsgelijkheid. Voor de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren is dit echt onacceptabel. Zij verzoeken de staatssecretaris dan ook onmiddellijk de uitbreidingswerkzaamheden stil te leggen. Is de staatssecretaris hiertoe bereid? Zo nee, kan de staatssecretaris met bovenstaand betoog in zijn achterhoofd dan aangeven hoe hij toch tot een andere besluit kan komen?

[1] Profielen habitattypen en soorten: Estuaria
[2]http://www.provinciegroningen.nl/uitvoering/natuur-en-landschap/ecologie-en-economie-in-balans/uitwerking/eems-dollard-estuarium/
[3] Dagblad de Limburger 20-01-2012 Overcapaciteit aan stroom