Inbreng feite­lijke vragen­ronde LNV Begroting 2010


5 oktober 2009

1. Wat is het totaalbedrag wat wordt uitgegeven aan de verbetering van dierenwelzijn en over welke posten is dat verdeeld? Welke afrekenbare prestaties worden aan de uitgaven verbonden?

2. Hoeveel budget heeft u gereserveerd voor de uitvoering van de Nota dierenwelzijn en kunt u dat bedrag nader specificeren en koppelen aan de verschillende maatregelen die u in het kader van de nota dierenwelzijn gaat nemen?

3.Kunt u per diergroep (landbouwhuisdieren, gezelschapsdieren, vissen, dieren in het wild, dieren in de vermaakindustrie) specificeren welk deel van de het budget ter verbetering van het dierenwelzijn aan hen wordt besteed?

4.Wilt u in navolging van de kredietcrisis lessen trekken ten aanzien van de gevolgen van de jarenlange deregulering en het wegvallen van direct overheidstoezicht, vooral wat betreft de ambities en verbeteringen in het dierenwelzijn?

5.Kunt u aangeven op welke wijze u invulling geeft aan het nationaal en internationaal optimaliseren van het welzijn en de gezondheid van dieren, welke afrekenbare prestaties u daarbij formuleert en welke budgetten hieraan zullen worden besteed?

6.Kunt u aangeven wanneer u zelf de regie gaat voeren over het beoogde dierenwelzijnsbeleid en het gepolder met betrokken sectoren achterwege zult laten zodat daadwerkelijk stappen gezet zullen worden die het welzijn van dieren daadwerkelijk vergroten?

7.Kunt u aangeven hoe uw doelstellingen ten aanzien van dierenwelzijn zullen leiden tot een daadwerkelijke verbetering van het welzijn van dieren in Nederland en hoe u deze ambities in cijfers gaat vatten?

8. In het Coalitie Akkoord is de ambitie geformuleerd om de handhaving van de welzijnsregelgeving verder te verhogen. Hoe staat het daar nu mee?

9. Kunt u aangeven welke prestaties u in 2010 zal realiseren, vertaald in de verkoop van duurzame producten en andere zichtbare effecten als gevolg van het beleid gericht op et vergroten van de kennis over de productie van voedsel bij burgers? Kunt u aangeven welke financiële investeringen daarmee zijn gemoeid en op welke wijze deze kennisvergroting wordt ingericht? Kunt u aangeven of er ook aandacht zal worden gegeven aan de negatieve aspecten van de productie van vlees en de veehouderij met betrekking tot dierenwelzijn, klimaat en milieuproblemen? Zo ja, waaruit blijkt dat dan en welke budgetten worden voor deze specifieke kennis vrijgemaakt?

10.Kunt u aangeven hoe de vraag naar vleesvervangers zich ontwikkeld de laatste jaren en welke trends hieraan ten grondslag liggen? Kunt u aangeven welk deel van de bevolking zich vegetariër noemt, welk deel veganist en welk deel regelmatig vlees laat staan bij de avondmaaltijd? Kunt u aangeven welke conclusies u hieraan verbindt? Kunt u aangeven of u de stijging van het aantal (deeltijd) vegetariërs een positieve ontwikkeling vindt? Zo ja, waarom? Zo neen waarom niet?

11. Kunt u aangeven of u bij het bevorderen van het kwalitatief hoogwaardig voedselaanbod en consumptiepatroon ook de meest dieronvriendelijke producten zal aanpakken en of u bereid bent bijvoorbeeld een dierenwelzijnsbodem in de markt te leggen en deze geleidelijk verder op te trekken?

12. Waarom wordt er geen accijns geheven op rode diesel, en hoe verhoudt zich dit tot de beleidsdoelstellingen voor reductie van uitstoot van broeikasgassen en tot het programma ‘schoon en zuinig’?

13. Kunt u aangeven op welke wijze u de toenemende concurrentie tussen voedselgewassen en gewassen voor biomassa in uw beleid wilt aanpakken, welke (financiële) middelen u daarvoor ter beschikking stelt en welke doelen u wilt bereiken op dat vlak? Welke rol speelt de conclusie van het Planbureau voor de Leefomgeving dat 80% van het landgebruik ingezet wordt voor de productie van vlees hierin? Wat zijn uw ambities en inzet op het gebied van een duurzaam landgebruik, mondiaal gezien? Kunt u aangeven welke beperkingen, regels of randvoorwaarden u zult gaan opleggen als de markt zichzelf niet lijkt te reguleren?

14. Hoeveel veehandelaren en veetransporteurs zijn er in Nederland en hoeveel doen er daarvan nu mee aan Dierwaardig Vervoer? Kunt u die deelname ook uitdrukken in aantallen jaarlijks vervoerde dieren en het percentage hiervan nu onder Dierwaardig Vervoer worden vervoerd?

15. Is er geld beschikbaar voor promotiecampagnes voor vlees, zuivel en eieren? Zo ja hoeveel, en waarom?

16. Is er geld beschikbaar voor promotiecampagnes voor vleesvervangers en biologische producten? Zo ja, hoeveel? Zo nee, waarom niet?

17. Hoeveel geld is beschikbaar voor de bescherming en het herstel van de bijen? Welke maatregelen gaat u nemen om de bijen te beschermen?

18. Hoeveel geld is er beschikbaar voor de uitvoering van de nota’s duurzaam voedsel en duurzame voedselsystemen? Kunt u de geplande uitgaven in het kader van deze nota’s verder specificeren?

19. Kunt u aangeven of u bij de bewustwording van consumenten ook aandacht zult besteden aan de negatieve milieu- en gezondheidsaspecten van het eten van vlees en dierlijke eiwitten? Zo ja, op welke wijze gaat u deze aspecten van vlees onder de aandacht brengen, welke budgetten heeft u hiervoor gereserveerd en welke afrekenbare doelen heeft u hierover geformuleerd?

20. Hoe bent u van plan de conclusies van het recente LEI onderzoek, waaruit blijkt dat consumenten in de supermarkt hun keuzes niet baseren op gevolgen voor milieu of dierenwelzijn maar op prijs en gemak, te integreren in uw beleid? Bent u van plan om als overheid een meer sturende rol aan te nemen in het aanbod en de prijs van voedsel, nu blijkt dat verleiden niet, of maar slechts heel beperkt, werkt?

21. Hoeveel geld is er beschikbaar om functionele agrobiodiversiteit te bevorderen, en welke maatregelen zal u nemen in dit kader in 2010?

22. Hoeveel geld voor de bevordering van de verduurzaming van Noordzeevisserij staat gereserveerd voor de MSC-certificering?

23. Wat is de Nederlandse financiele bijdrage aan de RTRS in 2010? Welke afrekenbare doelstellingen staan daar tegenover?

24. Op welke alternatieven voor de RTRS wordt er door de overheid ingezet, en welke budget is daarvoor beschikbaar?

25. Hoeveel geld investeert LNV in onderzoek en subsidie aan gentechgewassen? Hoeveel geld is er beschikbaar voor duurzame alternatieve methoden van plantenveredeling, zoals marker assisted selection en biologische veredeling?

26. Hoe staat het met het agrarisch natuurbeheer in Nederland? Kunt u de conclusies van het Planbureau voor de Leefomgeving bij uw antwoord betrekken? Welke concrete maatregelen wilt u nemen in 2010 om hier een forse verbeterslag aan te geven, en welk budget is hiervoor beschikbaar?

27. Hoeveel geld wordt er in de komende jaren uitgetrokken voor de sanering van de visserijvloot?

28. Wanneer en op welke wijze is het thema vissenwelzijn aan de orde geweest in de Europese Visserijraad? Bent u bereid dit onderwerp aan de orde te stellen?

29. Wat is de stand van zaken met het bedwelmen en doden van vissen in de aquacultuur in Nederland?

Welke methoden worden er in Nederland toegepast voor bedwelmen en doden van paling in enerzijds de aquacultuur en anderzijds in het wild gevangen? Voldoen deze aan de eisen die de EU- en nationale wetgeving aan dodingmethoden stelt?

30. Bent u bereid zodra er bedrijfsklare methoden zijn voor bedwelmen en doden van paling, tilapia, meerval, zeebaars en tarbot, deze zo snel mogelijk verplicht te stellen voor de Nederlandse aquacultuur en andere dieronvriendelijke bedwelming- en dodingmethoden te verbieden? Zo neen, waarom niet?

31. Wat is de stand van zaken met het bedwelmen en doden van vissen in de kustvisserij in Nederland? Voldoen de hier toegepaste methoden aan de eisen die de wetgeving stelt aan dodingmethoden bij andere dieren? Bent u bereid de ontwikkeling van diervriendelijke dodingmethoden in de kust- en zeevisserij te bevorderen? Zo ja, hoe? Zo neen, waarom niet?

32. Welk deel van het onderzoeksbudget voor visserij gaat naar onderzoek voor betere vangst-, bedwelming- en dodingmethoden? Gebeurt er daarnaast nog ander onderzoek dat voor het welzijn van belang is? Zo ja welk?

33. Deelt u de visie dat het kunnen ontplooien van natuurlijk gedrag een belangrijk criterium is voor dierenwelzijn? Wat is er (wetenschappelijk) bekend over de mogelijkheid van vissen in de aquacultuur om natuurlijk gedrag te kunnen vertonen? Bent u bereid om te zorgen dat er onderzoek komt naar belangrijke kennisleemtes op dit gebied? Wat is verder nodig om te komen tot een goede beoordeling van het welzijn van vissen die gehouden worden in de aquacultuur in Nederland?

34. Wat is de kans dat vissen die door de zee- of kustvisserij in netten worden gevangen dit overleven? Deelt u het standpunt dat, behalve de bedwelming- en dodingmethoden van de zee- en kustvisserij, ook de vangstmethoden veel verbetering behoeven i.v.m. vissenwelzijn? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo neen, waarom niet?

35. Kunt u aangeven of er op de begroting 2010 budget gereserveerd is voor de beheerskant van een duurzame visserij? Voor nieuwe duurzame visserijen is immers meer nodig dan techniek, namelijk ook goed georganiseerd beheer (o.a. bestandsbeheer voor nieuw te bevissen soorten).

36. Hoe wilt u de productie van dierlijke eiwitten, zoals lupine en tarwi, in Nederland stimuleren? Welke concrete maatregelen neemt u in dit kader, en welk budget is daarvoor beschikbaar?

37. Hoeveel geld is er voor 2010 aangemerkt voor de uitvoering van de verbetering van de samenwerking tussen betrokken diensten bij de handhaving van de regelgeving omtrent de handel in flora en fauna en natuurwetgeving?

38. Kunt u aangeven wat de effecten zijn geweest van de fusie van de AID, VWA en PD op de handhavingscapaciteit voor groene wetgeving, zoals de handhaving van CITES-regelgeving?

39. Wat zijn de meetbare taakstellingen, concrete doelen en streefgetallen voor het jaar 2010 en de periode daarna? Kunt u daarbij specifiek ingaan op de verwerving, inrichting en het beheer van de EHS?

40. Wat is het totaalbedrag dat in 2010 wordt uitgegeven aan de uitvoering van de Nota Biodiversiteit en over welke posten is dat verdeeld? Welke afrekenbare prestaties worden aan de uitgaven verbonden?

41. Kunt u aangeven of het Koninklijk Huis landbouw- of natuursubsidies ontvangt, en welke daarvan specifiek naar de jacht gaan? Zo ja, hoeveel?

42. Is er geld beschikbaar voor het saneren van de Nederlandse vissersvloot, nu in de natuurbalans blijkt dat 80% van de visbestanden overbevist is, en u aangeeft een de natuurlijke hulpbronnen duurzaam in stand te houden? Zo ja, hoeveel en op welke termijn zal u de vissersvloot saneren? Zo nee, waarom niet?

43. Waarom spreekt u in de hoofdlijnen van het beleid van het ‘duurzaam in stand houden van natuurlijke bronnen’? Bent u van mening dat de natuurlijke hulpbronnen zoals bodem, water en biodiversiteit in een gunstige staat verkeren? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom spreekt u dan niet van een herstel van deze natuurlijke hulpbronnen? Hoe gaat u de natuurlijke hulpbronnen in een gunstige staat brengen?

44. Wat verstaat u onder een verantwoord consumptiepatroon? Welke rol speelt de consumptie van dierlijke eiwitten hierin volgens u? Hoeveel geld is beschikbaar voor het stimuleren van een verantwoord consumptiepatroon, en welke rol spelen financiële prikkels hierin?

45. U streeft naar een koppeling van maatschappelijke waarden en het GLB, hoe verhoudt zich dat tot accijnsvrije sierteelt en rode diesel? Vindt u dat deze subsidie op fossiele grondstoffen bijdragen tot de genoemde maatschappelijke waarden als milieu en natuur? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom geeft Nederland dan deze subsidie?

46. Waarom zet u in op slecht 20% duurzame energie in de glastuinbouw, nu blijkt dat kassen zeer goed kunnen functioneren zonder de input van fossiele brandstof, en zelfs energie kunnen genereren, zoals in het project ‘de zonneterp’? Is dit naar uw mening geen rem op innovatie en verduurzaming?

47. Hoeveel procent van de houderijsystemen is op dit moment ‘integraal duurzaam en diervriendelijk’?

48. Hoe verhoudt het minimaliseren van het nationaal fosfaatoverschot zich tot de pas toegekende derogatie waar u zo blij mee bent? Hoe bent u van plan de genoemde doelstelling te verlagen, en welke rol speelt een inkrimping van de veestapel daarin?

49. Hoeveel mensen maken op dit moment gebruik van de Consuwijzer? Hoe verhoudt zich dit tot de doelstellingen om een verantwoord consumptiepatroon te bewerkstelligen?

50. Waarom neemt u genoegen met 75 tot 80% van naleving van regelgeving op het gebied van dierenwelzijn? Waarom mogen 1 op de 4 a 5 ondernemers wegkomen met het niet naleven van de regelgeving, en hoe verhoudt zich dat tot uw uitspraak dat dierenwelzijn een van de speerpunten van het beleid is?

51. Hoe en wanneer gaat u het ketenoverleg op het gebied van dierlijke producten vormgeven? Hoe wordt hierbij ingezet op een vermindering van het gebruik van dierlijke producten, conform uw nota’s duurzame voeding en duurzame voedselsystemen? Welke rol spelen duurzame plantaardige eiwitten in dit ketenoverleg?

52. Wat is uw doelstelling voor de afname van consumptie van dierlijke eitwiiten, conform uw nota’s duurzame voeding en duurzame voedselsystemen?

53. Waarom bent u van mening dat de markt zelf verantwoordelijkheid kan dragen voor verduurzaming van productie en handel? Welke onderzoeken of duidelijke praktijkvoorbeelden steunen u in deze aanname? Hoe verhoudt zich dat tot het steeds maar goedkoper worden van onduurzaam voedsel en de blijvende meerprijs van duurzaam voedsel, waardoor in de praktijk van verduurzaming op het gebied van voedsel nog geen sprake is?

54. Welke acties worden er op het moment ondernomen en gepland om de fokkerijproblemen aan te pakken? Hoe wordt hierbij ingezet op het verbeteren van de natuurlijke weerstand van dieren tegen ziektes? Hoeveel geld is er in dit kader beschikbaar, en hoe wordt dit geld besteed?

55. Welke concrete acties worden op dit moment ondernomen en gepland om ingrepen bij dieren in de bio-industrie uit te bannen? Hoeveel geld is er in dit kader beschikbaar, en hoe wordt dit geld besteed?

56. Hoe wordt de zorgvuldigheid rondom het doden van dieren op dit moment gewaarborgd, en welke concrete plannen heeft u om dit in de toekomst te verbeteren? Wilt u in het beantwoorden van deze vraag ook concreet ingaan op het doden van pluimvee en vissen en op het ritueel onverdoofd slachten?

57. Kunt u een specifiek overzicht geven van concentraties van verschillende bestrijdingsmiddelen in het Nederlandse oppervlaktewater? Hoe vaak worden de normen van bestrijdingsmiddelen in ons water overtreden? Waarom bent u van mening dat een scherpe reductie van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in een convenant te bereiken is? Wanneer bent u van plan om stringente regelgeving op dit beleid te ontwikkelen, nu steeds duidelijker wordt dat bestrijdingsmiddelen in het milieu zeer nadelige effecten hebben, bijvoorbeeld op de bijen en op ons drinkwater?

58. Welke concrete plannen heeft u om de transportkilometers van ons voedsel terug te brengen, en hoeveel geld is daarvoor beschikbaar?

59. Welke concrete maatregelen neemt u om de productie en consumptie van biologische producten te stimuleren? Welke budget is hiervoor aanwezig? Zijn financiele prikkels een van de maatregelen die u in dit kader neemt? Zo nee, waarom niet?

60. Zet de ‘verbetering van functionele en fysieke inrichting van landbouwbedrijven’ ook in op minder grootschalige bedrijven en op het creëren van een bufferafstand tussen woonkernen en megastallen, om de gezondheid van dieren en mensen te bevorderen, nu u ook in het kader van Q-koorts heeft aangegeven dat deze ziekte vaker op grootschalige bedrijven voorkomt, en mensen die in de directe nabijheid van stallen wonen een groter risico hebben om ziek te worden? Zo ja, hoe en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

61. Kunt u aangeven hoe het ondersteunen van de palingvissers met 1 miljoen euro zich verhoudt tot uw uitspraak dat u met Brussel in gesprek bent over sanering van de palingvisserij?

62. Zet u naast end of pipe maatregelen zoals luchtwassers ook in op systeemverandering van de van de veehouderij, zoals een krimp van de veestapel en het gebruik van lokale duurzame eiwitten,s om de uitstoot van broeikasgassen van de intensieve veehouderij te verminderen?

63. Innovatieve proefprojecten: Kunt u aangeven tot welk percentage u de bijvangsten van de Noordzeevisserij wilt terugbrengen?

64. Op welke wijze geeft u invulling aan het verminderen van de consumptie van dierlijke eiwitten ten einde de emissies van broeikasgassen te reduceren en tot een eerlijke voedselverdeling te komen en welke prestaties kunnen we hierbij van u verwachten?

65. Met welk concreet beleid en met welke afrekenbare doelstellingen met u van plan uw verantwoordelijkheid voor het stellen van de (wettelijke) kaders voor voedselkwaliteit en diergezondheid in te vullen? Welke rol speelt het wetsvoorstel Dieren hierin?

66. Bent u van mening dat de consument inderdaad kan beschikken over veilig voedsel, mede gezien de recente salmonella besmettingen? Welk concreet beleid en welke afrekenbare doelen zijn hiervoor ontwikkeld voor 2010?

Interessant voor jou

Bijdrage Partij voor de Dieren aan het debat Natuurherstel Westeschelde

Lees verder

Bijdrage Partij voor de Dieren aan het debat Wet Dieren

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer