Kamer­vragen aan de minister van LNV over nood­lij­dende dieren­asielen


Indiendatum: jun. 2007

Vragen van het lid Thieme van de Partij voor de Dieren aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over noodlijdende dierenasielen

1. Bent u op de hoogte van de financiële problemen van het Dierenopvangcentrum Amsterdam?

2. Kunt u aangeven hoe het mogelijk is dat een stadsdeel een dierenasiel dreigt met een ontruimingsprocedure of schadeclaims (1), mede gelet op de plicht van gemeenten om de eerste 14 dagen zorg te dragen voor aangetroffen zwerfdieren binnen hun gemeente?

3. Acht u het aanvaardbaar dat door deze situatie zo’n 380 dieren op straat dreigen te komen staan en in ieder geval 300 katten tot het einde van het jaar in tijdelijke hokken opgevangen moeten worden, zonder de mogelijkheid om los te lopen? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, wat voor maatregelen wilt u treffen om dit te helpen voorkomen en wanneer?

4. Bent u van mening dat gemeenten een plicht hebben om het voortbestaan van de opvang van zwerfdieren die binnen hun gemeente worden aangetroffen te garanderen? Zo ja, welke maatregelen bent u voornemens te treffen om te garanderen dat gemeenten deze plicht naleven? Zo neen, waarom niet?

5. Acht u het wenselijk dat gemeenten dierenasielen opzadelen met de (financiële) verantwoordelijkheid voor de tekorten die ontstaan door onvoorziene problemen bij de bouw van een nieuw onderkomen die buiten hun schuld zijn ontstaan, mede gelet op het grote aandeel van de gemeente in de totale kosten van het nieuwe onderkomen? Zo ja, waarom? Zo neen, wat voor maatregelen bent u voornemens te gaan treffen om een dergelijke situatie in de toekomst te voorkomen?

6. Acht u het wenselijk dat dierenasielen voor een groot deel van hun inkomsten afhankelijk zijn van legaten, spontane giften en donaties en dat er hierdoor bij veel dierenasielen structurele tekorten ontstaan? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, welke maatregelen wilt u gaan treffen om hier verandering in te brengen en wanneer?

7. Acht u het aanvaardbaar dat er bij veel dierenasielen geen structurele middelen beschikbaar zijn voor investeringen in bijvoorbeeld verbeterde huisvesting en het aantrekken van extra personeel? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, bent u bereid maatregelen te treffen om deze investeringen mogelijk te maken? Zo ja, op welke wijze en welke termijn? Zo neen, waarom niet?

8. Deelt u de mening dat de overheid een taak heeft in het veilig stellen van het voortbestaan van opvangcentra voor zwerfdieren, waarbij goede huisvesting en voldoende personeel onontbeerlijk zijn? Zo ja, op welke manier wordt deze taak momenteel vormgegeven of zal deze worden vormgegeven? Zo neen, waarom niet?

9. Kunt u aangeven hoeveel gemeenten momenteel een structurele bijdrage leveren aan het dierenasiel dat de dieren uit de desbetreffende gemeente opvangt, wat de hoogte is van deze bijdrage en waar deze bijdrage voor bedoeld is?

10. Bent u bereid om met de VNG in overleg te treden om te komen tot afspraken over de bijdragen van gemeenten aan de dierenasielen in hun regio? Zo ja, wat zal hierbij de minimale insteek zijn en bent u voornemens hiervoor in overleg te treden met dierenopvangcentra? Zo neen, waarom niet?

(1) ‘Wurgcontract voor dierenasiel’, Telegraaf Amsterdam, 26-6-2007

Indiendatum: jun. 2007
Antwoorddatum: 26 aug. 2007

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over noodlijdende dierenasielen.

1
Bent u op de hoogte van de financiële problemen van het Dierenopvangcentrum Amsterdam? 1)

Ja.

2
Kunt u aangeven hoe het mogelijk is dat een stadsdeel een dierenasiel dreigt met een ontruimingsprocedure of schadeclaims, mede gelet op de plicht van gemeenten om de eerste 14 dagen zorg te dragen voor aangetroffen zwerfdieren binnen hun gemeente?

Op basis van artikel 8, derde lid, boek 5 van het Burgerlijk Wetboek dienen gemeenten gevonden dieren twee weken in bewaring te nemen, tenzij er sprake is van onevenredig hoge kosten of als euthanasie om medische redenen is gewenst. Op welke wijze ge¬meen¬ten aan deze verplichting uitvoering geven, is een gemeentelijke aangelegenheid.

3
Acht u het aanvaardbaar dat door deze situatie zo’n 380 dieren op straat dreigen te komen staan en in ieder geval 300 katten tot het einde van het jaar in tijdelijke hokken opgevangen moeten worden, zonder de mogelijkheid om los te lopen? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, welke maatregelen wilt u treffen om dit te helpen voorkomen en wanneer?

Het behoort tot de bevoegdheid van gemeentebesturen om beleid voor de opvang van zwerfdieren te voeren. Een dierenasiel is verantwoordelijk voor de zorg van de dieren die het heeft opgenomen. De dieren dienen conform de wettelijke voorschriften, zoals het Honden- en kattenbesluit (HKB), te worden opgevangen. De Algemene Inspectiedienst controleert de dierenasielen op de naleving van de wettelijke voorschriften.

Wanneer het asiel niet kan voldoen aan de voorschriften in het HKB, dan zal het asiel noodzakelijke oplossingen moeten zoeken.
Ik zie het als mijn taak om te helpen voorkomen dat asieldieren ontstaan. Het is van belang dat mensen een huisdier kiezen dat bij hen past, opdat teleurstellingen uitblijven en dieren slechts bij uitzondering in een asiel terechtkomen. Het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren (LICG) zal potentiële eigenaren gaan helpen om die bewuste keuze te maken. Het LICG wordt door mij financieel ondersteund. De eigenaar van het huisdier blijft evenwel altijd (financieel) verantwoordelijk voor zijn huisdier.

4
Deelt u de mening dat gemeenten een plicht hebben om het voortbestaan van de opvang van zwerfdieren die binnen hun gemeente worden aangetroffen te garanderen? Zo ja, welke maatregelen bent u voornemens te treffen om te garanderen dat gemeenten deze plicht naleven? Zo neen, waarom niet?

Zie het antwoord op vraag 2.

5
Acht u het wenselijk dat gemeenten dierenasielen opzadelen met de (financiële) verant¬woordelijkheid voor de tekorten die ontstaan door onvoorziene problemen bij de bouw van een nieuw onderkomen die buiten hun schuld zijn ontstaan, mede gelet op het grote aandeel van de gemeente in de totale kosten van het nieuwe onderkomen? Zo ja, waarom? Zo neen, welke maatregelen bent u voornemens te gaan treffen om een dergelijke situatie in de toekomst te voorkomen?

Zoals eerder aangegeven, betreft het hier een gemeentelijke aangelegenheid. Het onder¬havige geschil met het dierenasiel is de verantwoordelijkheid van het deelraadbestuur.

6, 7 en 8
Acht u het wenselijk dat dierenasielen voor een groot deel van hun inkomsten afhankelijk zijn van legaten, spontane giften en donaties en dat er hierdoor bij veel dierenasielen structurele tekorten ontstaan? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, welke maatregelen wilt u gaan treffen om hier verandering in te brengen en wanneer?

Acht u het aanvaardbaar dat er bij veel dierenasielen geen structurele middelen beschik¬baar zijn voor investeringen in bijvoorbeeld verbeterde huisvesting en het aantrekken van extra personeel? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, bent u bereid maatregelen te treffen om deze investeringen mogelijk te maken? Zo ja, op welke wijze en welke termijn? Zo neen, waarom niet?

Deelt u de mening dat de overheid een taak heeft in het veiligstellen van het voortbestaan van opvangcentra voor zwerfdieren, waarbij goede huisvesting en voldoende personeel onontbeerlijk zijn? Zo ja, op welke manier wordt deze taak momenteel vormgegeven of zal deze worden vormgegeven? Zo neen, waarom niet?


Dierenasielen zijn private ondernemingen en daardoor verantwoordelijk voor de eigen bedrijfsvoering en het genereren van voldoende middelen door de kosten van de opvang zoveel mogelijk door te berekenen aan klanten en anderszins aan fondsenwerving te doen. In het asiel dient een vakbekwaam beheerder werkzaam te zijn.

9
Kunt u aangeven hoeveel gemeenten momenteel een structurele bijdrage leveren aan het dierenasiel dat de dieren uit de desbetreffende gemeente opvangt, wat de hoogte is van deze bijdrage en waar deze bijdrage voor bedoeld is?

Nee. Het ministerie van LNV registreert alleen de gegevens van bedrijfsmatige dieren¬asielen. Die gegevens betreffen de vestigingsplaats, de rechtspersoon, de bestuursleden, de beheerder. Gegevens betreffende de financiering van het asiel worden niet geregis¬treerd.

10
Bent u bereid om met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in overleg te treden om te komen tot afspraken over de bijdragen van gemeenten aan de dierenasielen in hun regio? Zo ja, wat zal hierbij de minimale insteek zijn? Bent u voornemens hiervoor in over¬leg te treden met dierenopvangcentra? Zo neen, waarom niet?

Nee. Gemeentebesturen kunnen zelfstandig binnen de daartoe geldende kaders beslissen of zij subsidie verlenen aan dierenasielen of daar andere afspraken over willen maken.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,


G. Verburg



1) ‘Wurgcontract voor dierenasiel’, De Telegraaf Amsterdam, 26 juni 2007

Interessant voor jou

Kamervragen aan de ministers van LNV en VWS over overmatige waterinjecties in kippenvlees voor consumenten

Lees verder

Kamervragen aan de minister van Buitenlandse Zaken over veroordeelde bioloog in Brazilië

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer