Kamer­vragen aan de minister van LNV over damherten


Indiendatum: apr. 2007

Vragen van het lid Thieme aan de minister van LNV

  1. Kent u het bericht ‘zorgen over toename illegale damherten’ ? (1)

  2. Kent u Alterra rapport (2) waarin aanbevelingen worden gedaan voor een beheer zonder afschot in de Amsterdamse Waterleidingduinen?

  3. Bent u bereid, nu Staatsbosbeheer publiekelijk vraagt om een te ontwikkelen overheidsbeleid in het kader van damhertpopulaties, onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar populatiedynamiek in het Lauwersmeergebied? Zo ja, wanneer zal dat onderzoek plaatsvinden? Zo neen, waarom niet?

  4. Bent u bereid de resultaten van dit onderzoek af te wachten voordat u maatregelen gaat ontwikkelen en implementeren? Zo neen, waarom niet?

  5. Acht u het de taak van Staatsbosbeheer om vooruitlopend op uitkomsten van onderzoek en/of beleidsontwikkeling alvast te pleiten voor afschot “als enige mogelijkheid”?


(1) Dagblad van het Noorden, 21 april 2007
(2) Groot Bruinderink, G.W.T.A., G.J. Spek, P.C.H. van Schooten, G.W.W. Wamelink & D.R. Lammertsma 2004. Damherten en verkeersveiligheid rond de Amsterdamse waterleidingduinen. Evaluatie van de telmethoden en adviezen voor toekomstig beheer. Alterra-rapport 1070, Wageningen.

Indiendatum: apr. 2007
Antwoorddatum: 14 mei 2007

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u het antwoord toekomen op de vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) over populaties damherten (ingezonden 24 april 2007, nr. 2060713380).

1
Kent u het bericht ‘zorgen over toename illegale damherten’?

Ja.

2
Kent u het Alterra rapport waarin aanbevelingen worden gedaan voor een beheer zonder afschot in de Amsterdamse Waterleiding duinen?

Ja. In het rapport wordt duidelijk aangegeven dat wanneer de damherten in de Amsterdamse Waterleiding duinen niet worden beheerd een damhertenkerend buiten¬raster rond het leefgebied onontbeerlijk is, onder andere vanwege de verkeersveiligheid. Ook wordt aanbevolen door ontsnippering een leefgebied groter dan 5000 hectare te creëren, zodat aantalregulatie in de toekomst een optie blijft. Tevens wordt aangedrongen op de ontwikkeling van een langetermijnvisie op het beheer van het damhert door de provincies Noord- en Zuid-Holland.

3
Bent u bereid, nu staatsbosbeheer publiekelijk vraagt om een te ontwikkelen overheids¬beleid in het kader van damhertpopulaties, onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar populatiedynamiek in het Lauwersmeergebied? Zo ja, wanneer zal dat onderzoek plaatsvinden? Zo neen, waarom niet?

Voor de ontwikkeling van beleid ten aanzien van damhertenpopulaties zijn Gedeputeerde Staten van de provincies het bevoegde gezag. Zij kunnen op basis van een faunabeheer¬plan ontheffing verlenen voor populatiebeheer, zoals bedoeld in artikel 68 van de Flora- en faunawet, of in het kader van artikel 67 van de Flora- en faunawet personen aanwijzen om de stand van damherten te beperken. Een eventueel onderzoek naar de populatie¬dynamiek van de 11 damherten die nu voorkomen in en rond het Lauwersmeer, kan ik dus niet voor mijn rekening nemen.

Wel wil ik nog benadrukken dat de “ecologische status” van het damhert onzeker is. Mogelijk heeft Nederland wel ooit tot het natuurlijke verspreidingsgebied van het damhert behoord. Dat neemt niet weg dat de thans in Nederland voorkomende populaties bestaan uit al dan niet bewust geïntroduceerde dieren en de nakomelingen daarvan. In de nota Jacht en wildbeheer (1993), die het vertrekpunt is geweest voor het beleid van de provincies, werden alleen de Veluwe en het duingebied als leefgebieden voor damherten genoemd.
Rond het Lauwersmeer in Groningen en Friesland gaat het vermoedelijk om dieren die zijn ontsnapt uit hertenkampen of zijn uitgezet in de vrije natuur. Het laatste betreft een over¬treding van artikel 14 van de Flora- en faunawet.
Wanneer het beperkte aantal damherten dat nu aanwezig is zich vermeerdert tot een grotere populatie kan dat problemen opleveren voor bijvoorbeeld de verkeersveiligheid, maar ook voor natuurwaarden in het gebied. De aanwezigheid van het damhert zou bijvoorbeeld schade kunnen doen aan andere diersoorten in het ecosysteem. Het beleid van de provincies Groningen en Friesland is er dan ook op gericht om schade en verkeers¬slachtoffers te voorkomen door de stand te beperken. Dit kan bijvoorbeeld door de dieren te verdoven en weer achter een hek te plaatsen. Wanneer dit technisch niet valt uit te voeren kan ook tot afschot worden overgegaan.

4
Bent u bereid de resultaten van dit onderzoek af te wachten voordat u maatregelen gaat ontwikkelen en implementeren? Zo neen, waarom niet?

Ik zal geen maatregelen ontwikkelen en implementeren, aangezien ik niet het bevoegd gezag ben ten aanzien van het beheer van damherten. Het is aan Gedeputeerde Staten van de provincies om een langetermijnvisie te ontwikkelen ten aanzien van damherten.


5
Acht u het de taak van Staatsbosbeheer om vooruitlopend op uitkomsten van onderzoek of beleidsontwikkeling alvast te pleiten voor afschot, als enige mogelijkheid?

Het staat Staatsbosbeheer vrij om als Zelfstandig Bestuursorgaan en terreinbeheerder een standpunt in te nemen ten aanzien van het beheer van damherten.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

Interessant voor jou

Kamervragen aan de ministers van LNV en VROM over bijensterfte

Lees verder

Kamervragen aan de minister van VWS over openheid over bottom-up proces n.a.v. evaluatie Wet op de Dierproeven

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer