Nederland presteert slecht als het om duurzame energie gaat; in 2017 was slechts 6,6% van het totale energieverbruik duurzaam opgewekt. Het grootste gedeelte daarvan is bovendien niet echt duurzaam, omdat het afkomstig is uit biomassa, zoals houtpellets en houtsnippers.
Voor de Partij voor de Dieren is het verstoken van hout geen oplossing voor het energievraagstuk, omdat dat niet duurzaam is. Voor het stoken van hout is massale boskap en vervuilend transport nodig en door de stook komen er fijnstof en andere ongezonde stoffen in de lucht. Toch krijgen kolencentrales van de overheid subsidie om over te stappen naar 100% biomassa en ook het stoken van houtpellets door burgers wordt gesubsidieerd. De Partij voor de Dieren wil dat het stoken van hout niet als duurzaam wordt bestempeld en niet langer wordt gesubsidieerd. De overstap naar écht duurzame energiebronnen, zoals wind en zon, moet daarentegen zo snel mogelijk plaatsvinden. Daarbij moet uiteraard wel worden gelet op de gevolgen voor mens, dier en natuur.