Monde­linge vragen Ouwehand over de risico's van de besmette nert­sen­hou­de­rijen


26 mei 2020

Vragen van het lid Ouwehand aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de risico's van de besmette nertsenhouderijen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Goed om de minister van Landbouw voor het eerst sinds tijden weer te zien in dit huis. Welkom.

Voorzitter. Nederland heeft de discutabele eer om de wereldprimeur te hebben van de eerste uitbraak van corona in de veehouderij. En dan hebben we ook nog de wereldprimeur dat daardoor mensen besmet zijn geraakt, zoals het er nu naar uitziet. We hebben gezien dat de boodschap van het ministerie van LNV eerst was: het risico dat mensen ook besmet raken is verwaarloosbaar. Maar toen is het toch gebeurd en toen kwam er een tweede besmetting. Wat hebben we nou geleerd van de Q-koortsuitbraak, toen mensen heel ernstig ziek werden en zijn overleden door besmetting uit de geitenhouderij? Dat je niet iedere keer weer meer tijd moet nemen voor onderzoek of moet wachten tot je het allemaal honderd procent zeker weet, maar dat je vanuit het voorzorgsbeginsel moet handelen.

Eind april hebben de Partij voor de Dieren samen met GroenLinks en de SP de minister meteen gevraagd om de nertsenhouderijen dicht te gooien, want het kabinet loopt zich de benen uit het lijf om dat virus onder controle te krijgen. Er worden heel ingrijpende maatregelen genomen. Grondrechten worden tijdelijk even opgeschort. En dan zou je wel een risico nemen waarvan alle wetenschappers zeggen dat je dat niet zou moeten willen, met een reservoir aan dieren waar het virus zich kan ontwikkelen en dus op termijn, of nu zelfs al, weer mensen kan besmetten? Waarom zou het kabinet dat risico willen nemen, gelet op het feit dat de rest van het land volledig op slot is komen te liggen?

De voorzitter:
Dan geef ik nu het woord aan de minister.

Minister Schouten:
Dank u wel, voorzitter. Bedankt dat ik in deze Kamer over deze belangrijke zaken mag spreken, want dat delen wij. Het was voor iedereen echt een behoorlijke schrik toen we hoorden dat de nertsen besmet waren, maar zeker ook toen wij, juist door er heel goed naar te kijken — door heel zorgvuldig onderzoek; dat wil ik ook benadrukken — constateerden dat er ook een nerts-op-mensbesmetting was. Dus ik deel die zorg van mevrouw Ouwehand en ik deel ook de zorg van de mensen die het betreft. Ik wil benadrukken dat de nertsenhouders zelf niet het minst geschrokken zijn. Zij hebben hier natuurlijk zelf ook mee te maken.

Mevrouw Ouwehand vraagt eigenlijk: waarom zijn de stappen genomen zoals die zijn genomen en wat zijn we nu eigenlijk aan het doen? Zo interpreteer ik haar vraag. We hebben in april geconstateerd dat nertsen besmet konden worden met het covidvirus. Op dat moment hebben we al een aantal voorzorgsmaatregelen genomen om te zorgen dat die besmetting zich niet verder kon ontwikkelen buiten de stallen. Dat hebben we gedaan door bijvoorbeeld een bezoekverbod voor die stallen in te stellen, door de mest van die bedrijven niet af te voeren en ook door te zeggen dat er met beschermende maatregelen en beschermende kleding moet worden gewerkt door degenen die die beesten verzorgen. We hebben gezien dat er nu toch een nerts-op-mensbesmetting heeft plaatsgevonden. Het gaat nu om twee vastgestelde gevallen, waarbij andere leden uit het tweede gezin ook nog ziek zijn geworden. Maar we kunnen het niet precies achterhalen. Juist op dat punt zijn we heel nauwkeurig gaan onderzoeken wat de afkomst was van die ziekte.

We hebben een aantal onderzoeken meteen uitgevoerd om vast te stellen of het ook buiten die bedrijven aanwezig was, want het is natuurlijk van het grootste belang om te weten of het virus alleen in de stal is. In dat geval kun je het beheersen; dat zeiden de experts gisteren ook. Dan kun je maatregelen nemen om het in die stal te houden. Of is het ook in de lucht aanwezig, buiten die stallen? Alle onderzoeken die daarnaar zijn gedaan, tonen aan dat die kans verwaarloosbaar is. Als je de regels in die stal dus goed naleeft, kan het daar blijven. Overigens is de kans dat wij elkaar besmetten, de mens-op-mensbesmetting, nog steeds vele malen groter dan de dier-op-mensbesmetting. Ook dat stelden de experts gisteren in de technische briefing, die u ook heeft aangehoord en die u ook zelf heeft gehouden.

Zijn er dan nooit mogelijkheden waarbij je verder gaat kijken? Nee, elke keer nemen wij stap voor stap maatregelen als we weer verder komen in het onderzoek. Dat onderzoek vindt met de grootste spoed plaats. Daar zijn heel veel mensen bij betrokken, die dat heel toegewijd doen. We hebben ook telkens gezien dat we daarna maatregelen nemen. Er zitten nog een aantal onderzoeken in de pijplijn. Ik heb al eerder gezegd dat er eind deze week nog een onderzoek volgt naar de mogelijkheid dat het virus op die bedrijven aanwezig blijft. Op basis van dat soort resultaten gaan we weer bekijken wat de stappen zijn die dan genomen moeten worden. Het is er nu op gericht om het virus maximaal in te dammen op die bedrijven, in die stallen, en om de mensen maximaal te beschermen. Daar worden de maatregelen op gericht.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Maar dan blijft de minister dus toch hangen in die dynamiek waar we zo nadrukkelijk voor gewaarschuwd zijn bij de Q-koorts. De tijd nemen voor meer onderzoek ... Nee, het voorzorgsbeginsel moet vooropstaan. Je moet ook handelen als je nog geen wetenschappelijke zekerheid hebt. Kan de minister bevestigen dat de onderzoeken waar zij het nu over heeft, hebben plaatsgevonden bij bedrijven op het moment dat de moederteven nog niet gejongd hadden? Er leven op die nertsenhouderijen zo'n 800.000 moederdieren hun leven lang in draadgazen kooien. Die krijgen in mei pups, die tot de herfst in draadgazen kooien moeten zitten totdat ze vergast worden voor hun vacht. Dat reservoir waar we het over hebben, is nu dus vijf keer groter dan een maand geleden. Er heeft ook geen onderzoek plaatsgevonden op bijvoorbeeld een bedrijf in Deurne, terwijl de nertsenhouder en de dierenartsen die daar komen zelf zeggen: hier verloopt die ziekte veel heftiger dan bij de bedrijven die de minister heeft laten onderzoeken. De dieren zijn zieker en er zitten meer dieren in die stallen omdat de moederdieren jongen hebben gekregen. Dat zijn allemaal onzekere factoren die het risico alleen maar groter maken. En toch zegt de minister: wacht u nog maar eventjes; we doen nog wat onderzoek; we hebben dat goed gedaan; er is geen aanleiding om te denken dat dit een groot risico vormt. Q-koorts heeft geleerd dat je vanuit voorzorg moet handelen. Waarom zijn die bedrijven nog niet stilgelegd?

Minister Schouten:
Laat ik echt vooropstellen dat de volksgezondheid op nummer 1 staat. Daar is geen seconde twijfel over. We nemen de maatregelen die we moeten nemen om dat te waarborgen. Dus als er al parallellen zouden worden getrokken en de vergelijking wordt gemaakt, dan zeg ik: dat is hier echt het geval. De volksgezondheid staat op nummer 1 en daar is alles ondergeschikt aan.

Een aantal dierenartsen uit Deurne heeft inderdaad zorgen geuit over de mogelijke risico's voor de volksgezondheid na de besmetting van dat bedrijf. We hebben inmiddels een zoönosestructuur ingericht waarbij de minister van Volksgezondheid leidend is. Ik geloof dat u vanmiddag nog over een motie daarover zult stemmen, maar dat is al de praktijk. Formeel had de minister van Volksgezondheid hier moeten staan. Mevrouw Ouwehand werkt nog niet helemaal volgens de door haar ingediende motie, maar dat terzijde.

Wij baseren ons beleid en de huidige maatregelen op de onderzoeksresultaten en de beoordeling van deskundigen op veterinair en humaan gebied, want dat zijn de mensen die de deskundigheid echt hebben. Deze mensen hebben gezegd dat het risico verwaarloosbaar is dat het virus aanwezig is in de lucht buiten de stallen. Dat was anders bij bijvoorbeeld de Q-koorts. Daar was het wel degelijk via de lucht te verspreiden. Die onderzoekers geven ook aan dat het onderzoek representatief is voor alle besmette nertsenbedrijven. Dit zijn de deskundigen. Zij geven aan dat wat zij hebben onderzocht, ook op andere plekken van toepassing is. Wij weten dat er nu ook een groter aantal nertsen aanwezig is op de bedrijven. Daarom wordt ook dat onderzoek gedaan waarvan we vrijdag hopelijk de eerste resultaten zullen krijgen, zodat we dan weer kunnen kijken wat er nodig is. Er zijn geen taboes. We kijken stap voor stap wat daarvoor nodig is en de volksgezondheid staat daarbij op nummer 1.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
De deskundigen waar de minister naar verwijst, lieten gisteren in de technische briefing terecht heel duidelijk weten dat het aan de politiek is om hier de keuzes te maken. Alle deskundigen, ook de deskundigen die we gisteren hoorden, waarschuwen voor een reservoir, zo'n reservoir in de dieren waar je later last van kan hebben. Het is zo dat het kabinet nu het hele land in beperkingen houdt. We kunnen gelukkig weer een heel klein beetje versoepelen. Maar dan wel het risico lopen dat we in september of oktober een grote tweede golf krijgen, dat is gewoon niet uit te leggen. Ik zou het dus op prijs stellen als de minister naar het volledige advies van de deskundigen verwijst. Het is onze weging. De vraag is: kiest de minister ervoor om een sector waar vorige week nog illegaal vossen zijn aangetroffen, die illegaal heeft uitgebreid, in de benen te houden, terwijl alle andere sectoren in Nederland op slot mogen? Of kiest ze nu voor het voorzorgsbeginsel? Dat is iets wat we de premier zo vaak hebben horen zeggen: het voorzorgsbeginsel staat voorop; beter nu verstandig handelen dan spijt achteraf. Die nertsenfokkerij moet dicht, de fok moet worden stilgelegd en dat geldt ook voor de export van deze dieren.

Minister Schouten:
De deskundigen hebben gezegd dat het een ruime politieke weging is. Dat ben ik met hen eens. Dat is ook een weging, maar we doen dat op basis van de informatie en de onderzoeken die zij aanleveren. Nogmaals, wij krijgen aan het eind van deze week een onderzoek waarin hopelijk meer staat over de kans dat er een reservoir aanwezig is. Op basis daarvan nemen wij weer volgende besluiten. Ik wil mevrouw Ouwehand ook op het volgende wijzen. Zij heeft het nu over het stopzetten van deze bedrijven. Dat betekent de facto ruimen. Dat moet zij dan ook toegeven. Als het zou gaan zoals zij het wil, als ze het zo breed pakt, dan betekent dat dat alle dieren die gezond zijn ook geruimd worden. Dat is een ultiem middel. Ik zeg erbij dat we het niet schuwen om dat in te zetten als het nodig is, maar dan moet goed onderbouwd zijn waarom je dat doet. Daar heb ik een aantal van die onderzoeken dus wel voor nodig.

Interessant voor jou

Bijdrage Van Raan verantwoordingsdebat

Lees verder

Notaoverlag Mijnbouw/Groningen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer