Inbreng SO Nationaal Programma Onderwijs: voortgang najaar 2021


15 december 2021

Inbreng van de Partij voor de Dieren voor het Schriftelijk Overleg over Nationaal Programma Onderwijs: voortgang najaar 2021

De leden van de Partij voor de Dierenfractie hebben kennisgenomen van de voorliggende eerste evaluatie van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) en hebben hierbij nog enkele vragen en opmerkingen.

Volgens de leden van de Partij voor de Dierenfractie kent het Nationaal Programma Onderwijs een aantal grote gebreken. Door met een eenmalig bedrag op de proppen te komen, maakt het kabinet het de scholen zeer lastig om hun personeel een beter langetermijnperspectief te bieden, bijvoorbeeld door meer docenten een vaste aanstelling te bieden. Structurele problemen zoals het lerarentekort kun je niet oplossen met eenmalige lapmiddelen. Om te voorkomen dat het NPO uiteindelijk tot een dure verkiezingsstunt van de coalitiepartijen verwordt, dient het nieuwe kabinet structureel te investeren in salarissen, arbeidsmarktpositie, ontwikkelingsmogelijkheden en het tegengaan van de zeer hoge werkdruk in het onderwijs.

Erkent de minister dat al in een vroeg stadium signalen zichtbaar waren die aangaven dat indien het NPO niet wordt aangevuld met structureel geld, problemen als het lerarentekort zullen blijven bestaan of zelfs toenemen? De minister heeft aangegeven dat met schoolleiders het gesprek zal worden aangegaan over de knelpunten die zij ervaren, zoals een krappe arbeidsmarkt en het incidentele karakter van het NPO. Ook zal met hen worden gesproken over mogelijke oplossingen. Wat kan de minister daar inmiddels concreet over zeggen? Welke oplossingen hebben de voorkeur van de minister?

De leden van de Partij voor de Dierenfractie constateren dat de Kamer in het kader van het verlengen van het NPO ook twee moties heeft aangenomen.[1][2] De leden lezen dat de minister pas in de eerstvolgende rapportage, in het voorjaar van 2022, in zal gaan op de vraag of het nodig en uitvoerbaar is om het NPO te verlengen met één of twee schooljaren. Waarom is daar zoveel tijd voor nodig? Spreekt het volgens de minister dan niet voor zich dat er meer structurele investeringen nodig zijn?

De leden van de Partij voor de Dierenfractie lezen dat de menukaart van het NPO zal worden doorontwikkeld en ook daarna beschikbaar zal blijven voor scholen, waarmee het volgens de minister een van de structurele opbrengsten zal zijn van het NPO. Wat zijn volgens de minister de andere beoogde structurele opbrengsten van het NPO? Ook vragen deze leden zich af hoe de menukaart zal worden ingezet nadat het NPO is afgelopen. Welke ideeën heeft de minister hierover?

De leden van de Partij voor de Dierenfractie constateren dat de minister in deze evaluatie nog niet diep is ingegaan op de inzet van derden door scholen. Over dit onderwerp bestaan echter wel grote zorgen. Geldverspilling ligt immers op de loer. De leden vragen de minister daarom om uitgebreider te reflecteren op dit thema. Recent is het advies ‘Publiek karakter voorop’ door de Onderwijsraad gepresenteerd, waarin wordt aangegeven dat de overheid en schoolbesturen zich nu onvoldoende bewust lijken van de risico’s van het toenemende private aanbod en de verstrengeling ervan met het publiek bekostigde aanbod.[3] Hoe kijkt de minister in dat kader naar de inzet van commerciële bijlesbureaus door scholen met de middelen van het NPO?

De leden van de Partij voor de Dierenfractie lezen in de evaluatie dat meer dan driekwart van de scholen kiest voor interventies voor het welbevinden van leerlingen en dat dit in het (voortgezet) speciaal onderwijs zelfs gaat om 92 procent. De leden hebben meermaals het belang van het sociaal-emotionele en het mentale welzijn van jongeren benadrukt en vinden het een positief signaal dat het welbevinden van leerlingen op veel scholen extra aandacht krijgt.

Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat ook op de scholen waar nu nog niet is gekozen voor interventies met betrekking tot het welbevinden van leerlingen, hier alsnog expliciet aandacht aan zal worden geschonken? Erkent de minister dat het ook na corona uiterst belangrijk is dat er blijvende aandacht is voor het sociaal-emotionele en het mentale welzijn van jongeren op álle scholen en onderwijsinstellingen?

De leden van de Partij voor de Dierenfractie merken op dat meer preventief beleid een deel van de problemen op het gebied van het sociaal-emotionele en mentale welzijn had kunnen voorkomen. Hoe kijkt de minister hiernaar? Erkent de minister dat er op het gebied van preventie een aantal zaken niet goed zijn gegaan? Welke lessen zouden volgens de minister getrokken moeten worden, zodat sociaal-emotionele en mentale problematiek bij jongeren in de toekomst zo veel mogelijk voorkomen kan worden?


[1] Motie Peters/Bisschop, Kamerstukken II 2020-2021, 35 570-VIII, nr. 232.
[2] Motie Segers/Van Meenen, Kamerstukken II 2020-2021, 35 570-VIII, nr. 236.
[3] https://www.onderwijsraad.nl/publicaties/adviezen/2021/12/07/publiek-karakter-voorop

Interessant voor jou

Bijdrage Van Esch aan coronadebat

Lees verder

Bijdrage Ouwehand aan debat over het coalitieakkoord

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer