Bijdrage Ouwehand AO Popmuziek


5 juni 2013

Eerste termijn

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. We hebben een wat lage opkomst vandaag. Het is spijtig dat er in de Tweede Kamer een lage erkenning is van de waarde van popmuziek. Een mooie uitspraak van Nick Cave is: "Geen andere kunstvorm dan muziek weet de ziel zo direct te raken". Het is waar dat muziek ontzettend veel mensen bereikt en daarmee een kunstvorm is die we hoger zouden moeten waarderen, zowel in woorden als in beleid en financiële ondersteuning.

Ik sluit me aan bij de voorstellen die Jasper van Dijk heeft gedaan. Ik ben blij te horen dat de PvdA er ook zo over denkt.

Diverse zaken lopen niet lekker en daar moeten we iets aan veranderen. De minister schrijft dat de evaluatie van de programmaregeling gepland staat voor 2013. Ik begrijp niet goed wat ze bedoelt met regelingen van rechtsvoorgangers die nog niet overgenomen zijn. Ik hoor in de sector kritiek op de manier waarop de exportondersteuning geregeld is. Gaat de minister bekijken hoe die regelingen in het verleden hebben gefunctioneerd? Ik vraag haar om in brede zin te evalueren wat we tot nu toe gedaan hebben voor de popsector, wat goed bevalt en wat anders zou moeten. Ik vraag haar om ook de initiatieven die vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken worden georganiseerd, erbij te trekken. Ik wil graag dat we leren van fouten in het verleden en dat de minister de internationale context erbij betrekt, zoals regelingen in het buitenland die goed werken en ook voor ons goed zouden zijn. Ik ontvang graag een toezegging op dat punt.

De minister van OCW is bij Kytopia geweest, de broedplaats die opgezet is door Colin Benders alias Kyteman. Ik ben er ook op werkbezoek geweest en vond het zeer inspirerend. Ik vraag de minister of zij in die broedplaatsenconstructie ook een mooie kans ziet voor muzikantencollectieven en ondernemers om elkaar te versterken en ruimte te creëren voor muzikanten om hun eigenheid te ontwikkelen. Kytopia wordt door de gemeente Utrecht een handje geholpen. Ziet de minister een rol voor zichzelf weggelegd om in drie of vier steden in Nederland zo'n broedplaats te creëren, die een enorm goede basis kan zijn voor ondersteuning van het creatieve proces en waarnaar in de hoorzitting is gevraagd?

Over de transparantie in de verdeling van de verplicht geïnde afdracht van muziekrechten is voortdurend gedoe. Kan de minister daar iets over zeggen? Heeft zij initiatieven op dat punt?

Ik maak me grote zorgen over de financiële positie van de muzikanten. Ik weet dat podia het moeilijk hebben; daar valt dus niet veel te halen. De toiletjuf verdient soms meer dan de muzikant die op het podium zijn artistieke werk staat te doen. Ik gun de toiletjuf absoluut een normaal inkomen, maar de muzikant ook. Is de minister bereid te inventariseren hoe het staat met de financiële positie van de muzikant?

Interrupties bij andere partijen

Mevrouw Venrooy-Van Ark (VVD): Ik sta open voor regelingen die zichzelf bedruipen. Daar wil ik meer over horen en dan zal ik vervolgens bekijken of ik daar mijn medewerking aan kan verlenen. Er wordt op verschillende niveaus ondersteund, zoals door gemeenten. Daar is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in stenen, waardoor in deze tijd van financiële krapte die kosten onvermijdelijk zijn en de programmering onder druk staat. Dat vind ik geen reden om er als rijksoverheid in te stappen, want dat zijn consequenties van keuzes die elders zijn gemaakt. Daar zitten ook volksvertegenwoordigers en worden ook prioriteiten gesteld. Verder vind ik het de verantwoordelijkheid van ouders, opvoeders en artiesten zelf. Natuurlijk is het relevant om oefenruimtes te hebben, maar wij mogen mensen aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid. De overheid doet een aantal zaken om doorstroming te bevorderen, maar ik zie, waar enerzijds een deel van de sector tanende is, anderzijds bijvoorbeeld festivals groeien omdat het aantrekkelijk voor bedrijven is om hun naam daaraan te verbinden. Het is een kwestie van aanpassen aan de marktontwikkelingen en dat is zeker voor artiesten als ondernemers een goede zaak.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik heb het genoegen om het grootste deel van mijn tijd over landbouw te spreken en het is grappig om te zien hoe de VVD daar denkt over subsidiëren. Er gaan bakken geld naar die sector, die best op eigen benen kan staan, maar het argument is daar het belang van de exportpositie van Nederland en het level playing field. Als je dit terugvertaalt naar de popsector, ziet de VVD dan dat die popsector een exportwaarde zou kunnen vertegenwoordigen? Dat het misschien nodig is om ondernemers daarbij te helpen, omdat het knetterduur is om te toeren in het buitenland en er überhaupt voor te zorgen dat je bekend wordt in het buitenland? Binnen de kortste keren ben je blut. Vindt de VVD vanuit de waarde die zij toekent aan export en aan het niet-achterblijven op andere landen in Europa dat dat een argument is om wel degelijk zo'n sector te ondersteunen, om daar natuurlijk uiteindelijk de financiële vruchten van te plukken?

Mevrouw Venrooy-Van Ark (VVD): De term "level playing field" wordt vaak gebruikt om regelingen in Nederland te introduceren, terwijl andere landen die regelingen juist zouden moeten afschaffen. Als artiest/ondernemer moet je een langetermijnvisie hebben en die zaken zien als investeringen. Dat maakt het zo tricky: het is een vak waarbij je veel passie moet hebben, omdat het niet iedereen gegeven is om door te dringen tot de top. Ik vind het dan extra knap dat er heel veel Nederlandse artiesten zijn. Dat komt onder andere doordat wij in onze samenleving veel waarde hechten aan muziek. Ik benader het dus andersom. We zien heel veel goede dingen in de sector en die vertegenwoordigt een export van -- volgens mij -- 100 miljoen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): We willen graag weten wat andere landen precies doen en wat daar goed werkt. Daar hoort de vraag bij wat zij daarin steken. Het kan toch niet zo zijn dat Nederland zo weinig investeert in de popsector dat we qua export niet meer meespelen? Vindt de VVD het ook belangrijk dat we die 100 miljoen overeind houden en daar waar nodig op een goede en verstandige manier een impuls geven aan de popsector?

Mevrouw Venrooy-Van Ark (VVD): Die gesprekken tussen de ministeries van OCW en EZ en ondernemers zijn gaande. We hebben daarvoor regelingen en die zijn toegankelijk. We moeten ons realiseren dat als landen een wedloop gaan houden, ze elkaar gaan beconcurreren. We zien dat ook in andere sectoren, bijvoorbeeld bij tax shelters. Dat bedoel ik als ik zeg dat we geen regelingen moeten toevoegen, maar er bij de buren op moeten aandringen dat zij regelingen afschaffen. Dat komt elke artiest ten goede.

Beantwoording door de minister

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik deel de opvatting van de minister dat we de gemeenten geen broedplaatsen kunnen voorschrijven. Het moet vooral een wens vanuit een specifieke gemeente zijn. Kytopia is kwetsbaar. Mensen leggen hun verdiende geld in om een studio te bouwen en het gebouw geschikt te maken voor de activiteiten die zij daar willen ontplooien, terwijl ze niet weten hoe lang ze daar mogen blijven. Ik vraag de minister of zij bereid is om er met een aantal gemeenten, zonder het op te leggen, voor te zorgen dat er wel enige zekerheid is voor de muzikanten en ondernemers die daar hun geld in steken.

Minister Bussemaker: Ik wil niet meer doen dan ik net heb toegezegd, namelijk dat ik met de VNG zal bekijken welke signalen er zijn. Het is echt een lokale kwestie. Kytopia is een fantastisch initiatief, maar is ontstaan in een gebouw dat niet gebruikt werd en waar men geen huur hoefde te betalen en dus kon investeren. Daar staat tegenover dat niet op voorhand vaststaat hoe lang men daar mag zijn. Ook de broedplaatsen in andere steden zitten vaak in tijdelijk ongebruikte gebouwen en gemeenten willen zich niet vastleggen met bestemmingsplannen en verbouwingen. Laten we blij zijn dat dat soort plekken er is.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat begrijp ik, maar kan de minister dan toezeggen dat ze dat dilemma meeneemt in de gesprekken met de VNG en een warm pleidooi houdt voor de broedplaatsen, in de hoop dat een aantal gemeenten net als zij geïnspireerd zal raken en een bijdrage wil leveren aan de popsector?

Minister Bussemaker: Ik heb net gezegd dat ik zie hoe belangrijk broedplaatsen zijn, dat ik weet dat een aantal gemeenten daarmee aan de slag is en dat ik bereid ben, wanneer ik met de VNG en de Raad voor Cultuur praat over muziekscholen en lokale voorzieningen, deze vraag mee te nemen. We zullen eerst het antwoord afwachten en kunnen altijd nog bezien of er meer nodig is.

(...)

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Wij hebben in de Kamer ook een rondetafelgesprek georganiseerd over popmuziek en er bewust voor gekozen om niet alleen de organisaties die spreken namens de sector uit te nodigen, maar ook de muzikanten zelf. Het is een prachtige wereld met eigenzinnige mensen en het is geen sector die namens de hele popsector spreekt. Ik vraag de minister de aanpak van de Kamer te volgen en ook een uitnodiging aan een aantal muzikanten te doen. In de Kamer werkte het goed om te spreken met zowel mensen die al jaren voor de organisaties werken als met muzikanten die vanuit hun ervaring kunnen zeggen wat werkt en waar ze behoefte aan hebben. Kan de minister dat toezeggen?

Minister Kamp: Nee, want de topsector Creatieve Industrie doet de uitnodigingen de deur uit. Het boegbeeld van die sector is hier vandaag aanwezig en hij zal deze vraag tot zich nemen. Als je als popmuzikant in het wereldje wilt komen van ambassades, handelskantoren, kenniscentra inzetten, plannen maken en verdienmodellen maken, is het wel nodig dat je in het vergader- en overlegcircuit terechtkomt. Het is niet verkeerd dat de mensen uit die sector zich organiseren en vertegenwoordigers aanwijzen die in gesprek gaan. Laten we kijken wat de topsector ermee doet. We moeten ons wel realiseren dat een van onze doelstellingen is om de zaak georganiseerd te krijgen en het in de bestaande structuren, voor zover wenselijk en zinvol, in te passen.

Tweede termijn

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Ik ben benieuwd welke Nederlandse band de jongste belangstelling van minister Kamp heeft. Naar welke band is hij het laatst gaan kijken? Dat horen we allemaal nog.

Dank voor de antwoorden van het kabinet en de toezegging van de minister van OCW om broedplaatsen mee te nemen in de gesprekken die zij gaat voeren met de gemeenten. We zijn inderdaad een stukje dichter bij elkaar gekomen. Dank voor de toezegging dat bekeken wordt hoe de regelingen functioneren, met name voor de export. Daar hoor ik vanuit het veld verschillende geluiden over, bijvoorbeeld over de showcases: hoe effectief is het om in te zetten op artiesten bij South by Southwest? Zouden we dat geld niet beter anders kunnen inzetten? Ik hoop dat we er duidelijkheid over krijgen hoe dat functioneert. Ik ondersteun de oproep om te onderzoeken wat we kunnen leren van het buitenland, maar wil het breder bezien.

Ik heb de minister niet gehoord over mijn vraag over de positie van de muzikant. Ik vraag haar of zij bereid is om die positie te inventariseren. Er zijn veel regelingen afgeschaft en de gages staan onder druk. We moeten in beeld hebben wat dat alles bij elkaar betekent en wat het kabinet gaat doen met bijvoorbeeld het auteursrecht, het auteurscontractrecht en de aangenomen motie naar aanleiding van de afschaffing van de Wet werk en inkomen kunstenaars (Wwik). Wij willen daar duidelijkheid over.

Tot slot: ik heb de minister niet gehoord over de transparantie in de verdeling van de verplicht geïnde muziekrechten. Ziet zij daarin een rol voor zichzelf? Ik heb begrepen dat daar behoefte aan is.

Interessant voor jou

Bijdrage Ouwehand AO Jaarwisseling 2012-2013

Lees verder

Inbreng SO resultaten internationale review onderbouwing ammoniakemissie-factoren

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer