Vragen Wassenberg over de strijd tegen mest­fraude


Indiendatum: feb. 2021

Schriftelijke vragen van het lid Wassenberg (Partij voor de Dieren) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de strijd tegen mestfraude

  1. Kent u de berichten ‘Internationaal onderzoek naar mestfraude in België en Nederland’[1] en ‘Grote controle naar internationale mestfraude, inval in Esbeek en meer plekken in Brabant’?[2]
  2. Kunt u bevestigen dat bij de reguliere inspecties van de NVWA bij co-vergisters in 2019 in 67% van de gevallen overtredingen zijn geconstateerd?[3]
  3. Controleert de NVWA bij de reguliere inspecties ook grensoverschrijdende gevallen, gezien de berichtgeving dat de grens mogelijk als camouflagemiddel gebruikt wordt bij de illegale mesthandel?
  4. Kunt u bevestigen dat de NVWA zwaar overbelast is en twee derde van haar taken niet naar behoren uit kan voeren?[4]
  5. Deelt u het inzicht dat dit internationale onderzoek waarschijnlijk slechts het topje van de ijsberg zal ontdekken van de mestfraude die zich in ons land (en in Vlaanderen) afspeelt?
  6. Kunt u zich herinneren dat u op mijn zorgen hierover tijdens het AO Mestbeleid, d.d. 4 november 2020, antwoordde dat er een elektronische controle zou komen per 1 januari 2021 (het realtime Vervoersbewijs Dierlijke Mest), wat volgens u de methode was om mestfraude te beteugelen?
  7. Kunt u bevestigen dat de invoering van die elektronische controle met een jaar is uitgesteld tot 2022? Welk antwoord heeft u nu op de zorgen die in de samenleving spelen over mestfraude?
  8. Welke stappen neemt u om te voorkomen dat banken bedrijven die zich schuldig maken aan mestfraude financieel blijven steunen, zoals de Rabobank deed in 2017?[5]
  9. Deelt u het inzicht, dat ook het OM onderschrijft,[6] dat mestfraude alleen opgelost kan worden wanneer de fraudeprikkel afneemt, dus wanneer er minder mest geproduceerd wordt? Zo ja, kunt u ten behoeve van de volgende formatie een plan opstellen voor het drastisch terugdringen van de mestproductie door de veehouderij?


[1] NRC Handelsblad, 11-02-2021, https://www.nrc.nl/nieuws/2021/02/11/internationaal-onderzoek-naar-mestfraude-in-belgie-en-nederland-a4031432

[2] Brabants Dagblad, 11-02-2021, Grote controle naar internationale mestfraude, inval in Esbeek en meer plekken in Brabant | Tilburg e.o. | bd.nl

[3] Lijst van vragen en antwoorden over de Verantwoordingsrapportage 2019 en jaarbeeld 2019 van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, Kamerstuk nummer 33835-173.

[4] Volkskrant, 3-11-2020, De NVWA kan het werk niet meer aan | De Volkskrant

[5] Volkskrant, 10-11-2017, https://www.volkskrant.nl/economie/rabobank-blijft-mesttransporteurs-steunen-ondanks-fraudeverdenkingen~b95a82d8/

[6] NOS, 13-11-2018, https://nos.nl/artikel/2259038-om-mestfraude-alleen-op-te-lossen-als-er-minder-vee-is.html

Indiendatum: feb. 2021
Antwoorddatum: 24 mrt. 2021

1

Kent u de berichten ‘Internationaal onderzoek naar mestfraude in België en Nederland’ en ‘Grote controle naar internationale mestfraude, inval in Esbeek en meer plekken in Brabant[1][2]?

Antwoord

Ja.

2

Kunt u bevestigen dat bij de reguliere inspecties van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bij co-vergisters[3] in 2019 in 67% van de gevallen overtredingen zijn geconstateerd?

Antwoord

Ja, dit kan ik bevestigen.

De resultaten van deze 9 geïnspecteerde bedrijven kunnen niet geëxtrapoleerd worden naar de gehele doelgroep, omdat het een risicogerichte selectie en controle betreft. De 6 niet-akkoorden hadden vooral betrekking op de gebruikte co-materialen en resulteerden in 3 schriftelijke waarschuwingen en 3 Rapporten van Bevindingen (RvB). Op basis van analyse van de gegevens van RVO en NVWA zijn deze bedrijven als risicobedrijven geselecteerd en gecontroleerd.

3

Controleert de NVWA bij de reguliere inspecties ook grensoverschrijdende gevallen, gezien de berichtgeving dat de grens mogelijk als camouflagemiddel gebruikt wordt bij de illegale mesthandel?

Antwoord

Ja, de NVWA houdt toezicht op export en import van meststromen en werkt daarbij samen met de Duitse en Belgische toezichthouders.

4

Kunt u bevestigen dat de NVWA zwaar overbelast is en twee derde van haar taken niet naar behoren uit kan voeren?[4]

Antwoord

In mijn opdracht heeft Deloitte een onderzoek uitgevoerd naar de taken en middelen van de NVWA. Op 16 oktober 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van dit onderzoek (Kamerstuk 33835, nr. 171). Deloitte geeft aan dat met de thans beschikbare middelen de maatschappelijke opdracht van de NVWA op 100 van de 152 taken niet naar verwachting of conform eis kan worden uitgevoerd.[5]


In de afgelopen periode hebben mijn collega voor Medische Zorg en Sport en ik op die terreinen waar de spanning het meest voelbaar is een aantal concrete maatregelen genomen om het toezicht te versterken, waaronder voor het domein meststoffen. Daarmee zijn de geconstateerde tekorten echter nog niet volledig opgeheven. Zie ook mijn brief van 29 januari 2021 (Kamerstuk 33835, nr. 179).

Extra capaciteit voor het toezicht is niet de enige oplossing om mestfraude aan te pakken. Behalve fraudepreventie is het ook belangrijk om de handhavingscapaciteit die er is zo efficiënt mogelijk in te zetten. Dit wordt gedaan door een risicogerichte aanpak, waarbij gebruik gemaakt wordt van verschillende datasets die worden gecombineerd en aangevuld met fysieke controles waar dit nodig is. Samenwerken met andere toezichtpartners is daarbij een vereiste. Dit is een continu proces, waarin bijvoorbeeld met de Versterkte Handhavingsstrategie Mest (VHS) goede stappen worden gezet. Naast toezicht en handhaving is ook een cultuurverandering in de sector nodig waarbij naleving van de mestregelgeving de standaard wordt. Door verschillende sectorpartijen is in 2017 het sectorplan van aanpak «Samen werken in een eerlijke keten» opgesteld om fraude met mest tegen te gaan. Onderdeel van dit sectorplan is het realiseren van een cultuurverandering in houding en gedrag (Kamerstuk 33037, nr. 230).

5

Deelt u het inzicht dat dit internationale onderzoek waarschijnlijk slechts het topje van de ijsberg zal ontdekken van de mestfraude die zich in ons land (en in Vlaanderen) afspeelt?

Antwoord

De NVWA heeft meerdere fraudeonderzoeken lopen. Mestfraude is per definitie verborgen. De omvang van de echte mestfraude is daarom niet te kwantificeren, maar de NVWA krijgt regelmatig signalen over vermeende mestfraude. Daarbij wil ik wel aantekenen dat bij niet-naleving van de mestwetgeving niet per se sprake hoeft te zijn van fraude. Niet-naleving van de regelgeving kan ook veroorzaakt worden door een fout of vergissing van de landbouwer of intermediaire ondernemer.

6

Kunt u zich herinneren dat u op de zorgen hierover tijdens het algemeen overleg Mestbeleid op 4 november 2020 antwoordde dat er een elektronische controle zou komen per 1 januari 2021 (het realtime Vervoersbewijs Dierlijke Mest), wat volgens u de methode was om mestfraude te beteugelen[6]?

Antwoord

Het real time Vervoersbewijs Dierlijke mest (hierna: rVDM) is één van de maatregelen uit de Versterkte Handhavingsstrategie Mest (Kamerstuk 33037, nr. 311) om de naleving te bevorderen en fraude met mesttransporten tegen te gaan. Naast rVDM is ingezet op intensivering van de samenwerking tussen controlerende en handhavende instanties onder meer door betere informatie-uitwisseling tussen verschillende overheidsinstanties en gezamenlijke handhavingsacties (gebiedsgerichte handhaving). Daarnaast vindt er extra handhaving plaats op risicovolle schakels in de mestketens (zoals intermediaire ondernemingen, co-vergisters en varkensbedrijven).

Op 30 juni 2020 heb ik uw Kamer en de Europese Commissie over de resultaten van de VHS geïnformeerd (Kamerstuk 33037, nr. 370). Op 24 december jl. heb ik uw Kamer over de voortgang van rVDM geïnformeerd (Kamerstuk 33037, nr. 381). Uw Kamer heeft deze brief vervolgens controversieel verklaard.

7

Kunt u bevestigen dat de invoering van die elektronische controle met een jaar is uitgesteld tot 2022? Welk antwoord heeft u nu op de zorgen die in de samenleving spelen over mestfraude?

Antwoord

In mijn brief van 24 december jl. (Kamerstuk 33037, nr. 381) heb ik u geïnformeerd over de stappen die worden gezet in de (technische) ontwikkeling van het rVDM-systeem. Ik heb hierin een gefaseerde aanpak geschetst om een zo goed mogelijke invoering voor de betrokken uitvoerende diensten en de sector te kunnen garanderen. Zoals aangegeven heeft uw Kamer deze brief controversieel verklaard, wat met zich brengt dat besluitvorming over de invoering van rVDM aan mijn ambtsopvolger is.

rVDM is één van de maatregelen uit de VHS om de naleving te bevorderen en fraude met mesttransporten tegen te gaan. Het hele palet aan maatregelen uit de VHS draagt bij aan het bestrijden van mestfraude. Ik verwijs u daarover ook naar de beantwoording van vraag 6.

8

Welke stappen neemt u om te voorkomen dat banken bedrijven die zich schuldig maken aan mestfraude financieel blijven steunen, zoals de Rabobank deed in 2017? [7]

Antwoord

Door verschillende sectorpartijen, waaronder de Rabobank, is in 2017 een sectorplan van aanpak «Samen werken in een eerlijke keten» opgesteld om fraude met mest tegen te gaan. Dit plan van aanpak bestaat uit vier lijnen: 1) verandering van cultuur, houding en gedrag; 2) private borging van de keten; 3) ondersteuning door technologie en 4) samenwerking (Kamerstuk 33037, nr. 230).

Als onderdeel van dit sectorplan heeft de sector een vrijwillig certificeringsschema (KeurMest) ontwikkeld. Daarnaast wordt er door deze sectorpartijen een systeem voor digitalisering van de mestketen (MineralenManager) ontwikkeld. Een voortvarende uitvoering van het sectorplan blijft belangrijk, aangezien de aanpak van fraude nadrukkelijk ook de verantwoordelijkheid van de sector zelf is.

Over de voortgang van het sectorplan, verbetering van de naleving en het tegengaan van fraude vindt periodiek overleg op (hoog)ambtelijk niveau plaats met de (sector)organisaties (LTO, CUMELA, TLN, POV en Rabobank).

9

Deelt u het inzicht, dat ook het openbaar ministerie onderschrijft, dat mestfraude alleen opgelost kan worden wanneer de fraudeprikkel afneemt, dus wanneer er minder mest geproduceerd wordt?[8] Zo ja, kunt u ten behoeve van de volgende formatie een plan opstellen voor het drastisch terugdringen van de mestproductie door de veehouderij?

Antwoord

Op 9 september jl. heb ik de contouren voor het toekomstig mestbeleid toegestuurd aan uw Kamer (Kamerstuk 33037, nr. 374). Hierin zet ik de stip op de horizon voor eenvoudiger mestbeleid met transparante meststromen waarin door kringlopen te sluiten en innovatieve technieken emissies worden beperkt. De reductie van dieraantallen is geen doel van mijn beleid, dat is een robuuste en toekomstbestendige landbouw die structureel binnen de milieugrenzen (fosfaat, stikstof, klimaat, biodiversiteit) opereert en daardoor boeren toekomstperspectief biedt.


[1] Brabants Dagblad, 11 februari 2021, ‘Grote controle naar internationale mestfraude, inval in Esbeek en meer plekken in Brabant.

[2] NRC Handelsblad, 11 februari 2021, ‘Internationaal onderzoek naar mestfraude in België en Nederland’

[3] Kamerstuk nummer 33835, nr. 173

[4] De Volkskrant, 3 november 2020, 'De NVWA kan het werk niet meer aan'

[5] Onderzoek Deloitte (2020): https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-landbouw-natuur-en-voedselkwaliteit/documenten/rapporten/2020/03/20/onderzoek-of-de-capaciteit-van-de-nvwa-toereikend-is-voor-het-actuele-en-toekomstige-takenpakket

[6] Kamerstuk 33037, nr. 377

[7] De Volkskrant, 10 november 2017, 'Rabobank blijft mesttransporteurs steunen ondanks

fraudeverdenkingen'

[8] NOS, 13 november 2018, 'OM: 'Mestfraude alleen op te lossen als er minder vee is''

Interessant voor jou

Schriftelijke spoedvragen over de onduidelijke brief van de minister over de inzet voor het bijenrichtsnoer

Lees verder

Vragen Ouwehand over de ontdekking dat het vogelgriepvirus H5N8 op mensen is overgesprongen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer