Kamer­vragen aan de ministers van VROM en LNV over de milieu- en klimaat­ef­fecten van het verbranden van kippenmest voor ‘groene stroom’


Indiendatum: sep. 2008

Kamervragen van het lid Ouwehand aan de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de milieu- en klimaateffecten van het verbranden van kippenmest voor ‘groene stroom’

  1. Kent u het bericht ‘Groene stroom uit kippenmest’1?
  2. Kunt u aangeven welke aspecten zijn meegenomen bij het bepalen van de milieueffecten en de mate van duurzaamheid van het verbranden van kippenmest?
  3. Kunt u aangeven of bij het bepalen van de milieueffecten van het verbranden van kippenmest voor het genereren van elektriciteit ook de milieu- en klimaateffecten van de productie van voer voor kippen is meegerekend, inclusief de milieu- en klimaateffecten van het gebruik van kunstmest en pesticiden? Zo ja, op welke wijze Zo neen, waarom niet?
  4. Kunt u aangeven of bij het bepalen van de milieueffecten van het verbranden van kippenmest voor het genereren van elektriciteit ook de milieu- en klimaateffecten van de kap van het tropisch regenwoud voor de productie van voer voor kippen en het daarmee samenhangende verlies van biodiversiteit is meegerekend? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
  5. Kunt u aangeven of bij het bepalen van de milieueffecten van het verbranden van kippenmest voor het genereren van elektriciteit ook de milieu- en klimaateffecten het transport van voer voor kippen is meegerekend? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
  6. Kunt u aangeven of bij het bepalen van de milieueffecten van het verbranden van kippenmest voor het genereren van elektriciteit de negatieve effecten van het onderbreken van de natuurlijke kringloop zijn meegerekend omdat de mest niet wordt aangewend om het land te bemesten waardoor kunstmest nodig is en/of landdegradatie ontstaat? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
  7. Deelt u de mening dat het onterecht is dat het verbranden van kippenmest uit de bio-industrie waarvoor grote hoeveelheden voer van elders worden aangevoerd, waarbij de verbouw van dit voer de kap van het tropisch regenwoud veroorzaakt, het verlies aan biodiversiteit in de hand werkt, en medeveroorzaker is van landdegradatie en schuldslavernij als ‘groen’ en duurzaam wordt aangemerkt? Zo ja, op welke wijze gaat u hier wat aan doen en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?
  8. Deelt u de mening dat de consument op het verkeerde been wordt gezet door het verbranden van kippenmest te scharen onder ‘groene’ stroom? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn gaat u deze misleiding aanpakken? Zo neen, waarom niet?
  9. Kunt u een overzicht geven van de verschillende vormen van energieopwekking die onder groene stroom mogen vallen en daaraan een rangorde verbinden die de mate van duurzaamheid aangeeft?

(1) Telegraaf, 3 september 2008.

Indiendatum: sep. 2008
Antwoorddatum: 9 okt. 2008

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u mede namens de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit de antwoorden op vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over de milieu- en klimaateffecten van het verbranden van kippenmest voor 'groene stroom' (Ingezonden 8 september 2008).

  1. Kent u het bericht 'Groene stroom uit kippenmest'?1

    Ja.
  2. Kunt u uiteenzetten welke aspecten zijn meegenomen bij het bepalen van de milieueffecten en de mate van duurzaamheid van het verbranden van kippenmest?
  3. Kunt u uiteenzetten of bij het bepalen van de milieueffecten van het verbranden van kippenmest voor het genereren van elektriciteit ook de milieu- en klimaateffecten van de productie van voer voor kippen is meegerekend, inclusief de milieu- en klimaateffecten van het gebruik van kunstmest en pesticiden? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
  4. Kunt u uiteenzetten of bij het bepalen van de milieueffecten van het verbranden van kippenmest voor het genereren van elektriciteit ook de milieu- en klimaateffecten van de kap van het tropisch regenwoud voor de productie van voer voor kippen en het daarmee samenhangende verlies van biodiversiteit is meegerekend? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
  5. Kunt u uiteenzetten of bij het bepalen van de milieueffecten van het verbranden van kippenmest voor het genereren van elektriciteit ook de milieu- en klimaateffecten van het transport van voer voor kippen is meegerekend? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
  6. Kunt u uiteenzetten of bij het bepalen van de milieueffecten van het verbranden van kippenmest voor het genereren van elektriciteit de negatieve effecten van het onderbreken van de natuurlijke kringloop zijn meegerekend, omdat de mest niet wordt aangewend om het land te bemesten waardoor kunstmest nodig is en/of landdegradatie ontstaat? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
  7. Deelt u de mening dat het onterecht is dat het verbranden van kippenmest uit de bio-industrie waarvoor grote hoeveelheden voer van elders worden aangevoerd, waarbij de verbouw van dit voer de kap van het tropisch regenwoud veroorzaakt, het verlies aan biodiversiteit in de hand werkt, en medeveroorzaker is van landdegradatie en schuldslavernij als 'groen' en duurzaam wordt aangemerkt? Zo ja, op welke wijze gaat u hier wat aan doen en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?
  8. Deelt u de mening dat de consument op het verkeerde been wordt gezet door het verbranden van kippenmest te scharen onder 'groene' stroom? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn gaat u deze misleiding aanpakken? Zo neen, waarom niet?

    Antwoord op de vragen 2 tot en met 8:

    Duurzame energie is energie uit hernieuwbare bronnen, bijvoorbeeld wind, water, de zon en verschillende biomassastromen. De CO2 die bij de verbranding van biomassa vrijkomt is bij de groei van de biomassa uit de atmosfeer opgenomen. De klimaatbalans is daardoor positief. Deze bredere definitie geldt ook voor duurzaam opgewekte elektriciteit. Binnen het besluit Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) en de MEP geldt kippenmest als biomassa en kan daarmee worden gebruikt voor de productie van duurzame energie.
    Het houden van pluimvee in Nederland vindt plaats binnen Europese milieurandvoorwaarden. Begin 2008 heeft mijn ambtgenoot van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit haar toekomstvisie op de veehouderij naar u gezonden. De kernboodschap van die visie is dat de veehouderij in Nederland zich binnen vijftien jaar moet hebben ontwikkeld tot een duurzame veehouderij, die in de samenleving breed gewaardeerd wordt. Op dit moment wordt die visie uitgewerkt via diverse sporen.
  9. Kunt u een overzicht geven van de verschillende vormen van energieopwekking die onder groene stroom mogen vallen en daaraan een rangorde verbinden die de mate van duurzaamheid aangeeft?

    Het is niet mogelijk om de verschillende bronnen van energie op een rangorde van duurzaamheid te plaatsen. Alle genoemde bronnen zijn noodzakelijk voor het behalen van de doelstellingen voor duurzame energie en om op langere termijn te zorgen voor een duurzame energiehuishouding. Wel biedt de SDE de mogelijkheid om onderscheid te maken naar het gebruik van verschillende soorten van biomassa voor de opwekking van hernieuwbare energie. Momenteel beziet het ministerie van Economische Zaken welke typen biomassa in aanmerking zouden moeten komen voor subsidie vanuit de SDE.



    Hoogachtend,
    De Minister van Volkshuisvesting,
    Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,




    dr. Jacqueline Cramer

1 De Telegraaf, 3 september 2008
2 Kamerstuk 2007-2008, 28973, nr. 28, Tweede Kamer

Interessant voor jou

Kamervragen aan de minister van LNV over een schapenmars in Utrecht

Lees verder

Kamervragen aan de minister van LNV over het verlenen van ontheffing voor een verboden traditionele manier van vissen, de kuilvisserij

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer