Kamer­vragen aan de minister van LNV over het verlenen van ontheffing voor een verboden tradi­ti­onele manier van vissen, de kuil­vis­serij


Indiendatum: sep. 2008

Vragen van het lid Ouwehand aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het verlenen van ontheffing voor de verboden kuilvisserij

  1. Hoe beoordeelt u het in 1970 tot stand gekomen verbod op de kuilvisserij, een niet-selectieve en zeer schadelijke manier van vissen waar zelfs vissers zich sinds de Middeleeuwen tegen hebben verzet?
  2. Op welke grond heeft u ontheffing verleend voor het beoefenen van de verboden kuilvisserij tijdens visserijdagen in Enkhuizen, Volendam, Bunschoten/Spakenburg, Workum1? Kunt u dit toelichten?
  3. Kunt u aangeven hoe de door u afgegeven vergunning voor de kuilvisserij zich verhoudt tot de uitzonderlijk lage visstand in het IJsselmeer, bijvoorbeeld van de met uitsterven bedreigde paling? Kunt u voorts aangeven hoe de vergunningverlening voor de kuilvisserij, waarbij onder meer op paling wordt gevist, zich verhoudt tot het herstelplan Europese aal? Heeft u zich ervan verzekerd dat u door het afgeven van de ontheffing niet zou handelen in strijd met deze en andere Europese afspraken voor de bescherming van vissoorten? Zo ja, op welke wijze? Zo neen,waarom niet?
  4. Deelt u de mening dat tradities en volksevenementen binnen zekere kaders moeten blijven, bijvoorbeeld voor wat betreft de aantasting van natuur en dierenwelzijn? Zo ja, welke kaders zijn dat? Zo neen, kunt u uitleggen waarom niet?
  5. Wat is uw oordeel over het onderdeel ‘Educatieve kuilvisserij’ te Workum/Makkum, waarbij kennis over de historische visserij wordt overgedragen op het publiek zonder gebruik te maken van de schadelijke en inmiddels verboden visserijvorm zelf? Bent u bereid om in het vervolg alleen nog deze ‘educatieve kuilvisserij’ toe te staan en niet langer ontheffing te verlenen voor de kuilvisserij met gesloten net? Zo neen, waarom niet?

(1) Besluit van 15 april 2008.

Indiendatum: sep. 2008
Antwoorddatum: 24 sep. 2008

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over het verlenen van ontheffing voor een verboden traditionele manier van vissen, de kuilvisserij.
(Ingezonden 8 september 2008)

  1. Hoe beoordeelt u het in 1970 tot stand gekomen verbod op de kuilvisserij, een niet-selectieve en zeer schadelijke manier van vissen waar zelfs vissers zich sinds de Middeleeuwen tegen hebben verzet?

    Een goed besluit, omdat de van oorsprong kleinschalige kuilvisserij met zeilboten zich ontwikkelde tot een gemotoriseerde, grootschalige en niet-duurzame visserij met nadelige effecten op de visbestanden.
  2. Op welke grond heeft u ontheffing verleend voor het beoefenen van de verboden kuil¬visserij tijdens visserijdagen in Enkhuizen, Volendam, Bunschoten/Spakenburg, Workum? Kunt u dit toelichten?

    De juridische grond voor de ontheffingverlening zijn de artikelen 11 en 12 van Reglement Binnenvisserij. Ik heb op grond van deze artikelen de bevoegdheid om vrijstelling of ontheffing te verlenen, en aan deze vrijstelling/ontheffing voorwaarden te verbinden.
    Mijn motivering voor deze ontheffing op het verbod van de kuilvisserij is, dat ik hecht aan het cultuur-historische aspect van de folkloristische IJsselmeervisserij en hiervoor - binnen de juridische kaders - ruimte voor wil bieden.
  3. Kunt u uiteenzetten hoe de door u afgegeven vergunning voor de kuilvisserij zich verhoudt tot de uitzonderlijk lage visstand in het IJsselmeer, bijvoorbeeld van de met uitsterven bedreigde paling? Kunt u voorts uiteenzetten hoe de vergunningverlening voor de kuil¬visserij, waarbij onder meer op paling wordt gevist, zich verhoudt tot het herstelplan Europese aal? Heeft u zich ervan verzekerd dat u door het afgeven van de ontheffing niet zou handelen in strijd met deze en andere Europese afspraken voor de bescherming van vissoorten? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?

    De door mij afgegeven ontheffingen betreffen de visserij welke door zeilende vissersboten wordt uitgeoefend. Met deze visserij wordt zeer weinig aal gevangen. Dit concludeer ik uit de door mij ontvangen vangstregistraties. Het bijhouden en rapporteren van de vangsten is een van de voorwaarden die ik bij deze ontheffing heb gesteld.
    Het verlenen van de ontheffing is niet in strijd met de Europese Aalverordening (EG) nr. 1100/2007, noch met andere Europese afspraken. De aalverordening verplicht de lidstaten om op termijn 40% terugkeer naar zee van de schieraal (de volwassen aal) van de oor¬spronkelijke, onverstoorde situatie, veilig te stellen. Hiertoe dient een beheerplan gemaakt te worden, dat voor het einde van dit jaar aan de Europese Commissie moet worden voorgelegd. De aalverordening verbiedt dus niet de totale visserij op aal. Indien ik in het beheerplan beperkende maatregelen opneem voor de aalvisserij, dan zullen deze overigens (waar relevant) ook van toepassing zijn op de folkloristische aalvisserij.
  4. Deelt u de mening dat tradities en volksevenementen binnen zekere kaders moeten blijven, bijvoorbeeld voor wat betreft de aantasting van natuur en dierenwelzijn? Zo ja, welke kaders zijn dat? Zo neen, kunt u uitleggen waarom niet?

    Ja, daarom is deze folkloristische visserij aan strenge voorwaarden verbonden. Zo is deze visserij alleen toegestaan als er een door mij goedgekeurd visplan is. Met dit visplan is
    het aantal dagen dat er gevist mag worden, beperkt. Daarnaast is een vangstregistratie verplicht. Bovendien gelden de artikelen 36 en 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren voor de persoon die de vis heeft gevangen. Door middel van deze bepalingen wordt het welzijn van de dieren beschermd.
  5. Wat is uw oordeel over het onderdeel ‘Educatieve kuilvisserij’ te Workum/Makkum, waarbij kennis over de historische visserij wordt overgedragen op het publiek zonder gebruik te maken van de schadelijke en inmiddels verboden visserijvorm zelf? Bent u bereid om in het vervolg alleen nog deze ‘educatieve kuilvisserij’ toe te staan en niet langer ontheffing te verlenen voor de kuilvisserij met gesloten net? Zo neen, waarom niet?

    De educatieve kuilvisserij in Workum is bedoeld om de techniek van het zeilend varen en vissen met een kuil te behouden. In dit geval is het niet van belang of er daadwerkelijk vis wordt gevangen. Daarom vist men met een niet-dichtgebonden kuil. De andere folkloristische visserij waarvoor ik een ontheffing geef, vindt plaats in het kader van “Visserijdagen”. De aanvoer van vis in de haven is hier een wezenlijk element.
    Gezien het belang dat ik hecht aan het cultuur-historische aspect van de folkloristische IJsselmeervisserij ben ik niet van plan hier ook de verplichting voor het vissen met een niet-dichtgebonden kuil op te leggen.

    DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
    VOEDSELKWALITEIT,




    G. Verburg

Interessant voor jou

Kamervragen aan de ministers van VROM en LNV over de milieu- en klimaateffecten van het verbranden van kippenmest voor ‘groene stroom’

Lees verder

Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over het ondersteunen van de promotiecampagne ‘Van vis krijg je nooit genoeg’

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer