Kamer­vragen aan de ministers van LNV, AZ, WWI, BUZA, Ontwik­ke­lings­sa­men­werking, Defensie, EZ, van Financien, Jeugd en Gezin, van Justitie, OCW, SZW, V en W en VWS over vege­ta­rische diners


Indiendatum: dec. 2009

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Algemene Zaken (AZ), Wonen, Wijken en Integratie (WWI), Buitenlandse Zaken (BUZA), Ontwikkelingssamenwerking (OS), Defensie (DEF), Economische Zaken (EZ), Financiën (FIN), Jeugd en Gezin (J&G), Justitie (JUS), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Verkeer en Waterstaat (VenW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), op de vragen van Kamerlid Thieme over vegetarische diners.

1. Kent u het bericht ‘Officiële diners van ministerie van VROM voortaan vegetarisch?

2. Deelt u de mening dat plantaardige voeding beter is voor het klimaat, de wereldvoedselverdeling, het wereldbosareaal, het sparen van zoetwatervoorraden, een evenwichtiger mineralenbalans en een regionalisering van de voedselproductie? Zo nee, waarom niet

3. Bent u bereid in het licht van het eerder ingenomen kabinetsstandpunt, dat vlees het meest vervuilende onderdeel is van ons voedselpakket[2], een voorbeeld te stellen door de catering op uw ministerie een meer plantaardig karakter te geven? Zo nee, waarom niet?

4. Deelt u de mening dat juist op het gebied van landbouw grote resultaten geboekt kunnen worden bij de eiwittransitie naar een meer op plantaardige eiwitten gebaseerde economie en dat een voorbeeldfunctie van uw departement daar een logische consequentie van zou kunnen zijn?

5. Bent u bereid officiële diners op uw ministerie voortaan op vegetarische basis te laten plaatsvinden, waarop slechts uitzonderingen gemaakt worden op verzoek van individuele gasten met speciale dieetwensen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

6. Bent u bereid in het restaurant van uw ministerie plantaardig voedsel de norm te laten zijn en dierlijke eiwitten de uitzondering? Zo nee, waarom niet en bent u in dat geval bereid tenminste één vleesloze dag per week in te voeren? Zo ja, op welke termijn en wijze?

7. Bent u bereid bij uw beleid een zwaarder accent te leggen op de transitie naar een landbouweconomie die meer inzet op plantaardige eiwitten en minder op dierlijke eiwitten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

Indiendatum: dec. 2009
Antwoorddatum: 22 mrt. 2010

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen, mede namens de ministers van

Algemene Zaken (AZ), Wonen, Wijken en Integratie (WWI), Buitenlandse Zaken (BUZA), Ontwikkelingssamenwerking (OS), Defensie (DEF), Economische Zaken (EZ), Financiën (FIN), Jeugd en Gezin (J&G), Justitie (JUS), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Verkeer en Waterstaat (VenW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), op de vragen van Kamerlid Thieme aangaande vegetarische diners.


Vraag 1
Kent u het bericht ‘Officiële diners van ministerie van VROM voortaan vegetarisch’?[1]

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Deelt u de mening dat plantaardige voeding beter is voor het klimaat, de wereldvoedselverdeling, het wereldbosareaal, het sparen van zoetwatervoorraden, een evenwichtiger mineralenbalans en een regionalisering van de voedselproductie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Het kabinet is van mening dat we toe moeten naar een consumptie van voedsel dat duurzamer is geproduceerd. Het kabinet ziet dat in het licht van het feit dat wereldwijd in 2050 zo’n 9 miljard mensen duurzaam zullen moeten worden gevoed. Om deze doelstelling te halen, heeft het kabinet in de beleidsagenda Duurzame Voedselsystemen (TK 31 532, nr. 17) al aangegeven dat daarom naar verwachting een verschuiving nodig is in de consumptie van dierlijke eiwitten naar duurzamer geproduceerde dierlijke en plantaardige eiwitten.

Vraag 3
Bent u bereid in het licht van het eerder ingenomen kabinetsstandpunt, dat vlees het meest vervuilende onderdeel is van ons voedselpakket[2], een voorbeeld te stellen door de catering op uw ministerie een meer plantaardig karakter te geven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
De overheid wil concrete stappen zetten naar een duurzamere samenleving en geeft zelf het goede voorbeeld. Jaarlijks besteden overheidsorganisaties bijna
€ 58 miljard aan inkopen en diensten. Door als overheid duurzaam in te kopen, krijgt de markt voor duurzame producten een stevige impuls. Specifiek voor de catering zijn er rijksbreed criteria afgesproken om te komen tot verduurzaming. De afspraak is dat vanaf 2010 tenminste 40% van het assortiment, uitgedrukt in een percentage van het inkoopvolume van het betreffende jaar, aantoonbaar uit biologische producten bestaat. Daarnaast wordt ook extra waarde toegekend aan niet-biologische producten die één of meer andere duurzaamheidskenmerken hebben. Wat betreft verduurzaming van de catering streeft het kabinet naar een breed en evenwichtig aanbod van duurzame producten.

De suggestie om aan de departementsambtenaren helemaal geen vlees meer aan te bieden, gaat het kabinet te ver. Zij zijn vrije burgers die zeer wel in staat zijn om kennis te nemen van het debat over de duurzaamheidsgevolgen van hun voedselpatroon en in het licht daarvan hun positie in te nemen. De verhouding van de rijksoverheid en zijn ambtenaren is niet van dien aard dat dwingende voorschriften met betrekking tot voeding daarin passen.

Vraag 4
Deelt u de mening dat juist op het gebied van landbouw grote resultaten geboekt kunnen worden bij de eiwittransitie naar een meer op plantaardige eiwitten gebaseerde economie en dat een voorbeeldfunctie van uw departement daar een logische consequentie van zou kunnen zijn?

Antwoord
In het antwoord op vraag 2 is al aangegeven dat naar verwachting een verschuiving in consumptie nodig is. Als het consumptiepatroon verandert, is het uiteraard ook nodig dat het aanbod mee verandert. Het kabinet streeft naar een innovatieve en verduurzamende landbouw en naar een vergroting van het aanbod in duurzaam geproduceerd voedsel. De landbouw heeft het potentieel om bij te dragen aan de oplossing van problemen zoals voedsel-, water en energieschaarste in combinatie met het vraagstuk van de klimaatverandering. Het beleid is erop gericht dat potentieel ook te benutten. Verder verwijs ik naar het antwoord op vraag 3.

Vraag 5
Bent u bereid officiële diners op uw ministerie voortaan op vegetarische basis te laten plaatsvinden, waarop slechts uitzonderingen gemaakt worden op verzoek van individuele gasten met speciale dieetwensen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

Antwoord
Het kabinet is van mening dat het bij officiële diners goed gebruik is om de culinaire rijkdom van Nederland te presenteren passend bij de gastvrijheid van ons land. Bij de concrete invulling daarvan wordt rekening gehouden met de voorkeuren van de (veelal) buitenlandse gasten en van de minister zelf.

Vraag 6
Bent u bereid in het restaurant van uw ministerie plantaardig voedsel de norm te laten zijn en dierlijke eiwitten de uitzondering? Zo nee, waarom niet en bent u in dat geval bereid tenminste één vleesloze dag per week in te voeren? Zo ja, op welke termijn en wijze?

Antwoord
Nee, in aanvulling op het antwoord bij vraag 3, stelt het kabinet zich op het standpunt dat de consument, in dit geval de ambtenaar op het ministerie, de gelegenheid moet hebben om een keuze te maken voor meer duurzame producten. Een breed en evenwichtig aanbod van duurzame dierlijke en plantaardige producten en een goede voorlichting hierover draagt hieraan bij. De introductie van één verplichte vleesloze dag past daar niet in.

Vraag 7
Bent u bereid bij uw beleid een zwaarder accent te leggen op de transitie naar een landbouweconomie die meer inzet op plantaardige eiwitten en minder op dierlijke eiwitten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

Antwoord
Zie het antwoord op vraag 2 en 4.

Aanvullend zijn onderstaande vragen aan de volgende departementen:

Algemene Zaken

Vraag 4
Deelt u de mening dat juist uw ministerie een voorbeeldfunctie heeft ten aanzien de door het kabinet noodzakelijk geachte verduurzaming van de economie?

Antwoord
Zoals uiteengezet in het antwoord op vraag 3 en 6 nemen het kabinet en de rijksoverheid als geheel hun verantwoordelijkheid wat betreft de inkoop van duurzaam geproduceerde voedingswaren en het bieden van de mogelijkheid aan ambtenaren om desgewenst een keuze te maken voor biologische en/of vegetarische producten.

Buitenlandse Zaken/OntwikkelingSamenwerking

Vraag 4
Deelt u de mening dat juist op het gebied van buitenlandse zaken Nederland gidsland kan zijn in de wereldwijde noodzaak tot plantaardige eiwittransitie dat een voorbeeldfunctie van uw ministerie daar een logische consequentie van zou kunnen zijn?

Antwoord
Nederland wil een belangrijke voortrekkersrol vervullen om te komen tot consumptie van duurzaam geproduceerde eiwitten. ‘Duurzame eiwitketens’ vormt een van de prioriteiten van het huidige kabinet, waarbij ook nadrukkelijk naar de internationale en ontwikkelingsdimensie wordt gekeken (bijvoorbeeld via het Initiatief Duurzame Handel).

Wat betreft de officiële diners op het ministerie staat het kabinet op het standpunt dat keuze daaromtrent dusdanig verbonden zijn met de individuele bewindspersoon, dat elke bewindspersoon zelf de keuze kan maken hoe deze diners worden aangeboden. Zie verder het antwoord op 5.

Defensie

Vraag 4
Deelt u de mening dat juist op het gebied van het voorkomen van conflicten als gevolg van voedselschaarste, zoetwaterschaarste, zoals ook gesignaleerd door generaal BD Van Kappen, grote resultaten geboekt kunnen worden bij de eiwittransitie naar een meer op plantaardige eiwitten gebaseerde economie en dat een voorbeeldfunctie van uw ministerie daar een logische consequentie van zou kunnen zijn?

Antwoord
Schaarste kan één van de oorzaken zijn van conflicten. Het is echter ook mogelijk dat schaarste, zoals bij sommige waterproblemen, de internationale samenwerking juist bevordert. Schaarste is niet alleen een gevolg van tekorten, maar kan ook de tegenstellingen aanwakkeren wegens een ongelijke verdeling. Een relatie tussen de transitie zoals voorgesteld en het voorkomen van conflicten is daarom niet eenduidig te leggen. Zie verder het antwoord op vraag 3.

Economische Zaken

Vraag 4
Deelt u de mening dat juist op het gebied van nieuwe impulsen voor een duurzame economie grote resultaten geboekt kunnen worden bij de eiwittransitie naar een meer op plantaardige eiwitten gebaseerde economie en dat een voorbeeldfunctie van uw ministerie daar een logische consequentie van zou kunnen zijn?

Antwoord
Het kabinet streeft naar een innovatieve en verduurzamende landbouw en naar een vergroting van het aanbod in duurzaam geproduceerd voedsel. Verder wordt verwezen naar het antwoord op vraag 3.

Financiën

Vraag 7
Bent u bereid bij het toekennen van fiscale maatregelen of financiële steun een zwaarder accent te leggen op de transitie naar een economie die meer inzet op plantaardige eiwitten en minder op dierlijke eiwitten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

Antwoord
Het kabinet heeft reeds een studie aangekondigd naar de herziening van ons belastingstelsel. Het stimuleren van vergroening, met de inzet van fiscale instrumententen is daarbij een van de opties. Zoals ook toegezegd tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen wordt deze inzet ook meegenomen in de brede heroverwegingen.

Jeugd en Gezin

Vraag 4
Deelt u de mening dat juist op het gebied van Jeugd en Gezin de thema’s rondom eerlijke voedselverdeling voor nu en voor de toekomstige generaties, maar ook in de strijd tegen obesitas bij de jeugd grote resultaten geboekt kunnen worden bij de eiwittransitie naar een meer op plantaardige eiwitten gebaseerde economie en dat een voorbeeldfunctie van het ministerie waar uw ambtenaren werkzaam zijn daar een logische consequentie van zou kunnen zijn?

Antwoord
In het antwoord op vraag 2 is al aangegeven dat naar verwachting een verschuiving in consumptie nodig is, voor de (toekomstige) wereldbevolking en dus zeker ook voor de jeugd. Als het consumptiepatroon verandert is het uiteraard ook nodig dat het aanbod mee verandert. Het kabinet streeft naar een verduurzaming van de landbouwproductie en naar een vergroting van het aanbod in duurzaam geproduceerd voedsel. Hiervoor wordt ook verwezen naar het antwoord op vraag 3.

Voor het tegengaan of terugdringen van obesitas is een gezond en evenwichtig voedingspatroon volgens de richtlijnen goede voeding, naast voldoende lichaamsbeweging, zeer belangrijk. Hier is mijn beleid op gebaseerd. Voor de hele bevolking inclusief de jeugd geldt het advies om gezond en gevarieerd te eten en om voldoende te bewegen. Voor mensen met overgewicht of obesitas geldt daarnaast het advies om producten met een hoge energiedichtheid te mijden.

Dit zijn niet specifiek producten die veel eiwitten bevatten. Te hoge energie-inname, en niet overconsumptie van eiwitten in het bijzonder, is gerelateerd aan overgewicht of obesitas.

Justitie

Vraag 4
Deelt u de mening dat juist op het gebied van het voorkomen van conflicten als gevolg van klimaatverandering, voedselschaarste, zoetwaterschaarste en bijbehorende vluchtelingenstromen, grote resultaten geboekt kunnen worden bij de eiwittransitie naar een meer op plantaardige eiwitten gebaseerde economie en dat een voorbeeldfunctie van uw departement daar een logische consequentie van zou kunnen zijn?

Antwoord
Schaarste kan één van de oorzaken zijn van conflicten. Het is echter ook mogelijk dat schaarste, zoals bij sommige waterproblemen, de internationale samenwerking juist bevordert. Schaarste is niet alleen een gevolg van tekorten, maar kan ook de tegenstellingen aanwakkeren wegens een ongelijke verdeling. Een relatie tussen de transitie zoals voorgesteld en het voorkomen van conflicten is daarom niet eenduidig te leggen. Zie verder het antwoord op vraag 3.

VWS

Vraag 4
Deelt u de mening dat juist in de strijd tegen obesitas; de overconsumptie van eiwitten, de bevordering van een gevarieerder dieet, de verkleining van de kans op dierziektencrises door minder intensieve veehouderij, grote resultaten geboekt kunnen worden bij de eiwittransitie naar een meer op plantaardige eiwitten gebaseerde economie en dat een voorbeeldfunctie van uw ministerie daar een logische consequentie van zou kunnen zijn?

Antwoord
In het antwoord op vraag 2 is al aangegeven dat naar verwachting een verschuiving in consumptie nodig is. Als het consumptiepatroon verandert is het uiteraard ook nodig dat het aanbod mee verandert. Het kabinet streeft naar een verduurzaming van de landbouwproductie en naar een vergroting van het aanbod in duurzaam geproduceerd voedsel. Hiervoor wordt ook verwezen naar het antwoord op vraag 3. Voor het tegengaan of terugdringen van obesitas is een gezond en evenwichtig voedingspatroon volgens de richtlijnen goede voeding, naast voldoende lichaamsbeweging, zeer belangrijk. Hier is mijn beleid op gebaseerd. Voor de hele bevolking geldt het advies om gezond en gevarieerd te eten en om voldoende te bewegen. Voor mensen met overgewicht of obesitas geldt daarnaast het advies om producten met een hoge energiedichtheid te mijden. Dit zijn niet specifiek producten die veel eiwitten bevatten. Te hoge energie-inname, en niet overconsumptie van eiwitten in het bijzonder, is gerelateerd aan overgewicht of obesitas.


DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN

VOEDSELKWALITEIT,







G. Verburg

Interessant voor jou

Kamervragen aan de ministers van LNV, van VWS, van BZ en van Defensie over Q-koorts en bioterrorisme

Lees verder

Kamervragen aan de minister van LNV over jacht op landelijke vrijgestelde schadesoorten

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer