Kamer­vragen aan de minister van LNV over duur­zaamheid van kweekvis


Indiendatum: feb. 2008

Kamervragen van het lid Ouwehand aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de duurzaamheid van kweekvis

  1. Kent u het bericht “Kweekvis: wel of geen oplossing?”(1) en het rapport “Duurzame aquacultuur: dé uitdaging voor de kweekindustrie”? (2)
  2. Kunt u aangeven welke in het genoemde rapport beschreven negatieve invloeden een rol spelen in de Nederlandse kweekvissector, onderbouwd met concrete gegevens? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen worden momenteel getroffen om deze negatieve invloeden terug te dringen?
  3. Kunt u een termijn aangeven waarbinnen de in de Nota Dierenwelzijn genoemde maatlat voor duurzame kweek van vissen gereed zal zijn?
  4. Kunt u aangeven hoe deze maatlat zal worden toegepast en of u bereid bent hieraan wettelijke regelgeving te verbinden? Zo neen, waarom niet?
  5. Kunt u concreet aangeven welke aspecten van dierenwelzijn in deze maatlat opgenomen zullen worden en of deze maatlat ook de dodingsmethoden omvat? Zo neen, waarom niet?
  6. Deelt u de mening dat viskweek die geen duurzaam alternatief vormt voor het leegvissen van de zeeën deze sector niet verder ontwikkeld moet worden? Zo neen waarom niet? Zo ja, welke maatregelen heeft u reeds genomen of bent u voornemens te treffen om de ontwikkeling van niet-duurzame viskweek te stoppen?
  7. Bent u van mening dat Nederland in het kader van duurzaamheid een verantwoordelijkheid heeft bij de inkoop van kweekvis uit het buitenland? Zo ja, op welke wijze wordt deze verantwoordelijkheid vorm gegeven? Zo neen, waarom niet?

(1) http://www.nrcnext.nl/nieuws/economie/article912238.ece
(2) http://www.greenpeace.nl/raw/content/reports/duurzame-aquacultuur-de-uitda.pdf

Indiendatum: feb. 2008
Antwoorddatum: 20 feb. 2008

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over de duurzaamheid van kweekvis.

1. Kent u het bericht “Kweekvis: wel of geen oplossing?” 1) en het rapport “Duurzame aqua¬cultuur: dé uitdaging voor de kweekindustrie”? 2)

Ja.

2. Kunt u aangeven welke in het genoemde rapport beschreven negatieve invloeden, een rol spelen in de Nederlandse kweekvissector, onderbouwd met concrete gegevens? Zo ja, welke maatregelen worden momenteel getroffen om deze negatieve invloeden terug te dringen? Zo neen, waarom niet?

Viskweek in Nederland vindt vrijwel uitsluitend plaats in op het land gesitueerde, gesloten kweeksystemen, waar het water door middel van een biologische zuivering vrijwel volledig wordt hergebruikt. Dergelijke recirculatiesystemen zijn, zeker vanuit milieu¬oogpunt, een duurzame vorm van viskweek. Veel van de in het rapport genoemde negatieve aspecten zijn niet aan de orde. Omdat in dergelijke systemen het mogelijk is de waterkwaliteit optimaal af te stemmen aan de behoefte van de vis, is ook de kans op ziekte-uitbraak kleiner dan in de reguliere aquacultuur, die in open systemen plaats¬vinden.

Een specifiek duurzaamheidsaspect is het gebruik van vismeel en visolie. Met name carnivore vissen kunnen alleen gekweekt worden wanneer het voeder een aanzienlijke hoeveelheid vismeel en visolie bevat. Mijn voorganger heeft uw Kamer reeds over dit aspect geïnformeerd (29200 XIV, nr. 73). Veevoederindustrieën gebruiken reeds in toenemende mate plantaardige oliën ter vervanging van visolie. Daarnaast neemt door onder andere verbeteringen in de verteerbaarheid van het voeder de voerconversie verder af.

Er is nu dus al duidelijk minder voer nodig om een kilo vis te produceren dan enkele jaren geleden. Recent onderzoek laat zien dat het technisch mogelijk is om visolie te vervangen door vetzuren, geproduceerd door bepaalde micro-organismen.
Een zeer vergaande vervanging van visolie en/of vismeel heeft uiteindelijk een sterk negatief effect op de gezondheid en het welzijn van (carnivore) vissen en is daarmee aan een limit gebonden. Daarom werk ik ook aan andere oplossingsrichtingen, zoals het stimuleren van de productie van herbivore vissen (Tilapia) en de ontwikkeling van integratie van teelten waarbij het visvoeder op het bedrijf zelf wordt gekweekt (project “Zeeuwse Tong”). Tenslotte wordt er ook internationaal gewerkt aan een verduurzaming van de vismeelvisserij.

3. Kunt u een termijn aangeven waarbinnen de in de Nota Dierenwelzijn genoemde maatlat voor de duurzame kweek van vissen gereed zal zijn?

Het traject om de maatlat te ontwikkelen, is recent gestart. Het betreft een dynamisch proces zodat geanticipeerd kan worden op ontwikkelingen in de sector. Een eerste versie van de maatlat zal naar verwachting in 2009 gereed zijn.

4. Kunt u aangeven hoe deze maatlat zal worden toegepast en of u bereid bent hieraan wettelijke regelgeving te verbinden? Zo neen, waarom niet?

Fiscale instrumenten als de Regeling milieu-investeringsaftrek (MIA), de Regeling willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) en de regeling Groen Beleggen kunnen worden ingezet op de maatlat voor de duurzame kweek van vissen. De maatlat biedt goede mogelijkheden om (bovenwettelijk) dierenwelzijn te stimuleren. Ook andere duurzaamheidsthema’s worden aan de maatlat toegevoegd. Met de inzet van de maatlat worden investeringen in duurzame ontwikkeling in viskwekerijen ondersteund en worden innovaties uitgelokt.

5. Kunt u concreet aangeven welke aspecten van dierenwelzijn in deze maatlat opgenomen zullen worden en of deze maatlat ook de dodingsmethoden omvat? Zo neen, waarom niet?

Het is mijn intentie om onder meer de volgende welzijnsaspecten in de maatlat op te nemen: dodingsmethode, transport, het sorteren van vissen en leefcondities in de bassins.

6. Deelt u de mening dat viskweek die geen duurzaam alternatief vormt voor het leegvissen van de zeeën niet verder ontwikkeld moet worden? Zo neen waarom niet? Zo ja, welke maatregelen heeft u reeds genomen of bent u voornemens te treffen om de ontwikkeling van niet-duurzame viskweek te stoppen?

Ik ben van mening dat er voldoende mogelijkheden liggen voor een verdere duurzame ontwikkeling van de viskweek. Ik zal deze ontwikkeling blijven faciliteren door in te zetten op innovatie, kennisontwikkeling en verbetering van concurrentievermogen.
Anderzijds onderken ik ook de maatschappelijke risico’s van de viskweek. In mijn nota dierenwelzijn en de nationale agenda diergezondheid, heb ik u reeds bericht welke acties ik de komende jaren op dit terrein onderneem.

7. Deelt u de mening dat Nederland in het kader van duurzaamheid een verantwoordelijk¬heid heeft bij de inkoop van kweekvis uit het buitenland? Zo ja, op welke wijze wordt deze verantwoordelijkheid vorm gegeven? Zo neen, waarom niet?

Bij de import van kweekvis uit landen buiten de Europese Unie worden, naast eisen aan voedselveiligheid, ook eisen gesteld aan gezondheid en welzijn. Daarnaast stimuleer ik de duurzaamheid van kweekvis in het kader van de Partnership Programma’s. In Vietnam bijvoorbeeld werk ik actief aan een verduurzaming van de kweek van Pangasius, en in Indonesië aan de verduurzaming van de garnalenteelt.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,


G. Verburg

Interessant voor jou

Kamervragen aan de ministers van BZK, Justitie en LNV over het bewust doodrijden van een beschermde diersoort en het doodschieten van gezelschapsdieren

Lees verder

Kamervragen aan de ministers van LNV, VWS en VROM over varkenspest die door de lucht wordt verspreid

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer