Kamer­vragen aan de Minister van LNV over dumping van uitheemse en inheemse dieren


Indiendatum: jul. 2007

Vragen van het lid Thieme van de Partij voor de Dieren aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over dumping van uitheemse en inheemse dieren

1. Kent u de berichten ‘Uitheemse dieren massaal gedumpt’ (1), ‘Helaas zitten vogels niet in het ziekenfonds’ (2), en ‘Veel te veel kittens wachten bij Dierenopvang Maasland op een baasje’ (3)?

2. Kunt u aangeven hoeveel uitheemse en inheemse dieren per jaar door hun eigenaren worden gedumpt of op andere wijze terechtkomen in de diverse opvangcentra voor dieren? Zo neen, waarom niet?

3. Deelt u de mening dat de zorg voor voldoende plaats in de opvangcentra en voldoende financiële middelen om alle hulpbehoevende dieren te verzorgen een verantwoordelijkheid van de landelijke overheid zou behoren te zijn, waar nu sprake is van een sterk gefragmentariseerd beleid op lokaal niveau? Zo ja, wat wilt u hieraan veranderen? Zo neen, kunt u toelichten waarom niet ?

4. Bent u bereid om op korte termijn - mogelijk in afwachting van landelijk beleid - bij gemeenten aan te sturen op de formulering en implementatie van effectief beleid, waarmee voldoende ruimte en financiële middelen beschikbaar komen voor dierenopvangcentra om alle hulpbehoevende uitheemse en inheemse dieren op te vangen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

5. Bent u bereid maatregelen te treffen om het dumpen van uitheemse en inheemse diersoorten tegen te gaan, bijvoorbeeld door handhaving en invoering van strenge straffen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

(1) Metro, 20/07/07, p.1

(2) BN/De Stem, 19/07/07

(3) Brabants Dagblad, 19/07/07

Indiendatum: jul. 2007
Antwoorddatum: 19 aug. 2007

Geachte Voorzitter,

Hierbij geef ik antwoord op de vragen van het Kamerlid Thieme (Partij voor de Dieren) over het dumpen van uitheemse en inheemse dieren.

1
Kent u de berichten ‘Uitheemse dieren massaal gedumpt’ , ‘Helaas zitten vogels niet in het ziekenfonds’ , en ‘Veel te veel kittens wachten bij Dierenopvang Maasland op een baasje’ ?

Ja.

2
Kunt u aangeven hoeveel uitheemse en inheemse dieren per jaar door hun eigenaren worden gedumpt of op andere wijze terechtkomen in de diverse opvangcentra voor dieren? Zo neen, waarom niet?

De aantallen gevonden en opgevangen huisdieren worden niet landelijk geregistreerd, omdat dit een gemeentelijke aangelegenheid is.

3
Deelt u de mening dat de zorg voor voldoende plaats in de opvangcentra en voldoende financiële middelen om alle hulpbehoevende dieren te verzorgen een verantwoordelijkheid van de landelijke overheid zou behoren te zijn, waar nu sprake is van een sterk gefragmentariseerd beleid op lokaal niveau? Zo ja, wat wilt u hieraan veranderen? Zo neen, kunt u toelichten waarom niet?

Voor gevonden (huis)dieren geldt:
Op basis van artikel 8, derde lid, boek 5 van het Burgerlijk Wetboek dienen gemeenten gevonden gehouden dieren twee weken in bewaring te nemen, tenzij er sprake is van onevenredig hoge kosten of als euthanasie om medische redenen is gewenst. Op welke wijze gemeenten dit beleid ten uitvoer brengen, is een gemeentelijke aangelegenheid.

Het is zaak dat mensen een huisdier kiezen dat bij hen past, zodat teleurstellingen uitblijven en dieren slechts bij uitzondering in een asiel terecht zullen komen. Het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren (LICG) zal potentiële eigenaren gaan helpen om die bewuste keuze te maken. Het LICG wordt door mij financieel ondersteund.

Wilde inheemse dieren leven in de natuur en hun ‘hulpbehoevendheid’ is van een andere categorie dan van gehouden dieren. Voor deze dieren geldt een zorgplicht, die inhoudt dat menselijk handelen geen nadelige gevolgen voor de wilde flora en fauna mag hebben. Actief zorgen voor bijvoorbeeld gewonde wilde dieren gebeurt in opvangcentra die een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet hebben. De verenigingen en stichtingen die speciaal voor dit doel zijn opgericht beschikken daartoe over een bepaald doel¬vermogen.
Om de kwaliteit van deze opvang te waarborgen, waarbij een zo snel mogelijke terugkeer naar de natuur het hoofddoel is, heb ik financiële middelen beschikbaar gesteld aan de Vereniging Opvangcentra Niet-gedomesticeerde Dieren (VOND) om een kwaliteitsprotocol te ontwikkelen voor de opvang van wilde inheemse dieren. In het conceptkwaliteits¬protocol is onder andere een bepaling opgenomen waarbij het opvangcentrum te allen tijde voor voldoende solvabiliteit dient te zorgen om aan de lopende financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Het definitieve kwaliteitsprotocol zal aan uw Kamer worden aange¬boden.

4
Bent u bereid om op korte termijn - mogelijk in afwachting van landelijk beleid - bij gemeenten aan te sturen op de formulering en implementatie van effectief beleid, waarmee voldoende ruimte en financiële middelen beschikbaar komen voor dieren¬opvangcentra om alle hulpbehoevende uitheemse en inheemse dieren op te vangen?
Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?


Nee. Gemeenten zijn bevoegd om zelfstandig beslissingen te maken over het al dan niet ondersteunen van opvangcentra.

5
Bent u bereid maatregelen te treffen om het dumpen van uitheemse en inheemse diersoorten tegen te gaan, bijvoorbeeld door handhaving en invoering van strenge straffen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

Verbodsbepalingen zijn reeds van kracht. Het achterlaten van dieren is te scharen onder het verbod, zoals opgenomen in artikel 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Op grond van dit artikel is het de houder van een dier verboden aan een dier de nodige verzorging te onthouden. Overtreders van dit artikel kunnen sinds 1 februari 2006 worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van maximaal € 16.750. Daarvoor was een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren mogelijk. Het invoeren van hogere straffen acht ik niet noodzakelijk.

Daarnaast vind ik het effectiever om te voorkomen dat mensen dieren aanschaffen die ze na een poosje niet meer willen hebben. Daar wil ik graag bij helpen. Zie verder mijn antwoord op vraag 3.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,


G. Verburg

Interessant voor jou

Kamervragen aan de minister van LNV over de opkomst van de wilde wasbeerhond

Lees verder

Kamervragen aan de minister van LNV over verhoging van subsidies voor vissers

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer