Gewijzigd Amen­dement Vos/Ouwehand over omkering bewijslast schade in Mijn­bouwwet (regelt dat de bewijslast bij schade door mijn­bouw­ac­ti­vi­teiten weer wettelijk wordt neer­gelegd bij de mijn­bouw­maat­schappij)


15 april 2015

Noot: Dit amendement is een gewijzigde versie van Amendement Ouwehand - ingediend op 6 februari 2015

Wijziging van de Mijnbouwwet, de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met implementatie van richtlijn nr. 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van richtlijn 2004/35/EG (PbEU 2013, L 178)

Nr. 12

gewijzigd AMENDEMENT VAN de leden jan vos en ouwehand ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 8

Ontvangen 15 april 2015

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I In de beweegreden wordt na “te wijzigen” toegevoegd: , alsmede dat het wenselijk is om Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek te wijzigen ten behoeve van een omkering van de bewijslast bij schade binnen het effectgebied van een mijnbouwwerk.

II Na artikel I wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

In Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek worden aan artikel 177 vier leden toegevoegd, luidende:

6. Indien binnen het effectgebied van een mijnbouwwerk schade ontstaat, die naar zijn aard mijnbouwschade zou kunnen zijn, wordt vermoed dat die schade door de aanleg of de exploitatie van het mijnbouwwerk veroorzaakt is. Indien binnen het effectgebied van een mijnbouwwerk als gevolg van de uitstroming van delfstoffen schade ontstaat, die naar zijn aard mijnbouwschade zou kunnen zijn, wordt vermoed dat de schade het gevolg is van het niet beheersen van de ondergrondse natuurkrachten die door de aanleg of bij de exploitatie van het werk zijn ontketend.

7. Indien mijnbouwschade aan gebouwen en werken is ontstaan, kan de aanwezigheid van direct waarneembare bouwkundige gebreken van invloed zijn op de omvang van de schadevergoeding voor zover dat redelijk is. Aan een gebrek waarvan het aannemelijk is dat het geen schade veroorzaakt zou hebben indien de beweging van de bodem of de uitstroming van delfstoffen zich niet zou hebben voorgedaan, wordt geen gewicht toegekend.

8. De eigenaar van een gebouw of werk die een beroep doet op het vermoeden, bedoeld in het zesde lid, geeft de tot schadevergoeding aangesproken exploitant op diens verzoek de betreffende vergunning of vergunningen voor het gebouw of werk ter inzage indien hij daarover beschikt.

9. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald op welke wijze het effectgebied van een mijnbouwwerk wordt vastgesteld. Voorafgaand aan de inwerkingtreding van de algemene maatregel van bestuur wordt het gebied waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 6 of 25 van de Mijnbouwwet is afgegeven, geacht zich te bevinden binnen het effectgebied.

Toelichting

In de ons omringende landen is wettelijk geregeld dat de bewijslast voor de schade als gevolg van mijnbouwactiviteiten bij de exploitant ligt. In Nederland is dit niet het geval. Hierdoor is de bewijslast bij schade die veroorzaakt is door onder andere gaswinning in Groningen neergelegd bij de slachtoffers.

Indieners vinden het onacceptabel dat mensen die toch al niet gevraagd hadden om schade aan hun huis ook nog eens worden opgezadeld met de last om aan te tonen dat deze schade veroorzaakt is door de winningsactiviteiten van bedrijven. Het gevolg van de huidige situatie is immers dat burgers extra worden belast én dat er minder schade wordt vergoed. Deze problemen zijn meer dan genoeg duidelijk geworden bij de gaswinning in Groningen, maar de problematiek is breder en is ook bij schade als gevolg van bijvoorbeeld zoutwinning aan de hand.

Indieners stellen daarom voor de bewijslast om te draaien. In eerdere debatten met de minister van Economische Zaken erkende de minister de problemen wel die de huidige situatie oplevert voor de slachtoffers, maar wees het voorstel om de bewijslast om te keren af. In reactie op de motie-Ouwehand (KS 33529-78) heeft de minister gesteld (TK, vergaderjaar 2013-2014, handelingen 12-8-1) dat hij de bewijslast eigenlijk al bij de exploitant heeft gelegd door de Technische Commissie Bodem Bescherming een oordeel te laten vellen over de vraag of de schade is veroorzaakt door de aardbevingen en daarmee door de aardgaswinning, of dat er iets anders aan de schade ten grondslag ligt. In de praktijk blijkt dat deze route niets heeft opgelost voor de slachtoffers. Dat kan ook niet, zolang het aan de gedupeerden zelf is om te bewijzen dat zij recht hebben op een schadevergoeding.

Dit amendement regelt dat de bewijslast bij schade door mijnbouwactiviteiten weer wettelijk wordt neergelegd bij de mijnbouwmaatschappij.

Indien dit amendement wordt aangenomen, wordt het opschrift van het wetsvoorstel vervangen door: Wijziging van de Mijnbouwwet, de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met implementatie van richtlijn nr. 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van richtlijn 2004/35/EG (PbEU 2013, L 178), en wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de omkering van de bewijslast bij schade binnen het effectgebied van een mijnbouwwerk.

Jan Vos
Ouwehand


Status

Aangenomen

Voor

PVV, CDA, CU, SGP, Klein, Kuzu/Özturk, Houwers, 50+, D66, GroenLinks, PvdA, PvdD, SP

Tegen

VVD, GrBvK

Lees onze andere moties

Motie Ouwehand: het verbod op het gebruik van wilde dieren in circussen ook laten gelden voor de lama, alpaca, kameel en dromedaris

Lees verder

Amendement Ouwehand: het uitsluiten van gasboringen en andere mijnbouwactiviteiten in het Waddengebied en gebieden met een Natura 2000- en Werelderfgoedstatus

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer