Stem­ver­klaring stem­mingen wet groei melk­vee­hou­derij


25 november 2014

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Wij stemmen op dit moment over een uitbreiding van de melkveestapel. De melkvee-industrie kent veel problemen. Het meest fundamentele is moreel van aard, namelijk dat wij een jonge koe drachtig maken en een kalf laten werpen, waarna wij het jong dat zij zou willen zogen en dat op zijn beurt zijn moeder nodig heeft, bij haar weghalen zodat de melk naar de supermarkt kan. Dat is systematische wreedheid tegen weerloze dieren. Het debat daarover wordt nog niet gevoerd, want dit is taboe. De Kamer wil het wel hebben over de meer geaccepteerde dierenwelzijnsproblemen: weidegang en pootproblemen. Daarover spreken wij met elkaar af dat wij ambities hebben om het welzijn van dieren te verbeteren. Mijn vraag is wel wat die ambities waard zijn, als zojuist moties die vragen om een aanpak die parallel zou moeten gaan met een eventuele groei van de veestapel, zijn verworpen. Als er 100.000 koeien bij komen en je weet dat 80% van de koeien last heeft van pootproblemen, dan komen er 80.000 welzijnsproblemen bij.

Alleen al om die reden zou je dit wetsvoorstel dus niet moeten kunnen aannemen. Maar ook zojuist ingediende en in stemming gebrachte amendementen over grondgebondenheid, weidegang en enige inperking van de groei, zijn verworpen. Dan staan we dus voor een keuze. In deze tijden van vogelgriep, waarin iedereen zich realiseert dat Nederland als meest veedichte land ter wereld geen verdere …

De voorzitter: Mevrouw Ouwehand, u moet zich echt beperken tot het verklaren van uw stem over deze wet en niet oproepen tot een debat over andere onderwerpen, of uitdagen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter, als u goed luistert, hoort u dat de Partij voor de Dieren zegt dat alleen al vanwege de dierenwelzijnsambities — die niet gesteund worden, getuige de stemmingen zojuist in de Kamer — een verdere groei van de melkveestapel onwenselijk is.

Daar komt bij, voorzitter, en dan rond ik af, dat in tijden van vogelgriep, waarin iedereen snapt dat een land dat het meest veedicht is ter wereld een verdere groei van de veestapel …

De voorzitter: Mevrouw Ouwehand, uw eerste deel was goed. Dat ging over deze wet. Maar u breidt uit naar andere zaken. Daar moet u zeker over spreken in deze Kamer, maar niet tijdens een stemverklaring. Ik dank u wel!

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Het lijkt me goed als u even luistert, want dit gaat over de hoofdelijke stemming die ik aanvraag. Ik wil dat verklaren.

De voorzitter: Nee. Ik heb goed geluisterd. Ik heb u gevraagd, zich te beperken tot de melkveehouderij. Dat wist u duidelijk. U bent toch gaan uitbreiden naar vogelgriep. U doet het nu opnieuw. Ik denk dat u uw stem daarmee voldoende verklaard hebt. Als u nog iets wilt zeggen over het amendement, sta ik dat toe, maar niet over andere dierziekten. Die komen bij andere wetten aan de orde.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter, ik denk u het niet helemaal begrijpt. Ik wil graag uitleggen waarom ik hoofdelijk wil stemmen over het amendement. Ik heb goed gehoord dat u mij die kans geeft. Wij vragen een hoofdelijke stemming aan over het volgende amendement, omdat dat de enige manier is om de melkveestapel te houden zoals die is en niet te laten groeien. Ons lijkt dat in tijden van diercrises meer dan de moeite waard om hoofdelijk over te stemmen.

De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Ouwehand. Ik had heel goed begrepen waar het over ging.

We gaan hoofdelijk stemmen over het amendement-Ouwehand/Thieme op nr. 8.