Inbreng SO Ontwerp­be­sluit emis­siearme huis­vesting land­bouw­huis­dieren


6 november 2014

Inbreng Partij voor de Dieren SO Ontwerpbesluit emissiearme huisvesting landbouwhuisdieren

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met afkeuring kennis genomen van het Ontwerpbesluit emissiearme huisvesting landbouwhuisdieren. Zij concluderen dat met dit ontwerpbesluit wordt ingezet op een bestendiging van de bio-industrie, waarbij dieren in potdichte stallen worden opgesloten, terwijl de natuur er niet bij gebaat is. Zij willen graag enkele vragen hierover aan de regering stellen.

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vinden het ontwerpbesluit de perfecte illustratie van de spagaat waarin het kabinet zich kennelijk bevindt. Enerzijds heeft ze zich gecommitteerd aan het beschermen van stikstofgevoelige natuur, en anderzijds een verdere groei van de veestapel in dit al zeer veedichte land geen haarbreed in de weg wil leggen. Deze twee doelen staan diametraal tegenover elkaar. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren moeten constateren dat het Kabinet kiest voor de economische belangen, maar dit verbloemd met mooiklinkende doekjes voor het bloeden. Met einde-van-de-lijn oplossingen zoals “emissiearme huisvesting” en “luchtwassers” maakt dit Kabinet zich schuldig aan greenwashing. Deze technische ingrepen kosten de boeren erg veel geld, erg veel energie en hebben bovendien tot op heden aantoonbaar geen enkele significante verbetering voor de natuur met zich meegebracht. De veronderstelde vrijgekomen ammoniak ‘ruimte’ wordt daarenboven direct weer opgevuld door verdere uitbreidingen van de veestapel. Ondertussen blijft het opruimen van de effecten van deze ammoniakdepositie in de natuur de maatschappij handenvol geld kosten. Deze leden van de PvdD-fractie vragen het kabinet haar eigen wetenschappelijke adviesorganen als het Planbureau voor de Leefomgeving en de Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid serieus te nemen door het advies om af te stappen van schaalvergroting en productieverhoging. Een en krimp van de veestapel is noodzakelijk in een dichtbevolkt en bebouwd land en mag niet langer een taboe zijn voor dit kabinet. De leden van de PvdD-fractie roepen de staatssecretaris op te kiezen voor een volhoudbare Nederlandse landbouw. Inkrimping zorgt voor minder ammoniakuitstoot en brengt de kosten voor het onderhoud van natuurgebieden drastisch omlaag zal. Daarmee komt er ruimte voor ecologische landbouw gericht op marktonderscheidende kwaliteitsproductie. Graag een reactie van de staatssecretaris hierop. Kan de staatssecretaris overigens bevestigen dat dieren die weidegang hebben, minder ammoniakuitstoot veroorzaken dan dieren die jaarrond in dichte stallen moeten leven?

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren willen van de staatssecretaris weten hoe zij het dierenwelzijn beoordeelt van dieren die in dichte stallen met luchtwassers moeten leven? Is het dierenwelzijnsniveau in een dergelijke stal gelijk aan een open stal met weidegang danwel vrije uitloop? Op welke manier brengt dit ontwerpbesluit een veehouderij dichterbij waarbij, om met de woorden van de Staatssecretaris te spreken, “het dier centraal staat”? Op welke wijze brengt dit ontwerpbesluit de ambitie van de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij (DUV) dichterbij die luidt ‘dieren in de Nederlandse veehouderij kunnen hun hele leven lang volledig voorzien in hun ethologische behoeften en die zonder pijn of beperkingen uitvoeren. Kan de staatssecretaris een aantal concrete voorbeelden noemen van verbeterd dierenwelzijn in emissiearme stallen met luchtwassers? Kan de staatssecretaris de gemiddelde afschrijftermijnen van de in dit ontwerpbesluit opgenomen stallen een stal noemen? Kan zij bevestigen dat de stallen die op dit moment volgens de voorschriften in dit ontwerpbesluit worden gebouwd, niet aan de dierenwelzijns- en diergezondheidsstandaarden uit de Uitvoeringsagenda voldoen? Zo ja, kunnen de veehouders straks aanvullende eisen verwachten om volledig aan de DUV te voldoen en wie gaat die aanvullende investeringen betalen? Zo nee, waaruit blijkt dat alle ambities van de Uitvoeringsagenda gehaald worden met de bouw van deze nieuwe stallen?

De leden van de Partij voor de Dieren wijzen erop, dat luchtwassers en potdichte stallen niet alleen voor de dieren zeer ongezond zijn, waardoor het antibioticagebruik in de vee-industrie erg hoog blijft, maar dat ook de werknemers in de stallen in een zeer ongezond arbeidsklimaat werken. Kan het kabinet bevestigen dat onder varkens- en pluimveehouders luchtweginfecties relatief veel voorkomen? Heeft zij daar cijfers van? Zo nee, waarom niet en is zij bereid daar onderzoek naar uit te voeren? Wat is het effect van dit ontwerpbesluit op het klimaat en de luchtkwaliteit in de stal? Kan de staatssecretaris aangeven op welk niveau van verzadiging van de lucht met ammoniak, fijnstof en endotoxinen er op grond van de voorschriften in dit besluit uitgekomen zal worden in de verschillende staltypen, en of dat hoger of lager is dan situatie conform de huidige voorschriften?