Inbreng SO Ontwerp-Rijks­struc­tuur­visie bereik­baarheid Regio Rotterdam en Nieuwe Weste­lijke Oever­ver­binding


25 april 2013

Inbreng Partij voor de Dieren Schriftelijk Overleg Ontwerp-Rijksstructuurvisie bereikbaarheid Regio Rotterdam en Nieuwe Westelijke Oeververbinding

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met zorg kennis genomen van de Ontwerp-Rijksstructuurvisie bereikbaarheid Regio Rotterdam en Nieuwe Westelijke Oeververbinding. Zij willen hierover graag enkele vragen stellen.

Robuustheid
De leden van de PvdD-fractie constateren dat in de Ontwerp-Structuurvisie in kwalitatieve zin wordt aangegeven dat de robuustheid van het wegennet toeneemt door de aanleg van een NWO doordat een nieuwe doorsnijding een extra parallelle route creëert. De mate van robuustheid van een nieuwe verbinding is echter ook kwantitatief aan te duiden, de methode hiervoor is beschreven in het rapport ‘De betekenis van robuustheid’ (KiM, 2010). De robuustheid neemt echter niet automatisch toe bij het toevoegen van een extra doorsnijding doordat hier de verkeerssituatie complexer kan worden waardoor de kans op incidenten toeneemt en het netwerk dus kwetsbaarder wordt. De leden van de PvdD-fractie vragen zich af of er alsnog een kwantitatieve analyse gemaakt kan worden van de bijdrage van de NWO aan de robuustheid van het netwerk?

Probleemanalyse bereikbaarheidsknelpunten
De leden van de PvdD-fractie constateren dat de probleemanalyse van bereikbaarheidsknelpunten die gemaakt is in Rotterdam Vooruit uitgaat van het zogenaamde European Coordination groeiscenario (EC scenario). Dit scenario is inmiddels vervangen door de WLO scenario’s. In het EC scenario wordt uitgegaan van een hogere groei van de mobiliteit dan in het hoogste scenario (GE) van de WLO scenario’s. Deelt de minister de mening dat de feiten aantonen dat de probleemanalyse van Rotterdam Vooruit achterhaald is? Zo ja, wat gaat zij hier aan doen?

Onzekerheid over baten
De leden van de PvdD-fractie maken zich zorgen over de onzekerheid over de baten. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft onlangs gewaarschuwd dat investeren in infrastructuur risicovol is gezien de onzekerheid over de ontwikkeling van de mobiliteit (Balans voor de Leefomgeving, 2012). De MKBA van de NWO laat zien dat de baten/kosten ratio van de NWO gunstiger wordt bij vijf jaar uitstel van de investeringen. Er kan ruim een miljard euro bespaard worden als de NWO niet nodig blijkt te zijn. Is de minister bereid de NWO enige jaren uit te stellen zodat bezien kan worden of de mobiliteit gaat groeien?

Werkgelegenheidseffecten
In de MKBA wordt aangegeven dat door de aanleg van de NWO in 2020 circa 20 banen worden gecreëerd en dat dit aantal in 2040 oploopt tot circa 45 banen. In de studie naar regionale economische effecten (REES) wordt aangegeven dat het als gevolg van de regionale economische ontwikkeling 500 arbeidsplaatsen ontstaan (GE scenario). Het Economische Instituut voor de Bouw heeft aangegeven dat voor infrastructuurprojecten in zijn algemeenheid geldt dat een investering van 100 miljoen euro in bouwprojecten 600 manjaren oplevert. De NS berekent voor een investering van 1 miljard euro in spoorinfrastructuur 10.000 banen. Deelt de minister de mening van de leden van de PvdD-fractie dat de werkgelegenheidseffecten van de NWO vele malen lager zijn dan die van een gemiddeld infrastructuurproject? Zo ja, is de minister bereid om meer te kiezen voor maatregelen op het gebied van het OV in plaats van asfalt, zoals kwaliteitssprong OV Rotterdam Zuid?

Effecten op de natuur
De leden van de PvdD-fractie zijn van mening dat mensen recht hebben op een gezonde leefomgeving en de natuur beschermd moet worden. De leden van de PvdD-fractie zien dat gekozen is voor de variant Blankenburgtunnel Krabbeplas West. Deze variant heeft verreweg de grootste negatieve effecten op de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) doordat deze EHS gebied de Rietputten doorsnijdt. Voor de EHS geldt echter het ‘nee, tenzij’ regime. Deelt de minister de mening van de leden van de PvdD-fractie dat het tracébesluit voor de Blankenburgtunnel niet aan de wetgeving voor de bescherming van de EHS voldoet? Zo ja, welke conclusies trekt zij hier uit? Kan de minister daarnaast aangeven wat het effect van de variant Blankenburgtunnel Krabbeplas West is op de internationale verplichtingen over het behoud van biodiversiteit? Zo nee, waarom niet?