Inbreng Thieme SO L&V Raad 18 juli


12 juli 2016

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben de geannoteerde agenda voor de Landbouw & Visserijraad gelezen. Zij willen graag nog enkele vragen stellen.

Beheer van externe vloot

De leden van de PvdD-fractie hebben zich meermaals kritisch uitgelaten over Europese vissers die – met subsidie van de EU – visgronden buiten Europa leegvissen. Het wegvangen van visbestanden buiten de Europese Unie, ten koste van lokale gemeenschappen, is ontoelaatbaar. Het voorstel van de Europese Commissie voor het beheer van de externe vloot is voor de leden van de PvdD-fractie een eerste stap in de goede richting. Maar de leden spreken nogmaals hun zorgen uit over het wegvallen van artikel 5.1 hierin. Dit artikel verbiedt dat schepen die ernstige overtredingen hebben begaan, toegang krijgen tot niet-Europese wateren.

De staatssecretaris antwoordde eerder (tijdens het Algemeen Overleg Landbouw & Visserijraad van 22 juni 2016) dat artikel 5.1 overbodig is, omdat deze overlapt met de controleverordening. De leden van de PvdD-fractie wijzen bij dezen op een cruciaal verschil tussen artikel 5.1 en deze controleverordening. Met artikel 5.1 is één ernstige overtreding in de 12 maanden voorafgaand aan de toetsing voldoende om geen toegang te krijgen; met de controle verordening zou een schip minsten tien ernstige overtredingen moeten hebben om de toegang tot de visgronden voor een jaar te verliezen. Is de staatssecretaris daarom bereid zich alsnog in te spannen om artikel 5.1 terug te laten plaatsen?

Actieplan Vitalisering Varkenshouderij

De leden van de fractie van de PvdD constateren dat het onlangs verschenen Actieplan Vitalisering Varkenshouderij nog steeds uitgaat van bulkproductie, verdere schaalvergroting en export. Immers, het plan geeft aan dat de varkenssector met 3.000 varkenshouders zal krimpen, maar dat het aantal varkens even groot blijft of zelfs groter wordt. Daarmee komt het actieplan niet tegemoet aan de groeiende maatschappelijke wens van kleinschalige veehouderij. Ook gaat het plan volledig voorbij aan de recente analyse van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid die stelt dat de eenzijdige focus op export kritisch tegen het licht gehouden moet worden. Kan de staatssecretaris hier een reactie op geven? Erkent de staatssecretaris dat dit plan schadelijk is voor familiebedrijven en alle ruimte biedt voor industriële megabedrijven?

De leden van de PvdD-fractie wijzen de staatssecretaris erop dat echte vitalisering om een drastische hervorming vraagt, waarin wordt ingezet op het verminderen van de varkensstapel en op een omslag naar een bedrijfsvoering waar het varken zijn natuurlijke gedrag kan vertonen, in harmonie met natuur, milieu en de leefomgeving. De leden betreuren het dat er 200 miljoen euro wordt uitgetrokken naar de uitvoering van dit actieplan, maar dat er geen enkele euro wordt besteed aan het verbeteren van het leven en het welzijn van de varkens.

In het actieplan wordt voorgesteld om minder intensief te controleren bij diertransporten om zo kosten te besparen. De leden van de PvdD-fractie vinden dit onbegrijpelijk, aangezien de samenleving keer op keer wordt opgeschrikt door voedselschandalen en dierenleed tijdens transport. De leden krijgen hier graag een reactie op.

Met het actieplan worden oude oplossingen uit het verleden, zoals bouwen aan ketensturing, weer van stal gehaald met de belofte dat zelfregulering werkt. De leden van de PvdD-fractie concluderen dat deze beloftes keer op keer niet waargemaakt worden. Supermarkten zouden verplicht moeten worden om aan te tonen dat varkensboeren een prijs krijgen die kostendekkend is. Alleen dan kan er gestuurd worden op kwaliteit en vallen knoeiers buiten de boot. Toezicht en handhaving dienen volledig in overheidshanden te zijn en te blijven.

Walvisjacht

Nog steeds accepteert Japan het internationale verbod op commerciële walvisjacht niet, dat sinds 1986 van kracht is. De leden van de PvdD-fractie zijn daarom verheugd over de aanscherping van het Europese standpunt over de Japanse walvisjacht. Dankzij een aangenomen PvdD-motie in het Europees Parlement, zal Europa van Japan gaan eisen dat het land stopt met de illegale jacht op walvissen. Daar zullen eventuele consequenties voor de handelsrelatie met Europa aan verbonden worden

In oktober 2016 vindt de International Whaling Commission (IWC 66) plaats. Kan de staatssecretaris aangeven wat de inzet van Nederland en de EU zal zijn? Na de IWC 66 zal het gemeenschappelijk EU-standpunt over de walvisvangst geactualiseerd zal worden. Kan de staatssecretaris garanderen dat hierin tenminste dezelfde beschermingsmaatregelen als in het huidige standpunt opgenomen worden?

Dolfijnenslachtingen

Deze maand zijn de gruwelijke dolfijnenslachtingen op de Faeröer-eilanden weer begonnen. Overeenkomstig de motie van het lid Ouwehand (TK 21 501-32, nr. 734) dient het kabinet zich sterk te maken voor beëindiging van deze slachtingen, die met medewerking van Denemarken jaarlijks plaats vinden. In antwoord op eerdere schriftelijke vragen (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015-2016, nr 115) heeft de staatssecretaris toegezegd om de mogelijkheden te onderzoeken of en op welke wijze de EU kan optreden. De leden van de PvdD-fractie wachten inmiddels een jaar op de resultaten hiervan. Is de staatssecretaris bereid een inbreukprocedure tegen Denemarken te starten en/of te ondersteunen, onder andere wegens het nalaten van haar verplichtingen, zoals omschreven in de Europese Habitatrichtlijn (artikel 12)?

Internationale handel in tijgerproducten

De leden van de PvdD-fractie waarderen de inzet van de staatssecretaris met betrekking tot het bestrijden van wildlife crime. Zij zijn blij met de uitvoering van de aangenomen motie van Thieme en Heerema (TK 33 348, nr. 140), waarmee Nederland de import van jachttrofeeën van dieren als leeuwen en ijsberen verbiedt. Ook zijn deze leden blij dat de staatssecretaris zich wil inzetten voor een verdere inperking van de trofeeënjacht en zich zal inspannen voor het aannemen van een resolutie hierover tijdens de Cites-conferentie (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora) in Zuid-Afrika. Is de staatssecretaris bereid zich ook in te spannen voor het aannemen van twee draft resoluties[1] gericht op handel in tijgerproducten? De vraag naar tijgerproducten groeit. Zowel de stroperij als de tijgerfokkerijen vormen een grote bedreiging voor wilde tijgers en tijgers in het algemeen.

[1]The draft Decisions adopted at the 66th Meeting of the CITES Standing Committee in Jan 2016 that are scheduled for adoption at CoP17: https://cites.org/sites/default/files/eng/com/sc/66/Com/E-SC66-Com-11.pdf

The additional draft Decision proposed by the Government of India for adoption at CoP17 https://cites.org/sites/default/files/eng/cop/17/WorkingDocs/E-CoP17-60-02.pdf

Beantwoording staatssecretaris

Beheer van externe vloot

De leden van de PvdD-fractie hebben zich meermaals kritisch uitgelaten over Europese vissers die – met subsidie van de EU – visgronden buiten Europa leegvissen. Het wegvangen van visbestanden buiten de Europese Unie, ten koste van lokale gemeenschappen, is ontoelaatbaar. Het voorstel van de Europese Commissie voor het beheer van de externe vloot is voor de leden van de PvdD-fractie een eerste stap in de goede richting. Maar deze leden spreken nogmaals hun zorgen uit over het wegvallen van artikel 5.1 hierin. Dit artikel verbiedt dat schepen die ernstige overtredingen hebben begaan, toegang krijgen tot niet-Europese wateren.

De staatssecretaris antwoordde eerder (tijdens het algemeen overleg Landbouw- & Visserijraad van 22 juni 2016) dat artikel 5.1 overbodig is, omdat deze overlapt met de controleverordening. De leden van de PvdD-fractie wijzen bij deze op een cruciaal verschil tussen artikel 5.1 en deze controleverordening. Met artikel 5.1 is één ernstige overtreding in de 12 maanden voorafgaand aan de toetsing voldoende om geen toegang te krijgen; met de controle verordening zou een schip minstens tien ernstige overtredingen moeten hebben om de toegang tot de visgronden voor een jaar te verliezen. Is de staatssecretaris daarom bereid zich alsnog in te spannen om artikel 5.1 terug te laten plaatsen?

De Landbouw- en Visserijraad heeft juni jl. bij de vaststelling van de Algemene Oriëntatie voor de Verordening voor het beheer van de externe vloten, besloten het door de Europese Commissie voorgestelde artikel 5.1. onderdeel d niet over te nemen. Lidstaten zijn van mening dat de systematiek van de controleverordening een afdoende afschrikwekkende werking heeft. Men vreest bovendien dat handhaven van dit onderdeel, door de werking van het puntensysteem en de eraan gekoppelde schorsing van de visvergunning, tot dubbele sanctionering zou leiden. De werking van het puntenstelsel is overigens genuanceerder dan deze fractie stelt. Afhankelijk van de soort ernstige inbreuk varieert het aantal punten tussen de 3 en 7. De visvergunning wordt geschorst ingeval 18 punten worden bereikt voor ernstige inbreuken die in een periode van 36 maanden worden begaan. Dit betekent een schorsing na 3 tot 6 overtredingen. Met het schrappen van artikel 5.1 onderdeel d wordt voor vaartuigen binnen én buiten EU-wateren dezelfde standaard gehanteerd.

Actieplan vitalisering varkenshouderij

De leden van de fractie van de PvdD constateren dat het onlangs verschenen Actieplan vitalisering varkenshouderij nog steeds uitgaat van bulkproductie, verdere schaalvergroting en export. Immers, het plan geeft aan dat de varkenssector met 3.000 varkenshouders zal krimpen, maar dat het aantal varkens even groot blijft of zelfs groter wordt. Daarmee komt het Actieplan niet tegemoet aan de groeiende maatschappelijke wens van kleinschalige veehouderij. Ook gaat het plan volledig voorbij aan de recente analyse van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid die stelt dat de eenzijdige focus op export kritisch tegen het licht gehouden moet worden. Kan de staatssecretaris hier een reactie op geven? Erkent de staatssecretaris dat dit plan schadelijk is voor familiebedrijven en alle ruimte biedt voor industriële megabedrijven?

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op de vragen van de VVD, PvdA en de SP over het Actieplan vitalisering varkenshouderij.

De leden van de PvdD-fractie wijzen de staatssecretaris erop dat echte vitalisering om een drastische hervorming vraagt, waarin wordt ingezet op het verminderen van de varkensstapel en op een omslag naar een bedrijfsvoering waar het varken zijn natuurlijke gedrag kan vertonen, in harmonie met natuur, milieu en de leefomgeving. Deze leden betreuren het dat er 200 miljoen euro wordt uitgetrokken naar de uitvoering van dit Actieplan, maar dat er geen enkele euro wordt besteed aan het verbeteren van het leven en het welzijn van de varkens.

In het actieplan zijn acties en maatregelen uitgewerkt om te komen tot structurele veranderingen die noodzakelijk zijn wil de varkensketen in Nederland economisch en maatschappelijk perspectief blijven houden. Met de varkenssector heb ik afgesproken dat zij naast de uitvoering van het actieplan tegelijkertijd met alle betrokken belanghebbenden scherp blijft inzetten op de verdere verduurzaming van de varkensketen door de uitvoering van haar toekomstvisie en maatschappelijke agenda ‘Recept voor duurzaam varkensvlees’. In dat kader zal ik nader bezien welke aanpassingen in de Maatlat Duurzame Veehouderij investeringen in innovaties, dierenwelzijn en andere duurzame maatregelen verder kunnen stimuleren.

In het Actieplan wordt voorgesteld om minder intensief te controleren bij diertransporten om zo kosten te besparen. De leden van de PvdD-fractie vinden dit onbegrijpelijk, aangezien de samenleving keer op keer wordt opgeschrikt door voedselschandalen en dierenleed tijdens transport. Deze leden krijgen hier graag een reactie op.

In het actieplan wordt niet voorgesteld om minder te controleren, maar om anders te controleren. De keuring bij diertransporten zal zo worden ingericht dat een deel van de keuring door de sector wordt uitgevoerd. Uitgangspunt is dat ruimte wordt geboden aan een kwaliteitssysteem voor diertransport en stalkeuring wanneer de sector garanties kan bieden voor een effectieve borging. Eén van de met de sector afgesproken voorwaarden is dat in het kwaliteitssysteem voor diertransport een elektronisch identificatiesysteem op basis van individuele dieren is opgenomen. Hiermee wordt een betere borging verkregen van dieren die voorafgaand aan het transport zijn gekeurd en de dieren die daadwerkelijk worden getransporteerd.

Met het Actieplan worden oude oplossingen uit het verleden, zoals bouwen aan ketensturing, weer van stal gehaald met de belofte dat zelfregulering werkt. De leden van de PvdD-fractie concluderen dat deze beloftes keer op keer niet waargemaakt worden. Supermarkten zouden verplicht moeten worden om aan te tonen dat varkensboeren een prijs krijgen die kostendekkend is. Alleen dan kan er gestuurd worden op kwaliteit en vallen knoeiers buiten de boot. Toezicht en handhaving dienen volledig in overheidshanden te zijn en te blijven.

Ik ben geen voorstander van een verplichting voor supermarkten om aan te tonen dat varkenshouders een kostendekkende prijs krijgen. Prijzen komen tot stand op de markt tussen vragers en aanbieders. Voor veel agroproducten is dat de internationale markt. Een gegarandeerde prijs zou juist prikkels kunnen wegnemen om innovatieve en kwalitatief goede producten en diensten te leveren die aansluiten op de consumentenvraag. Dit past niet in een internationale vrijemarkteconomie met onderhandelingsvrijheid en ruimte voor ondernemerschap. Nederlandse leveranciers zouden zichzelf uit de markt prijzen omdat hun afnemers uitwijken naar goedkopere leveranciers in het buitenland. Daarbij is deze verplichting niet bevorderlijk voor de onderhandelingspositie van de varkenshouders. De boeren zullen de supermarkten inzicht moeten geven in de gemaakte kosten. Tot slot is een kostprijs moeilijk vast te stellen en is controle en handhaving hierop lastig.

Walvisjacht

Nog steeds accepteert Japan het internationale verbod op commerciële walvisjacht, dat sinds 1986 van kracht is, niet. De leden van de PvdD-fractie zijn daarom verheugd over de aanscherping van het Europese standpunt over de Japanse walvisjacht. Dankzij een aangenomen PvdD-motie in het Europees Parlement, zal Europa van Japan gaan eisen dat het land stopt met de illegale jacht op walvissen. Daar zullen eventuele consequenties voor de handelsrelatie met Europa aan verbonden worden.

In oktober 2016 vindt de International Whaling Commission (IWC 66) plaats. Kan de staatssecretaris aangeven wat de inzet van Nederland en de EU zal zijn? Na de IWC 66 zal het gemeenschappelijk EU-standpunt over de walvisvangst geactualiseerd zal worden. Kan de staatssecretaris garanderen dat hierin tenminste dezelfde beschermingsmaatregelen als in het huidige standpunt opgenomen worden?

Sinds 1986 is door de International Whaling Commission (IWC) een moratorium (tijdelijke stop) op commerciële walvisvaart ingesteld. Japan maakt gebruik van een bepaling in het verdrag voor het verlenen van speciale vergunningen voor wetenschappelijk onderzoek. In het Europees Parlement is een motie aangenomen die verzoekt dat de EU aandringt op het beëindigen van de vangst van walvissen door Japan. Deze motie wordt betrokken bij de standpuntbepaling van de lidstaten van de EU bij de voorbereiding van de komende conferentie van de IWC in oktober 2016 (IWC66). Voor deze vergadering is het gezamenlijk mandaat van de EU, dat is opgesteld voor drie IWC-vergaderingen (IWC64 tot en met IWC66), nog van toepassing. Nederland en de EU zullen hun standpunt bepalen binnen dit mandaat, dat na de IWC66 geactualiseerd zal worden. Zoals gebruikelijk zal ik in een brief aan uw Kamer van tevoren laten weten wat de inzet van Nederland en de EU zal zijn bij de IWC66. De hoofdlijn is en blijft dat Nederland streeft naar een strikte bescherming van walvissen.

Dolfijnenslachtingen

Deze maand zijn de gruwelijke dolfijnenslachtingen op de Faeröer-eilanden weer begonnen. Overeenkomstig de motie van het lid Ouwehand (TK 21 501-32, nr. 734) dient het kabinet zich sterk te maken voor beëindiging van deze slachtingen, die met medewerking van Denemarken jaarlijks plaats vinden. In antwoord op eerdere schriftelijke vragen (Aanhangsel van de Handelingen, 2015-2016, nr. 115) heeft de staatssecretaris toegezegd om de mogelijkheden te onderzoeken of en op welke wijze de EU kan optreden. De leden van de PvdD-fractie wachten inmiddels een jaar op de resultaten hiervan. Is de staatssecretaris bereid een inbreukprocedure tegen Denemarken te starten en/of te ondersteunen, onder andere wegens het nalaten van haar verplichtingen, zoals omschreven in de Europese Habitatrichtlijn (artikel 12)?

Zoals ik in het door u aangehaalde antwoord heb aangegeven, ben ik er voorstander van om de kleine walvisachtigen, zoals dolfijnen, onder het regime van de IWC te brengen. Inmiddels functioneert er binnen de Wetenschappelijke Commissie van de IWC een subcomité dat zich, onder leiding van een Nederlandse wetenschapper, bezighoudt met de status van kleine walvissoorten. Nederland heeft ook financieel bijgedragen aan het werk van dit subcomité. De resultaten van dit werk zullen worden gepresenteerd tijdens de komende vergadering van de IWC in oktober 2016. Verder heb ik aangegeven dat Nederland in diverse fora Denemarken zal blijven aanspreken op het feit dat Nederland het doden van dolfijnen, zoals dat onder meer op de Faeröer-eilanden plaatsvindt, moreel onacceptabel vindt. Als autonoom onderdeel van het Koninkrijk Denemarken zijn de Faeröer-eilanden echter zelf verantwoordelijk voor het beheer van hun natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van de jacht op walvisachtigen. De Faeröer-eilanden vallen bovendien niet onder het grondgebied van de Europese Unie. Een inbreukprocedure door de Europese Commissie, op grond van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, kan derhalve niet tegen de Faeröer-eilanden ingesteld worden.

Internationale handel in tijgerproducten

De leden van de PvdD-fractie waarderen de inzet van de staatssecretaris met betrekking tot het bestrijden van wildlife crime. Zij zijn blij met de uitvoering van de aangenomen motie van de leden Thieme en Heerema (TK 33 348, nr. 140), waarmee Nederland de import van jachttrofeeën van dieren als leeuwen en ijsberen verbiedt. Ook zijn deze leden blij dat de staatssecretaris zich wil inzetten voor een verdere inperking van de trofeeënjacht en zich zal inspannen voor het aannemen van een resolutie hierover tijdens de Cites-conferentie (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora) in Zuid-Afrika. Is de staatssecretaris bereid zich ook in te spannen voor het aannemen van twee draft resoluties gericht op handel in tijgerproducten? De vraag naar tijgerproducten groeit. Zowel de stroperij als de tijgerfokkerijen vormen een grote bedreiging voor wilde tijgers en tijgers in het algemeen.

De tijger (Panthera tigris) staat op Bijlage I van het CITES-verdrag, bijgevolg is elke commerciële handel in tijgers of tijgerproducten verboden. Nederland heeft zich altijd ingezet voor het behoud van tijgers en ik zal dit beleid voortzetten. Tijdens het laatste CITES Standing Committee in januari 2016 is veel aandacht besteed aan het herzien en aanscherpen van nationale regelgeving van landen waar tijgerfokkerijen voorkomen. Tijdens de zeventiende CITES-Conferentie (CoP17), welke in het najaar van 2016 plaats zal vinden, zullen twee resoluties aangaande tijgers behandeld worden. Dit betreft de aanname van de aanbevelingen van het Standing Committee en een voorstel van India over een internationale database van foto’s van illegaal verhandelde tijgerproducten. Zoals u weet is Nederland door Slowakije gevraagd om tijdens de CITES CoP17 de rol van EU-voorzitter waar te nemen. In dat kader zal ik mij inspannen voor aanname van beide resoluties.

Interessant voor jou

Bijdrage Thieme Debat over de uitkomsten van de Europese Top van 28 en 29 juni 2016

Lees verder

Bijdrage Wassenberg AO Vuurwerk

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer