Bijdrage Partij voor de Dieren AO Energie


11 februari 2011

Bijdrage Partij voor de Dieren algemeen overleg Energie
01/02/2011


[…]

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Ik had twee vragen. Ziet de VVD kernenergie nog steeds als een transitie naar schoon en duurzaam? Moet je dit alles dan eerst nog gaan uitzoeken? Tegen de tijd dat je dat weet, heb je die transitie namelijk niet meer nodig. Verder moet het afval op dit moment naar Frankrijk gebracht worden om opgewerkt te worden.

De heer Leegte (VVD): Het antwoord is: ja, het is een onderdeel van de transitie naar
schoon. Het CDA schetste een beeld dat we in 2050 al zo ver zijn. Dat weet ik niet, maar als we meer op kernenergie inzetten, komt een CO2-arme samenleving natuurlijk wel heel snel dichterbij.

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Hoe lang mag die transitieperiode wat betreft de VVD duren? De heer Leegte (VVD): Ik heb er eerlijk gezegd geen idee over. Ik denk dat niemand dat heeft. Belangrijk is dat politici een ideaal, een visie neerzetten op de richting die het op zou moeten gaan. Die richting is klip-en-klaar. We moeten een energiemix krijgen die schoon, betaalbaar en betrouwbaar is.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik stel die vraag niet voor niets Het is niet zo dat je van de ene op de andere dag "effetjes" wat kernenergie opwekt. Daar gaat een proces van jaren aan vooraf voordat dat draait. Ik zou dan ook willen dat wij dan al zijn overgeschakeld op echt duurzame energie. Ik vraag dus wat de VVD wil accepteren in een vervuilde energiesamenleving als ze zo sterk voor kernenergie pleit. Hoeveel jaren mag die transitie in beslag nemen?

De heer Leegte (VVD): Ik ga nu natuurlijk geen wedervragen stellen over de definities van duurzaam, maar ik wijs er wel op dat het ongeveer 30 jaar duurt voordat een idee over duurzaamheid 1% marktaandeel heeft in de energiemix. Willen wij dus 100% nieuwe energie hebben dan duurt dat dus een ongelofelijk lange tijd. Ik zeg niet 100 keer 30 jaar, want bepaalde dingen lopen parallel, maar het is zeker niet zo dat wanneer we 100 ideeën hebben, we over 30 jaar klaar zijn. Dus in de tussentijd kunnen we geen enkel alternatief uitsluiten en moeten we inzetten op die brede mix van vormen van energie. Daarbij zijn er risico's. Dat is CO2-uitstoot bij fossiel. Dat is windstilte bij windenergie. Dat is een wolk voor de zon bij zonne-energie. Dat is opslag wanneer het gaat om kernafval. Maar daar kunnen we oplossingen voor vinden en dat moeten we ook doen.

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Bij debatten over energie en klimaat merk ik dat heel regelmatig bij mij het zinnetje in mijn hoofd opkomt: wat er niet aankomt, hoeft er ook niet af. Dat zinnetje is afkomstig van een reclame over een smeerkaasproduct. Nu ben ik niet zo van de kazen of de smeerkazen, maar die reclamejongens hadden dat goed bedacht: wat er niet aankomt, hoeft er ook niet af. Welnu, zoiets simpels mis ik ook enorm in de aanvang van deze debatten. Wat je niet nodig hebt en wat je niet verbruikt, hoef je niet op te wekken en wat je niet uitstoot hoef je niet onder de grond te stoppen. Ik vind werkelijk dat we veel te weinig aan het begin beginnen, dus bij het oplossen van de problemen waarmee we onszelf geconfronteerd zien. Ik wijs op het gedoe dat het ons vervolgens oplevert en op de discussies over kernenergie, over CO2-opslag en over de vraag hoe we de gasrotondestrategie geïmplementeerd krijgen. Daarvan zeg ik: het hoeft allemaal niet zo moeilijk als we het ons zelf wel maken. Ik druk de minister dan ook op het hart om een stevige ambitie te tonen op het gebied van energiebesparingen met concrete doelstellingen zowel voor Nederland als voor Europa. De minister is, naar ik aanneem, verder bekend met ons pleidooi om wat betreft de uitstoot vooral te kijken naar de Nederlandse consumptie en de productie in onze vee-industrie. Naar onze mening is daar veel winst te halen qua uitstoot van broeikasgassen. Dat aspect mag wat ons betreft weleens betrokken worden in deze debatten, zeg ik maar even voorzichtig. Het zou de grootste blunder in deze toch nog niet zo heel erg oude eeuw zijn om te investeren in kernenergie. De minister geeft het zelf toe: het is geen duurzame vorm van energieopwekking. Als je het al zou overwegen als transitievorm, dan kleven er zulke enorme bezwaren aan qua tempo en duur voordat je er echt wat aan hebt, dat het geen serieuze optie kan zijn. Je definieert een aantal criteria voor duurzame energie. Je constateert dat kernenergie daar niet aan voldoet. En dus ben je klaar en zal je andere wegen moeten bewandelen om je zelf niet klem te lopen.

De heer Van Vliet (PVV): Ik hoor u tegen de minister zeggen dat het een grote blunder zou zijn om te investeren in kernenergie. Als u er zo'n expliciete mening over hebt, zou u die mening moeten richten tot de investeerders in kernenergie en niet tot de minister. Als PVV gaan wij er namelijk van uit dat niet de minister maar het bedrijfsleven investeert.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Met welke boodschap wilt u het bedrijfsleven dan op pad sturen? In andere landen zien we dat het om de drommel niet meevalt om een kernenergiecentrale te bouwen. De investeerders lopen zich daar helemaal stuk. Bovendien moeten enorme garanties worden gegeven vanuit onze schatkist. Ik vind het dan ook niet zo'n rooskleurig verhaal dat wij daar te vertellen hebben. Dus zeggen wij: kernenergie, niet aan beginnen, niet doen. De fractie van D66 heeft terecht vragen gesteld over het koelwater in de Waddenzee. Dat onderzoek ernaar lijkt mij belangrijk. Dat onderzoek lijkt mij belangrijk, maar ik hoor graag ook of er wordt getoetst aan de Natuurbeschermingswet. Het komt mij voor dat er een enorm probleem gaat ontstaan in relatie tot de natuurwaarden en de geldende vergunningplicht. Wij moeten dat nu al in kaart brengen gelet op de ontwikkelingen die mogelijk gaan plaatsvinden in die enorme energie-industrie. Het is mij opgevallen dat de minister volhardt in een omarming van de gasrotondestrategie en alles wat daarbij hoort. Het opvallende was dat in het rapport van de Brattle Group bij uitstek de gasopslag als een van de zwakste schakels in die strategie is genoemd en de minister daar eigenlijk een beetje overheen fietste in de vragen die wij daarover hebben gesteld. Hij zegt nog steeds dat die gasopslag voor de zekerheid van de energievoorziening en voor de economie van groot belang is terwijl die Brattle Group juist zegt dat die gasopslag geen rol van betekenis speelt in de economie. Ik vraag het de minister dus nog maar een keer. Kan ik nu niet lezen of is hij gewoon niet bereid om toe te geven dat die gasopslag niet nodig is? Zeker gelet op de veiligheidsrisico's en de natuurwaarden die wij gaan aantasten in de Bergermeerpolder vraag ik hem om die plannen gewoon te schrappen, want dan zijn wij overal van af.

[…]

Minister Verhagen: Een aantal woordvoerders vroeg naar de verplichte doelstelling op het punt van de energiebesparing. De vraag is of ik bereid ben om die verplichte doelstelling in te brengen in het debat in de Europese Raad. Ik heb eerder al gezegd, na de eerste discussie over de voorstellen van de Europese Commissie, dat ik daar niet voor voel. Andere lidstaten vragen daar ook niet om. Wij hebben die twee doelstellingen: 20% CO2-reductie in 2020 en 14% duurzame energie. ECN heeft gesteld dat het met een stapeling van doelstellingen met daarbovenop nog een subdoelstellinkje voor energiebesparing, allemaal gewoon te duur wordt. Toen gold dat als naast de CO2-doelstelling ook een doelstelling voor hernieuwbaar en energiebesparing gehanteerd zou worden, de kosten ervan zouden verdubbelen. Dat heeft ECN heel nadrukkelijk bekeken. Energiebesparing is een middel dat uiteraard helpt bij het behalen van de reductie van broeikasgassen. Dat is evident. Wij zeggen nu dat wij nationaal willen bepalen hoe dat middel optimaal kan worden ingezet. Daarvoor hebben wij onder andere de SDE-plus en andere maatregelen die wij eerder besproken hebben.

[....]

Ik proef bij de verschillende partijen de bereidheid en het enthousiasme om te komen tot energiebesparing. Ik weet dat u meer houdt van overheidsingrijpen en dictaten van bovenaf, maar deze regering staat daar anders in.

[…]

Voorzitter. Een van de elementen in energiezekerheid is een bepaalde voorspelbaarheid en betrouwbaarheid van de overheid en de besluitvorming op dat punt. Er wordt nu even gedaan alsof wij opeens met een gasrotonde bezig zijn, maar wij zijn daarmee natuurlijk al jaren bezig. Dat beleid is ook steeds door de meerderheid gesteund. Dat heeft te maken met zowel, zoals de heer Samsom terecht opmerkt, energiezekerheid, ook voor onze kinderen en de kinderen die in het Verenigd Koninkrijk wonen, maar ook voor het verdienpotentieel op energiegebied. Wij kunnen doen alsof er niets meer mag, maar uiteindelijk moeten wij gewoon ergens mee onze boterham verdienen, of dat nu is met het produceren van product X of handel in product Y. Wij moeten ergens zowel geld mee verdienen, ook voor onze kinderen, als de energiezekerheid garanderen. Als wij nu het licht uitdoen, dan verbruiken wij geen energie en dan besparen wij energie ten behoeve van onze kinderen. Ook vandaag blijkt echter dat er veel lampen aan staan, omdat wij energie gewoon nodig hebben in ons dagelijks functioneren. Ook toekomstige generaties zullen gewoon energie nodig hebben. Met de gasrotonde is een strategie ontwikkeld waarmee aan beide punten invulling kan worden gegeven.

[…]

Waar liggen de kansen en risico's? Uit het feit dat een aantal uwer heeft gezegd dat men in Duitsland en België ook al bezig is, blijkt dat anderen de potentiële verdiencapaciteit ook zien. Zij zien daarin ook kansen liggen. Tegelijkertijd blijkt uit de Brattlestudie dat Nederland goede kansen heeft om in die toekomstige gasmarkt een vooraanstaande rol te blijven spelen. Wij hebben een gunstige geografische ligging, sterke bedrijven, de grootste gasbeurs op het Europese vasteland, kennis en kunde. Onze concurrentiepositie, juist ten opzichte van potentiële kapers op de kust, is gewoon groot. Het zou stom zijn om die kans te laten liggen. Tegelijkertijd zijn er risico's, bijvoorbeeld in de zin van die buitenlandse concurrentie. Ook andere landen hebben plannen om zo'n gasrotonde aan te leggen. Moeten wij het daarom maar niet doen? Dat lijkt mij vreemd want er zijn een heleboel producten die wij dan aan andere landen kunnen overlaten. Concurrentie is er altijd, maar dat houdt ons en de bedrijven scherp.

[…]

De voorzitter: Wij maken nu eerst een rondje langs de Kamerleden. Ik begin aan de andere kant.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Mij bekruipt een akelig gevoel. Ik heb mij bij het energiebesparingdeel nog ingehouden, ook al gaf de minister in zijn antwoord blijk van een zeer matige inzet. Vrijblijvendheid was troef. Vervolgens begon hij aan het blokje gas. Hij deed eerst nog even flauw over het uitdoen van alle lampen dat een mooie energiebesparing zou opleveren. De minister kan nu wel nee zeggen, maar ik vond het wel flauw, want het gaat natuurlijk ook over het isoleren van huizen en niet alleen maar over het uitdoen van lampen. Daarna sprak hij over de gasstrategie en hoeveel centjes wij daaraan kunnen verdienen. Welke modellen liggen hieraan ten grondslag? Als wij wel werk maken van energiebesparing, welke vervelende gevolgen heeft dat voor de minister van "energie en economie" in termen van wat het de bv-Nederland oplevert? Hoe wordt dit meegewogen?

[…]

Minister Verhagen: Om te beginnen is het helemaal niet flauw om te zeggen dat wij ook de lampen kunnen uitdoen als het enige pleidooi van een partij is dat de doelstelling door
energiebesparing kan worden bereikt. Wij hebben een bepaald energieverbruik en dat moet minder worden. Energiebesparing past daarbij, maar wij kunnen niet zonder energie. Zonder energie kunnen wij niet werken, niet leven en niet verdienen. Zo simpel is het. Daarom moet je energiezekerheid en energieleverantie hebben. Dit heeft niets met flauw te maken, het is gewoon de realiteit. Je lost het energievraagstuk niet op met alleen besparing. De enige manier om het dan op te lossen, is door geen energie meer te gebruiken. Je gebruikt echter altijd energie, hoeveel je ook bespaart. Laten wij elkaar toch niets wijsmaken.

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Hoe lang mag naar de mening van het kabinet de transitiefase duren waarvoor kernenergie nodig zou zijn?

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik ben benieuwd of het ministerie beschikt over rekenschema's en modellen voor de verdiencapaciteit van de gasrotonde versus energiebesparing. Met andere woorden: wat betekent het voor de verdiencapaciteit als er wél wordt bespaard door de huishoudens en de industrie. Zij die modellen er of niet?

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik heb gevraagd of op het ministerie rekenmodellen circuleren van de verdiencapaciteit versus energiebesparing.

Minister Verhagen: Zelfs als wij 100% energie besparen is dat niet gerelateerd aan de verdiencapaciteit van de gasrotonde.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): De vraag is helder: ja of nee?

Minister Verhagen: De vraag kan helder zijn, maar dat hoeft niet altijd een helder antwoord op te leveren.

De voorzitter: Dit is het antwoord van de minister. Dan moet u daar op een ander moment op terugkomen.

Minister Verhagen: De verdiencapaciteit van de gasrotonde heeft als zodanig niets te maken met energiebesparing. Zelfs als ik 100% energiebesparing heb, kan ik nog een
geweldige inverdiencapaciteit hebben met de gasrotonde. Ik bestrijd de indruk dat wij niet investeren in energiebesparing omdat wij een gasrotonde hebben. Die veronderstelling gaat schuil achter de vraag van mevrouw Ouwehand. Die wordt niet gedeeld door het kabinet.

Interessant voor jou

Bijdrage Ouwehand AO Duurzaamheid

Lees verder

Inbreng Schriftelijk Overleg Uitvoering moties Ouwehand over muskusratten

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer