Bijdrage Ouwehand Begroting Infra­structuur en Milieu 2012 eerste termijn


22 november 2011

Bekijk de bijdrage via debatgemist.nl

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Het is een beetje een bizar debat over de milieubegroting. Denkt de VVD nog dat duurzaamheid niets met varkens heeft te maken omdat varkens niet op zouden raken, in de circulaire wereld van de CDA-fractie blijkt het niet zeker te zijn of een varken wel terugkomt als een varken. Ik kan eraan toevoegen dat de PVV zich meer dan ooit blijkt te ontpoppen als een roeptoeter van Bernard Wientjes en de grote milieuvervuilende bobo's, die er niet bepaald bekend om staan op te komen voor de belangen van Henk en Ingrid.

Daar staan we dan. De begroting van Infrastructuur en Milieu. Dat "en milieu" in de naam is vast bedacht om de vijandige overname van het ministerie van VROM door het ministerie van Verkeer en Waterstaat te maskeren. Daar trappen wij echter niet in. Op het milieu, zo zei de minister bij de presentatie van het allesvernietigende regeerakkoord, gaan we een oogje houden. Dat was heel geruststellend. Er moest natuurlijk ook iemand komen die dat oogje op het milieu zou gaan houden. Ik kan mij voorstellen dat de animo, zeker bij deze partijen, niet erg groot was en met dit regeerakkoord al helemaal niet. Laten we eerlijk zijn: de milieuportefeuille heeft toch meer weg van het niveau van een snuffelstage. Je hebt niet echt wat te doen. Maar goed, er is iemand gevonden. Joop Atsma zei: ik doe het wel, ik ben wel iemand van de spek en de bonen.

Na een jaar milieubeleid onder staatssecretaris Atsma hebben we inderdaad gezien dat hij niet veel heeft gedaan, in elk geval niet voor het milieu. Als je je dan verveelt, ga je maar iets anders zoeken om te doen. Er waren dus wel wat dingetjes te vinden tegen het milieu. Dat is dan wel aardig gelukt. Klimaatambities en doelstellingen zijn teruggeschroefd tot het absolute minimum. De verplichtingen onder het internationaal bindende Kyotoprotocol worden via dubieuze "clean development mechanisms and joint implementation" afgekocht. In gewone mensentaal betekent dit dat we China geld geven om gevaarlijke broeikasgassen te produceren en ze vervolgens te verbranden. Heel duurzaam dus. In ouderwetse taal zou je dat een aflaat kunnen noemen.

Ook had deze staatssecretaris wel verstand van die enorm vervuilende bio-industrie. Die is zo vervuilend dat je als je er een vergunning voor aanvraagt, die nooit krijgt. Dus was de oplossing snel gevonden: we schaffen de vergunningplicht af. Dat geldt ook voor het lozen van landbouwgif in het oppervlaktewater. De regels die Nederland had om nieuwe soorten landbouwgif te toetsen op de effecten ervan op het milieu, zijn vergaand versoepeld. Datzelfde is de staatssecretaris aan het doen voor gentech, genetisch gemanipuleerde organismen, die volop op de Nederlandse akkers mogen staan, met alle risico's van dien. Ook van mest weet de staatssecretaris het een en ander. Het gaat in dit land om zeven miljard kilo per jaar. Dat zijn heel veel badkuipen en daar kunnen nog wel wat badkuipen bij, want de mestwetgeving is versoepeld.

Rust, weidsheid, ruimte en natuur worden in ons land beschermd en dat is heel erg lastig voor ondernemers. Afschaffen die handel. Terwijl minister Cramer van VROM haar ministerie nog een beetje duurzaam probeerde te maken, heeft zij op aandringen van de Partij voor de Dieren vegetarisch tot norm gemaakt voor de officiële diners. Dat is na het aantreden van dit kabinet weer snel teruggedraaid. Bij het aantreden van staatssecretaris Atsma heb ik hem gevraagd of hij eigenlijk weet wat het milieubelastende onderdeel van het voedselpakket is. Ik ben benieuwd of hij daar na een jaar nadenken eindelijk een antwoord op heeft.

Zo'n verdrietige opsomming wil de Partij voor de Dieren niet nog een keer meemaken. Als deze staatssecretaris dus wat te doen wil hebben, moeten wij iets bedenken wat bij hem past. Iets waar hij zijn ziel en zaligheid in kwijt kan, waar zijn achtergrond in terugkomt en iets wat ook nog past bij de doelstelling om ons land een beetje mooi in te richten. Ja, wij hebben wat gevonden, en wel geïnspireerd door boer Hendrik Koekoek, die in Nijmegen zit en een mooi stuk land heeft naast de stad waarop hij biologische groente verbouwt.

Deze haalt hij twee keer per week van zijn land, legt ze op een kar, rijdt ze 200 meter verder naar zijn winkel en zo voedt hij 200 Nijmeegse gezinnen duurzaam en milieuvriendelijk. Het is ook nog eens een boerenproject.

De Partij voor de Dieren zou graag zien dat de staatssecretaris van Milieu zich niet nog een jaar gaat bezighouden met het uithollen van de milieuwetgeving, maar dat hij op een actieplannetje gaat broeden. Daar mag hij best even de tijd voor nemen. Hij mag in gesprekken met provincies en gemeenten bekijken of er belemmeringen zijn voor stadslandbouw en of er regelgeving is die mogelijk in de weg staat om op daken in de stad of in allerlei stadstuinen te gaan stadslandbouwen. Als hij maar bezig is met stadslandbouw: biologisch, in de buurt, duurzaam en milieuvriendelijk, en niet met al die andere plannetjes die op dit ministerie bekokstoofd worden, want daar wordt niemand beter van.

Voorzitter. Ik kan u voor vandaag blij maken. Ik had meer spreektijd aangevraagd, maar bij de begrotingen moet je de tijd verdelen over alle ministeries. We hebben met staatssecretaris Bleker over landbouw en natuur niet één appeltje, maar een hele mandvol te schillen, dus daarvoor willen we graag de rest van onze minuten gebruiken.


Mevrouw Van der Werf (CDA):
Ik heb twee vragen aan mevrouw Ouwehand. Zij noemt de CDA-fractie naïef, maar het gaat om zeven miljard mensen en zij praat over een boer die iets van zijn land haalt en dat twee keer per week naar gezinnen brengt. Daar redden we het toch niet mee? Is dat de systeemverandering waar de Partij voor de Dieren voor staat? Ik vind het prachtig, maar is dat wat we nodig hebben? Toen de CDA-fractie voorstelde om te bekijken wat we in leegstaande kantoren kunnen doen, om daar voedsel te gaan verbouwen, gebruikte mevrouw Ouwehand het woord "gotspe" en nu doet zij precies dezelfde voorstellen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik denk dat mevrouw Van der Werf het niet wil begrijpen. Alle voorstellen die zij doet, die de goede kant opgaan, steunt de Partij voor de Dieren, maar wij zijn er eerlijk over dat het niet genoeg is om alleen maar in een soort van blije roze droom te zeggen: als we het ietsje anders gaan doen, met een paar zonnepanelen en door op een paar plekken voedsel te verbouwen, dan komt het goed. Zolang we die grote olifant die hier wel staat, maar die niemand durft te benoemen, doodzwijgen, namelijk de onhoudbaarheid van de westerse levensstijl voor de aarde, komen we er niet. Ik steun de voorstellen van mevrouw Van der Werf, zoals zij ziet bij de stemmingen, maar we komen er niet als we niet durven te benoemen dat de manier waarop wij hier consumeren, het onmogelijk maakt om naar een duurzame wereld toe te groeien.

Mevrouw Van der Werf (CDA): Dan hoop ik in het vervolg van het betoog van mevrouw Ouwehand nog een aantal voorstellen voor systeemverandering te horen in plaats van een klein beetje minder slecht zijn.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat is precies wat het CDA doet: een klein beetje minder slecht zijn. De varkens raken wel op, omdat onze landbouwgrond op raakt vanwege de verspillende vleesproductie. Ik raad mevrouw Van der Werf aan om alle rapporten die naar de Kamer zijn gestuurd, gewoon te lezen, zoals de Monitor Duurzaam Nederland, waarin min of meer letterlijk staat dat het meer dan genoeg is om twee keer per week vlees te eten. De CDA-fractie houdt dat voortdurend tegen en betoont zich dus een enorm naïeve speler als het gaat om duurzaamheid. Ook al heeft mevrouw Van der Werf misschien goede bedoelingen, deze worden direct tenietgedaan door de landbouwwoordvoerders van haar eigen partij.

De heer Houwers (VVD): Ik heb twee vragen aan mevrouw Ouwehand. Denkt zij dat de manier waarop zij aan het begin van haar betoog de staatssecretaris aansprak, hem enthousiast zal maken om haar plannen uit te voeren? Is dat de manier waarop je mensen meeneemt? Dan mijn tweede vraag. Het zou ook kunnen dat er helemaal niet zoveel onderzoek voor nodig is, maar dat er gewoon weinig vraag is naar die producten. Iedereen kan op vele plekken dat soort boerderijen beginnen, maar blijkbaar is er niet genoeg vraag naar. De bedrijven die dat wel doen, slagen er wellicht onvoldoende in om afzet te creëren, anders waren er toch wel anderen die dat ook deden. Hoe kijkt zij daar tegenaan?

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik denk dat de staatssecretaris mans genoeg is om in zijn termijn te zeggen wat hij van mijn bijdrage vond. Het is bijna ontroerend om te zien dat de VVD-fractie meent op te moeten komen voor doorgewinterde politici in vak-K, maar goed, dat zou haar kunnen sieren.

De heer Houwers (VVD): Voorzitter. Ik zou graag willen dat mevrouw Ouwehand mijn vraag beantwoordt en niet naar de staatssecretaris verwijst.

De voorzitter: Ik had u niet het woord gegeven.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik heb een jaar lang en ook al eerder, toen de staatssecretaris nog in de Kamer zat, verschillende debatten met hem gevoerd. Het is mij nooit opgevallen dat hij niet tegen een plaagstootje zou kunnen, dus ik denk niet dat dit heel vervelend voor hem is. Maar goed, als de VVD-fractie zich daarover grote zorgen maakt, hoop ik dat zij nog wel kan slapen vannacht. Er zijn meer waarden in het leven dan alleen de vraag van de consument of er een markt voor is. Een van die waarden is dat er maar één aarde is. Die is geen voorraadkast die zich voortdurend blijft vullen met alles wat wij nodig hebben. Wij zullen er op moeten passen. Daarvoor is de overheid uitgevonden. Wij kunnen dingen tegenwerken of wij kunnen goede initiatieven stimuleren. Dat laatste heb ik zojuist gevraagd.

De heer Houwers (VVD): Het ging vooral over belemmeringen. Mijn vraag is of wellicht de vraag zelf een belemmering kan zijn. Daarop heb ik in mijn beleving geen antwoord gekregen. Mevrouw Ouwehand houdt een mooi betoog over wat zij allemaal belangrijk vindt. Mijn vraag is of de vraag zelf wellicht het gebrek kan zijn.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik denk dat er veel behoefte is aan stadslandbouw. Ik denk dat verschillende ondernemers die daarmee zouden willen beginnen allerlei plekken op het oog hebben waar misschien belemmeringen bestaan. Ik hoor graag van de staatssecretaris of hij dat wil inventariseren. Ik zou die belemmeringen graag weggenomen zien.

Interrupties bij andere partijen:

De heer Aptroot (VVD): Ik heb gezegd: iedereen moet zich aan de wet houden. Iedereen moet zich aan de maximumsnelheden houden. Het vergoelijkende spreken over andere milieubewegingen vind ik wel erg irritant. Dat is mijn opvatting.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Binnen de VVD is het de vraag wie het vooruitgeschoven meneertje -- het is meestal een meneertje -- mag zijn dat het hardst inhakt op de milieubeweging. Dat is volgens mij een erepost. Ik was er dus ook een beetje verbaasd over dat de heer Leegte hier vanavond niet sprak. Ik vraag het volgende daarom maar aan de heer Aptroot, want die heeft ook een mooie reputatie op dit punt. Gelden de voorstellen van de VVD om geen subsidie meer te geven aan maatschappelijke organisaties die de wet overtreden, ook voor alle andere ontvangers van subsidies? Moeten zij zich ook netjes aan de wet houden op straffe van een directe intrekking van gelden die op de bankrekening worden overgemaakt?

De heer Aptroot (VVD): In principe geldt dit voor iedere organisatie. Niemand mag de wet overtreden. Als je subsidie zou krijgen, zou de subsidie moeten worden beëindigd. Wij moeten wel even bekijken of dat kan. Als een bestuurder van een woningbouwvereniging bijvoorbeeld -- op dit moment krijgt die geen subsidie, maar in het verleden wel -- iets zou overtreden en je zou dan zeggen dat alle woningen dicht moeten, kan dit niet. In principe geldt dit echter voor iedereen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat is mooi. Graag hoor ik dan van deze woordvoerder van de VVD of zijn partij vindt dat landbouwsubsidies ook gewoon subsidies zijn. De landbouwwoordvoerder meent namelijk te kunnen zeggen dat het geen subsidies zijn, maar vergoedingen voor verrichte diensten. Dan wordt het allemaal wel heel ingewikkeld.

De heer Aptroot (VVD): De VVD-woordvoerder voor landbouw heeft gelijk. Onze lijn is om niet zomaar te subsidiëren. Om het mooie Nederlandse landschap in stand te houden en om ervoor te zorgen dat dieren in Nederland het beter hebben dan in andere landen, vragen wij extra zaken aan boeren. Dan is het heel redelijk dat zij een bijdrage, een vergoeding, krijgen voor de hoge kosten die zij daarvoor maken. Of je dit nu subsidie of vergoeding noemt, maakt mij geen klap uit, als het maar fair gebeurt. Die lijn van de VVD is voor de toekomst van de boeren, voor het landschap en voor de dieren heel belangrijk.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Er gaat bijna 50 mld. van het Europese belastinggeld naar Europese boeren. Een flink deel daarvan komt in Nederland terecht. De vraag is: heet dit subsidie? Vindt de VVD dat wij subsidiestromen à la minute kunnen stopzetten als blijkt dat de ontvanger van de subsidie de regels overtreedt? Ik zeg erbij dat dit vaak natuurregels zijn.

De heer Aptroot (VVD): Ik heb de indruk dat ik aanbeland ben in een debat over de landbouw en de agrarische sector. Daar voel ik niets voor. Ik heb duidelijk gezegd dat wij vinden dat mensen de wet niet mogen overtreden. Als zij dat wel doen, moeten ze worden aangepakt.

[…]

De heer Houwers (VVD): Het is goed dat we afscheid nemen van de planning van bovenaf en van de gedachte van een maakbare samenleving, die steevast tot frustraties leiden. Burgers en bedrijven weten zelf het beste op welke plek ze welke activiteiten willen doen en hoe ze deze het beste kunnen uitvoeren. De overheid luistert naar die burgers en bedrijven en faciliteert waar mogelijk. De overheid staat niet tegenover die burgers, maar ernaast. Het is een goede zaak dat de minister fors inzet op het wegnemen van regelgeving in de ruimtelijke ordening. Zo wordt er op het ministerie gewerkt aan één omgevingswet en wordt er ingezet op decentralisatie in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Decentralisatie is het adagium, zowel op het gebied van de leefomgeving als van de ruimtelijke ordening.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik heb het bij de economiebegroting ook al aan de woordvoerder gevraagd. Ik ben zo benieuwd hoe de religie van de VVD nu eigenlijk heet; dat geloof dat de wereld mooier wordt als je bedrijven laat bepalen wat het beste is voor onze leefomgeving.

De heer Houwers (VVD): Misschien weet mevrouw Ouwehand dat de VVD juist de partij is die religie en staat wil scheiden, dus we zullen het zeker geen religie noemen. Wij hebben geloof in de eigen kracht van mensen. Wat wij graag willen, is die mensen en bedrijven in die kracht zetten en ze daar de kansen voor bieden. Dat doen we volop.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat klinkt allemaal zo mooi, maar de onderzoeken en de relevante experts die we daarover kunnen raadplegen, zeggen allemaal dat belangrijke waarden daarmee niet zijn geborgd. Dan concludeer ik dat het zo'n naïeve gedachte is, zo'n religie bijna, dat ik me echt afvraag hoe dat heet en waar de bijbel van de VVD ligt.

De heer Houwers (VVD): Het klinkt niet alleen mooi, het is ook erg mooi. Het enige wat je ervoor nodig hebt, is een rotsvast vertrouwen in de toekomst en in het positieve van de mens, en dat hebben wij. Wij denken dat het heel goed kan dat de burgers zelf dingen doen en dat dit op andere bestuurlijke niveaus dan in de Tweede Kamer wordt bepaald. Ik denk niet dat mensen echt gelukkig worden als wij zeggen dat ze gelukkig moeten zijn, maar zij moeten er gewoon zelf aan werken en dat doen ze ook over het algemeen. Wat dat betreft is de VVD zeer optimistisch en ook heel blij met deze minister, maar dat mag al duidelijk zijn. Die aanpak leidt wat ons betreft ook tot minder regeldruk, minder bestuurlijke drukte en tot minder kosten. Dat is gewoon goed voor ons allemaal. Dat is voor de VVD een reden om te juichen over deze decentralisatie.

[…]

Mevrouw Van der Werf (CDA): Voorzitter. Aan het begin van mijn bijdrage zeg ik graag iets over de CDA-visie op duurzaamheid. Die wordt uiteraard gevoed door een van onze uitgangspunten, namelijk rentmeesterschap. Tegenwoordig wordt dat ook wel zorg voor de aarde genoemd. De mens is eveneens deel van die aarde, met zijn drang naar ontwikkeling, dynamiek, comfort en groei. De milieubeweging heeft de discussie over milieu en klimaatverandering op de kaart gezet. Dat is absoluut een verdienste, maar zij heeft er ook toe bijgedragen dat duurzaamheid is geassocieerd met beperkingen, met minder mogelijkheden, met een moreel oordeel over de westerse manier van leven en een overheid die van bovenaf strenge regelgeving introduceert en de subsidiekraan opendraait.

Ik heb veel respect voor mensen die zich een leefstijl aanmeten die bijdraagt aan het verkleinen van onze ecologische voetafdruk. Maar het CDA is ook reëel. Als wij vanuit de overheid op die wijze van gedragsverandering blijven inzetten, bereiken wij de massale doorbraak nooit. Dat gebeurt mogelijk wel door de milieudiscussie op een andere manier te voeren. Niet over wat allemaal niet meer mag, maar over doelen die wij willen stellen. Auto's die de lucht zuiveren terwijl zij rijden. Verf die fijnstof afvangt. Cement gemaakt van CO2. Gebouwen die energie leveren. Een dansvloer waar energie opgewekt wordt. Lege kantoorpanden waar voedsel wordt verbouwd. Het wachten is op een paneel dat fotosynthese van planten nabootst.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik maak hier bezwaar tegen. In een eerder debat deze week, over energie, heb ik mevrouw Van der Werf al gevraagd of zij soms de toespraak van minister Verhagen over de milieubeweging helemaal onderschreef. Ik was daarover toen een beetje verbaasd. Ik vind het nogal aanmatigend dat uitgerekend het CDA, dat niet bekend staat om haar groene ziel, meent te kunnen duiden wat de motieven van de milieubeweging zijn en wat die beweging wel of niet bereikt heeft, zonder een enkele relevante onderbouwing door fractie of bewindspersoon.

Mevrouw Van der Werf (CDA): Dat heeft ermee te maken dat de Partij voor de Dieren en het CDA anders tegen de milieudiscussie aankijken. Daarom vind ik het ook belangrijk om mijn betoog op deze manier te beginnen. Er zijn veel kansen om ongeveer op hetzelfde beleid aan te sturen. Wij zullen er echter altijd verschillend naar blijven kijken. Het is de overtuiging van het CDA dat als gekeken wordt naar wat er allemaal wel kan, de uitkomst een andere is dan als gekeken wordt naar wat er allemaal niet kan. Op dit moment zeg ik over de milieubeweging dat daar de discussie gevoerd wordt vanuit beperkingen in plaats van kansen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik vind dat een regelrechte schoffering van de milieubeweging. Ik vind het een gotspe dat het CDA meent te weten wat het milieu verder zal helpen. Het CDA dus en niet al die mensen die zich jarenlang belangeloos hebben ingezet en die zich telkens hebben moeten laten schofferen door het CDA.
Als het CDA durft te stellen dat de milieubeweging -- want daar komt het eigenlijk op neer -- een goede milieudiscussie in de weg staat en het CDA de plannen heeft die onze wereld wel gaan redden, dan wil ik dat onderbouwd zien. Niet alleen maar: als wij een beetje verduurzamen dàn kunnen wij de aarde redden van de ondergang. Kom dan maar met cijfers. Bewijs maar dat het CDA de milieuwijsheid in pacht heeft en de milieubeweging niet.

Mevrouw Van der Werf (CDA): De kleine stapjes, een beetje verduurzamen, hebben wij juist heel lang in de traditionele milieudiscussie gezien. Ik zie ook dat de milieubeweging mee verandert, maar het gaat om verandering van het systeem. Mevrouw Ouwehand zegt dat zij op voorstellen wacht en daarom is het misschien goed dat ik mijn betoog afmaak.

De voorzitter: Nee, mevrouw Ouwehand, u hebt al twee keer geïnterrumpeerd.

[…]

Mevrouw Van der Werf (CDA): […] We gaan van een schroothoopeconomie naar een circulaire economie, gerealiseerd door bedrijven, gestimuleerd door burgers en gefaciliteerd door de overheid. Door slim afvalbeleid, goed productdesign en ambitieus inkoopbeleid. Graag een reactie op die terminologie van de staatssecretaris.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Vorig jaar beweerde de VVD-woordvoerder tijdens de behandeling van deze begroting dat duurzaamheid niets met varkens te maken heeft, want varkens raken nooit op. Het CDA spreekt nu over een circulaire economie. Geldt die ook voor voedsel?

Mevrouw Van der Werf (CDA): De circulaire economie gaat inderdaad ook over voedsel. In zo'n economie maken we niet meer op dan er aan resources is. Dat wil niet zeggen dat iedere kringloop exact gesloten moet worden. Een varken hoeft niet per se terug te komen als een varken, maar me moeten er wel voor zorgen dat we houden waarmee we begonnen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Misschien kan het CDA erkennen dat een varken niet alleen uit zichzelf bestaat. Een varken eet soja, dat we uit Latijns-Amerika importeren. Daarvoor worden oerwouden gekapt. De aarde kent een limitering aan het aantal gronden dat we kunnen inzetten voor landbouw. Erkent de CDA-fractie dat daar grenzen aan zitten?
Uit cijfers blijkt dat als iedereen op de wereld onze levensstijl -- de milieubeweging mag niet zeggen dat die fout is -- overneemt, we niet genoeg hebben aan deze ene aardbol. We hebben er dan meer nodig, maar niemand kan die erbij toveren. Is de CDA-fractie bereid om ook dit te erkennen?

Mevrouw Van der Werf (CDA): Ik snap zo goed wat mevrouw Ouwehand zegt. We zitten op dit moment ook op dat spoor. Het CDA erkent dat we meer consumeren dan mogelijk is. Als de hele aarde dat gaat doen, ontstaan er problemen. Niemand in deze Kamer wil voor zijn rekening nemen dat we tegen opkomende economieën zeggen: jullie mogen dat niet doen, want dan kunnen wij onze levensstijl niet meer volhouden. Dat is een uitgangspunt. We liggen dus niet zover uit elkaar. De vraag is hoe we daar vervolgens mee omgaan. Wij kunnen hier stappen terug doen. Daarmee kopen we tijd, maar op de lange termijn redden we daar de wereld niet mee, omdat al die miljarden mensen een bepaalde levensstijl willen. We moeten onze intelligentie dus niet inzetten op een stapje terug, maar we moeten die inzetten op de vraag hoe we dan wel al deze mensen kunnen voeden. Op welke manieren gaan we ons vee voeren? Op welke manieren gaan we transporteren? Op welke manieren gaan we onze energie realiseren? Dat zijn enorme uitdagingen. Ik heb ook niet direct de antwoorden op deze vragen, maar ik wil er op een andere manier naar kijken dan de fractie van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dit is echter compleet naïef. De klimaatpanels, de landbouwwetenschappers, de FAO en noem ze allemaal maar op, zeggen: je kunt circuleren wat je wilt, maar met deze mate van consumptie van dierlijke eiwitten red je het niet. De CDA-fractie zal wel verplicht zijn, te zeggen dat we onze consumptie moeten verminderen. Het gaat anders immers niet. Als mevrouw Van de Werf beweert dat je met een circulaire economie en een andere aanpak alle mensen op de wereld kan voeden, gelooft zij in sprookjes.

Mevrouw Van der Werf (CDA): Ik ben van mening dat we het niet redden via de weg van "allemaal een stukje minder" en door een kleine optimalisatie van het verkeerde systeem. Anders zou ik anders zijn begonnen.

[…]

De heer De Mos (PVV): In 2008 stortten Greenpeaceactivisten rotsblokken in zee. Vissers reageerden woedend, omdat de organisatie willens en wetens mensenlevens in gevaar bracht. Afgelopen zomer installeerde de radicale milieuclub vier meter hoge beelden van zeepaarden op de zogeheten Klaverbank. De beelden waren bevestigd aan natuurstenen van ongeveer twee bij drie meter. Daarachter blijven visnetten gemakkelijk haken. Jaap Hennekeij, voorzitter van VisNed, zegt hierover: "een kotter die met zijn vistuig blijft hangen, kan omslaan en zinken". Ik wil niet zover gaan om de mensen van Greenpeace van poging tot doodslag te betichten, maar onbezonnen en radicaal zijn deze acties zonder enige twijfel.

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik wil eerst opgemerkt hebben dat Greenpeace in ieder geval bij de acties op zee keurig de coördinaten heeft bekendgemaakt. Wij hebben vandaag de antwoorden binnengekregen op vragen die een fractiegenoot van de heer De Mos heeft gesteld. Er is niks aan de hand. Dat is iedereen bekend. Ik zie dat de PVV zich heel druk maakt over Greenpeace, terwijl deze organisatie probeert om giftige stoffen uit speelgoed te houden enzovoort. Ik vraag mij daarom af voor welke belangen de PVV eigenlijk staat. We zien dat in het rijtje van de 200 invloedrijkste Nederlanders allemaal bobo's staan. Bernard Wientjes staat weer bovenaan. Dit zijn mensen uit het bedrijfsleven, grote vervuilers. Zij hebben helemaal niets met de gezondheid van Henk en Ingrid. Waarom dus zo'n furie over Greenpeace? Loopt de PVV aan het handje van de grote en machtige bedrijven in Nederland?

De heer De Mos (PVV): De Partij voor de Dieren beweert dat alles mag, zolang je de coördinaten maar aangeeft. Dan mag je de wet zelfs overtreden. Ik pik een televisie, maar zet hem terug. Dan heb ik niks gedaan. Dat is een beetje wat de Partij voor de Dieren zegt. De PVV staat voor handhaving van natuur- en milieuregelgeving. Dat is het hele verhaal. Wij zijn mordicus tegen een boevenbende die bij voortduring de wet overtreedt. De wet is er om nageleefd te worden. Greenpeace moet daarmee ophouden. Als Greenpeace gaat strijden tegen het doodknuppelen van zeehondjes en tegen de walvisjacht, geef mij dan een spandoek, dan gaan we samen naar het Malieveld en ben ik de eerste die meedoet.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): De heer De Mos geeft een verkeerde samenvatting. Misschien vindt hij de vraag een beetje te pijnlijk. Ik heb de opmerking over de coördinaten gemaakt omdat de PVV suggereert dat Greenpeace levens in gevaar heeft gebracht. Dat is niet waar. Dat wilde ik gezegd hebben. Ik hoor de leden van de VVD-fractie heel hard brommen. Zij kennen de feiten niet? Laten we ons bij de feiten houden. Waarom wil de PVV Greenpeace het land uitzetten en heeft de PVV een andere houding bij de milieuovertredingen van Nederlandse bedrijven, die wel degelijk aan de orde van de dag zijn? Die bedrijven worden niet het land uitgestuurd, toch?

De heer De Mos (PVV): Over de maatregelen had ik mij nog niet uitgelaten. Daar kom ik op een later moment nog even over te spreken. Ik heb niet gesproken over het land uit sturen, maar heb het puur over het hoofdkantoor gehad. Ik kom daar zo over te spreken. Mevrouw Ouwehand zegt dat Greenpeace niemand in gevaar heeft gebracht. Dank je de koekoek! Jaap Hennekeij, die zo'n 80% van de Noordzeekotters vertegenwoordigt, zegt dat het levensgevaarlijk is wat Greenpeace heeft gedaan en dat schepen erdoor kunnen zinken. Op schepen zitten heel vaak bemanningsleden. Ik zal u niet aanraden om bij min 5 op de Noordzee te zinken. Staatssecretaris Bleker heeft de acties van Greenpeace met zeepaarden in strijd met de wet genoemd. Oud-minister Gerda Verburg -- we kennen haar allemaal nog -- heeft gezegd dat deze acties de broodwinning en de veiligheid van vissers in gevaar brengen. Ik zou willen dat mevrouw Ouwehand op de bühne stond om de hardwerkende visser te verdedigen tegen het wetteloze gedrag van Greenpeace. Dan was zij een stoere vrouw geweest.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voor de laatste keer: het gaat dus niet over…

De voorzitter: Mevrouw Ouwehand, dit was al uw laatste keer.


Interessant voor jou

Bijdrage Ouwehand Wetgevingsoverleg Energie

Lees verder

Bijdrage Ouwehand Begroting Infrastructuur en Milieu 2012 (tweede termijn)

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer