Bijdrage Ouwehand AO Energie (gasopslag Bergen, biomassa, wind­energie)


30 maart 2011

[…]

De heer Van Vliet (PVV): Bij energietransitie zetten wij vooral in op energiebesparing voor de lange termijn. De discussie over de gasopslag Bergermeer is moeilijk. Enerzijds staan de belangen van de burgers op het spel, wat het draagvlak beperkt, en anderzijds staan er grote economische belangen op het spel en is dit een voorbeeld van een investering door private partijen waarvoor geen subsidie nodig is. Het is een heet hangijzer. Terugkijkend naar een eerder algemeen overleg over de gasrotonde, vraag ik de minister te schetsen wat de relatie is tussen de gasrotonde en de gasopslag Bergermeer. Of om de vraag te specificeren: stel dat de bezwaren tegen de gasopslag Bergermeer onoverkomelijk zijn en we kunnen er niet mee akkoord gaan, wat heeft dat dan voor impact op de gasrotondestrategie voor de rest van Nederland? Op deze relatie hoor ik graag een toelichting. De argumenten kunnen wellicht nog een rol spelen in onze overwegingen op dit punt.

De heer Paulus Jansen (SP): Bij het overleg van 19 november 2009 waar de heer Van Vliet naar verwijst, was zijn collega De Mos namens de PVV-fractie aanwezig. Dat was het moment waarop alle fracties zich konden uitspreken over hun houding ten principale over dit project en eventueel kritische kanttekeningen plaatsen. Een aantal fracties heeft dat gedaan, maar de PVV heeft bij die gelegenheid geen tijd aan dit onderwerp besteed. Waarom heeft de PVV toen zijn beurt voorbij laten gaan? Is de heer Van Vliet nu wakker geworden?

De heer Van Vliet (PVV): Gaat die vraag over gasopslag Bergermeer?

De heer Paulus Jansen (SP): Ja.

De heer Van Vliet (PVV): De minister zegt in zijn brief over dit onderwerp dat voor 8 april geen sprake is van onomkeerbare stappen. Aangezien tot die datum besluiten geen
rechtsgevolg hebben, kunnen we er dus nog over spreken. Of de PVV er wel of niet aandacht aan besteedt, is des PVV's.

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ook ik heb eerder met de heer Van Vliet van gedachten gewisseld over dit onderwerp. Dat was bij de begrotingsbehandeling voor Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) eind vorig jaar. Toen heb ik hem naar de veiligheid gevraagd en een relatie gelegd met hetgeen in het regeerakkoord over CO2-opslag staat. De voorwaarden in het regeerakkoord zijn dat de veiligheid gewaarborgd moet zijn en dat er draagvlak is. Gelden deze voorwaarden voor de PVV ook voor gasopslag? Het antwoord erop was toen bevestigend. Ik hoor graag van de heer Van Vliet of dat nog steeds geldt. Is naast veiligheid het draagvlak nog steeds een harde voorwaarde?

De heer Van Vliet (PVV): Dat is een heel belangrijk element in de discussie. Het is voor de PVV inderdaad een voorwaarde.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dan zou ik de heer Van Vliet nog even in herinnering willen geven dat hij in dat debat heeft gezegd dat de PVV geen voorstander is van deze
gasopslag. Ze is ertegen. Ik hoop dat de PVV op dat standpunt blijft.

De heer Van Vliet (PVV): Wij beoordelen dat op onze eigen wijze.

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Ik ben het met de heer Samsom eens dat de essentie van slecht energiebeleid is het verbrokkeld bespreken van onderwerpen. Ik wil daar een ander kenmerk aan toevoegen: het feit dat je vooral denkt vanuit de huidige status quo en alleen aan wat ietsje beter zou kunnen. We staan voor de grote opgave te durven inzetten op een echte transitie. Dat betekent het loslaten van wat we gewend zijn, als dat slechte keuzes blijken. Het lijkt alsof Nederland een van de laatste landen wil worden die de transitie van fossiel naar hernieuwbaar voltooit. Op een aantal punten heeft de Partij voor de Dieren grote zorgen, waarbij de partij meer na- dan voordelen ziet, terwijl het wordt gepresenteerd als dé weg naar de toekomst. Biomassabijstook en groen gas lijken de manieren waarop deze minister de doelstellingen voor hernieuwbaar wil halen. Daarmee zal hij de verplichte doelstellingen niet halen, maar ons wel diep in een koppelverkoop storten waar we nooit meer uitkomen. Groen gas is niet groen. Als we werkelijk de bio-industrie gaan gebruiken om warm te blijven in de winter, kunnen we de bio-industrie niet meer afschaffen. Sterker nog, de inzet op het subsidiëren van mestvergisting is een grote aanjager van de schaalvergroting in de vee-industrie. Zowel de inzet op mestvergisting als de inzet op biomassa zijn in feite cadeautjes van deze minister aan de agro-industrie, en hebben met het bestendig maken van onze energievoorziening in de toekomst niet veel te maken. De inzet op bijstook van biomassa en een eventuele leveranciersverplichting is bovendien koren op de molen van de kolencentrales, waar we maar geen afscheid van willen nemen. Als er inderdaad een leveranciersverplichting komt, zoals de grote energiebedrijven vragen, gaat het geld voor groene stroom rechtstreeks naar de kolenboeren. De enige oplossing daarvoor is nu te stellen dat biomassa geen groene stroom oplevert. Dan zijn we af van die koddige bijstook die gewoon geen milieuwinst oplevert, en is er een sterkere prikkel om eindelijk serieus te investeren in echt hernieuwbare energie uit zon en wind. Ik hoor op dit punt graag een reactie van de minister. We zetten nog steeds kassen neer die geen energie leveren, maar energie kosten. Ze hebben wel wkk, met iets meer rendement dan vroeger, maar zijn nog steeds afhankelijk van fossiele brandstof. Er zijn inmiddels technieken om woonwijken te verwarmen met de kas, zonder gas maar met zon. Ik vraag daarom opnieuw aandacht van de minister voor de Zonneterp.

Het onzalige plan om in Nederland naar schaliegas te boren is het zoveelste plan van deze minister om zo lang mogelijk fossiele brandstof te gebruiken. Er ligt een kritisch rapport van het Tyndall Centre for Climate Change Research. Daarin hebben zij het boren naar schaliegas ten strengste afgeraden. Het ligt niet voor de hand daar dan in Nederland mee te gaan experimenteren. Wat zijn de concrete plannen daarvoor? Ik ben hier zeer kritisch over en vraag de minister naar de stand van zaken op dit punt. De Partij voor de Dieren zegt duidelijk nee tegen CO2-opslag onder zee. Het verbaast me dat daartegen tot nu toe zo weinig weerstand is geweest in deze Kamer. De bezwaren tegen CO2-opslag onder zee zijn vergelijkbaar met de bezwaren tegen opslag onder land. Er is in dit geval alleen geen mondige burgerij die het kan tegenhouden. Het is een onbewezen techniek, die erg duur is en waarvoor een flinke subsidie is aangevraagd bij de Europese Unie. De belastingbetaler houdt op die manier de kolencentrales brandend. Er zijn veel vragen te stellen over de risico's. We weten wat de gevolgen zijn van CO2 in de oceanen. Ik hoop dat de minister zich daarvan bewust is. Als er gas ontsnapt heeft dat grote gevolgen voor het leven in zee en voor de vissers. Gisteravond was een uitzending van Labyrint. Ik heb begrepen dat het weer een signaal was over de impact van onderwatergeluid op het leven in zee. Ik vraag de minister nogmaals hoe het staat met het onderzoek daarnaar. We zouden graag wind op zee zien, maar voor ons geldt wel de voorwaarde dat het geen grootschalige negatieve effecten mag hebben op het leven in de zeeën en oceanen. Graag krijg ik daarover duidelijkheid van de minister. Ook wil ik van de minister een reactie op de barre financiële toestand waarin de BARDgroep momenteel schijnt te verkeren. Wat kan de minister daarover zeggen? Verwacht hij dat er doorgewerkt kan worden aan de plannen voor wind op zee? Heeft hij een plan B voor als dat niet lukt?

De heer Van Vliet (PVV): Mevrouw Ouwehand vraagt naar de schade van wind op zee voor het dierenleven in en op de zee. Stel dat de uitkomst erg negatief is, wat is dan de conclusie van de Partij voor de Dieren over wind op zee?

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dan doen we het niet. Het is voor ons een harde voorwaarde. We denken niet dat de ene stap richting duurzaamheid, die we zeker nastreven, moet worden ingevuld door een andere belangrijke stap, namelijk het beschermen van het leven in de oceanen, weg te strepen. Dat kan niet tegen elkaar worden uitgeruild. Dan zullen we een andere kant op moeten denken.

[…]

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): […] Wij constateren dat de discussie over de leveranciersverplichting van biomassa weer oplaait. Het gevaar is dat er een levendige handel gaat ontstaan in groencertificaten, maar vooral voor biomassa in kolencentrales. Hoe voorkomen wij woekerwinsten en een subsidieinfuus voor kolencentrales? Dat verwijt geldt natuurlijk vaak voor wind en zon, maar wij moeten voorkomen dat kolencentrales gaan draaien op subsidies in plaats van op kolen. Hoe kan de lokale markt, bijvoorbeeld de boeren, uiteindelijk meeprofiteren van bijstook van biomassa? Hebben wij straks genoeg biomassa op een verantwoorde manier? De discussies daarover zijn bekend. Wij zouden beter kunnen toewerken naar een oplopende verplichting voor bijstook van biomassa in de loop der jaren.

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik merk dat de afwijzing van de PvdD van mestvergisting bij veel collega's op onbegrip stuit. Ik weet dat de ChristenUnie het niet met ons eens is. Vindt de ChristenUnie niet dat je voor biomassa, in dit geval mestvergisting, de elementen moet meewegen die voorafgaan aan het hebben van het product? Voor er mest is, is er veel energie verspild.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Wat nu gebeurt met mest, is een mooie ontwikkeling. Bij de verwerking van mest, kunnen uiteindelijk fosfaten en andere mineralen worden teruggewonnen en verwerkt tot een nieuw product. Je maakt van een afvalproduct een grondstof. Dat zal u ook aanspreken. Ik ben het met u eens dat je goed moet bekijken wat een evenwichtige manier is om dit te stimuleren.

[…]

Minister Verhagen: […]De uitwerking van de SDE-plusregeling zal ik medio april sturen. Dat is overigens de uitwerking van de feed-inregeling zoals die in het verkiezingsprogramma van de heer Koppejan stond. Deze kan dan ook in ieder geval voor 1 juli opengesteld worden. We hebben de gesprekken over het actieplan geothermie met de sector afgerond. Een verslag hiervan kan de Kamer ook verwachten.

[…]

Ik zeg de Kamer toe dat ik in het Energierapport met een visie op wind en gas als onderdeel van de energiemix kom. Dat rapport stuur ik voor de zomer naar de Kamer. Daarin neem ik ook de reactie op de Taskforce Windenergie op Zee mee. We zijn al een tijdje bezig met het restbudget van de regeling Windenergie op Zee. Het was niet zo eenduidig als de heer Samsom suggereerde. Misschien dat hij nadere informatie had. Ik heb heel recent een brief ontvangen van de drie partijen, BARD, Nuon en Eneco, die nog meedoen in de tenderregeling Windenergie op Zee. Hierin wordt voorgesteld dat twee van deze drie partijen hun subsidieaanvraag in die tender intrekken zodat het restbudget toevalt aan een partij die, naast de aangevraagde productie, ook belooft de nodige innovatie toe te passen. Dat is interessant omdat er dan een grotere klap gemaakt wordt met betrekking tot de innovatie. Het rendement van je ingezette euro wordt daarmee ook weer groter. Ik ga nu beoordelen of dat voorstel interessant genoeg is om in mee te gaan.

[…]

In principe willen Nuon en Eneco samenwerken in de realisatie van het windmolenpark met een innovatieve aanpak. BARD is dan bereid om af te zien van de subsidie-aanspraken in ruil voor het stopzetten overigens van alle juridische procedures tegen de subsidieverlening aan BARD die Nuon en Eneco in een eerdere fase hadden aangespannen. Dan is daarmee de weg vrij en krijgt BARD meer lucht om allerlei financiële contracten rond te krijgen voor het realiseren van de windparken in de eerste tender. Dus er zit voor iedereen wat in. Mevrouw Ouwehand en de heer Leegte waren opgeschrikt door de berichtgeving rond BARD deze ochtend in de kranten. Mijn verwachting is niet dat de situatie rond BARD in Duitsland negatieve gevolgen heeft voor het realiseren van Nederlandse windparken van BARD. Bij windenergie op zee hebben partijen eerst een subsidiebeschikking nodig voor men een contracterings- en financieringsgrond kan krijgen. Er is dus altijd onzekerheid. In het geval van BARD is Typhoon Capital aan de slag gegaan om de financiering rond te krijgen. Ik krijg ook berichten dat het bereiken van de financiering voor de Nederlandse windparken nog steeds op schema ligt en hierdoor niet is vertraagd. Voor de afgifte van vergunningen voor windenergie op zee zijn milieueffectrapportagestudies uitgevoerd. Daarin is ook aandacht gegeven aan het onderwatergeluid. Dat is specifiek meegenomen in die MER. Ik heb ook in de schriftelijke beantwoording van de vragen vermeld dat er in den brede onderzoek wordt uitgevoerd naar de ecologische effecten van windenergie op zee. Dat onderzoek zal komend najaar openbaar worden. De voorzitter: Ik stel voor nu snel door te gaan met de kolencentrales en CO2 en de overige vragen schriftelijk te beantwoorden.

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Als de minister toch schriftelijk zal antwoorden, CO2-opslag schriftelijk beantwoord worden.

De voorzitter: […] We beginnen met het deel van het AO over de Bergense gasopslag. We gaan over naar de eerste termijn van de Kamer.

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Allereerst wil ik de suggestie van de SP-fractie weerspreken dat, als de Kamer in 2009 in grote lijnen spreekt over gasopslag, er daarna geen afwijzing meer mogelijk zou zijn, zeker als je ziet wat er sinds 2009 allemaal boven tafel is gekomen. De Partij voor de Dieren is allerminst te spreken over de houding van deze minister en zijn voorganger ten aanzien van de gemeente Bergen. Er loopt zelfs een procedure bij de rechter. Het moet mij van het hart dat ik het zeer bezwaarlijk vind dat de minister de suggestie wekt dat de gemeente Bergen de procedures heeft getraineerd. Daar is geen sprake van. Ik ben zeer benieuwd naar de uitspraak van de rechter daarover. Andere pijnpunten voor de PvdD liggen uiteraard in het natuurgebied dat wordt opgeofferd. Dit kabinet, en ook het vorige, heeft geen goede reputatie als het gaat om beloftes over compensatie van aangetaste natuur, dus daar hebben we geen vertrouwen in. Daarnaast krijgen we steeds meer signalen dat het erop lijkt dat de deal al jaren geleden gesloten is. In 2009 is er al een gasstorage agreement overeengekomen. Wij zijn benieuwd of de gasopslag daarmee de facto al geregeld was. Ik vraag de minister of wij het agreement mogen inzien. Ik ben blij met de suggestie van de PvdA over de veiligheid. Die ondersteunen wij van harte. Ook wij hebben hier grote vraagtekens bij. De tabellen van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) zouden de minister moeten nopen tot grotere voorzichtigheid. Wij zijn zeer teleurgesteld dat de minister niet bereid is om welke voorwaarde dan ook, gesteld vanuit de fractie, aan de vergunning te koppelen. Ik kondig alvast moties daarover aan.

De heer Paulus Jansen (SP): Wat mij verbaast, is de hoge toon van mevrouw Ouwehand, omdat de PvdD op het moment dat het er echt om ging, toen de discussie ten principale plaatsvond, haar mond gehouden heeft. Het MIT is daarna gekomen, maar op 19 november 2009 waren twee van de drie deskundigenrapporten al bekend. De critici hadden zich ook al laten horen, dus wat heeft haar toen belet om deze discussie aan te gaan?

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Het zal de heer Jansen bekend zijn dat de PvdD slechts twee zetels heeft en 70 debatten tegelijk in de gaten moet houden. Dus ik vind het verwijt onzinnig. Ik weerleg de suggestie dat, als een kleine fractie niet heeft meegedaan aan een debat, er automatisch zou zijn ingestemd met de kabinetsvoorstellen die toen besproken zijn. Zo werkt dat niet. Los daarvan moet je als Kamer de vrijheid hebben de uiteindelijke beslissing te nemen als je beter zicht hebt op de materie.

[…]

Minister Verhagen: Voorzitter. Dank aan de leden van de Kamer voor hun inbreng en de ondersteuning voor de lijn van de regering om te zorgen voor een betrouwbare gasvoorziening in winter en zomer, dus met de benodigde flexibiliteit. Tegelijkertijd wil Nederland een knooppunt zijn voor de internationale gashandel om gaskennis voor de toekomst veilig te stellen. Het is evident dat op vrij korte termijn, namelijk in 2018, een tekort in de capaciteit in Nederland ontstaat om flexibel gas te produceren. Dat betekent dat nieuwe opslagen naast de bestaande in Norg, Grijpskerk en Alkmaar broodnodig zijn. Gezien de omvang van de Nederlandse gasmarkt, de toenemende behoefte aan flexibiliteit en de geschiktheid van de Nederlandse ondergrond ligt het voor de hand om opslagen die zich op de Nederlandse markt richten in Nederland te vestigen. Uiteraard zijn er emoties en zorgen en die horen we serieus te nemen. Tegelijkertijd kan de gasopslag van Bergermeer een substantiële bijdrage leveren aan de flexibiliteit die we nodig hebben. Dat wordt door een meerderheid van de aanwezige leden onderschreven. Bergermeer is na verschillende studies zeer geschikt gebleken voor gasopslag. Er zijn ook andere plannen voor gasopslag in Europa, maar die zijn niet zo ver gevorderd. Het gaat om een grote investering die ook economisch van belang is. Er zijn verschillende belangen en zaken die een rol spelen bij de uiteindelijke besluitvorming. Ik ben blij dat de regio in den brede positief denkt over dit initiatief. Naast de belangenweging is ook gelet op de mogelijke consequenties die een en ander heeft. Daar staat de commissie terecht bij stil. We gaan niet over één nacht ijs. Bij iedere stap hebben we opnieuw de afweging gemaakt van "go" of "no-go". Er is een aantal malen in het proces nader onderzoek gedaan. Na het TNO-onderzoek is door het MIT en het RIVM in de persoon van veiligheidsexpert professor Helsloot specifiek naar aardbevingen en externe veiligheid gekeken. Die nadere onderzoeken zijn in overleg met de regio tot stand gekomen. Verschillende malen is bestuurlijk overleg gevoerd door mijn voorganger.

De uitkomsten van die nadere onderzoeken en bestuurlijke overleggen gaven iedere keer aanleiding om een "go" te geven. Nog meer aanvullend onderzoek zal niet direct leiden tot nieuwe inzichten, omdat TNO, MIT en RIVM dit zorgvuldig in kaart gebracht hebben. De vraag die het meest leeft, namelijk of we zeker kunnen zijn dat we met de veiligheid geen loopje nemen, is cruciaal. Wij nemen geen loopje met de veiligheid in Bergen. Het is duidelijk dat het project gasopslag Bergermeer moet voldoen aan alle wettelijke veiligheidseisen. We gaan niet tot vergunningverlening over indien niet aan alle eisen is voldaan. Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de veiligheid en zekerheid van het Bergermeer. Er zijn vragen gesteld over extra onderzoek, schadevergoedingen, een bufferfonds etc. Op dit moment hebben wij niet alleen de wettelijke schadevergoedingsregelingen, maar heeft TAQA ook convenanten met de gemeente afgesloten over de exacte uitvoering van schaderegelingen. Wanneer een burger schade denkt te hebben aan onroerend goed wordt normaal gesproken de mijnbouwonderneming daarop aangesproken, conform de procedure die in de schriftelijke antwoorden al nader is toegelicht. De Technische commissie bodembeweging (Tcbb) is een onafhankelijk adviesorgaan voor de burger. Er is dus extra aandacht en een goede procedure, doordat TAQA bovenop de wettelijke schaderegeling convenanten met de betreffende gemeente heeft afgesloten over de feitelijke afhandeling van de schadevergoedingen. Er is gevraagd welke schade de bevingen mogelijk zouden opleveren. De eerdere ervaringen met bevingen in Bergen dateren uit 1994 en 2001. De laatste was een beving van 3.5 en dat is voor Nederlandse begrippen behoorlijk. Maar zelfs bij die forse beving betrof de totale schade in Bergen enkele honderdduizenden euro’s. Dat is op zich heel vervelend, maar staat niet in verhouding tot het totale verzekerde bedrag van TAQA van 250 mln. Zelfs als TAQA failliet gaat is er een algemeen fonds waar dergelijke bedragen uit gefinancierd kunnen worden. Er is gevraagd hoe de bewoners zeker weten dat ze niet in de situatie komen van "dat scheurtje zat er al", mocht er onverhoopt schade komen. Er is specifiek om onafhankelijk onderzoek hiernaar gevraagd. Er zijn eerder in zijn algemeenheid onderzoeken gedaan door KNMI en TNO.

Contact met KNMI leert dat alle beschikbare gegevens meegenomen zijn en dat een update van het onderzoek pas zinvol is als er nieuwe data beschikbaar komen, dus anders dan de twee data waarop bevingen hebben plaatsgevonden. Ik hoop dat ik daarmee tegemoet kan komen aan de zorgen van de Kamer en met name van de inwoners van Bergen. Als TAQA in samenwerking met de gemeente een nulmeting uitvoert, waarbij ook de staat van onderhoud van kwetsbare objecten zoals schoorstenen in kaart wordt gebracht, dan heb je een vrij objectief uitgangspunt indien er nadien schade ontstaat. Daarmee leg je het risico van de schadeafhandeling niet bij de burger en geef je hem een sterkere positie ten opzichte van het bedrijf. Ik zal TNO en KNMI vragen om alle beschikbare onderzoeksgegevens te bundelen en met de bevolking te delen, zodat men weet hoe de situatie in kaart is gebracht en waarop de risicoanalyse in relatie tot aardbevingen is gebaseerd.

[…]

Minister Verhagen: Daarom had ik het idee om TNO en KNMI te vragen alle beschikbare onderzoeksgegevens te bundelen en te koppelen aan de nulmeting die uitgevoerd zal
worden in de gemeente Bergen. Daarom bracht ik die twee elementen in één antwoord samen. Ik wil dat snel doen, want bij een vertraging van maanden komt het project in de
problemen. Dan praten we namelijk over de vraag of we nog wel een gasopslag willen.

[…]

Op het moment dat je het niet toegekend krijgt, moet je die voorfinanciering wel terugbetalen. Ik zal het met TAQA bespreken. Ik kan me voorstellen dat het tot ernstige problemen kan leiden als die schoorsteen op straat ligt en je een halfjaar moet wachten en procederen bij zo’n dispuut om dat gefinancierd te krijgen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik ben blij met de toezegging dat er snel een schaderisicoanalyse komt. Ik ga ervan uit dat eerst de analyse er komt en dan pas de definitieve besluitvorming of vergunningverlening. Kan de minister dat expliciet toezeggen?

Minister Verhagen: Wij willen op korte termijn de vergunningverlening definitief laten plaatsvinden en dit moet daarvoor gebeuren. Het is inderdaad mogelijk dat in de tussentijd de eisen worden aangepast. De Mijnbouwwet biedt ook de mogelijkheid om naderhand aanvullende voorwaarden te stellen ten aanzien van het opslagplan e.d. Dan de vraag hoe de veiligheid wordt gewaarborgd. Dat gebeurt door de stringente regelgeving en de extra voorwaarden die aan de instemming met het opslagplan zijn verbonden. Die voorwaarden zijn o.a. het nauwkeurig monitoren van de druk in het veld en van trillingen met gevoelige detectoren op 2 kilometer diepte, en daarnaast productietempo, injectietempo e.d. Als er bij die metingen grotere trillingen worden gevoeld dan verwacht, dan wordt het productie- of injectietempo bijgesteld. Het Staatstoezicht op de Mijnen houdt toezicht op de naleving van die veiligheidsregels en de uitvoering van die monitoring. Er is gevraagd hoe het zit met de druk. Als je gas injecteert, neemt de druk toe. Hoe dichter je bij de oorspronkelijke druk komt, hoe lager de kans op aardbevingen. Daar zijn de meeste deskundigen het over eens. Over de inzage in de gemaakte contracten, met name het gasstorage agreement, heb ik in de schriftelijke beantwoording al aangegeven dat die overeenkomsten bedrijfseconomisch vertrouwelijk zijn en dat ik daarover geen mededelingen kan doen. Dat geldt ook voor de verplichtingen die contractpartners ten opzichte van elkaar zijn aangegaan. Ik kan u daarin dus helaas niet tegemoetkomen met de huidige regelgeving.

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Bij het gasstorage agreement wringt toch wel iets, hoewel de minister al heeft aangegeven dat hij daar geen inzage in kan geven. Het gaat ook om EBN. Dat is toch in overheidshanden? Is er een mogelijkheid dat de Kamer het vertrouwelijk inziet?

Minister Verhagen: Omdat er zoveel vertrouwelijke informatie in staat die bedrijfsbelangen kan schaden, vind ik het niet verantwoord om dat te delen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): En als de minister van tevoren de schadelijke informatie er uithaalt?

Minister Verhagen: Ik zal een poging doen om zo veel mogelijk informatie aan mevrouw Ouwehand te geven. Ik neem het mee in de schriftelijke beantwoording volgende week.

[…]

De voorzitter: Ik noteer de volgende toezeggingen:

- De minister zal op korte termijn TNO en KNMI verzoeken alle beschikbare onderzoeksgegevens te bundelen, gekoppeld aan een uit te voeren nulmeting in de gemeente Bergen naar kwetsbare objecten ingeval van een beving met een kracht 3.9.
- De minister zal met TAQA spreken over de mogelijkheden van voorfinanciering ingeval van schade en de Kamer daarover informeren.
- De minister zal de Kamer uiterlijk dinsdag 5 april a.s. over de mogelijkheid tot toezending van het gasstorage agreement informeren.
- De minister zal de Kamer voor de zomer de ministeriële regeling over de kwaliteitseisen voor aardgas sturen.
- De minister stuurt de Green Deal en het Energierapport voor de zomer naar de Kamer. Bij de Green Deal zal de brief over bij- en meestook van biomassa worden meegezonden.
- De SDE-plusregeling komt medio april naar de Kamer, evenals het Actieplan Geothermie.
- De minister zal binnen een maand de Kamer informeren over de inzet van het restbudget met betrekking tot de tender Windenergie op Zee. Het voorstel innovatie volgt deze week.
- De minister zal uiterlijk dinsdag 5 april a.s. schriftelijk terugkomen op de vragen van de Kamerleden over kolencentrales en CO2-opslag en alle andere zaken die hier aan de orde
zijn geweest, inclusief natuurcompensatie.
- De minister zegt ten slotte toe zo veel mogelijk zaken te bundelen in het Energierapport, zodat er een overzichtelijk debat gevoerd kan worden.

Interessant voor jou

Bijdrage Ouwehand AO Landbouw- en Visserijraad

Lees verder

Bijdrage Thieme AO Nederlandse bijdrage no-fly-zone Libië

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer