Vragen Wassenberg over bezorgdheid en onze­kerheid bij de inbe­slagname van een bejaarde pony


Indiendatum: 11 aug. 2023

Vragen van het lid Wassenberg (Partij voor de Dieren) aan de minister van Justitie en Veiligheid en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over bezorgdheid en onzekerheid bij de inbeslagname van een bejaarde pony.

1. Kent u het bericht ‘Na maanden is inbeslaggenomen bejaarde merrie plots weer thuis: ‘Dacht dat ze dood was’’?[1]

2. Kunt u bevestigen dat de betreffende pony op 12 mei jl. in beslag is genomen door de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID)?

3. Op welke wijze en binnen welk termijn is de eigenaar op de hoogte gebracht over de inbeslagname van de pony?

4. Kunt u bevestigen dat de rechter begin juli jl. oordeelde dat het Openbaar Ministerie (OM) de pony zo snel mogelijk moest teruggeven aan de eigenaar?

5. Hoe heeft het OM invulling gegeven aan het vonnis van de rechter?

6. Kunt u bevestigen dat er ongeveer een maand tussen het vonnis van de rechter en het terugbrengen van de pony naar de eigenaar zat? Waarom duurde dit zo lang?

7. Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat het verschillende weken duurt voordat een dier wordt teruggebracht naar de eigenaar, nadat de rechter hiertoe heeft geoordeeld? Zo nee, waarom niet?

8. Heeft het OM of de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) naar aanleiding van het vonnis contact opgenomen met de eigenaar van de pony om hem te informeren over de gevolgen van de uitspraak?

9. Klopt het dat de eigenaar niet op de hoogte is gebracht over de toestand en het welzijn van de pony gedurende de periode van inbeslagname, ook niet na het vonnis van de rechter?

10. Klopt het dat de eigenaar niet op de hoogte is gebracht over wanneer de pony thuis zou worden gebracht?

11. Begrijpt u dat deze gebrekkige informatie leidt tot veel onduidelijkheid en onzekerheid bij de eigenaar, waaronder bezorgdheid over het welzijn van de pony en of de pony mogelijk zou zijn geëuthanaseerd? Zo nee, waarom niet?

12. Hoe oordeelt u over de uitspraak van de eigenaar dat de pony vermagerd is teruggebracht?

13. Deelt u de mening dat het wenselijk is dat de eigenaar van een inbeslaggenomen dier voortaan beter op de hoogte wordt gehouden over het welzijn van het dier en de gang van zaken omtrent de bezwaarprocedure en de gevolgen van een rechtelijke uitspraak? Zo nee, waarom niet?

14. Bent u bereid met het OM en de RVO in gesprek te treden over dit voorval met als doel om vergelijkbare situaties in de toekomst te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

15. Ziet u, mede door dit voorval en eerdere vergelijkbare voorvallen, voldoende reden om aparte regels op te stellen voor de inbeslagname van dieren, zodat ze niet meer als voorwerp worden behandeld (zoals geformuleerd in de aangehouden motie 35892-25)? Zo ja, op welke wijze gaat u hier invulling aan geven? Zo nee, waarom niet?

16. Kunt u deze vragen één voor één en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?

[1] https://www.ad.nl/delft/na-maa...

Indiendatum: 11 aug. 2023
Antwoorddatum: 13 okt. 2023

Antwoord van minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid)

Vraag 1

Kent u het bericht ‘Na maanden is inbeslaggenomen bejaarde merrie plots weer thuis: ‘Dacht dat ze dood was’’?

Antwoord op vraag 1

Ja, ik ben bekend met het bericht in het AD.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat de betreffende pony op 12 mei jl. in beslag is genomen door de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID)?

Antwoord op vraag 2

De betreffende pony is op 12 mei jl. niet door de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming in beslag genomen, maar door de politie in beslag genomen.

Vraag 3

Op welke wijze en binnen welk termijn is de eigenaar op de hoogte gebracht over de inbeslagname van de pony?

Vraag 4

Kunt u bevestigen dat de rechter begin juli jl. oordeelde dat het Openbaar Ministerie (OM) de pony zo snel mogelijk moest teruggeven aan de eigenaar?

Antwoord op vragen 3 en 4

Het openbaar ministerie heeft mij laten weten dat het een lopende individuele zaak betreft. In het belang van het lopende onderzoek en teneinde beïnvloeding van het openbaar ministerie en/of de rechterlijke macht te voorkomen, kan ik over lopende zaken, zoals gebruikelijk, geen inhoudelijke mededelingen doen of oordelen daarover uitspreken

Op 4 juli jl. heeft de rechter beslist tot teruggave van de pony aan de beslagene. Hiervan is het OM op 13 juli jl. schriftelijk in kennis gesteld.

Vraag 5

Hoe heeft het OM invulling gegeven aan het vonnis van de rechter?

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat er ongeveer een maand tussen het vonnis van de rechter en het terugbrengen van de pony naar de eigenaar zat? Waarom duurde dit zo lang?

Vraag 7

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat het verschillende weken duurt voordat een dier wordt teruggebracht naar de eigenaar, nadat de rechter hiertoe heeft geoordeeld? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vragen 5, 6 en 7

Zoals reeds aangegeven betreft dit een lopende zaak en daarom kan hier niet verder op worden ingegaan. In het algemeen kan worden opgemerkt dat het wenselijk is dat spoedig gevolg wordt gegeven aan een rechterlijke uitspraak waarin de rechter oordeelt dat een beslag moet worden opgeheven.

Vraag 8

Heeft het OM of de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) naar aanleiding van het vonnis contact opgenomen met de eigenaar van de pony om hem te informeren over de gevolgen van de uitspraak?

Vraag 9

Klopt het dat de eigenaar niet op de hoogte is gebracht over de toestand en het welzijn van de pony gedurende de periode van inbeslagname, ook niet na het vonnis van de rechter?

Vraag 10

Klopt het dat de eigenaar niet op de hoogte is gebracht over wanneer de pony thuis zou worden gebracht?

Vraag 11

Begrijpt u dat deze gebrekkige informatie leidt tot veel onduidelijkheid en onzekerheid bij de eigenaar, waaronder bezorgdheid over het welzijn van de pony en of de pony mogelijk zou zijn geëuthanaseerd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Hoe oordeelt u over de uitspraak van de eigenaar dat de pony vermagerd is teruggebracht?

Vraag 13

Deelt u de mening dat het wenselijk is dat de eigenaar van een inbeslaggenomen dier voortaan beter op de hoogte wordt gehouden over het welzijn van het dier en de gang van zaken omtrent de bezwaarprocedure en de gevolgen van een rechtelijke uitspraak? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op de vragen 8 tot en met 13

Zoals reeds aangegeven kan ik over lopende zaken, zoals gebruikelijk, geen inhoudelijke mededelingen doen of oordelen daarover uitspreken.

In het algemeen kan ik opmerken dat ik me ervan bewust ben dat het in beslag nemen van dieren impact kan hebben op zowel mens als dier. Er wordt daarom ook niet lichtvaardig tot de beslissing overgegaan om een dier in beslag te nemen. Indien er beslag wordt gelegd op zaken, waaronder ook dieren, ontvangt de beslagene hiervan een bericht van ontvangst. Desgevraagd informeert het OM de beslagene over de welstand van zijn inbeslaggenomen dier(en). Wanneer een rechter oordeelt tot teruggave aan de beslagene, geeft het OM zo spoedig mogelijk gevolg aan deze uitspraak en neemt het – al dan niet door tussenkomst van de opsporingsinstantie - contact op met de beslagene. In het geval van dieren dient ook rekening te worden gehouden met de verplichtingen die gelden rondom het vervoeren van dieren.

In zijn algemeenheid dient de overheid bij beslag zich als goed bewaarder te gedragen. In het geval van een inbeslagname van (verwaarloosde) dieren houdt dat in dat de dieren worden opgevangen in opslaglocaties waar de dieren kunnen herstellen en goede zorg krijgen.

Vraag 14

Bent u bereid met het OM en de RVO in gesprek te treden over dit voorval met als doel om vergelijkbare situaties in de toekomst te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 14

Het is niet aan mij als minister om te treden in de zelfstandige en onafhankelijke beoordeling door het OM en de RVO van individuele zaken. Om die reden zal ik niet met het OM en de RVO in gesprek treden over deze individuele zaak.

Vraag 15

Ziet u, mede door dit voorval en eerdere vergelijkbare voorvallen, voldoende reden om aparte regels op te stellen voor de inbeslagname van dieren, zodat ze niet meer als voorwerp worden behandeld (zoals geformuleerd in de aangehouden motie 35892-25)? Zo ja, op welke wijze gaat u hier invulling aan geven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 15

De Aanwijzing inbeslagneming (2014A006) van het OM bevat reeds een aparte paragraaf met handvatten voor de ‘afdoening van levende dieren’. Daarin staat onder meer vervat dat – in verband met dierenwelzijn – het onwenselijk is om een dier lang in opslag te houden. Verwaarloosde dieren worden opgevangen in locaties waar zij kunnen herstellen. Dieren worden niet als voorwerpen behandeld, maar zoals ook in de Wet Dieren artikel 1.3 staat erkennen de we eigenwaarde van dieren zijnde wezens met gevoel.

Ik ben, zoals toegezegd aan uw Kamer, in gesprek met het OM over deze motie. Over de uitkomsten van dit overleg wordt uw Kamer te zijner tijd nader geïnformeerd.

Vraag 16

Kunt u deze vragen één voor één en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?

Antwoord op vraag 16

Een deel van de vragen heb ik samengevoegd omdat ze zien op de individuele casuïstiek, waar ik gezien het gegeven dat het een lopende zaak betreft niet op in kan gaan. Het is helaas niet gelukt om dit binnen de gestelde termijn te beantwoorden vanwege het overleg dat met meerdere partijen moest plaatsvinden.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Vragen Wassenberg over de onwenselijke inzet en dieronvriendelijke training van politiehonden

Lees verder

Vragen Van Raan over de uitstoot van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) door de luchtvaart

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer