Vragen over de voortgang van de kabi­nets­doel­stel­lingen voor 2030


Indiendatum: 9 feb. 2023

Indiendatum: 9 feb. 2023
Antwoorddatum: 8 mei 2023

Vragen van de leden Klaver (GroenLinks), Kuiken (PvdA), Ouwehand (PvdD), Azarkan (DENK), Dassen (Volt) en Sylvana Simons (BIJ1) aan de Minister-President en de Ministers van Financiën, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Justitie en Veiligheid, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Infrastructuur en Waterstaat, van Economische Zaken en Klimaat, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de voortgang van de kabinetsdoelstellingen voor 2030 (ingezonden 9 februari 2023)

Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 8 mei 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1757 en 2171

Vraag 1

Klopt het dat dit kabinet de volgende doelstellingen heeft voor 2030:

a. 60% CO2-reductie, maar in elk geval 55% CO2-reductie;
b. Halvering van de stikstofuitstoot;
c. 15% van de landbouwgrond voor biologische landbouw (& een Europees doel van 25%);
d. 50% minder grondstoffengebruik;
e. 100% schoon water in 2027 (Kaderrichtlijn Water);
f. Halvering van het aantal mensen in armoede (ten opzichte van 2015)
g. Halvering van het aantal kinderen in armoede in 2025 (ten opzichte van 2015);
h. Halvering van het aantal mensen met problematische schulden;
i. 0 daklozen (Lissabon verklaring);
j. 0 jongeren in de gesloten jeugdzorg;
k. 0 thuiszittende kinderen;
l. 1 miljoen extra huizen, waaronder 250.000 sociale huurwoningen;
m. Aandeel van 30% sociale huurwoningen per gemeente;
n. Isoleren van 2,5 miljoen woningen in 2030, omgerekend 300.000 woningen per jaar;
o. Meer mensen met een passende huurquote (= tussen de 20% en 35%, afhankelijk van de gezinssituatie) ten opzichte van het WoonOnderzoek 2021;
Halvering van het aantal verkeersslachtoffers;
q. 3% van het bbp wordt besteed aan R&D-uitgaven (Lissabon doelstelling);
r. 30% afname van de gezondheidsachterstanden van mensen met een lage SES ten opzichte van mensen met een hoge SES (in 2040);
s. 5 jaar langere levensverwachting in goede gezondheid (in 2040);

Antwoord 1

Ten behoeve van een motie van het lid Geurts (CDA) waarmee de regering wordt opgeroepen om een tussendoelstelling te hanteren om in 2030 een halvering van het aantal verkeersslachtoffers te bewerkstelligen,[1] is Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) gevraagd om in beeld te brengen hoe het aantal ernstig verkeersgewonden en -doden zich ontwikkelt tot aan 2030. Ook is gevraagd of een set extra maatregelen bovenop het bestaande beleid kan bijdragen aan het behalen van de tussendoelstelling. De tussendoelstelling heeft betrekking op de (Europese) visie van nul verkeersslachtoffers in 2050. De uitkomst van het SWOV-onderzoek is op 22 november 2022 met uw Kamer gedeeld.[2] SWOV concludeert dat de tussendoelstelling om het totaal aantal ernstig verkeersgewonden tussen 2019 en 2030 te halveren waarschijnlijk te ambitieus is. Zonder extra maatregelen neemt het aantal ernstig verkeersgewonden toe vanwege de bevolkingsgroei, de meer gereden kilometers en onder anderen meer ouderen op de fiets. Met extra maatregelen is de trend in ernstig verkeersgewonden te keren, maar een halvering is niet realistisch. Ten aanzien van het aantal verkeersdoden kan een halvering in 2030 misschien mogelijk zijn als een combinatie van extra maatregelen wordt genomen.

Het kabinet blijft inzetten op een flinke vermindering van het aantal ernstig verkeersgewonden. Verkeersveiligheid blijft een speerpunt van beleid, waar het kabinet samen met alle partners van het strategisch plan verkeersveiligheid hard aan werkt. Bijvoorbeeld via de investeringsimpuls verkeersveiligheid van 500 miljoen euro, de 200 miljoen euro extra voor Rijks-N-wegen of door handvatten te bieden aan gemeenten om op meer wegen binnen de bebouwde kom de maximumsnelheid terug te brengen naar 30 km/u. Voor de uitvoering van de motie van het lid Geurts wordt de komende periode samen met andere overheden en maatschappelijke partners gekeken hoe een extra stap gezet kan worden. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat stuurt een planning voor dit traject aan uw Kamer voor het aankomend commissiedebat verkeersveiligheid van 31 mei 2023.

Vraag 2

Kunt u per doelstelling exact aangeven wat de meest actuele prognose is voor 2030 (door bij elke doelstelling een concreet percentage/getal te noemen) en wanneer deze prognose is gemaakt?

Antwoord 2

Voor «Halvering aantal verkeersslachtoffers in 2030» geldt dat uit het SWOV-rapport «Kiezen of delen» dat op 22 november 2022 aan uw Kamer is gezonden, blijkt dat uit de basisprognoses komt dat in scenario 1 (wanneer de mobiliteitsveranderingen door corona blijvend zijn) het aantal verkeersdoden in 2030 op 480 verkeersdoden ligt en het aantal ernstig verkeersgewonden op 8.400. In scenario 2 (wanneer mobiliteit weer vergelijkbaar wordt met de periode voor corona) zijn er 810 verkeersdoden in 2030 en 9.500 ernstig verkeersgewonden in 2030.[3] In 2019, het referentiejaar van SWOV, vielen 661 verkeersdoden en 6.900 ernstig verkeersgewonden (MAIS3+) in Nederland. Onlangs maakte CBS de ongevalscijfers bekend over 2022. In 2022 kwamen er 737 mensen om het leven bij een verkeersongeluk.

Vraag 3

Kunt u bij elk van deze prognoses aangeven of deze prognose voldoende is om de doelstelling te bereiken?

Antwoord 3

Zoals in de Kamerbrief van 22 november 2022 met uw Kamer is gedeeld, concludeert SWOV dat de tussendoelstelling om het totaal aantal ernstig verkeersgewonden tussen 2019 en 2030 te halveren waarschijnlijk te ambitieus is.[4]

Vraag 4

Indien er een doelstelling is waarbij bovenstaande vraag niet beantwoord kan worden omdat de informatie ontbreekt, kunt u per doelstelling aangeven hoe u er alsnog voor gaat zorgen dat het inzichtelijk wordt voor de Kamer of deze doelstelling daadwerkelijk gehaald gaat worden?

Antwoord 4

Zoals in de Kamerbrief van 22 november 2022 met uw Kamer is gedeeld, concludeert SWOV dat de tussendoelstelling om het totaal aantal ernstig verkeersgewonden tussen 2019 en 2030 te halveren waarschijnlijk te ambitieus is.[5]

Vraag 5

Bij hoeveel van de bovenstaande kabinetsdoelstellingen kunt u op basis van de meest actuele prognoses aantonen dat deze doelstelling met het huidige kabinetsbeleid bereikt gaat worden? (graag een concreet getal tussen 0 en 17 noemen);

Antwoord 5

Zoals in de Kamerbrief van 22 november 2022 met uw Kamer is gedeeld, concludeert SWOV dat de tussendoelstelling om het totaal aantal ernstig verkeersgewonden tussen 2019 en 2030 te halveren waarschijnlijk te ambitieus is.[6] Deze beantwoording ziet alleen op het deelonderwerp «Halvering aantal verkeersslachtoffers in 2030».

Vraag 6

Kunt u deze vragen binnen drie weken een voor een beantwoorden, zeker gelet op het feit dat deze vragen al eerder zijn ingediend, maar de Minister-President ze niet heeft beantwoord?

Antwoord 6

Helaas is het niet gelukt om de beantwoording binnen de termijn van drie weken te beantwoorden. Beantwoording had meer tijd nodig in verband met afstemming tussen departementen.

[1] Kamerstuk 29 398, nr. 946
[2] Kamerstuk 29 398, nr. 1027
[3] Kamerstuk 29 398, nr. 1027
[4] Kamerstuk 29 398, nr. 1027
[5] Kamerstuk 29 398, nr. 1027
[6] Kamerstuk 29 398, nr. 1027


Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) en van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 24 mei
2023).

Vraag 1
Klopt het dat dit kabinet de volgende doelstellingen heeft voor 2030:
b. Halvering van de stikstofuitstoot;
c. 15% van de landbouwgrond voor biologische landbouw (en een Europees doel van 25%);

Antwoord 1

1b. Halvering van de stikstofuitstoot
De kabinetsdoelstelling voor de reductie van stikstof is niet vastgelegd als halvering van de uitstoot. Om te borgen dat stikstofreductie (in voldoende mate) plaatsvindt, zijn depositiedoelstellingen opgenomen in de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn). In 2025 moet 40% van het areaal met stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarde zijn gebracht. In 2030 geldt dat voor 50%, en in 2035 voor 74%. Het kabinet werkt – op basis van het coalitieakkoord en het advies van de heer Remkes – aan een wet waarmee de doelstelling voor stikstofreductie wordt versneld van 2035 naar 2030.

1c. 15% van de landbouwgrond voor biologische landbouw (en een Europees doel van 25%)
In maart 2021 heeft de Europese Commissie (EC) een Organic Action Plan gepubliceerd.[1] Met dit Organic Action Plan geeft de EC invulling aan de Europese Green Deal, de Boer-tot-bord-strategie en de Biodiversiteitsstrategie. De Commissie streeft naar 25% biologisch landbouwareaal in de Europese Unie in 2030.

Aan elke lidstaat is gevraagd een nationale strategie op te stellen, waarin de bijdrage aan de Europese ambitie uitgewerkt wordt binnen de eigen nationale context. Het kabinet heeft in 2021 aangegeven gehoor te willen geven aan de oproep.[2] Het Nederlandse actieplan omvat een ambitie voor 2030 en beschrijft wat ik de komende jaren ga doen om dit doel te bereiken. Nederland heeft de ambitie dat in 2030 15% van het landbouwoppervlak voor biologische landbouw wordt gebruikt (Kamerstuk 30252, nr. 78).

Vraag 2
Kunt u per doelstelling exact aangeven wat de meest actuele prognose is voor 2030 (door bij elke doelstelling een concreet percentage/getal te noemen) en wanneer deze prognose is gemaakt?

Antwoord 2

2b. Halvering van de stikstofuitstoot
In het kader van de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn) rapporteert een consortium bestaande uit het PBL, het RIVM en Wageningen University & Research (WUR) periodiek over de voortgang van de stikstofreductie en natuurverbetering. Op 24 oktober 2022 is de eerste stikstofrapportage[3] gepubliceerd, waarin op basis van de meest actueel beschikbare gegevens de historische en verwachte ontwikkeling van de emissies en de neerslag van stikstof in beeld is gebracht. De conclusie in de rapportage is, dat – op basis van het beleid tot 1 mei 2020 – in 2030 de hoeveelheid stikstofneerslag op 43 procent van het oppervlak natuur onder de norm valt, met een bandbreedte van 40 tot 51 procent.

Omdat derhalve het risico bestaat dat de doelstelling niet gehaald wordt, is in de structurele aanpak stikstofreductie en natuurversterking (Kamerstuk 35334, nr. 182) een omvangrijk en breed pakket aan bronmaatregelen opgenomen. Dit pakket is vastgelegd in het programma stikstofreductie en natuurverbetering (Psn). Inmiddels blijkt dat de opbrengst van dit pakket lager is dan verwacht, ondanks alle inspanningen hierop. Dit blijkt uit de rapportage over de voortgang van de bronmaatregelen die recent met uw de Kamer gedeeld heb (Kamerstuk 34682, nr. 114).. Een nieuwe raming als onderdeel van de stikstofrapportage vindt eind 2023 plaats. Daarop vooruitlopend is reeds besloten tot bijsturing van het landelijke pakket maatregelen, bijvoorbeeld door de aanpak gericht op het wegnemen van de uitstoot van piekbelasters en aanvullende middelen gereserveerd voor maatregelen in de industrie, mobiliteit of in de bouw, waaronder de aanpak van industriële piekbelasters.[4]Bovendien werken Rijk en provincies aan het Nationaal Programma Landelijk Gebied en de gebiedsprogramma’s voor het versnellen van de depositiedoelstelling van 2035 naar 2030 conform het coalitieakkoord. Het doelbereik is onverminderd uitgangpunt en indien nodig worden aanvullende maatregelen worden genomen conform de monitorings- en bijsturingssystematiek van het Psn.

2c. 15% van de landbouwgrond voor biologische landbouw (en een Europees doel van 25%)
Met het ‘Actieplan voor groei van biologische productie en consumptie’ wordt gestuurd op een versnelling van de groei van het biologische landbouwareaal. In 2023 kwam het biologisch areaal uit op 4,4%. Om het doel van 15% landbouw areaal voor biologische landbouw in 2030 te halen, zullen er nog flinke stappen gezet moeten worden. In het Nederlandse actieplan is berekend dat dit een groei betekent van ca. 80.000 hectare nu, naar ca. 300.000 hectare in 2030. Dit is onderdeel van het actieplan dat in december 2022 naar de Tweede Kamer is gestuurd (Kamerstuk 30252, nr. 78).

Vraag 3

Kunt u bij elk van deze prognoses aangeven of deze prognose voldoende is om de doelstelling te bereiken ?

Antwoord 3

3b. Halvering van de stikstofuitstoot
Er is een risico is dat de doelstelling niet gehaald wordt. De structurele aanpak stikstof en de diverse maatregelen die Rijk en provincie momenteel uitwerken in het kader van de eerder genoemde gebiedsprogramma’s en het Nationaal Programma Landelijk Gebied zitten evenwel nog niet in deze ramingen.
Desondanks zet het kabinet in op versterking van het landelijke pakket, bijvoorbeeld door de aanpak gericht op het wegnemen van de uitstoot van piekbelasters. Verder heeft het kabinet €100 miljoen extra vrijgemaakt voor verdere versterking van het pakket bronmaatregelen. Deze komt bovenop de €500 miljoen uit de reservemiddelen van de structurele aanpak stikstof. Hiervan wordt €400 miljoen gelijk ingezet voor het programma Schoon en Emissieloos bouwen. Daarnaast is er een resterend budget van €200 miljoen aan reservemiddelen. Dit bedrag wordt gereserveerd voor maatregelen in de industrie, mobiliteit of in de bouw, waaronder de aanpak van industriële piekbelasters. In 2023 wordt besloten of deze €200 miljoen op een kosteneffectieve manier kan worden ingezet voor stikstofreducerende maatregelen in deze sectoren.

3c. 15% van de landbouwgrond voor biologische landbouw (en een Europees doel van 25%)
Het is duidelijk dat om de areaal doelstelling van 300.000 ha te realiseren, de vraag van de consument en markt aanzienlijk moet toenemen. Afgelopen jaar is het aandeel biologische landbouwgrond van 3, 84% naar 4,4% toegenomen. Het marktaandeel biologisch is momenteel ongeveer 3%. Om dit te versnellen wordt onder meer gewerkt aan een consumentencampagne, de marktontwikkeling en een pilot rijksinkoop. Kennis ontwikkeling- en deling speelt hierbij een belangrijke rol. De uitvoering van het actieplan en de ontwikkeling van biologische consumptie, markt en productie zal doorlopend worden gemonitord en waar nodig zal de inzet bijgesteld worden.

Vraag 4
Indien er een doelstelling is waarbij bovenstaande vraag niet beantwoord kan worden omdat de informatie ontbreekt, kunt u per doelstelling aangeven hoe u er alsnog voor gaat zorgen dat het inzichtelijk wordt voor de Kamer of deze doelstelling daadwerkelijk gehaald gaat worden?

Antwoord 4

4b. Halvering van de stikstofuitstoot
Eind 2023 verschijnt de volgende stikstofrapportage waarin het totale effect van de genomen en voorgenomen bronmaatregelen geraamd wordt. Daaruit moet blijken of de huidige doelstelling voor 2030 gehaald wordt.

4c. 15% van de landbouwgrond voor biologische landbouw (en een Europees doel van 25%)
De uitvoering van het actieplan biologisch zal doorlopend worden gemonitord en waar nodig bijgestuurd om de doelstelling te halen. Het plan wordt iedere twee jaar geëvalueerd, de eerste keer in 2026.

Vraag 5

Bij hoeveel van de bovenstaande kabinetsdoelstellingen kunt u op basis van de meest actuele prognoses aantonen dat deze doelstelling met het huidige kabinetsbeleid bereikt gaat worden? (graag een concreet getal tussen 0 en 17 noemen)

Antwoord 5

5b. Halvering van de stikstofuitstoot
Zoals bij antwoord op vraag 3b is aangegeven toont de raming van het RIVM (43 procent van het oppervlakte natuur valt onder de kritische depositiewaarde) aan dat er een risico is dat de doelstelling niet gehaald wordt. De diverse maatregelen uit de structurele aanpak stikstof en de maatregelen die Rijk en provincie momenteel uitwerken in het kader van de gebiedsprogramma’s en het Nationaal Programma Landelijk Gebied zitten evenwel nog niet in deze ramingen. Ook de versterking van het landelijke pakket aan maatregelen zoals de aanpak piekbelasters en de verdere versterking van het bronmaatregelenpakket zijn niet in deze prognoses meegenomen.

5c. 15% van de landbouwgrond voor biologische landbouw (en een Europees doel van 25%)
De inzet voor biologische landbouw is fors en past in de transitie naar een duurzame en toekomstbestendige landbouw. Om die positie ook daadwerkelijk in te nemen is groei van de sector nodig. Met dit actieplan stuurt het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan op een versnelling van de groei van het biologische landbouwareaal naar 15% in 2030. Dat betekent een groei van ca. 80.000 hectare nu naar ca. 300.000 hectare in 2030 en is een forse ambitie.

Met dit actieplan neemt de rijksoverheid het initiatief. Een brede inzet van vele partijen is nodig om stappen te zetten. Ook aan de hoofdtafel van het landbouwakkoord is versterking van de biologische sector en het aantrekken van de vraag van consument en markt een belangrijk gespreksonderwerp dat zal moeten leiden tot concrete acties. U wordt hier te zijner tijd over geïnformeerd.

Vraag 6

Kunt u deze vragen binnen drie weken een voor een beantwoorden, zeker gelet op het feit dat deze vragen al eerder zijn ingediend, maar de minister-president ze niet heeft beantwoord?

Antwoord 6

Zoals in eerdere correspondentie is aangegeven is zorg gedragen dat deze vragen zijn beantwoord voor de Verantwoordingsdag en het daarna volgende Verantwoordingsdebat. De vragen zijn één voor één beantwoord voor wat betreft de onderwerpen die het ministerie van LNV aangaan.