Vragen over de effec­ti­viteit van de regel­geving voor de bescherming van Antarctica


Indiendatum: mrt. 2010

Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de effectiviteit van de regelgeving voor de bescherming van Antarctica

1. Hoe beoordeelt u de effectiviteit van het huidige (internationale) beschermingsregime voor Antarctica, waaronder de Nederlandse Wet Bescherming Antarctica, mede gelet op de toenemende toeristische belangstelling voor dit gebied?

2. Bent u van mening dat het huidige internationale en nationale regelgeving voldoende bescherming biedt voor dit unieke en zeer kwetsbare natuurgebied? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, welke mogelijkheden ziet u om de bescherming van Antarctica te verbeteren?

3. Kunt u inzicht geven in het aantal aanvragen voor een vergunning onder de Wet Bescherming Antarctica vanaf 2007 gedaan zijn, hoeveel van die aanvragen gehonoreerd zijn, en om hoeveel personen dit ging?

4. Kunt u inzicht geven in het soort activiteiten waarvoor de vergunningen worden aangevraagd, en hoeveel van de aanvragen wetenschappelijk onderzoek en toerisme betreffen?

5. Kunt u toelichten wanneer vergunningsaanvragen onder de Wet Bescherming Antarctica worden gehonoreerd en wanneer niet?

6. Kunt u inzicht geven in de hoeveelheid aanvragen die sinds 2007 gedaan zijn voor een vergunning onder de Wet Bescherming Antarctica om speciaal beschermd Antarctisch gebied te bezoeken? Wanneer worden dergelijke verzoeken gehonoreerd en wanneer niet?

7. Kunt u inzicht geven in de hoeveelheid MER’s die zijn opgesteld om in aanmerking te komen voor een vergunning onder de Wet Bescherming Antarctica en hoeveel van deze aanvragen gehonoreerd zijn?

8. Worden de effecten van het toerisme op de natuur, het milieu en de wilde dieren in het Antarctisch gebied gemonitord? Zo ja, bent u bereid deze resultaten de kamer toe te zenden? Zo neen, waarom niet?

9. Kunt u inzicht geven in het totale aantal toeristen die Antarctica bezoeken op jaarbasis?

10. Deelt u de mening dat het niet wenselijk is om grootschalig toerisme toe te staan op Antarctica? Zo neen, waarom niet?

11. Deelt u de menig dat verblijfsrecreatie op Antarctica onwenselijk is en dat hier internationale afspraken over gemaakt moeten worden? Zo ja, bent u bereid hiertoe een aanzet te geven? Zo neen, waarom niet?

12. Deelt u de mening dat het internationale beheer van Antarctica onder meer gericht moet zijn op het behoud van Antarctica als ongerepte wildernis, en dat permanente faciliteiten slechts toegestaan worden indien die faciliteiten aantoonbaar noodzakelijk zijn voor wetenschappelijk onderzoek? Zo neen, waarom niet?

Indiendatum: mrt. 2010
Antwoorddatum: 19 apr. 2010

Antwoord van minister Huizinga-Heringa (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer)

1. Hoe beoordeelt u de effectiviteit van het huidige (internationale) beschermingsregime voor Antarctica, waaronder de Nederlandse Wet bescherming Antarctica, mede gelet op de toenemende toeristische belangstelling voor dit gebied?

Het (internationale) beschermingsregime voor Antarctica is niet waterdicht, maar werkt in de praktijk toch naar behoren. Het systeem werkt effectief, omdat de groep landen die in Antarctica actief is, dezelfde groep is die de beschermende regelgeving heeft opgesteld en heeft bekrachtigd. Onderling is er sprake van goede wil en samenwerking om de gemaakte afspraken na te leven en, geleidelijk, verder aan te scherpen. De bescherming van de milieu- en natuurwaarden van Antarctica is geregeld in het Protocol betreffende milieubescherming bij het Verdrag inzake Antarctica. Er zijn momenteel 34 landen partij bij het protocol, waaronder de 28 consultatieve (stemrechthebbende) partijen bij het verdrag. Nederland is partij bij het protocol en consultatieve partij bij het verdrag. In het Milieuprotocol wordt Antarctica aangewezen als natuurreservaat, gewijd aan vrede en wetenschap. Activiteiten gericht op minerale hulpbronnen in Antarctica zijn in ieder geval tot 2048 verboden. Het protocol bevat verder regels over onder andere milieu-effectrapportages, de bescherming van flora en fauna, afvalbeheer, voorkoming van vervuiling van het zeemilieu, speciaal beschermde en beheerde gebieden en aansprakelijkheid bij milieuschade. Dit laatste aansprakelijkheidsonderdeel is van latere datum dan het protocol en nog niet in werking getreden. In Nederland is de implementatie van dit onderdeel in de Wet bescherming Antarctica in voorbereiding. De bescherming van de Antarctische mariene fauna en flora door het protocol is beperkt tot de voorkoming van vervuiling
van het mariene milieu. De instandhouding van deze flora en fauna is onderwerp van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren dat met name is gericht op het rationeel gebruik daarvan. Samenwerking tussen beide verdragen is daarom van belang en vindt in de praktijk ook plaats. De beperkingen van dit internationale systeem vloeien voort uit het ontbreken van een soevereine macht op Antarctica, waardoor activiteiten alleen gereguleerd kunnen worden op basis van internationale afspraken voor de landen die zich daaraan verbinden. Vrijwel alle activiteiten die plaatsvinden op Antarctica worden tot op heden echter ondernomen door de 34 landen die partij zijn bij het protocol of door particuliere organisaties en personen die onder de nationale wetgeving van deze landen vallen. Daarnaast zijn de mogelijkheden voor monitoring van milieu-effecten en toezicht op de naleving van het Milieuprotocol (bijvoorbeeld door inspecties) beperkt, gezien de fysieke omstandigheden en moeilijke bereikbaarheid van het continent. Deze omstandigheden leiden er echter ook toe dat activiteiten in het Antarctisch gebied moeilijk en kostbaar zijn.

2. Bent u van mening dat huidige internationale en nationale regelgeving voldoende bescherming biedt aan dit unieke en zeer kwetsbare natuurgebied? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, welke mogelijkheden ziet u om de bescherming van Antarctica te verbeteren?

Binnen de situatie zoals toegelicht onder vraag 1 biedt de huidige nationale en internationale regelgeving voldoende bescherming voor Antarctica. Een aandachtspunt is vooral het beperken van de impacts van toerisme. Eén van de zorgpunten heeft betrekking op het passagiersvolume van sommige cruiseschepen. In 2009 is daarom afgesproken dat schepen met meer dan 500 passagiers geen toeristen meer aan land mogen zetten. Er wordt ook gesproken over een verbod op de bouw van permanente toeristische faciliteiten (bijvoorbeeld hotels) op land en ijs. Hierover hebben de verdragspartijen nog geen overeenstemming kunnen bereiken.

3. Kunt u inzicht geven in het aantal aanvragen voor een vergunning onder de Wet bescherming Antarctica dat vanaf 2007 gedaan is, hoeveel van die aanvragen gehonoreerd zijn, en om hoeveel personen dit ging?

Vanaf 1 januari 2007 hebben de Ministers 15 aanvragen ontvangen. Er zijn 14 vergunningen toegekend. Bij één aanvraag bleek, dat de activiteiten niet vanuit Nederland werden georganiseerd. Die activiteiten vielen onder de reikwijdte van een buitenlandse vergunning. De afgegeven vergunningen betroffen in totaal ongeveer 4.800 personen (inclusief staf en bemanning).

4. Kunt u inzicht geven in het soort activiteiten waarvoor de vergunningen worden aangevraagd, en hoeveel van de aanvragen wetenschappelijk onderzoek en toerisme betreffen?

De vergunningen worden aangevraagd voor wetenschappelijk onderzoek en toerisme. Vier aanvragen vanaf 1 januari 2007 betroffen wetenschappelijk onderzoek. De overige aanvragen betroffen toerisme.

5. Kunt u toelichten wanneer vergunningsaanvragen onder de Wet bescherming Antarctica worden gehonoreerd en wanneer niet?

De gronden om een aanvraag te weigeren zijn terug te vinden in artikel 13 van de Wet bescherming Antarctica. Een aanvraag om een vergunning kan worden geweigerd in het belang van de bescherming van het Antarctisch milieu of als er gegronde vrees bestaat dat de vergunninghouder niet overeenkomstig het bij of krachtens de wet bepaalde zal handelen. Een aanvraag om een vergunning moet worden afgewezen, als de consultatieve vergadering van het Antarcticaverdrag over het betrokken milieueffectrapport een negatief oordeel heeft gegeven of wanneer er onvoldoende zekerheid bestaat dat ernstige nadelige gevolgen voor het Antarctisch milieu kunnen worden voorkomen.

6. Kunt u inzicht geven in het aantal aanvragen dat sinds 2007 gedaan is voor een vergunning onder de Wet bescherming Antarctica om speciaal beschermd Antarctisch gebied te bezoeken? Wanneer worden dergelijke verzoeken gehonoreerd en wanneer niet?

In vier vergunningaanvragen is verzocht om een speciaal beschermd Antarctisch gebied te bezoeken. In de vergunning kan toestemming worden verleend om speciaal beschermde gebieden te betreden. Deze toestemming is bij alle vier de aanvragen verleend. Bij de betreding moet er worden gehouden aan het management plan dat internationaal voor ieder speciaal beschermd Antarctisch gebied is opgesteld.

7. Kunt u inzicht geven in het aantal milieueffectrapportages (MER's) dat is opgesteld om in aanmerking te komen voor een vergunning onder de Wet bescherming Antarctica en hoeveel van deze aanvragen gehonoreerd zijn?

Er zijn geen aanvragen geweest, waarvoor de aanvrager een m.e.r.-procedure moest doorlopen. De m.e.r.-procedure moet worden doorlopen wanneer activiteiten een meer dan gering of tijdelijk effect kunnen hebben op het Antarctisch milieu.

8. Worden de effecten van het toerisme op de natuur, het milieu en de wilde dieren in het Antarctisch gebied gemonitord? Zo ja, bent u bereid deze resultaten de Kamer toe te zenden? Zo nee, waarom niet?

Het Milieuprotocol bij het Antarcticaverdrag bevat diverse monitoringsverplichtingen, die mede betrekking hebben op toeristische activiteiten. Er ontbreekt echter vooralsnog een goed overzicht van de monitoringsactiviteiten die door partijen worden ondernomen. Tijdens de laatste vergadering van de verdragspartijen in 2009 is besloten een project te starten om op basis van verrichte en lopende onderzoeken de effecten van Antarctisch toerisme zo goed mogelijk in beeld te brengen. De eerste uitkomsten zullen naar verwachting worden gerapporteerd tijdens de vergadering van de verdragspartijen in 2010. Ik ben bereid, indien deze rapportage beschikbaar komt, deze aan de Kamer te zenden.

9. Kunt u inzicht geven in het totale aantal toeristen dat Antarctica bezoekt op jaarbasis?

Het toerisme naar Antarctica is ontstaan in de jaren 50 van de vorige eeuw en het aantal toeristen dat Antarctica bezocht lag tot het eind van de jaren 80 onder de 1.000 personen per (zomer)seizoen. Vanaf 1989 is het aantal toeristen dat in Antarctica aan land is gegaan ieder jaar gestegen tot ruim 32.000 in het seizoen 2007-08. Het aantal toeristen inclusief overvluchten en cruises zonder aan land te gaan bedroeg ruim 46.000. Worden staf en bemanning meegeteld, dan ligt het aantal toerismegerelateerde bezoekers in
2007-08 boven de 73.000. Vermoedelijk door de economische crisis is dit aantal in het seizoen 2008-09 voor het eerst gedaald (ruim 37.000 toeristen, inclusief de toeristen die niet aan land gaan) en verwacht wordt dat dit ook het geval zal zijn voor het 2009-10 seizoen (data nog onbekend).

10. Deelt u de mening dat het niet wenselijk is om grootschalig toerisme toe te staan op Antarctica? Zo neen, waarom niet?

Ja.

11. Deelt u de menig dat verblijfsrecreatie op Antarctica onwenselijk is en dat hier internationale afspraken over gemaakt moeten worden? Zo ja, bent u bereid hiertoe een aanzet te geven? Zo neen, waarom niet?

Het kabinet acht permanente faciliteiten voor verblijfsrecreatie, bijvoorbeeld de bouw van hotels, op Antarctica onwenselijk en heeft dit standpunt ook uitgedragen tijdens de vergaderingen van de verdragspartijen, laatstelijk in Kiev (2008). Een consensus daarover bleek toen niet mogelijk.

12. Deelt u de mening dat het internationale beheer van Antarctica onder meer gericht moet zijn op het behoud van Antarctica als ongerepte wildernis, en dat permanente faciliteiten slechts toegestaan worden indien die faciliteiten aantoonbaar noodzakelijk zijn voor wetenschappelijk onderzoek? Zo neen, waarom niet?

Ja.

Interessant voor jou

Kamervragen aan de ministers van LNV en van BuZa over de jaarlijkse slachting van dolfijnen op de Faröereilanden

Lees verder

Kamervragen aan de minister van LNV over het niet openbaar maken van jachtgegevens

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer