Kamer­vragen aan de minister van V&W, LNV en VROM over het gebruik van staal­slakken in de Ooster­schelde


Indiendatum: aug. 2009


Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Verkeer en Waterstaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu over het gebruik van staalslakken in de Oosterschelde

Deze vragen dienen ter aanvulling op vragen van het lid Koppejan (CDA) over dijkwerkzaamheden in de Oosterschelde (Natura 2000 gebied) en de Westerschelde (2009ZO5857, 2009.03.30)


1. Kent u de berichten ‘Onzekerheid over effect staalslak’ 1 en ‘Rijkswaterstaat alert op effect slakken in natuur’ 2?

2. Deelt u de zorg van sportduikers, vissers en natuurorganisaties over risico’s van ecologische schade in een zo kwetsbaar en waardevol natuurgebied als de Wester- en Oosterschelde (Natura 2000)? Zo ja, waarom laat u het gebruik van fosfor- en staalslakken bij de vooroeverversterking dan toe terwijl lange termijneffecten op het watermilieu onbekend zijn en vrees is voor een drastische verarming van het planten- en dierenleven door de egale laag van de slakken? Zo nee, waarom niet?

3. Bent u met mij van mening dat het voldoen van de industriële afvalstoffen aan het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) zeker geen garantie biedt dat er geen schadelijke stoffen op langere termijn zullen uitlogen en in het oppervlaktewater terecht zullen komen? Zo ja, bent u bereid om de 14 jaar oude milieueisen te herzien met het oog op een betere bescherming van het milieu? Zo nee, waarom niet?

4. Bent u met mij van mening dat in kwetsbare en waardevolle natuurgebieden gewoon schone bouwmaterialen moeten worden gebruikt, zoals natuurlijk groot breuksteen, zijnde een materiaal dat in het verleden ook is gebruikt om de dijk onder water te beschermen? Zo nee, waarom niet?

5. Kunt u uitleggen waarom u als argument voor het gebruik van staal- en fosforslakken hanteert dat ‘de veiligheid in dit geval tot op zekere hoogte vóór de natuur gaat’? Is het alternatief natuurlijk groot breuksteen minder veilig?

6. Kunt u aangeven of het toepassen van staal- en fosforslakken in de vooroeverversterking onderdeel is geweest van de betreffende m.e.r.-beoordelingsnotities per dijkvak? Zo ja, kunt u aangeven wat hierin over de milieueffecten en de risico’s is vermeld? Zo nee, waarom niet?

7. Kunt u aangeven op welke wijze u het effect in de gaten gaat houden van het gebruik van staal- en fosforslakken?

8. Is het u bekend dat op een proefperceel bij Schelpenhoek waar Rijkswaterstaat al staalslakken heeft gedumpt, het proces van uitloging al waarneembaar is? Welke conclusies verbindt u hieraan?

9. Kunt u aangeven welke ‘herstelmaatregelen’ u gaat nemen wanneer er toch ‘onaanvaardbare effecten’ optreden? Zo ja, welke garanties geven deze maatregelen op de kwaliteit van het zeemilieu?

10. Bent u bereid de werkzaamheden op korte termijn stop te zetten, en over te gaan op schone bouwmaterialen? Zo nee, waarom niet?

1 http://www.pzc.nl/regio/zeeland/5363791/Onzekerheid-over-effect-staalslak.ece
2 http://www.bndestem.nl/algemeen/5290483/Rijkswaterstaat-alert-op-effect-slakken-in-natuur.ece

Indiendatum: aug. 2009
Antwoorddatum: 29 okt. 2009

Geachte voorzitter,

Hiermee beantwoord ik, mede namens de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, de vragen die het lid Ouwehand heeft gesteld over het gebruik van staalslakken in de Oosterschelde.


Vraag 1
Kent u de berichten 'Onzekerheid over effect staalslak' en 'Rijkswaterstaat alert op effect slakken in natuur'?

Antwoord
Ja, deze berichten zijn mij bekend.

Vraag 2
Deelt u de zorg van sportduikers, vissers en natuurorganisaties over risico's van ecologische schade in een zo kwetsbaar en waardevol natuurgebied als de Wester- en Oosterschelde (Natura 2000)? Zo ja, waarom laat u het gebruik van fosfor- en staalslakken bij de vooroeverversterking dan toe terwijl lange termijneffecten op het watermilieu onbekend zijn en er vrees bestaat voor een drastische verarming van het planten- en dierenleven door de egale laag van de slakken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
De werkzaamheden van Rijkswaterstaat in de Wester- en Oosterschelde zijn geen reden tot zorg. Rijkswaterstaat gebruikt bij haar werkzaamheden alleen materialen die voldoen aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit. Deze eisen zijn gebaseerd op onderzoek waaruit blijkt dat ook op lange termijn de milieuhygiënische effecten tot een verantwoord niveau zijn beperkt. Uit een toetsing van deze werkzaamheden aan de Flora- en Faunawet blijkt dat het voor de werkzaamheden in de huidige vorm niet nodig is een ontheffing aan te vragen voor verbodsbepalingen uit deze wet. Ook blijkt uit de passende beoordeling op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 dat er geen significante negatieve ecologische effecten zullen optreden als gevolg van deze werkzaamheden.

Specifiek voor de mogelijke ecologische gevolgen van het bedekken van de huidige zachte bodem met een hard materiaal is extra monitoring vereist. Indien blijkt dat hierdoor ecologisch belangrijke ondergrond verloren gaat, zal Rijkswaterstaat herstelmaatregelen nemen.

Daarnaast vindt er op verzoek van diverse wetenschappers en maatschappelijke organisaties monitoring plaats van de langetermijneffecten van de werkzaamheden op de waterkwaliteit en organismen. De huidige wetenschappelijke inzichten en de wet- en regelgeving die daar op gebaseerd is, geven echter geen aanleiding om te twijfelen aan de bescherming van natuur en milieu.

Vraag 3
Deelt u de mening dat het voldoen van de industriële afvalstoffen aan het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) zeker geen garantie biedt dat er geen schadelijke stoffen op langere termijn zullen uitlogen en in het oppervlaktewater terecht zullen komen? Zo ja, bent u bereid de 14 jaar oude milieueisen te herzien met het oog op een betere bescherming van het milieu? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Bij de formulering van de eisen in het Besluit bodemkwaliteit (uit 2008) is gekeken naar de potentiële uitloging over een lange termijn, tot 100 jaar, waarmee ook het eventueel op langere termijn uittreden van verontreinigingen is meegenomen in de beoordeling. Deze eisen zijn voor zowel primaire materialen (zoals breuksteen) als secundaire materialen (zoals staalslakken) zo geformuleerd dat zij voldoende bescherming bieden. Er is dan ook geen aanleiding om de milieueisen te herzien.

Vraag 4
Deelt u de mening dat in kwetsbare en waardevolle natuurgebieden schone bouwmaterialen moeten worden gebruikt, zoals natuurlijk groot breuksteen, zijnde een materiaal dat in het verleden ook is gebruikt om de dijk onder water te beschermen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
In alle gebieden moeten verantwoorde bouwmaterialen worden gebruikt. Ook uit natuursteen logen stoffen uit. Maar zolang staalslakken, breuksteen en andere materialen voldoen aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit, is de uitloging tot een minimum beperkt. Daarnaast stellen een circulaire van VROM en een leidraad van Rijkswaterstaat aanvullende gebruiksbeperkingen. Zo mogen staalslakken vanwege verlaging van de zuurgraad niet worden toegepast in stilstaand water of oppervlaktewater met een drinkwaterfunctie.

De Rijksoverheid geeft vanuit duurzaamheidsoverwegingen de voorkeur aan secundaire bouwstoffen boven primaire bouwstoffen zoals breuksteen. Hiermee wil de overheid tegengaan dat grote hoeveelheden primaire bouwstoffen uit het buitenland moeten worden ingevoerd. De winning en invoer van primaire bouwstoffen leidt namelijk tot milieuschade in het land van oorsprong en CO2-uitstoot als gevolg van het transport. Tevens wil de overheid met dit beleid tegengaan dat jaarlijks grote hoeveelheden reststoffen moeten worden gestort, terwijl deze goed en verantwoord kunnen worden ingezet als secundaire bouwstof.

Net als in het verleden worden grote stukken breuksteen gebruikt op die delen van de oevers die blootstaan aan sterke golven. Een constructie van enkel grote stukken breuksteen kan echter niet over de volle lengte van de onderwateroever worden gebruikt, omdat in dat geval de ondergrond door de openingen tussen de stenen weg zou vloeien. In dat geval zou de stabiliteit van de kering in het geding kunnen komen.

Vraag 5
Kunt u uitleggen waarom u als argument voor het gebruik van staal- en fosforslakken hanteert dat 'de veiligheid in dit geval tot op zekere hoogte vóór de natuur gaat'? Is het alternatief natuurlijk groot breuksteen minder veilig?

Antwoord
De werkzaamheden in de Ooster- en Westerschelde zijn noodzakelijk om de veiligheid van de achter de hoogwaterkering gelegen gebieden te kunnen garanderen. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 is het gebruik van enkel grote stukken breuksteen in dit geval inderdaad minder veilig. De eisen die wet- en regelgeving stelt aan de toepassing van onder meer staal- en fosforslakken, zorgen er voor dat de waterkwaliteit en natuurwaarden worden beschermd. Bij de werkzaamheden aan de Ooster- en Westerschelde kan niet volledig worden uitgesloten dat specifiek ten gevolge van het bedekken van de zachte bodem met een hard materiaal ecologisch belangrijke ondergrond verloren gaat. Hoewel Rijkswaterstaat in dat geval herstelmaatregelen zal treffen, is er dan tijdelijk sprake van negatieve effecten voor de natuur. Veiligheid gaat echter voor het voorkomen van dergelijke tijdelijke negatieve effecten.

Vraag 6
Kunt u uiteenzetten of het toepassen van staal- en fosforslakken in de vooroeverversterking onderdeel is geweest van de betreffende m.e.r.-beoordelingsnotities per dijkvak? Zo ja, kunt u aangeven wat hierin over de milieueffecten en de risico's is vermeld? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Op grond van de wetgeving is de voorgenomen activiteit niet MER-plichtig. Er is daarom geen MER opgesteld. Zoals aangegeven bij vraag 2 hebben wel diverse andere wettelijk verplichte onderzoeken naar de effecten op natuur en milieu plaatsgevonden.

Vraag 7
Kunt u uiteenzetten op welke wijze u het effect in de gaten gaat houden van het gebruik van staal- en fosforslakken?

Antwoord
Rijkswaterstaat voert voorafgaand aan de werkzaamheden een nulmeting uit op alle locaties. Hierbij worden de aanwezige soortendiversiteiten van flora en fauna bepaald. Daarnaast worden de aangetroffen organismen onderzocht op de aanwezigheid van zware metalen en wordt de zuurgraad van het water onderzocht. Momenteel stelt Rijkswaterstaat een monitoringsprogramma op waarin de verdere onderzoeken over meerdere jaren worden opgenomen. Rijkswaterstaat voert op zowel de Oosterschelde als de Westerschelde structureel onderzoek uit naar de waterkwaliteit middels het bemonsteringsprogramma Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands (MWTL). De locaties waar Rijkswaterstaat de onderwateroevers versterkt, zullen worden opgenomen in dit programma.

Vraag 8
Is het u bekend dat op een proefperceel bij Schelpenhoek waar al staalslakken zijn gedumpt, het proces van uitloging al waarneembaar is? Welke conclusies verbindt u hieraan?

Antwoord
In mei 2008 is in opdracht van Rijkswaterstaat de oever bij Schelphoek gestabiliseerd met staalslakken. Het gaat hier niet om een proef. Ik verbind aan een constatering van uitloging van staalslakken geen bijzondere conclusies, aangezien uitloging bij vele bouwmaterialen voorkomt. Deze locatie maakt onderdeel uit van het monitoringsprogramma. De eerste resultaten van deze monitoring zullen al dit najaar bekend zijn.

Vraag 9
Kunt u uiteenzetten welke 'herstelmaatregelen' u gaat nemen wanneer er toch 'onaanvaardbare effecten' optreden? Zo ja, welke garanties geven deze maatregelen op de kwaliteit van het zeemilieu?

Antwoord
Rijkswaterstaat brengt bij de werkzaamheden in de Oosterschelde als proef variaties aan in de bodemstructuur, zoals een extra laag breuksteen bij locatie Zuidhoek - de Val. Indien er onverhoopt ecologisch belangrijke ondergrond verloren gaat door het aanbrengen van een hard materiaal, kan aan de hand van deze variaties worden bepaald welke herstelmaatregelen het beste effect zullen hebben voor de kwaliteit van het zeemilieu. De resultaten van dit onderzoek zullen naar verwachting binnen twee jaar beschikbaar zijn.

Vraag 10
Bent u bereid de werkzaamheden op korte termijn stop te zetten, en over te gaan op het gebruik van schone bouwmaterialen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Zoals aangegeven in bovenstaande antwoorden, zullen verantwoorde bouwmaterialen worden gebruikt. Er is daarom geen aanleiding om de werkzaamheden stop te zetten. Bovendien is stopzetten of opschorten van de werkzaamheden vanuit het oogpunt van veiligheid niet raadzaam.

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa

Interessant voor jou

Kamervragen aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking en VROM over Indonesische smogwolk.

Lees verder

Kamervragen aan de minister van LNV over de afvoer van kadavers.

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer