Kamer­vragen aan de minister van LNV over toezicht en bege­leiding op kinder­boer­de­rijen


Indiendatum: mei 2009

Kamervragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over toezicht en begeleiding op kinderboerderijen

  1. Bent u bekend met de ernstige mishandeling van cavia’s en degoes op een kinderboerderij in Brabant op het moment dat er geen toezicht aanwezig was?12
  2. Deelt u de mening dat op kinderboerderijen waar jongeren, volwassenen en kinderen de gelegenheid wordt geboden in direct contact te treden met dieren, voorzorgsmaatregelen moeten worden getroffen om te kunnen garanderen dat die dieren niet worden mishandeld of anderszins in hun welzijn worden aangetast? Zo ja, kunt u dan aangeven waarom u tot nu toe geweigerd hebt richtlijnen of regels uit te vaardigen om deze voorzorgsmaatregelen te borgen?
  3. Bent u op de hoogte van de situatie op veel kinderboerderijen waarbij dieren weliswaar niet doelbewust worden mishandeld, maar met enige regelmaat toch (ernstig) in hun welzijn worden aangetast, zoals konijnen die in de verdrukking komen in de aaibak, cavia’s die ondeskundig worden gehanteerd en jonge lammetjes en geitjes die door kinderen door de weide worden gesleept?
  4. Kunt u aangeven welke mate van toezicht u nodig acht om bovengenoemde situaties te voorkomen? Kunt u verder aangeven welk niveau en welke vorm van begeleiding u wenselijk of nodig acht om met name kinderen te kunnen leren hoe ze met dieren moeten omgaan, een educatieve taak die u zelf toeschrijft aan kinderboerderijen?
  5. Kunt u aangeven hoe u het toezicht en de begeleiding op kinderboerderijen op het wenselijke niveau zult brengen?

1 http://www.refdag.nl/artikel/1412239/Dieren+gedood+op+kinderboerderij+Dommelen.html
2 http://www.ed.nl/regio/valkenswaard/5015474/Dierendrama-op-kinderboerderij.ece

Indiendatum: mei 2009
Antwoorddatum: 19 aug. 2009

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over het bericht dat dieren op een kinderboerderij in Dommelen ernstig mishandeld zijn.

Vraag 1
Bent u bekend met de ernstige mishandeling van cavia’s en degoes op een kinderboerderij in Brabant op het moment dat er geen toezicht aanwezig was? 1), 2)

Antwoord
Ja

Vraag 2, 3, 4 en 5
Deelt u de mening dat op kinderboerderijen waar jongeren, volwassenen en kinderen de gelegenheid wordt geboden in direct contact te treden met dieren, voorzorgsmaatregelen moeten worden getroffen om te kunnen garanderen dat die dieren niet worden mishandeld of anderszins in hun welzijn worden aangetast? Zo ja, kunt u dan uiteenzetten waarom u tot nu toe geweigerd hebt richtlijnen of regels uit te vaardigen om deze voorzorgsmaatregelen te borgen?

Bent u op de hoogte van de situatie op veel kinderboerderijen, waarbij dieren weliswaar niet doelbewust worden mishandeld, maar met enige regelmaat toch (ernstig) in hun welzijn worden aangetast, zoals konijnen die in de verdrukking komen in de aaibak, cavia’s die ondeskundig worden gehanteerd en jonge lammetjes en geitjes die door kinderen door de weide worden gesleept?

Kunt u toelichten welke mate van toezicht u nodig acht om bovengenoemde situaties te voorkomen? Kunt u verder uiteenzetten welk niveau en welke vorm van begeleiding u wenselijk of nodig acht om met name kinderen te kunnen leren hoe ze met dieren moeten omgaan, een educatieve taak die u zelf toeschrijft aan kinderboerderijen?

Kunt u toelichten hoe u het toezicht en de begeleiding op kinderboerderijen op het wenselijke niveau zult brengen?

Antwoord
Deze vragen hebben geen betrekking op mishandeling zoals in Dommelen heeft plaatsgevonden.

Een kinderboerderij voert zijn educatieve functie uit door direct contact van de bezoekers met het dier mogelijk te maken. Kinderen kunnen leren om te gaan met dieren. Daarbij is niet uit te sluiten dat door onverwachte handelingen van een kind, of door onwetendheid, af en toe stress optreedt bij het dier.
De ouder of verzorger van een kind dat een kinderboerderij bezoekt is verantwoordelijk voor het gedrag van het kind. De kinderboerderij heeft de verantwoordelijkheid voor de zorg voor de dieren.
De Stichting Kinderboerderijen Nederland werkt met het Keurmerk Kinder¬boerderijen. Om het keurmerk te verkrijgen moeten kinderboerderijen voldoen aan diverse kwaliteitscriteria op het gebied van o.a. omgaan met dieren, veiligheid, organisatie en personeel. Dit keurmerk is een goed initiatief om dierenwelzijn op de kinderboerderij te bevorderen en zichtbaar te maken.
Ik ben van mening dat de kinderboerderijen gemotiveerd zijn het welzijn van de dieren te waarborgen en de kinderen te begeleiden hoe om te gaan met de dieren. De wijze waarop de educatieve functie wordt ingevuld laat ik over aan de kinderboerderijen zelf.
Ik zie geen noodzaak voor een specifiek toezicht op het welzijn van de dieren op kinderboerderijen. De verzorgers zijn over het algemeen zeer betrokken bij de dieren en zorgen er goed voor.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

Interessant voor jou

Kamervragen aan de ministers van LNV, OS en BuZa over de wrede slachting van varkens in Egypte

Lees verder

Kamervragen aan de minister van LNV over controle op veetransporten

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer