Kamer­vragen aan de minister van LNV over de subsidie van 500.000 euro voor het kweken van glasaal


Indiendatum: apr. 2008

Vragen van het lid Ouwehand aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de subsidie van 500.000 euro voor het kweken van glasaal

  1. Kent u het bericht ‘vijf ton voor kweken glasaal’1?
  2. Kunt u aangeven op welke wijze het kunstmatig voorplanten van de paling een oplossing is voor de in het wild levende paling die door overbevissing met uitsterven wordt bedreigd?
  3. Hoe rechtvaardigt u een overheidsuitgave van 500.000 euro voor het opzetten van een palingkwekerij als antwoord op de mede door het visserijbeleid ontstane overbevissing op de wilde paling?
  4. Vindt u het vanuit ethisch, moreel en duurzaamheidsperspectief aanvaardbaar dat op alle mogelijke manieren wordt getracht glasaal kunstmatig te laten voortplanten? Zo ja, waarom en hoe verhoudt zich dit tot het voorzorgsprincipe en de onduidelijkheid over de lange termijn effecten van kunstmatig voortgeplante aal? Zo neen, waarom besteed u dan grote sommen subsidie aan een ongewenste ontwikkeling?
  5. Kunt u aangeven welke proeven zijn uitgevoerd om de aal onder kunstmatige omstandigheden te laten paaien en hoeveel dieren daarvoor zijn opgeofferd?
  6. Kunt u aangeven onder welke omstandigheden de aal wordt gehouden en welke dierenwelzijnscriteria er worden gehanteerd bij het kweken van aal?
  7. Kunt u aangeven welke dodingsmethoden worden ingezet bij het te subsidiëren project?
  8. Hoe beoordeelt u de risico’s die kleven aan viskweek zoals de ziektes die kunnen uitbreken onder wilde soortgenoten en het gebruik van vismeel voor de kweek van soorten in gevangenschap?
  9. Heeft u inzicht in de lange termijn effecten van viskweek op de ecologie, dierziektenrisico’s, voedselvoorziening en dierenwelzijn? Zo ja, welke? Zo neen, bent u bereid een effectrapportage op te stellen?
  10. Deelt u de mening dat de paling een zeer bedreigde diersoort is en daarom in de eerste plaats bescherming geniet, ook binnen het visserijbeleid? Zo ja, op welke wijze en met welke financiële inzet beschermt u op dit moment de in het wild levende paling? Zo neen, waarom niet en hoe verhoudt zich uw mening tot plaatsing van de aal op de CITES lijst voor bedreigde diersoorten?

(1) Noord Hollands Dagblad, 22 april 2008

Indiendatum: apr. 2008
Antwoorddatum: 18 mei 2008

1
Kent u het bericht ‘vijf ton voor kweken glasaal’?1)

Ja, maar de berichtgeving is niet geheel correct. Ik heb dit jaar de Universiteit van Leiden opdracht gegeven onderzoek te verrichten naar geslachtsrijping van de Europese aal, voor een bedrag van € 100.000,-. Dit onderzoek gaat niet over het kweken van glasaal. Het betreft ook niet het opzetten van een palingkwekerij.

2
Kunt u aangeven op welke wijze het kunstmatig voorplanten van de paling een oplossing is voor de in het wild levende paling die door overbevissing met uitsterven wordt bedreigd?

Kunstmatige voortplanting van de aal kan op twee wijzen bijdragen aan verbetering van de wildpopulatie:
• Indien kunstmatig geproduceerde glasaal beschikbaar is voor de aquacultuur, is het niet meer nodig deze glasaal in het wild te vangen. Hiermee vermindert de druk op het wilde bestand, wat zal bijdragen aan een algeheel herstel van de aalstand.
• Reproductie van aal in gevangenschap kan, in geval van een volledige ineenstorting van de wildpopulatie, mogelijk de redding van de soort betekenen.


3
Hoe rechtvaardigt u een overheidsuitgave van 500.000 euro voor het opzetten van een palingkwekerij als antwoord op de mede door het visserijbeleid ontstane overbevissing
op de wilde paling?

Zoals aangeven bij mijn antwoord op vraag 1 heb ik geen subsidie verstrekt voor het opzetten van een palingkwekerij.

4
Vindt u het vanuit ethisch, moreel en duurzaamheidsperspectief aanvaardbaar dat op alle mogelijke manieren wordt getracht glasaal kunstmatig te laten voortplanten?
Zo ja, waarom en hoe verhoudt zich dit tot het voorzorgsprincipe en de onduidelijkheid over de langetermijneffecten van kunstmatig voortgeplante aal? Zo neen, waarom besteedt u dan grote sommen subsidie aan een ongewenste ontwikkeling?

Ja. Glasaal is jonge aal (0.3 g en circa twee jaar oud) die met de golfstroom naar de kust van Europa komt. Glasaal kan zich niet voortplanten. Voor een duurzame aquacultuur is het essentieel dat de volwassen aal onder gecontroleerde omstandigheden in gevangenschap tot voortplanting kan worden gebracht, zodat men niet meer afhankelijk is van wildgevangen glasaal. Ook in de landbouw is men niet meer afhankelijk van wildgevangen dieren.

5
Kunt u uiteenzetten welke proeven zijn uitgevoerd om de aal onder kunstmatige omstan¬digheden te laten paaien en hoeveel dieren daarvoor zijn opgeofferd?

In de natuur sterft de volwassen aal (schieraal) na de voortplanting. De wilde migrerende schieraal is echter nog niet geslachtsrijp en moet door middel van natuurlijke prikkels of door hormonale stimulering tot rijping worden gebracht. Aan de Universiteit van Leiden wordt gewerkt aan een nieuwe, diervriendelijke methode, die bestaat uit het eenmalig inbrengen van een celimplantaat waarmee de hormoonspiegel op een natuurlijke wijze wordt verhoogd. Daarnaast wordt de natuurlijke migratie naar de paaigronden nagebootst door de aal langdurig te laten zwemmen. Er zijn aan de Universiteit van Leiden in 2007, in totaal 31 vrouwelijke en 46 mannelijke alen tot rijping gebracht.

6
Kunt u uiteenzetten onder welke omstandigheden de aal wordt gehouden en welke dierenwelzijnscriteria er worden gehanteerd bij het kweken van aal?

Aal in Nederland wordt gekweekt in “recirculatiesystemen”. In deze vorm van houderij wordt de waterkwaliteit volledig afgestemd op de behoeften van het dier. Ook vanuit dierziektepreventie en het ontsnappen van aal is deze vorm van houderij als zeer duur¬zaam aan te merken. Aal wordt in kwekerijen tot nu toe niet voortgeplant. De reproductieproeven in Leiden worden uitgevoerd volgens strikte welzijnsrichtlijnen zoals gedefinieerd in de Wet op de Dierproeven.

7
Kunt u uiteenzetten welke dodingsmethoden worden ingezet bij het te subsidiëren project?

Dieren worden, indien nodig, gedood door een overdosis anestheticum gevolgd door decapitatie. Alle proeven worden uitgevoerd volgens de wet op de dierproeven en gecon¬troleerd door de Dier Experimenten Commissie (DEC).

8 en 9
Hoe beoordeelt u de risico’s die kleven aan viskweek, zoals de ziektes die kunnen uitbreken onder wilde soortgenoten en het gebruik van vismeel voor de kweek van soorten in gevangenschap?

Heeft u inzicht in de langetermijneffecten van viskweek op de ecologie, dierziektenrisico’s, voedselvoorziening en dierenwelzijn? Zo ja, welke? Zo neen, bent u bereid een effectrap¬portage op te stellen?

Ik verwijs hiervoor naar mijn antwoord op vraag 6, naar de nota “Viskweek in Nederland” (LNV, 2004), en de recente nota’s dierenwelzijn en diergezondheid, en naar mijn brief over aquacultuur (Viss.2007/3336).

10
Deelt u de mening dat de paling een zeer bedreigde diersoort is en daarom in de eerste plaats bescherming geniet, ook binnen het visserijbeleid? Zo ja, op welke wijze en met welke financiële inzet beschermt u op dit moment de in het wild levende paling? Zo neen, waarom niet en hoe verhoudt zich uw mening tot plaatsing van de aal op de CITES-lijst voor bedreigde diersoorten?

De kaders voor mijn beleid inzake de aal en de aalvisserij worden gevormd door de Europese Aalverordening. Met mijn brief (Viss. 2007/4578) heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de twee sporen waarlangs ik werk. Ik zal de Kamer op korte termijn informeren over de huidige stand van zaken.


DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


1) Noord Hollands Dagblad, 22 april 2008

Interessant voor jou

Kamervragen aan de minister van LNV over een T-vormige plastic buis met hormonen die bij koeien wordt ingebracht

Lees verder

Kamervragen aan de ministers van LNV en Ontwikkelingssamenwerking over de certificering van onverantwoorde soja door de Round Table on Responsible Soy (RTRS)

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer