Kamer­vragen aan de minister van LNV over actie Wakker Dier ‘kip het meest mishan­delde stukje vlees’


Indiendatum: jul. 2008

Vragen van het lid Thieme aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over actie Wakker Dier ‘kip het meest mishandelde stukje vlees’

  1. Kent u het bericht “Wakker Dier in actie tegen kipcampagne vleessector”1?
  2. Deelt u de mening van Wakker Dier dat de meeste kippen tijdens hun leven minder leefruimte hebben gehad dan ze hebben in een oven? Zo ja, wat is uw mening over dit wrange gegeven? Zo neen, op welk moment hebben vleeskippen meer ruimte dan ze hebben in de oven?
  3. Is het waar dat aan de Europese subsidie aan de vleessector de voorwaarde is verbonden dat er voorlichting gegeven dient te worden over huisvesting en welzijn van de kippen? Kunt u aangeven welk deel (gekwantificeerd) van de subsidie wordt aangewend voor het geven van bedoelde informatie, welke voorwaarden zijn verbonden aan de inhoud van die informatie en op welke wijze wordt gecontroleerd of de verstrekte informatie een juiste afspiegeling is van de werkelijkheid? Kunt u ook aangeven welk deel wordt aangewend voor het promoten van kipconsumptie?
  4. Is het waar dat de Europese subsidie in eerste aanleg bedoeld was voor herstel van het marktaandeel van kipproducten na de vogelpestcrisis, maar dat deze doelstelling achterhaald is nu de consumptie van kip inmiddels boven het oude niveau ligt? Zo ja, is deze constatering voor u aanleiding om stopzetting van de subsidie te bepleiten? Zo neen, hoeveel kilo kip moeten Europese burgers eten voordat de Europese subsidie als overbodig zal worden beschouwd?
  5. Is het nog steeds het standpunt van de regering dat vlees het meest vervuilende onderdeel van ons voedselpakket is? Zo ja, hoe verhoudt zich deze subsidie tot het feit dat de productie van dierlijke eiwitten inefficiënt en sterk vervuilend en dieronvriendelijk is, zelfs wanneer kip niet het meest ongunstig scoort op alle genoemde thema’s ten opzichte van andere vleesproducten? Zo neen, wanneer is dit standpunt gewijzigd en in welke zin?
  6. Deelt u de mening van Wakker Dier dat vlees kan worden aangeduid als “het meest mishandelde stukje vlees”. Zo ja, op welke wijze en termijn wilt u substantiële verbetering aanbrengen in het leven van vleeskippen? Zo neen, welke diersoort wordt in uw optiek slechter behandeld dan kip als het gaat om gehouden dieren voor de productie van vlees, zuivel en eieren?
  7. Deelt u de mening dat de vleessector de niet meest voor de hand liggende partij is om voorlichting te geven over huisvesting en welzijn van productiedieren en daarvoor dus ook geen subsidie zou moeten ontvangen? Zo ja, bent u bereid subsidiering van dergelijke voorlichtingscampagnes in Europa te bepleiten met dierenbeschermingsorganisaties als afzender? Zo neen, waarom bent u van mening dat de sector zelf in staat is om eerlijke informatie te geven over de huisvesting en het welzijn van dieren?
  8. Kunt u aangeven hoeveel Europese of Nederlandse subsidiegelden worden besteed aan het bevorderen van campagnes over huisvesting en welzijn van productiedieren door belangenorganisaties op het gebied van dierenwelzijn? Hoe beoordeelt u dat bedrag in relatie tot de Europese subsidie voor de vleessector?
  9. Is het waar dat, zoals Wakker Dier stelt, er jaarlijks meer dan 15 miljoen kuikens doodgroeien in de Nederlandse vleeskippensector? Zo ja, vindt u dit acceptabel uit oogpunt van dierenwelzijn, komen deze dode dieren in het consumentenkanaal terecht en wat wordt er gedaan om dit aantal te verminderen en bent u bereid tot het instellen van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar het fenomeen doodgroeien bij vleeskuikens en het voorkomen daarvan? Zo neen, bij hoeveel kuikens per jaar is dan sprake van doodgroeien en bent u bereid tot het instellen van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar het fenomeen doodgroeien bij vleeskuikens en het voorkomen daarvan?

(1) FoodHolland, 14 juli 2008.

Indiendatum: jul. 2008
Antwoorddatum: 1 okt. 2008

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u de antwoorden toekomen op de vragen die gesteld zijn door het lid Thieme (PvdD) over de actie van Wakker Dier “kip het meest mishandelde stukje vlees”.

  1. Kent u het bericht “Wakker Dier in actie tegen kipcampagne vleessector”?1

    Ja.
  2. Deelt u de mening van Wakker Dier dat de meeste kippen tijdens hun leven minder leefruimte hebben gehad dan ze hebben in een oven? Zo ja, wat is uw mening over dit wrange gegeven? Zo neen, op welk moment hebben vleeskippen meer ruimte dan ze hebben in de oven?

    Ik ben van mening dat de vergelijking tussen de ruimte die vleeskuikens hebben tijdens hun leven en op het moment van bereiden, niet relevant is. Zoals ik heb aangegeven in mijn Nota dierenwelzijn (vergaderjaar 2007-2008, 28286 nr. 76), zal ik zorgdragen voor implementatie van de Vleeskuikenrichtlijn in de Nationale regelgeving. Ik zie dit als een eerste stap.
  3. Is het waar dat aan de Europese subsidie aan de vleessector de voorwaarde is verbonden dat er voorlichting gegeven dient te worden over huisvesting en welzijn van de kippen? Kunt u uiteenzetten welk deel (gekwantificeerd) van de subsidie wordt aangewend voor het geven van bedoelde informatie, welke voorwaarden zijn verbonden aan de inhoud van die informatie en op welke wijze wordt gecontroleerd of de verstrekte informatie een juiste afspiegeling is van de werkelijkheid? Kunt u ook uiteenzetten welk deel wordt aangewend voor het promoten van kipconsumptie?
  4. Deelt u de mening dat de vleessector niet de meest voor de hand liggende partij is om voorlichting te geven over huisvesting en welzijn van productiedieren en daarvoor dus ook geen subsidie zou moeten ontvangen? Zo ja, bent u bereid subsidiering van dergelijke voorlichtingscampagnes in Europa te bepleiten met dierenbeschermingsorganisaties als afzender? Zo neen, waarom bent u van mening dat de sector zelf in staat is om eerlijke informatie te geven over de huisvesting en het welzijn van dieren?

    In het kader van de Verordening (EG) nr. 1071/2005 1) is een richtsnoer opgesteld waarin voor pluimveevlees onder andere de doelstellingen en belangrijkste boodschappen zijn opgenomen. Zoals aangegeven in mijn antwoord op de Kamervraag van lid Thieme van
    18 juli 2007 (Aanhangsel van de Handelingen 2006-2007 nr. 2354), is de doelstelling van het programma conform Verordening (EG) nr. 1071/2005 van de Commissie, namelijk het verstrekken van informatie over de communautaire en de nationale productiesystemen voor pluimveevleesproducten. Hierbij wordt de consument met name geïnformeerd over de handelsnormen. Dierenwelzijn en huisvesting komen hierbij aan de orde als onderdeel van de informatie over de productiesystemen. Het is hierdoor dan ook niet mogelijk om uiteen te zetten welk deel (gekwantificeerd) van de subsidie wordt aangewend voor informatie over huisvesting en welzijn.
    Dienst Regelingen controleert of de acties in overeenstemming zijn met de Verordening (EG) nr. 1071/2005 en de communautaire regelgeving. Het bedrijfsleven zelf is verantwoordelijk voor de informatie en de afstemming hiervan.
  5. Is het waar dat de Europese subsidie in eerste aanleg bedoeld was voor herstel van het marktaandeel van kipproducten na de vogelpestcrisis, maar dat deze doelstelling achterhaald is nu de consumptie van kip inmiddels boven het oude niveau ligt? Zo ja, is deze constatering voor u aanleiding om stopzetting van de subsidie te bepleiten? Zo neen, hoeveel kilo kip moeten Europese burgers eten voordat de Europese subsidie als overbodig zal worden beschouwd?

    Zie mijn antwoord op de Kamervraag van het lid Thieme van 18 juli 2007.
  6. Is het nog steeds het standpunt van de regering dat vlees het meest vervuilende onderdeel van ons voedselpakket is? Zo ja, hoe verhoudt zich deze subsidie tot het feit dat de productie van dierlijke eiwitten inefficiënt en sterk vervuilend en dieronvriendelijk is, zelfs wanneer kip niet het meest ongunstig scoort op alle genoemde thema’s ten opzichte van andere vleesproducten? Zo neen, wanneer is dit standpunt gewijzigd en in welke zin?

    Zie de kabinetsbrief “Duurzame ontwikkeling en beleid” (Kamerstukken II 2007-2008,
    30 196 nr. 32) van 16 mei 2008.
  7. Deelt u de mening van Wakker Dier dat vlees kan worden aangeduid als “het meest mishandelde stukje vlees”? Zo ja, op welke wijze en termijn wilt u substantiële verbetering aanbrengen in het leven van vleeskippen? Zo neen, welke diersoort wordt in uw optiek slechter behandeld dan kip als het gaat om gehouden dieren voor de productie van vlees, zuivel en eieren?

    In mijn eerdergenoemde Nota dierenwelzijn staat per diersoort beschreven welke mate van ongerief deze diersoort ondervindt en de maatregelen die ik ga treffen.
  8. Kunt u uiteenzetten hoeveel Europese of Nederlandse subsidiegelden worden besteed aan het bevorderen van campagnes over huisvesting en welzijn van productiedieren door belangenorganisaties op het gebied van dierenwelzijn? Hoe beoordeelt u dat bedrag in relatie tot de Europese subsidie voor de vleessector?
    Is het waar dat, zoals Wakker Dier stelt, er jaarlijks meer dan 15 miljoen kuikens doodgroeien in de Nederlandse vleeskippensector? Zo ja, vindt u dit acceptabel uit oogpunt van dierenwelzijn, komen deze dode dieren in het consumentenkanaal terecht en wat wordt er gedaan om dit aantal te verminderen en bent u bereid tot het instellen van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar het fenomeen doodgroeien bij vleeskuikens en het voorkomen daarvan? Zo neen, bij hoeveel kuikens per jaar is dan sprake van doodgroeien en bent u bereid tot het instellen van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar het fenomeen doodgroeien bij vleeskuikens en het voorkomen daarvan?

    Ik financier een 5-jarige campagne (2006-2010) van het Voedingscentrum met een jaar¬budget van 1,8 miljoen euro. Bij deze campagne is dierenwelzijn een belangrijk onderdeel, maar er is daarnaast ook aandacht voor andere aspecten van duurzaamheid, zoals bijvoorbeeld milieu-invloed in relatie tot eten.

    Ten aanzien van de Europese subisiediegelden verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 3.

    Ik beschik niet over betrouwbare informatie omtrent het doodgroeirisico. Zoals ik heb aangegeven in mijn Nota dierenwelzijn zal ik - op basis van het onderzoeksrapport van de Europese Commissie in 2010 - de gevolgen van genetische aanleg voor het welzijn van vleeskuikens op EU-niveau agenderen.


    De verordening (EU) nr. 1774/2002 bepaalt dat dieren die niet door slachting voor mense¬lijke consumptie sterven, niet bestemd mogen worden voor menselijke of dierlijke con¬sumptie. Derhalve is het wettelijk niet mogelijk dat vleeskuikens die sterven als gevolg van buikwaterzucht (ascites) of Sudden Death Syndrome terecht komen in het consumenten¬kanaal.

    DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
    VOEDSELKWALITEIT,




    G. Verburg

1 http://www.foodholland.nl/nieuws/artikel.html?id=92005

Interessant voor jou

Kamervragen aan de ministers van LNV en VWS over de risico’s van een uitbraak van runder-TBC in Nederland

Lees verder

Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer