Bijdrage Wassenberg Warmtewet


15 februari 2018

Dank u wel, voorzitter. Het gebeurt niet vaak, maar van links tot rechts, van regering tot Tweede Kamer, van oppositie tot coalitie, bijna iedereen wil van het gas af. De een wil het vooral in het belang van de Groningers, de ander wil het in het belang van het klimaat. Er zijn redenen te over. Relevante vragen om nu te stellen zijn: doen we het juiste, doen we voldoende en gaan we snel genoeg? Dat zijn ook de vragen die ik mijzelf heb gesteld tijdens het bestuderen van de gewijzigde Warmtewet. De Warmtewet is een belangrijk middel in de overstap naar duurzame warmte.

Ons gasgebruik kan alleen maar naar beneden, als er voldoende duurzame warmte beschikbaar is. De Warmtewet heeft de potentie om duurzame warmte structureel te stimuleren. Helaas kom ik tot de conclusie dat de voorgestelde wijzigingen in de wet onvoldoende zijn om een markt voor duurzame warmtevoorziening te faciliteren. Ik zal dat uitleggen, maar eerst wil ik nog even het belang van energiebesparing opnieuw benadrukken. Hoe meer energie we kunnen besparen, hoe gemakkelijker het wordt om de energie die we wel gebruiken duurzaam op te wekken. Als we niet heel stevig inzetten op die besparing, is de kans groot dat we straks deels afhankelijk blijven van vuile energie.

Dat gezegd hebbende terug naar de warmte. Onze woningen zijn nu nog vaak onzuinig en standaard ontworpen voor aardgas. We hebben echt een systeemswitch nodig, een langetermijndoel waarmee we toewerken naar huizen die geschikt zijn om verwarmd te worden met duurzame warmtebronnen zoals bodemwarmte of warmte uit de buitenlucht. We moeten vooral geen maatregelen treffen, maatregelen stapelen die pogen om het bestaande systeem op een aantal punten te verbeteren, want daarmee creëren we eigenlijk problemen voor de toekomst. Ik denk dan vooral aan het koppelen van kolencentrales, afvalcentrales en fossiele industrieën aan een warmtenet. Het klinkt namelijk heel mooi: restwarmte die ontstaat door het verbranden van kolen en afval krijgt een herbestemming, een nieuwe bestemming. Maar tegelijk maakt het huizen afhankelijk van die industrieën en van die kolencentrales.

Het gevaar bestaat dat sluiting van die kolencentrales en afvalverbrandingscentrales moeilijker zal worden als aangesloten huizen geen andere manier hebben om aan hun warmte te komen. Dat is dat lock-insysteem, waar mevrouw Beckerman het ook al over had. Zo houden we de fossiele industrie kunstmatig in leven. Dat is een onwenselijke situatie en toch is dat vaak wat er gebeurt in het geval van stadsverwarming. Grote aantallen huishoudens worden aangesloten op warmtenetten, die gevoed worden vanuit kolencentrales of afvalverbrandingscentrales voor hun restwarmte. Extra onwenselijk is dat het voor aangesloten huishoudens niet mogelijk is om over te stappen naar een groene warmteleverancier. Je hebt als bewoner geen enkele zeggenschap bij stadsverwarming.

Voorzitter. We moeten dus naar een systeem waarin huishoudens keuzevrijheid hebben in de warmtevoorziening. Naar verwachting zullen de komende jaren tienduizenden huishoudens aangesloten worden op warmtenetten, zoals stadsverwarming, omdat we uiterlijk in 2050 aardgasvrij willen zijn. Wil een huishouden überhaupt wel zijn aangesloten op een warmtenet? Ik heb daarover een paar vragen aan de minister. Kan een huishouden een warmtenet omzeilen en kiezen voor andere warmtebronnen, zoals warmtepompen of zonneboilers? Zijn met de herziene Warmtewet dit soort keuzes ook mogelijk?

Voorzitter. Ook voor warmtenetten geldt dat er pas sprake is van keuzevrijheid als er werkelijk wat te kiezen valt, dus als er meerdere aanbieders zijn op een warmtenet. Mijn partij pleit ervoor om warmtenetten open te stellen voor meerdere aanbieders. Ik weet dat warmtenetten op dit moment nog klein zijn en dat het aantal aanbieders gering is, maar we moeten nu echt fundamentele keuzes maken voor een duurzame toekomst en niet aanmodderen met minimale aanpassingen. We moeten voorsorteren op een toekomst die echt anders is dan de huidige situatie.

Voorzitter. Transparantie is een andere voorwaarde voor keuzevrijheid. De herziene … Ik zie de heer Jetten.

De voorzitter:
Ja, de heer Jetten heeft een vraag.

De heer Jetten (D66):
Ik wachtte even totdat het blokje van de heer Wassenberg af was. Ik ben het eens met de Partij voor de Dieren dat we een lock-in moeten voorkomen en dat we warmtenetten zo veel mogelijk moeten verduurzamen, maar ik heb daar wel een vraag over. Is de heer Wassenberg met mij eens dat een huis op een warmtenet dat is aangesloten op een kolencentrale, al beter is dan een huis op een gasgestookte cv-ketel? Zo ja, is de Partij voor de Dieren het dan met D66 eens dat we vooral moeten beginnen met de uitrol van meer warmtenetten en dat de verduurzaming daar dan achteraan moet volgen? Of is de Partij voor de Dieren tegen elke vorm van warmtenetten die nog op fossiele bronnen zijn aangesloten?

De heer Wassenberg (PvdD):
Wij zijn wel tegen warmtenetten die inderdaad aangesloten zijn op die kolencentrales, omdat je daarmee de boel waarschijnlijk vast gaat leggen, ook voor de verre toekomst. Het lijkt nu inderdaad heel aantrekkelijk, want dan kun je zeggen: de huishoudens die dan geen cv-installatie meer hebben, stoten ook minder CO2 uit. Maar als dat betekent dat je misschien wel voor de komende vijftien jaar de boel vastlegt, ben je misschien nog wel verder van huis. Dus op het moment dat we nu andere aanbieders mogelijk gaan maken op die warmtenetten, dan zou ik nu niet kiezen voor die kolencentrales. We zeiden net: de toekomst is heel erg variabel, het kan alle kanten op. Op het moment dat je die lock-in nu niet uitsluit, leg je de toekomst voor een belangrijk deel al vast. Ik denk dat we dat moeten voorkomen.

De heer Jetten (D66):
De heer Wassenberg en ik zijn volgens mij allebei van mening dat die kolencentrales in Nederland zo snel mogelijk dicht moeten. Er zijn natuurlijk ook andere fossiele bronnen die je op een warmtenet zou kunnen aansluiten, bijvoorbeeld een afvalcentrale, die misschien nog wat langer meegaat. Zouden we elkaar kunnen vinden als we de minister vragen om de uitrol van die warmtenetten wel te versnellen, om de aansluiting van fossiele warmtebronnen niet uit te sluiten maar wel met de branche afspraken te maken over jaarlijkse verduurzaming van die warmtenetten, met een einddatum waarop die fossiele bronnen daarop mogen zijn aangesloten?

De heer Wassenberg (PvdD):
Laten we in ieder geval proberen om die warmtenetten uit te rollen. Laten we in ieder geval proberen dat er ook verschillende aanbieders van warmte kunnen komen. Op het moment dat je inderdaad honderd procent zeker weet dat je over één of twee jaar van die kolencentralewarmte af bent, dan zou je erover kunnen praten. Maar van die kolencentralewarmte moet je zo snel mogelijk af. Liefst staan we het helemaal niet toe, maar als je het nog wel zou toestaan, dan moet je er zo snel mogelijk een einde aan kunnen maken. Dan heb ik het niet over vele jaren, maar over maximaal een of twee jaar.

Ik was net begonnen over de transparantie. Die transparantie is ook een belangrijke voorwaarde voor keuzevrijheid. In de herziene Warmtewet staat wel een rapportageverplichting over duurzaamheid in het bestuursverslag, maar harde duurzaamheidscriteria blijven uit. En voor de individuele consument is het echt geen doen om op basis van bestuursverslagen een keuze te maken voor duurzaamheid. Dus zijn daar echt criteria voor nodig. Hoe staat de minister tegenover de ontwikkeling van wat ik maar een "warmte-etiket" noem, dus een certificering van warmte aan de hand van duurzaamheidscriteria? Een certificering van warmte, dus het opstellen van criteria voor duurzame warmte, maakt namelijk inzichtelijk van welke bron de warmte in het warmtenet afkomstig is, en zij vergroot de transparantie. Daarmee krijgen huishoudens de keuzemogelijkheid die ze zelf ook hebben bij het kiezen van de elektriciteitsleverancier. Zoals je ervoor kunt kiezen om elektriciteit uit kolencentrales links te laten liggen en te kiezen voor zon of windenergie, zo zou je dat ook moeten kunnen doen bij warmtenetten. Dan kun je die kolencentrales ook wat makkelijker en wat sneller uitfaseren.

Warmtenetten zijn nu van oudsher lokale monopolies waarbij één warmtebedrijf alles voor zijn rekening neemt, van productie tot distributie en levering. Huishoudens zijn daarmee te veel afhankelijk van één bedrijf zonder enige concurrentie. En redenen om te verduurzamen zijn er dan ook veel minder dan wanneer verschillende aanbieders zouden concurreren op die duurzaamheid. Dat laatste is bij groene energie nu ook het geval is. Als we ervoor durven te kiezen om warmtenetten open te stellen voor derden, zoals bij elektriciteit, dan kunnen afnemers zelf hun leverancier kiezen, waarbij geselecteerd kan worden op duurzaamheid. Dat wordt TPA of "third-party access" genoemd. Sorry voor mijn lelijke Engelse term. Bij stroom werkt dat systeem prima en kunnen huishoudens dus kiezen voor groene stroom of minder groene stroom. Dat zou ook moeten kunnen bij warmtenetten, zeker als die dadelijk in de warmtevoorziening belangrijker gaan worden. En als we die warmtenetten openstellen voor derden, kan dat de verduurzaming ervan een flinke versnelling geven, tenminste als we die openstelling combineren met het opstellen van die duurzaamheidscriteria waar ik het over had. Dat maakt het mogelijk om duurzame warmte voorrang te geven boven niet-duurzame warmte. Ik hoor graag een reactie hierop van de minister.

Voorzitter, ik eindig waar ik begon. De Partij voor de Dieren wil samen met de minister en het grootste deel van de Kamer snel af van aardgas. Maar dat betekent volgens mij ook dat we moeten stoppen met het gebruik van aardgas als referentie voor de prijsbepaling van warmte, het NMDA-principe. Als aardgas wordt uitgefaseerd — daar zijn we eigenlijk al mee begonnen, in elk geval door erover te praten — is het verkeerd om die gasprijs nog te gebruiken voor een maximumprijs voor warmte. De gasprijs zal gaan stijgen maar de prijs van duurzame warmte zou niet moeten stijgen. Die koppeling moet dus worden losgelaten. In plaats daarvan zou je kunnen kiezen voor een warmteprijs die mede wordt bepaald door het klimaateffect. Oftewel, hoe vuiler de warmte, hoe duurder. Ik hoor daarop graag een reactie van de minister. Is hij van plan om die niet-meer-dan-anderssystematiek in de prijsbepaling van warmte te vervangen door een systematiek die bepaald wordt door het principe van "de vervuiler betaalt"? Ik hoor hierop graag een reactie van de minister.

Hiermee sluit ik af, voorzitter. Dank u wel.

Interrupties bij andere partijen

De heer Wassenberg (PvdD):
De heer Jetten zei dat D66 wil dat de warmtenetten worden opengesteld. Dan kan er concurrentie komen en dan kan de prijs voor de consument lager. Ik heb ook gezegd dat ik wil dat die netten opengaan, maar ook dat ik wil dat er ook duurzaamheidscriteria komen, zodat consumenten ook kunnen kiezen op duurzaamheid. Nu is dat nog niet het geval. Is de heer Jetten het met mij eens dat er ook gekozen moet kunnen worden op duurzaamheid? Zo ja, en ik zie hem al knikken: is de heer Jetten het dan ook met mij eens dat de consument een keuze moet kunnen maken over duurzaamheid en dat dus een warmte-etiket, of warmtecriterium, of noem het zoals je wil, ook heel belangrijk is?

De heer Jetten (D66):
Bijna heel de volgende pagina van mijn spreektekst gaat over deze punten, dus als u mij toestaat ga ik daar even mee verder en dan geef ik denk ik ook antwoord op beide vragen van de heer Wassenberg.

Ik zei net al in interruptie op de heer Wassenberg: een warmtenet is relatief duurzaam. Een warmtenet op een kolencentrale is per huishouden qua CO2-uitstoot al beter dan een huishouden op een gasgestookte cv-ketel. Dat is natuurlijk mooi. Daarom denk ik: elk huis dat we nu al kunnen aansluiten op een warmtenet, ook al is dat warmtenet aangesloten op een fossiele bron, is al een stap in de goede richting, want die huizen kunnen we dan ook van het Gronings gas afhalen. Maar we moeten er tegelijkertijd wel voor zorgen dat de warmtenetten de komende jaren veel en veel duurzamer worden, niet alleen omdat we die fossiele bronnen, zoals kolencentrales, uiteindelijk willen uitroeien, maar ook omdat er gewoon groene alternatieven voorhanden zijn. Ik ben ook blij om te zien dat heel veel warmtenetten in Nederland op dit vlak niet alleen mooie ambities hebben, maar daar ook mee bezig zijn. Je ziet bijvoorbeeld in Nijmegen, waar een groot warmtenet ligt dat is aangesloten op een afvalbrander, dat er nu wordt gezocht naar aardwarmte, of geothermie, als potentiële vervanger van die afvalcentrale. D66 wil dat het niet alleen maar blijft bij mooie intenties en initiatieven van die bestaande warmtenetten, maar dat we die verduurzaming ook gaan afdwingen.

Voorzitter. Dan kom ik op de punten van de heer Wassenberg. Het begint met transparantie over de bron van die warmte, waar de heer Wassenberg ook al over sprak. Ik ben zelf wel gecharmeerd van wat de Metropoolregio Amsterdam heeft gedaan. Zij hebben een warmteladder gemaakt, een soort van energielabel zoals we dat ook bij huizen hebben, die je kan toepassen op warmtenetten. Dan zie je heel mooi hoe je per verschillende bron zo'n warmtenet kan verduurzamen tot uiteindelijk dat ideale plaatje van energielabel A. Mijn vraag aan de minister zou dan ook zijn: moeten we niet zo'n soortgelijke warmteladder ontwikkelen, of die van de Metropoolregio Amsterdam doorontwikkelen, en die gewoon verplichtstellen op nationaal niveau, zodat elk warmtenet daarover kan rapporteren en de consument ook weet of zijn warmtebron heel erg duurzaam is, of niet? Bij een open net kan je dat dan ook laten meewegen in je keuze. Ik zou ook aan de minister willen vragen of hij bereid is om bij de volgende Warmtewet niet alleen zo'n warmteladder in het leven te roepen, maar ook afspraken te maken met de warmtebedrijven over hoe zij per zoveel jaar gaan stijgen op die warmteladder, zodat je prikkels inbouwt om die warmtenetten steeds te verduurzamen. Volgens mij heb ik daarmee ook antwoord gegeven op de vragen van de heer Wassenberg. Hij blijft zitten, dus dat is volgens mij inderdaad het geval.

(….)

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik hoorde de heer Jetten zeggen dat als je de warmtevoorziening van een huishouden op basis van een gasgestookte cv-ketel vergelijkt met de warmtevoorziening op basis van restwarmte van een kolencentrale, de CO2-afdruk gunstiger is in het geval van restwarmte van de kolencentrale. Ongetwijfeld heeft de heer Jetten technisch gezien volledig gelijk, maar wij trekken ook samen ten strijde in het sluiten van die kolencentrales. Hoe gaat de heer Jetten voorkomen dat er een fossiele lock-in ontstaat en dat de kolencentrales langer in de benen worden gehouden als we die aansluiten op restwarmteprojecten?

De heer Jetten (D66):
De kolencentrales in Nederland moeten zo snel mogelijk dicht. Er komt gelukkig een wettelijk verbod op het gebruik van kolen. Ik zeg in bijna elk debat waarin ik de kans krijg dat er wat mij betreft nog dit jaar een akkoord ligt voor de sluiting van de Hemwegcentrale in Amsterdam. Daar zijn we dus het helemaal over eens. Waar ik alleen voor wil waarschuwen in dit debat, ook naar aanleiding van het interruptiedebat met de heer Wassenberg, is dat we nu niet op de rem trappen met de uitrol van warmtenetten omdat nog niet alle warmtebronnen honderd procent groen zijn. Ik denk dat we de uitrol van die warmtenetten moeten stimuleren en dat we tegelijkertijd moeten zorgen voor vergroening van die warmtenetten. Vandaar mijn pleidooi voor een warmtelabel en vandaar mijn pleidooi voor harde afspraken met alle warmtenetten om elk jaar een stap te zetten in die verduurzaming.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
De ideale wereld hebben we inderdaad nog niet. We moeten naar verduurzaming toe. Ook de ChristenUnie wil het inzichtelijk maken met een label, zodat het voor de gebruikers ook duidelijk is. Maar toch, we willen die kolencentrales sluiten. Als we die kolencentrales aansluiten op warmtenetten, betekent dat gewoon een verbetering van hun businesscase. Dat is toch iets wat D66 ook niet wil?

Beantwoording minister

De heer Wassenberg heeft verschillende vragen gesteld, onder andere of wij duurzame warmte voorrang kunnen geven op niet-duurzame warmte. Dat veronderstelt ten eerste al een heel open net, waarin je afwegingen kan maken tussen leveranciers. Dat is niet evident. Ik denk ook dat we hiermee niet moeten zeggen dat voortaan via een of andere vorm van warmtenet of de opvolger bepaalde vormen van energie niet meer worden toegelaten. In individuele gevallen kan het nog steeds nuttig zijn om een tijdlang restwarmte te gebruiken. Ik denk niet dat we voorrang moeten creëren in de zin van een bij rijkswege vastgesteld iets. De heer Wassenberg zal bedoelen dat de consument een voorkeur kan aangeven. Ik kijk hem even vragend aan.

De heer Wassenberg (PvdD):
Op het moment dat je voorrang hebt, wil dat niet zeggen dat je één bron helemaal afsnijdt. Het wil alleen zeggen dat iets voorrang heeft. De minister zegt "daar is nog geen sprake van", maar die wijziging van de Warmtewet is er niet voor de oneindigheid, maar wel voor de komende jaren. Het kan zijn dat die veranderingen snel gaan. Het kan zomaar zijn dat je over een paar jaar wel netten hebt waarop verschillende leveranciers actief zijn. En dan gaat die labelling een rol spelen. Is de overheid bereid, bent u bereid om te kijken naar een energie-etiket? En kunnen we bekijken of we duurzaam voorrang kunnen geven op niet duurzaam? Niet afsnijden, maar voorrang.

Minister Wiebes:
Op zich twee keer ja, maar ik kan het me op termijn beter voorstellen dan nu. Op termijn heeft het dan ook zin om aan etikettering te doen, maar het is nu nog een beetje vroeg om te bepalen hoe dat eruit moet zien. Laten we zien of we het op de een of andere wijze, al is het maar in een groeipad, een plaats kunnen geven in een nieuwe Warmtewet. Dan kunnen we gaandeweg iets ontwikkelen waar consumenten iets aan hebben, maar waar producenten ook aan kunnen voldoen. Dat lijkt mij wél een goed idee.

Verder was er toch ook wat onverholen kritiek van de heer Wassenberg. Ik verheug mij in een debat altijd op het fluwelen pak slaag dat mij te wachten staat. Er is geen persoon die mij zo hoffelijk van kritiek dient en die zo hoffelijk blijk geeft van afkeuring en onverholen dedain als de heer Wassenberg. Dat doet hij altijd op buitengewoon vriendelijke wijze, maar tegelijk laat hij ondubbelzinnig weten dat er weinig van deugt. Onvoldoende, zegt hij. Nou kijk, onvoldoende, deze wet is ook niet bedoeld om in één keer voldoende te zijn. Hij heeft het over de langetermijnsysteemswitch, maar dan moet ik mij ten opzichte van hem toch verontschuldigen. De langetermijnsysteemswitch verwerken wij niet even in een update van een wet die consumentenbescherming tot doel heeft. Ik heb zijn betoog aangehoord. Delen ervan hadden mijn instemming, maar uitdrukkelijk voor de langetermijnsysteemswitch en niet voor deze wet.

Interessant voor jou

Bijdrage Arissen AO dierziekten en antibioticabeleid

Lees verder

Bijdrage Frank Wassenberg AO Mileuraad

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer