Bijdrage Wassenberg aan hoofd­lij­nen­debat LNV


6 april 2022

Voorzitter, toen de langverwachte hoofdlijnenbrief vrijdagmiddag binnenkwam begon ik met goede moed te lezen. De eerste zinnen las ik met grote instemming: Een schoon en leefbaar land met een rijke natuur. De natuur is de basis van ons bestaan. Top.

De tweede alinea begon met een verklaring die ik ook met instemming las: De natuur staat momenteel onder grote druk. Helaas is dat zo en helaas is dat al ruim een halve eeuw zo. Maar dat dit onomwonden in een brief van de minister stond, beschouwde ik als een stimulans om snel verder te lezen.

Maar de moed zakte mij al snel in de schoenen, want die erkenning dat het beroerd gaat met de natuur en dat het landbouwsysteem daar debet aan is, is een eerste stap. Maar als die eerste stap niet gevolgd wordt door concrete plannen, door actie, dan heb je daar niets aan.

Met goede bedoelingen is de natuur niet geholpen. En de brief laat zich helaas vooral lezen als een intentieverklaring, gevolgd door, ja door wat eigenlijk? Door alles vooruit te schuiven, door uit te stellen naar 2023, door overleg met iedereen en zijn moeder te organiseren: provincies, gemeenten, natuurorganisaties, de sector. Iedereen moet binnenboord gehouden worden en alles moet vooral vrijwillig blijven.

Maar voorzitter, je kunt iedereen binnenboord houden, maar als de stikstof-uitstoot niet afneemt, heb je een probleem bij de rechter. Die houd je niet binnenboord. Die is onafhankelijk. Of het nu gaat om de 25 kilometer-afkapgrens, de PAS-melders, het extern salderen of de bouwvrijstelling – zonder plan waarmee met zekerheid vaststaat dat we de natuurdoelen gaan halen, blijft het prijsschieten bij de rechter.

Voorzitter, bijna drie jaar na de PAS-uitspraak van de Raad van State zou je tenminste hopen op een stevig en juridisch doortimmerd plan, dat eindelijk een begin maakt met het oplossen van de problemen, met het beschermen en herstellen van de natuur, met het vlottrekken van de huizenbouw, met het terugdringen van enorme aantal dieren in de veehouderij en met het geven van duidelijkheid, ook en vooral aan boeren. De NAJK, de jonge boeren, de bedrijfsopvolgers, roepen de minister op om zekerheid en duidelijkheid te bieden. Ze hebben gelijk!

Ook Bouwend Nederland wil duidelijkheid. Die zien de bui al hangen: als het kabinet zo blijft aanmodderen, loopt Nederland opnieuw muurvast. Maar we zien dat het kabinet met al haar geplande kringgesprekken geen enkele maatregel durft te nemen, niets durft af te dwingen, maar verder doormoddert op de ingeslagen weg van een failliet landbouwsysteem.

En intussen wordt de natuur steeds verder beschadigd. Ter illustratie: onlangs verscheen een nieuw ecologisch rapport van B-Ware. Dit laat zien dat er 14 habitats van Natura 2000-gebieden op omvallen staan. Dit gaat over een kwart van het totaal aan beschermde stikstofgevoelige natuur.

Om te voorkomen dat deze gebieden omvallen moet de stikstofuitstoot vóór eind 2025 drastisch worden teruggedrongen.

Voorzitter, waarom worden maatregelen uitgesteld en over de schutting van provincies gegooid? Waarom stelt de minister dat er nu nog gewacht moet worden op “een eerste inzicht in de staat van de natuur”? Dat eerste inzicht is er al lang! Onder de PAS is voor elk Natura 2000-gebied een gebiedsanalyse gemaakt. Waarom heeft de minister op basis daarvan niet al lang de door haar gewenste gebiedsspecifieke doelen vastgesteld? Graag een reactie van de minister.

En waarom moeten we weer enkele jaren wachten of de vrijwillige opkoopregelingen voldoende opleveren, voordat er overgegaan zal worden op onteigening of het intrekken van vergunningen? De luxe om daarop te wachten hebben we gewoon niet en ik vraag de minister waarom zij niet nu al begint met dwingende maatregelen op plekken waarvan we weten dat dat onontkoombaar is.

Voorzitter, de minister kan zich nauwelijks voorstellen hoe erg onteigening voor ondernemers is. Dat wil ik niet bagatelliseren. Maar weet u wat óók slopend is voor ondernemers? Eindeloos aan het lijntje worden gehouden. Tegen beter weten in zalvende woorden spreken: het komt goed, we bedenken wel iets. Terwijl die ondernemer echt wel weet dat het ook moet passen in de klimaatopgave, in de waterdoelen. Eerlijkheid is waar ook ondernemers recht op hebben.

Dan de integraliteit van de gebiedsgerichte aanpak. De uitstoot van broeikasgassen, zoals methaan uit koeien, heeft ook gevolgen buiten dat specifieke gebied. Methaan verspreidt zich door de hele atmosfeer. Veehouderijen verplaatsen is in het licht van klimaatbeleid totale geldverspilling. Methaanuitstoot in Friesland draagt net zo bij aan de klimaatverandering als methaanuitstoot in Zeeland. Hoe zien de ministers dit?

Ook valt het mij op dat het verminderen van de zoönoserisico’s geen expliciet doel is in deze integrale aanpak. Dat is toch wel wat anders dan de belofte van de minister dat dit één van de pijlers zou zijn bij de gebiedsgerichte aanpak.

Dat betekent: meer afstand tussen bedrijven met varkens en bedrijven met kippen, geen pluimveebedrijven meer in waterrijke gebieden, en het terugdringen van het aantal dieren per gebied. Ook hierop graag een reactie.

Hetzelfde geldt voor de transitie naar een dierwaardige veehouderij die is aangekondigd in het coalitieakkoord. Vorig jaar is er een amendement op de Wet dieren aangenomen dat per 1 januari 2023 dieren niet langer aangepast worden aan een houderijsysteem, maar dat het systeem wordt aangepast aan het dier. Iedere euro die nu wordt gestoken in het bouwen van stallen die hier niet aan voldoen, is weggegooid geld. Ik vraag de ministers: waarom is dit niet meegenomen in de aanpak, die toch integraal zou zijn?

Tot slot een heel concreet punt als het over het beschermen van de natuur gaat.

We begrijpen dat de rapporten over de staat van instandhouding van de haas en het konijn al op het bureau van de minister ligt en zelfs met de jagers zijn gedeeld! En deze laten zien dat de staat van instandhouding in het geding is. Kan de minister dit bevestigen? Wanneer krijgt de Kamer die rapporten? Ik wil de minister er hierbij aan herinneren dat volgens de wet Natuurbescherming de jacht op soorten waarvan de staat van instandhouding in het geding is niet geopend mag worden? Kan de minister ervoor zorgen dat vóór Pasen de hazen en konijnen van de lijst van vrij bejaagbare soorten afgaan? De Kamer vroeg daar al in februari vorig jaar om en ik word inmiddels wat ongeduldig. Graag een toezegging.

Voorzitter, we weten al jaren wat nodig is, willen we ALLE doelen voor natuur, klimaat, water, volksgezondheid en dierenwelzijn behalen. Met een fonds van 25 miljard euro is dit mogelijk. Maar dan moet je het geld wel goed besteden. En nú gaan werken aan een daadwerkelijke systeemverandering.

Interessant voor jou

Bijdrage Wassenberg aan debat over het herinvoeren van de basisbeurs en het tegemoetkomen van studenten

Lees verder

Bijdrage Van Esch aan debat over het klimaatakkoord gebouwde omgeving

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer