Bijdrage Wassenberg aan debat wijziging mijn­bouwwet


28 juni 2018

Voorzitter, vandaag bespreken wij het wijzigingsvoorstel van de gaswet en van de Mijnbouwwet om de gaswinning uit het Groningenveld te minimaliseren. Maar ik begin mijn bijdrage eerder, op 18 februari 2015. De Onderzoeksraad voor de Veiligheid bracht toen haar rapport uit over de aardbevingsrisico’s in Groningen. Het kopje aanbevelingen begint als volgt: “De Onderzoeksraad wijst op de noodzaak voor de gaswinning betrokken partijen om hun geschonden relatie met de Groningse bevolking te herstellen.” Sindsdien zijn er ruim drie jaar en drie maanden verstreken.

Is die geschonden relatie hersteld? Voorzitter, laat me niet lachen. Vorige week donderdag hield de commissie voor EZK een hoorzitting met wetenschappers, maatschappelijke organisaties, hulpverleners, over welke schade de gaswinning aanricht in mensen. Het vertrouwen in de Rijksoverheid, in de NAM, in het Centrum Veilig Wonen is lager dan ooit, de onzekerheid is groter dan ooit. En die onzekerheid – in de reader bij de hoorzitting telde ik zestien keer het woord onzekerheid – voedt het wantrouwen, het cynisme tegenover de regering. De geschonden relatie met de Groningse bevolking is dus volstrekt niet hersteld. Integendeel, die is verslechterd. Voorzitter, dat is toch nooit de bedoeling geweest, vraag ik de minister?

Voorzitter, ik twijfel niet aan de integriteit van de minister, ik wéét dat hij zich het probleem aantrekt. Maar ik vraag me af of dit wetsvoorstel het beste is voor Groningen.

Zo plaats ik grote vraagtekens bij de wijze waarop de minister hierin de veiligheid van de Groningers meeweegt. Ook de Raad van State plaatst die vraagtekens en schrijft dat de minister de veiligheid van de Groningers niet de prioriteit geeft die zou moeten.

Veiligheid? Ja, dat stel ik voorop, aldus de minister. Maar hij vat het begrip wel héél ruim op. Inderdaad, de veiligheid van de Groningers wordt meegenomen. Maar er wordt nog veel meer meegenomen! Het risico dat eindafnemers zonder gas kunnen komen te zitten valt óók onder veiligheid. Voorzitter, het is ongelofelijk vervelend als een deel van Nederland zonder gas komt te zitten, zeker in de winter. Maar het is iets anders dan het risico dat je huis instort.

Zelfs de economische consequenties voor bedrijven die langdurig zonder gas komen te zitten worden geschaard onder veiligheid. In de Memorie van Toelichting werd leveringszekerheid zelfs een grondrecht volgens het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens genoemd. De Raad van State heeft daar smakelijk om gelachen en stelde vervolgens dat daar toch echt geen sprake van was. Gelukkig heeft de minister die passage in ieder geval geschrapt .

Maar wat de minister niet heeft geschrapt, is de merkwaardige bundeling van volstrekt ongelijksoortige belangen onder de paraplu van veiligheid. De minister stelt veiligheid voorop, maar dan niet alleen die van de Groningers, maar van iedereen en zijn moeder. Zo hol je het begrip veiligheid uit en zo bagatelliseer je veiligheid van Groningers.

Voorzitter, we moeten de verschillende belangen uit elkaar trekken –de veiligheid van de Groningers versus de leveringszekerheid van gas – en transparant zijn over hoe zij worden afgewogen ten opzichte van elkaar. Dit brengt mij opnieuw op een belangrijke aanbeveling van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid uit 2015, namelijk om de belangenafweging niet alleen te beleggen bij het ministerie van EZ, nu EZK, maar om andere ministeries daarin een expliciete rol te geven, zeker als het gaat om de veiligheid van de Groningers. Maar dat is niet gebeurd. Ook niet toen de OVV ten tweede male daar expliciet om verzocht. En ook niet toen de Tweede kamer daarover in het voorjaar van 2017 een motie aannam met die strekking.

Ik vraag aan de minister: voorkom dit soort onduidelijkheid, voer motie 33 529 nummer 344 gewoon uit, beleg de veiligheidsbelangen van Groningers bij een ander ministerie dan het uwe. Dan wordt in ieder geval duidelijk om welke veiligheid het gaat.

Voorzitter, ik verweet de minister net om het begrip veiligheid te breed te trekken, waardoor een spraakverwarring kan ontstaan.

Maar op een ander punt vind ik het wetsvoorstel juist te smal.

Want we moeten niet alleen de aardbevingen in Groningen stoppen, we moeten ook de opwarming van de aarde stoppen. En we moeten dus nu al verder kijken dan het Groningse aardgas, in het belang van het klimaat en toekomstige generaties. Aardgas is een fossiele brandstof, waarvan de verbranding bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Methaan, de hoofdcomponent van aardgas, is overigens zelf ook een zeer krachtig broeikasgas en aardgas dat weglekt bij de winning, distributie, overslag en verbranding draagt dus in grote mate bij aan de opwarming van de aarde.

Dat betekent dat we nu fundamenteel andere keuzes moeten maken. Nu we de gaswinning uit het Groningenveld gaan beëindigen, moeten we meteen een dubbelslag maken en niet in de valkuil trappen om aardgas te vervangen door aardgas. Het geld dat we daarin steken is weggegooid geld. Never waste a good crisis, zeggen de Engelsen dan. Slecht vertaald: maak gebruik van de kansen die een crisis biedt.

Wat moeten we NIET doen?

We moeten geen half miljard euro steken in een stikstoffabriek, waarmee aardgas uit het buitenland geschikt wordt gemaakt voor Nederlands gebruik. En we moeten niet voor nog eens een kwart miljard euro de 53 grootste verbruikers laten overschakelen naar buitenlands aardgas. Is de minister het met mij eens dat we hiermee willens en wetens onze eigen lock-in creëren? Omdat we er nu eenmaal zoveel geld in hebben gestoken?

Ja, de omslag naar duurzame energie is ook kostbaar, maar tussenoplossingen financieren, waarvan we weten dat ze eigenlijk al verouderd zijn op het moment dat ze zijn aangelegd is zonde van het geld.

Ook moeten we geen fiscale voordeeltjes als lokmiddel inzetten om gaswinning in de Noordzee te stimuleren .

Allemaal kortzichtige maatregelen, allemaal korte-termijn-maatregelen.

Voorzitter, het stelt mij niet gerust; de minister heeft zijn gasbeleid versmald tot een veiligheidsvraagstuk, waarin het volstaat om Gronings gas te vervangen door aardgas van elders. Gas door gas vervangen is geen oplossing voor het klimaatprobleem, het is het verschuiven van het probleem.
Ik lees in de brieven van de minister nauwelijks iets over duurzame alternatieven.

En grootverbruikers worden vrijgelaten in hun besluit om wel of niet te verduurzamen. De minister is in gesprek met de grootverbruikers van laagcalorisch gas om op vrijwillige wijze over te stappen van laagcalorisch gas naar hoogcalorisch gas of om te verduurzamen. Die gesprekken verlopen volgens de minister constructief. Maar is dat wel zo? Want bij de klimaattafel voor industrie zit de boel muurvast . Deze grootverbruikers willen best verduurzamen, als ze de rekening wel bij de belastingbetaler mogen leggen, alstublieft, dankuwel.

En ook het nieuws rondom de andere klimaattafels belooft weinig goeds. Sheila Sitalsing vatte het maandag in haar Volkskrant-column als volgt samen: “de essentie van onderhandelen is zo min mogelijk geven, zo veel mogelijk nemen”. Woningcorporaties, de glastuinbouw, de industriële grootverbruikers, de landbouw, ze willen allemaal éérst geld van de overheid zien, dus geld van de belastingbetaler, vóór ze stapjes richting duurzaamheid willen zetten. Het Financieel Dagblad schrijft op 22 juni over de klimaattafels dat, ik citeer “het geloof in de klimaatdoelen tot nu toe vooral met de mond wordt beleden”. Dat betekent voorzitter, veel gepraat, nog meer gepraat, en uiteindelijk gebeurt er – als het aan bedrijven ligt – HE-LE-MAAL niets.

Ja, wij willen best wel wat doen, maar jullie eerst en waar mogen wij de rekening naartoe sturen?

Voorzitter, de fossielvrije en duurzame toekomst komt niet vanzelf. We hebben stevige kaders nodig. Waarom wacht de minister met dwingende maatregelen als daarmee de gaskraan sneller dicht kan? Ook het SodM vraagt de minister op korte termijn hier mee te komen zodat grootverbruikers sneller van het Groningse gas gaan. Het SodM noemt een verbod op Gronings gas en het flink verhogen van de gasbelasting. Graag een reactie.

Ook vraag ik de minister waarom hij voor de afbouw van het Groningse gas, de gasvraag leidend laat zijn in plaats van het gasaanbod? Daarmee blijven we juist afhankelijk van de bereidheid – of misschien beter gezegd, het getreuzel - van de industrie. Daarom dienen wij het amendement van de SP mee in, waarin dit wordt omgedraaid. Daarmee gaat de gaskraan uiterlijk in 2030 dicht, of eerder als dat mogelijk is.

Voorzitter, ik rond af. Met de voorgestelde wetswijzigingen zijn er twee verliezers: zowel de Groningers als het klimaat. De minister doet hiermee onvoldoende recht aan de veiligheid van de Groningers en het noodzakelijke herstel van vertrouwen zal niet worden bereikt. Het klimaat is afhankelijk van de goede wil van bedrijven en door dure investeringen zitten we mogelijk vele jaren vast aan buitenlands aardgas.
Grootverbruikers zijn de winnende partij. Hun korte termijn economische belangen zijn veiliggesteld, hun belangen worden onder de algemene veiligheid geschaard.

Voorzitter, als het aan de Partij voor de Dieren ligt, gaan de wetswijzigingen terug naar de tekentafel.

Interessant voor jou

Inbreng Partij voor de Dieren Schriftelijk Overleg over de toelating van thiram en diquat

Lees verder

Bijdrage Van Kooten-Arissen AO Water

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer