Bijdrage Van Raan: dertigle­den­debat over banden tussen de fossiele industrie en univer­si­teiten


7 september 2017

De voorzitter:
Dank u wel. Ik geef nu het woord aan de heer Van Raan namens de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter. De fossiele industrie moet met zijn tentakels uit het onderwijs blijven. Het onderwijs moet onafhankelijk zijn, temeer daar de fossiele industrie geen enkele toekomst heeft. Ik zeg dit ook even tegen de VVD. Dezelfde fossiele industrie is echter ook puissant rijk en slaagt er steeds beter in invloed uit te oefenen op de Nederlandse universiteiten en middelbare scholen en zelfs op het basisonderwijs. Het meest absurde voorbeeld is Shell. Shell krijgt €100.000 subsidie van de gemeente Den Haag om het Generation Discover Festival te organiseren. Daarbij komt bovendien dat de fossiele industrie er niet voor terugdeinst om een loopje te nemen met de werkelijkheid. Zo hebben ExxonMobil en Shell het publiek bewust misleid wat de wetenschappelijke kennis van klimaatverandering betreft. Daarom is het zeer onwenselijk om diezelfde fossiele multinationals ruim baan te geven om hun macht in de schoolbanken te laten gelden. Dit doet ons erg denken aan de wijze waarop de tabaksindustrie jarenlang kon volhouden dat een sigaret gezond kon zijn.

Als het aan bedrijven als Shell ligt, leiden we de jongeren van nu op voor een baan in de toekomst in de industrie uit het verleden. Het onderwijs heeft de grote verantwoordelijkheid om onafhankelijk te blijven. Dat de inkomsten van bijvoorbeeld de universiteiten klaarblijkelijk niet gelijklopen met het toenemend aantal studenten, is wat ons betreft geen goed nieuws.

De heer Beertema (PVV):
Ik wil de geachte afgevaardigde vragen of hij niet verschrikkelijk overdrijft. We praten hier over de integriteit van de wetenschap. U speelt een soort gedachtepolitie en u spreekt enorme oordelen uit over Shell en Esso. Zij zijn majeure spelers in de economie. Wie denkt u nu eigenlijk dat u bent, dat u dit soort organisaties op deze manier kunt afserveren? Ik vind dit werkelijk te gek voor woorden. Ik geef u mee dat de klimaatwetenschap ook een wetenschap is. Er zijn inderdaad geluiden waaruit je opmaakt dat het tegendeel wordt beweerd van uw haast religieuze betoog over het klimaat. Een klein beetje bescheidenheid is hier toch op zijn plaats? Al die studenten die prachtige gelegenheden krijgen om bij Shell te onderzoeken en door te groeien, wat wilt u daarmee? Wilt u ze allemaal het moeras insturen van de windenergie? Ik geef u mee dat er meer in de wereld is dan uw bubbel.

De heer Van Raan (PvdD):
Dank voor de vraag. De vraag of ik overdrijf, vind ik eigenlijk misplaatst, maar ik zal proberen om die vraag te beantwoorden. Ik denk dat ik niet overdrijf. Ik denk ook dat er genoeg publicaties zijn waaruit blijkt dat ik niet overdrijf. Bescheidenheid is altijd een goede eigenschap; dat ben ik met u eens.

Ik vervolg mijn betoog. Ik zei al dat het geen goed nieuws is dat de inkomsten van universiteiten achterblijven bij de toenemende studentenaantallen. Ook geen goed nieuws is dat het didactisch materiaal aantoonbaar wordt versterkt door onduidelijke afzenders. Dat lijkt ons geen goede zaak.

Afrondend: het is belangrijk om scholen en universiteiten te voorzien van voldoende financiële middelen om de verleidingen van de fossiele industrie te weerstaan. Een van de manieren waarop dat gedaan kan worden, is om dit ieder geval duidelijk te maken met heel scherpe toetsingsinstrumenten voor derde geldstromen, want die toetsingsinstrumenten zijn er nu niet. Een tweede manier is zwaar inzetten op transparantie bij het verduidelijken van de afzender van didactisch materiaal. Ik denk dat niemand daartegen kan zijn. Een derde manier is het opstellen van strenge onafhankelijkheidseisen voor bijzondere leerstoelen, want dergelijke eisen blijken er helemaal niet te zijn.

Interruptie 1:

De heer Van Raan (PvdD):
Mijn vraag aan de heer Van der Molen is van een iets andere orde. Hij bezingt net het voordeel van onafhankelijke wetenschappers; wij moeten hen volgen als zij met een conclusie komen en dan kunnen wij daarover spreken. Dat heb ik zo toch goed begrepen? Dan heb ik een vraag aan hem. Die onafhankelijke wetenschappers hebben net een rapport geschreven over ExxonMobil die de informatie over de fossiele industrie echt verdraait. Onderschrijft de heer Van der Molen de uitkomsten van dit onderzoek door deze onafhankelijke wetenschappers? Misschien kent hij dit onderzoek niet. Wil hij dan toezeggen dat hij dit zal bekijken? Maar in principe neem ik aan dat als dit onafhankelijke onderzoekers zijn, het CDA ook vaststelt dat nu is vastgesteld dat ExxonMobil de zaak verdraait.

De heer Van der Molen (CDA):
Ik ken dat onderzoek niet. Het zou heel gek zijn om, zonder dat te kennen, er iets over te zeggen.

De heer Van Raan (PvdD):
Dat siert u niet in dit debat.

De heer Van der Molen (CDA):
Dat weet ik niet. Ik hoef niet elk rapport te lezen. U vindt dit belangrijk en u hebt twijfel of de onafhankelijkheid van de universiteiten bij het onderzoek onder druk staat. Dat zou geen goede ontwikkeling zijn. Ik heb hierover geen andere indruk willen wekken en zeker niet gewekt. Het onderwerp van dit debat is de situatie bij de Erasmus Universiteit. De vraag is wat wij vinden van de brief die de minister heeft gestuurd. Het CDA steunt de minister, die de bal bij de Erasmus Universiteit neerlegt. Daar wordt dat tot op de bodem uitgezocht door externe, onafhankelijke wetenschappers. We kunnen prima de deal maken dat we, als daar heel veel ellende uit blijkt, op basis van feiten die nog een keer onderzocht zijn — hoewel ik wil niet zeggen dat wat nu gezegd is, geen feit is — dan ook precies weten waar het aan ligt en wat we moeten doen, eventueel.

De voorzitter:
Tot slot.

De heer Van Raan (PvdD):
Dan vraag ik de heer Van der Molen om expliciet een mening te geven, niet nu, maar in een later stadium, over het onderzoek dat ik in mijn bijdrage heb genoemd. Ik ben erg nieuwsgierig hoe het CDA daarnaar kijkt. Dit is een vraag aan de heer Van der Molen.

De heer Van der Molen (CDA):
Ik heb aangegeven dat ik dat onderzoek niet heb gelezen. Als ik iets niet weet, heb ik de neiging om niets te zeggen. Dat is niet elke politicus gegeven, maar het lukt mij aardig.

De voorzitter:
Het is duidelijk, mijnheer Van Raan. Misschien kunt u een kopie maken van het onderzoek.

De heer Van Raan (PvdD):
De vraag is of hij daarnaar wil kijken en er een oordeel over wil geven.

De heer Van der Molen (CDA):
Ik wil best naar een onderzoek kijken.

Interruptie 2:

De heer Van Raan (PvdD):
Ik hoor de spreker zeggen dat het goed is als partijen, met wat voor intentie ook, de kans krijgen voor toegang tot invloed op onderwijs. Ik ken de VVD als een partij die graag een level playing field creëert; ik denk dat dit een statement is van de VVD. Beweert de spreker van VVD hier nou met droge ogen dat de invloed in geld — dat is op te tellen — van groene, innovatieve bedrijven net zo groot is als van de fossiele industrie? Dat kan hij toch niet met droge ogen beweren?

De heer Van der Linde (VVD):
U hebt mij daar niets over horen zeggen. Ik heb alleen maar gezegd dat wij graag het onderzoek afwachten. Het gaat nu over iets wat op de Erasmus Universiteit gebeurd is, maar de derde geldstroom is van belang voor allerlei soorten onderzoek. Zonder het geld van de fossiele industrie, zoals u het noemt, zou het in Delft heel rustig kunnen worden. Dat onderzoek hebben wij hard nodig om onze industrie te verduurzamen.

De heer Van Raan (PvdD):
Dat is op geen enkele manier een antwoord op de vraag, maar ik laat het hierbij rusten.

Interruptie 3:

De voorzitter:
Is er een vraag blijven liggen, mijnheer Van Raan?

De heer Van Raan (PvdD):
Nee, dat niet. Ik heb nog wel een vraag.

De voorzitter:
Gaat uw gang. Kort, als het kan.

De heer Van Raan (PvdD):
Ik hoorde het verhaal van de minister. Theoretisch klopt het, maar hoe zit het in de praktijk? Kan de minister daar een korte reflectie op geven? Ik doel op lesmateriaal dat kant-en-klaar wordt aangeleverd, op YouTube te vinden is en wordt gebruikt door laten we zeggen op z'n minst heel drukke docenten, die misschien niet even de tijd hebben: zo'n perfect filmpje van Shell op YouTube van vier minuten waaruit blijkt dat gaswinning helemaal de toekomst is, zij het dat het soms wat trillingen kan veroorzaken in de grond. Ja … Kan daar een reflectie op komen?

Minister Bussemaker:
De scholen, de universiteiten, alle onderwijsinstellingen zijn verantwoordelijk voor de inhoud van het onderwijs. Er wordt heel veel aangeboden. Er is op internet van alles en nog wat te vinden, maar gelukkig hebben we docenten die ook allemaal een hbo- of wo-opleiding hebben gevolgd. Als we dat kritische vermogen in voldoende mate aanleren, zijn zij zeer wel in staat om een onderscheid te maken tussen commerciële informatie en educatieve informatie. Ik vertrouw Nederlandse leraren die rol graag toe.

Moties:

Mevrouw Beckerman (SP):
Voorzitter. Ik dien alleen mijn motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek van Changerism blijkt dat er zeer innige banden zijn tussen de fossiele industrie en de Erasmus universiteit;

van mening dat er genoeg aanwijzingen zijn dat deze banden ertoe kunnen leiden dat onderzoek gekleurd raakt;

overwegende dat ten aanzien van de energietransitie en het antwoord op klimaatverandering de wetenschap een belangrijke rol moet spelen;

verzoekt de regering in navolging van Changerism voor alle Nederlandse universiteiten de banden met de fossiele industrie in kaart te laten brengen, specifiek de rol van de overheid hierin tegen het licht te houden en met voorstellen te komen om te zorgen voor meer onafhankelijkheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman en Van Raan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 597 (31288).

De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter. Allereerst goed nieuws: sportief dat de heer Van der Molen van het CDA wil meedoen aan een kennisuitwisseling over het rapport van ExxonMobil. Daar gaan we over spreken; ik heb hem de link gestuurd. Zo zie je dat ook in dit huis de kennisvermeerdering toeneemt.

Ik dien twee moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de fossiele industrie invloed uitoefent op het onderzoek aan de Nederlandse universiteiten;

constaterende dat dit een bedreiging vormt voor de onafhankelijkheid van het wetenschappelijke onderzoek;

verzoekt de regering om een onafhankelijke toetsingscommissie in te stellen die zowel vooraf als achteraf de integriteit en wetenschappelijke kwaliteit van door derde geldstromen gefinancierd onderzoek kan toetsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 598 (31288).

De heer Van Raan (PvdD):
Omwille van de tijd dien ik meteen de tweede motie in. De constateringen zijn dezelfde, maar het dictum is iets anders.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de fossiele industrie invloed uitoefent op het onderzoek aan de Nederlandse universiteiten;

constaterende dat dit een bedreiging vormt voor de onafhankelijkheid van het wetenschappelijke onderzoek;

verzoekt de regering om strengere onafhankelijkheidseisen op te stellen voor bijzondere leerstoelen die gefinancierd worden door het bedrijfsleven of maatschappelijke organisaties en stichtingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 599 (31288).

Interessant voor jou

Bijdrage Wassenberg debat Aandeel duurzame energie

Lees verder

Bijdrage Ouwehand: Misstanden in een bokkenmesterij

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer