Bijdrage Van Raan aan Jaar­verslag en slotwet Konink­rijks­re­lates en het BES-fonds over 2021


7 juli 2022

Voorzitter.

Afgelopen vrijdag was het Keti Koti, bijna maar nog niet helemaal een nationale vrije dag. De maandag daarvoor vond in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek over het slavernijverleden plaats. Dit keer waren ook vertegenwoordigers van het Caribisch deel van het Koninkrijk aanwezig om hun verhaal te vertellen. Via hen werd duidelijk, voor ons allemaal, dat de erfenis van de slavernij nog steeds grote impact heeft op de nazaten van de tot slaaf gemaakten, dat koloniale machtsverhoudingen, racisme en discriminatie nog altijd de wereld niet uit zijn, maar ook dat de daderrol erkend dient te worden en vooral hoe onmisbaar excuses van de Nederlandse Staat zouden zijn. Want dan pas kan er een begin gemaakt worden met de erkenning en de heling van historisch leed en met herstel, met restorative justice. Is het kabinet bereid daartoe over te gaan? Is het kabinet ook bereid om de aangenomen motie van mijn collega Peter Nicolaï in de Eerste Kamer uit te voeren? Die motie roept ertoe op om de slavernij en de slavenhandel die in het verleden heeft plaatsgevonden, bij wet als misdaad tegen de menselijkheid aan te merken. Is het kabinet bereid om aan de slag te gaan met de rehabilitatie van Tula en andere verzetshelden, die hun leven gaven voor vrijheid?

Voorzitter. De slavernij mag dan afgeschaft zijn, maar de ongelijke behandeling vanuit Nederland is nog steeds niet voorbij. Hoewel bewindspersonen deelnemen aan de viering van Keti Koti hier, wordt een beleid van ongelijkheid daar de facto in stand gehouden. Al twaalf jaar is er bijvoorbeeld voor inwoners van Bonaire, Statia en Saba geen sociaal minimum naar Europees Nederlandse equivalent, terwijl de kosten van levensonderhoud hoog zijn, zelfs iets hoger dan in dit deel van het Koninkrijk. De armoedeval is voorspelbaar schrijnend. Al twaalf jaar weigert de overheid de inwoners van de bijzondere gemeenten te voorzien van een menswaardig en beschaafd bestaansminimum. Dat concludeert niet alleen de Partij voor de Dieren, maar dat concluderen ook het Nibud, de Ombudsman en de Kinderombudsvrouw bij herhaling over deze ongelijkheid.

Waarom is er voor de BES-eilanden geen bijstand, AOW of minimumloon dat in een menswaardig bestaan voorziet, gelijk aan dat van de inwoners van Europees Nederland? Wanneer gaat het kabinet-Rutte IV deze ongelijkheid rechtzetten? Ik ben bekend met het sociaal ijkpunt, maar dat zit op kostenverlaging en niet zozeer op het sociaal minimum. Dat brengt mij bij mijn volgende vraag. Waarom is nog nooit berekend wat het sociaal minimum op de BES-eilanden zou kosten? Ik overweeg een motie op dit punt, maar ik hoor ook graag de mening van de bewindspersoon. Aangezien hier schattingen over gemaakt kunnen worden, overweeg ik ook een motie om dit gat al te repareren met de Voorjaarsnota, waarover we deze week ook spreken.

Voorzitter. Kan de staatssecretaris volgens het "comply or explain"-beleid uitleggen waarom de behandeling en de voorzieningen op de eilanden nog steeds niet voldoen aan het Europese en Nederlandse niveau? Kan ze ook een overzicht geven van waar we qua het "comply or explain"-principe aan voldoen of niet aan voldoen op de BES-eilanden? Klopt het dat er, ondanks dat er nu structureel meer geld naar het Caribische gedeelte gaat, ook wordt gekort op de bijzondere uitkeringen? Zo ja, waarom is deze keuze gemaakt?

Voorzitter. Het volgende voorbeeld van ongelijkheid. De eilanden zijn nog gevoeliger voor de negatieve gevolgen van klimaat- en diversiteitscrises dan het Europese deel van het Koninkrijk. Dat is desastreus. Waarom een andere benadering? Dit is wederom een ongelijke benadering vanuit Nederland. Want wat doet Nederland? Dat zet er met de beleidsdeelneming BBT op in om een fossiele infrastructuur te bouwen op Bonaire, terwijl het WEB, het water- en energiebedrijf, een plan heeft liggen om 80% tot 90% duurzaam te worden. Hoe staat het daarmee? Daarnaast gelden voor de eilanden ook niet dezelfde duurzame energiesubsidieregelingen als voor Nederland. Dat is heel bijzonder. Nu komen er wel onderzoeken aan over klimaatadaptatie, maar die moeten ook nog uitgevoerd worden. Kan de staatssecretaris aangeven hoe zij zich hard blijft maken om de eilanden echt te beschermen tegen de gevolgen van de klimaat- en biodiversiteitscrises?

Het KNMI toont aan dat het water sneller zal stijgen dan het wereldgemiddelde. Hierdoor zullen bewoners te maken krijgen met stormen en overstromingen. Daar komt bij dat bij een stijging van 2 graden Celsius wereldwijd zo goed als al het koraal verloren zal gaan. Directe gevolgen van de klimaatcrisis zijn er nu al, namelijk een grote invasie van het Sargassum-zeewier. Dit is een stille ramp, omdat het zeewier rot en mangrovebossen verstikt. Het is ook gevaarlijk voor mensen. Natuurorganisaties die het wier opruimen, hebben hiervoor niet voldoende middelen. LNV zegt dat het hieraan heeft bijgedragen via een bijzondere uitkering aan het Openbaar Lichaam Bonaire, maar bij navraag blijkt dat de plaatselijke natuurorganisaties nog niets hebben ontvangen, noch van het compensatiegeld voor gederfde inkomsten vanwege de coronapandemie, noch voor het opruimen van het zeewier. Kan de staatssecretaris uitzoeken of het openbaar lichaam het geld heeft ontvangen en, zo ja, waarom dan nog niet is overgegaan tot het overhevelen naar de natuurorganisaties?

Kan de staatssecretaris ook uitzoeken hoe het zit met de vergunning voor het Chogogo Resort op Bonaire in verband met het kunstmatige strand? Op 19 januari kreeg het een vergunning met extra voorwaarden, zoals het aanpassen van een keermuur. Tot op heden is het onduidelijk of deze extra voorwaarden zijn uitgevoerd. Kan de staatssecretaris uitzoeken of die extra voorwaarden zijn uitgevoerd en of het openbaar lichaam hierover een handhavingsverzoek heeft ontvangen?

Voorzitter, tot slot. De voorbeelden van het afgeven van onrechtmatige vergunningen voor bouwprojecten baren ons zorgen over de toekomst van plantage Bolivia. Het is nu nog een ongerept en uniek natuurgebied van 3.000 hectare, met een van de laatste droogbossen op Bonaire. In het huidige bestemmingsplan -- we hadden het er net al over -- is het open landschap. Daar is bouwen niet toegestaan. In het conceptbestemmingsplan 2022 is plantage Bolivia een witte vlek. Herkent de minister dat? Als zij dit herkent, hoe is dat eigenlijk mogelijk? We hebben het gehad over de zelfstandige beslissingsbevoegdheden, maar ik wil toch graag weten hoe dat zit.

Het is een witte vlek, opengelaten voor de rijke projectontwikkelaar Breemhaar, om daar naar eigen schatting minimaal 100 miljoen winst te maken door huizen te bouwen voor de rijken, voor een bevolkingsgroei die het eiland in een opwarmende wereld helemaal niet kan huisvesten. Kiest de overheid dus voor het recht van de sterkste, door een bestemmingswijziging door te voeren, of kiest de overheid voor het belang van het kwetsbare, de natuur, die geen stem heeft en ons helpt tegen klimaatverandering? Is de staatssecretaris het met mij eens dat dit natuurgebied een bovenlokaal belang vertegenwoordigt en dat daar niet gebouwd mag worden? Kan de staatssecretaris toezeggen zich ervoor in te zetten dat dit unieke natuurgebied behouden blijft?

Hierbij wil ik opmerken dat, hoewel het privaatbezit is, je je toch kunt afvragen of het in deze tijd nog gewenst is dat een grootgrondbezitter een grondoppervlakte van 10% van het eiland bezit, die hij voor eigen gewin wil exploiteren, en daarmee de ongelijkheid voortzet en vergroot, een ongelijkheid die wij toch vanaf 1863 van plan waren kleiner te maken. Is het kabinet derhalve bereid om ten halve te keren, de mogelijkheid van uitkoop te onderzoeken en plantage Bolivia tot permanent natuurgebied te maken?

Dank u wel.

Interruptie

Van Raan:
Dat lijkt mij gepast aan het einde van de algemene inleidende woorden van de staatssecretaris. Sam Cooke zong ook Don't Know Much About History. We hebben allemaal op onze eigen manier in onze bijdrage geprobeerd duidelijk te maken hoe dat problematische en koloniale verleden, en de ongelijkheid die toen ontstaan is, nog steeds voortbestaan. Er is nog steeds een situatie van ongelijkheid. De een bracht dat wat meer naar voren dan de ander; daar moet ik ook eerlijk in zijn. Mijn vraag is of de staatssecretaris bereid is om daarop te reflecteren. Zijn de inspanningen van het kabinet erop gericht om die ongelijkheid, voor zover die er is, echt zo snel mogelijk te verminderen? Want het lijkt erop dat er een aantal ontwikkelingen aan de gang zijn die die ongelijkheid helemaal niet terugdringen. We gaan op een aantal gebieden de verkeerde kant op. Het zou fijn zijn als de staatssecretaris daar ook iets over kan zeggen.

Staatssecretaris Van Huffelen:
We hebben in het coalitieakkoord opgeschreven dat we op weg zijn naar een gelijkwaardig voorzieningenniveau, in de brede zin van het woord. Dat gaat niet alleen maar over inkomen of de kosten van levensonderhoud, maar ook over allerlei andere terreinen. Denk bijvoorbeeld aan huisvesting. We hebben daar met het coalitieakkoord ook middelen voor vrijgemaakt. In de brief die ik afgelopen vrijdag heb gestuurd, is ook aangegeven hoe we dat willen doen. Aan de ene kant willen we zorgen voor een verhoging van het inkomen en aan de andere kant blijven we steunen om de kosten van levensonderhoud zo laag mogelijk te houden. Dat tweede is lastig, want het is nu eenmaal zo dat op kleine eilanden, waar je alles moet importeren, kosten van levensonderhoud vaak groter zijn. Denk daarbij ook aan bijvoorbeeld watervoorziening, die voor een groot deel moet worden gerealiseerd op basis van het ontzilten van zeewater. Dat is gewoon kostbaar; daar is veel elektriciteit voor nodig. Daar zijn we heel hard mee aan het werk. Het toewerken naar dat gelijkwaardige voorzieningenniveau is heel erg belangrijk.

Het onderwerp comply or explain speelt daar ook een belangrijke rol in. Wat volgt, is een van de thema's die we in dit kabinet hebben afgesproken. We willen dat wat we tot referentiepunt verklaren op de verschillende onderwerpen -- of het nou gaat om onderwijs, gezondheid, huisvesting of het sociaal minimum -- ook gezamenlijk definiëren. Dat willen we dus ook samen met de eilanden doen, om ervoor te zorgen dat ook helder is wat we dan verstaan onder dat thema van dat gelijkwaardige voorzieningenniveau. De situatie op de eilanden kan namelijk ook heel anders zijn. Soms zou het totaal dom zijn om precies dezelfde regelingen allemaal door te voeren. Aan een warmtepomp heb je op de eilanden bijvoorbeeld niet zo veel, maar het goed investeren in wind- en zonne-energie om de energievoorziening niet alleen maar te verduurzamen, maar ook de kosten daarvan te drukken, is natuurlijk wel heel erg belangrijk. In de komende tijd willen we graag verder werken aan dit soort onderwerpen. Dat doen we op weg naar dat gelijkwaardige voorzieningenniveau en om ervoor te zorgen dat dat ook op basis van een gedeeld beeld gebeurt.

Ik vind het wel heel belangrijk om daarbij ook op te merken dat het natuurlijk wel een soort pad is. We kunnen dat niet van de ene op de andere dag allemaal voor elkaar krijgen. Maar we gaan er wel heel erg hard aan werken om dat voor elkaar te krijgen. Op sommige punten hebben we daar ook wel heel veel urgentie voor nodig. Ik kom daar zo in beantwoording van de vragen op terug. Denk bijvoorbeeld aan de voorzieningen als dat notariaat. Als het er nu niet is, moeten we er wel voor zorgen dat het er zo snel mogelijk wel komt. Punt.

De voorzitter:
De heer Van Raan heeft een vervolgvraag.

Van Raan:
Ik plaats dat streven naar die gelijkwaardigheid zelf vanaf het begin, vanaf 1863. Het zou misschien goed zijn als we dat allemaal deden. De staatssecretaris merkte op dat we met een pad bezig zijn. Daar zijn we dus al heel lang mee bezig en niet vanaf het begin van deze kabinetsperiode. Ik zou graag de inleidende woorden van de staatssecretaris, die ik zeer waardeer, willen wegen, meten en afmeten aan wat zij bij haar punten gaat zeggen. Misschien kan ze dat meenemen, bijvoorbeeld bij het punt van die energievoorziening op Bonaire. Daar is een fossiele infrastructuur opgetuigd, terwijl er voor hetzelfde geld een duurzame voorziening had kunnen worden opgetuigd. Dat is niet gebeurd. Twee: de plannen van Landgoed Bolivia. Die zijn erop gericht om 10% van het eiland tot een verdienmodel van 100 miljoen euro te maken. Dat is niet een bedrag dat ik verzin. Daarmee worden duurdere woningen gebouwd. Ik zou graag zien dat de staatssecretaris de opmerkingen die ze daarover gaat maken, ook afzet tegen wat ze gezegd en verteld heeft over het streven naar gelijkwaardigheid. Dat bepaalt namelijk of de woorden waarde hebben, of dat het alleen mooie woorden zijn.

Bij de eerste toezegging graag ook opnemen dat in dit geval de bevindingen van het onderzoek van de Consumentenbond van de BES-eilanden worden meegenomen. Dat zou fijn zijn.

Interessant voor jou

Bijdrage Wassenberg over de visserij en tuinbouw

Lees verder

Bijdrage Wassenberg aan debat over de visserij en tuinders

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer