Bijdrage Van Esch over toezicht en hand­having


8 september 2021

Voorzitter,

Allereerst een hartelijk welkom aan de nieuwe staatssecretaris.

Welkom in het domein dat het mooiste doel heeft; namelijk een schone, veilige en mooie leefomgeving creëren. Maar ook het domein dat daarbij de meeste tegenwerking kent. Het domein waarbij het betreffende ministerie zich telkens laat inpakken door de kortetermijnbelangen van de mens en zijn hang naar meer, meer, meer. De leider van D’66 had hoopgevende woorden gisteren: Zij voelde zich als politica gedwongen “alles te doen om al het leven op de planeet te beschermen. (…) Dit is van cruciaal belang. Van levensbelang.”

Maar met alleen hoopgevende woorden komen we er niet. Je moet keuzes maken, knopen doorhakken. Want wat doe je bijvoorbeeld als LNV de intensieve veehouderij in de benen blijft houden en het behalen van de lucht- en waterkwaliteitsdoelen daarmee voor IenW bijna onmogelijk worden? Wat doe je als je van zwerfafval af wilt en er wordt een nieuwe vergunning afgegeven aan Chemelot voor het lozen in de natuur van 14.000 kilo microplastics per jaar?

Kortom, wat is de visie van deze staatssecretaris op de rol van IenW? Moet het achteraf de plooien gladstrijken? Of moet het een ministerie zijn dat vaker met de vuist op tafel slaat en zegt,- ook tegen andere ministeries - dit zijn de grenzen van onze leefomgeving, tot hier en niet verder.

Die discussie sluit perfect aan bij het onderwerp van vandaag. Want een nieuwe grondhouding met de nadruk op bescherming van het milieu zou ook ten grondslag moeten liggen aan de hervorming van het toezicht- en handhavingsstelsel.

De balans tussen beschermen en benutten is zoek en raakte met kabinetten Rutte alleen maar verder zoek. Wat is de visie van de staatssecretaris? Is hij het eens dat we toe moeten naar strakke normen, bijvoorbeeld de WHO normen voor geluid en luchtkwaliteit. Dat we met die normen de wettelijke ruimte definiëren waarbinnen iets
ondernomen mag worden? En ook durven zeggen, anders past het gewoon niet.

Als Partij voor de Dieren pleiten wij al lang voor meer rijksregie bij het beschermen van het milieu, wij concluderen ook al langer dat de menskracht en financiële middelen bij toezichthoudende organisaties niet voldoende zijn en dat er teveel wederzijdse afhankelijkheden tussen gemeentes, Omgevingsdiensten en bedrijven bestaan.

En dan is het goed om eindelijk te zien dat het kwartje gaat vallen. Want als ook een VVD’er als Jozias van Aartsen en een Shell-vrouw als Marjan van Loon tot deze conclusie komen dan is het wel echt overduidelijk.

Dus twee vragen:
Waarom laat de staatssecretaris het aan een volgend kabinet om de aanbevelingen van de Commissie van Aartsen volledig over te nemen? Dit soort zaken gaan tenslotte om de veiligheid. En volgens mij is het gebruikelijk dat wanneer de veiligheid in het geding is een bewindspersoon, ook demissionair, dit soort aanbevelingen gewoon overneemt.

En het tweede; zijn er punten waarop hij verder wil gaan dan de commissie van Aartsen? Ik lees in het rapport bijvoorbeeld weinig terug over boetes die opgelegd
worden aan bedrijven. We zien nu dat miljardenbedrijven boetes van 5.000 of 25.000 euro opgelegd krijgen en gewoon besluiten om deze speldenprikken te incasseren.
We kunnen hier misschien politiek verschillen van mening over hoe streng een vergunning moet zijn. Maar we zijn toch hopelijk allemaal eens dat als iemand de wet overtreed dat daar een boete bij hoort die gevoelt wordt en tot gedragsverandering leidt?

Het is hoog tijd om de grenzen van wat een leefomgeving aankan te definiëren met strenge normen en deze te bewaken met strak toezicht. Dat is stap 1.
Stap 2 is om deze rapporten niet op de stapel te laten belanden maar om nog dit jaar gewoon te beginnen met de uitvoering van aanbevelingen.

Dank u wel.

Interessant voor jou

Bijdrage Ouwehand aan debat over de formatie

Lees verder

Bijdrage Van Raan aan debat over vliegveiligheid

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer