Bijdrage Ouwehand AO Leef­om­geving


6 november 2014

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Een gezonde leefomgeving is een grondrecht. Ik herinner het kabinet graag aan onze eigen Grondwet op dat punt. Artikel 21 luidt: "De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu." Er staat niet: de overheid doet haar best de kwaliteit van de leefomgeving goed te houden als zij dat Europees gezien een beetje voor elkaar kan boksen. Nee, het is een nationale verantwoordelijkheid, vastgelegd in onze Grondwet. Als wij dan kijken naar de manier waarop dit kabinet omgaat met gevaren voor een gezonde leefomgeving, zoals fijnstof en roet, dan lijkt het in strijd te handelen met de dingen die wij hebben vastgelegd in onze Grondwet.

De Partij voor de Dieren heeft het kabinet gevraagd te kijken naar de oproep van longartsen en kinderartsen over de plannen om in Groningen een ringweg aan te leggen, om maar een voorbeeld te noemen. Zij zeggen letterlijk dat de Europese normen die nu gelden voor fijnstof niet voldoen. Je zou de normen die de Wereldgezondheidsorganisatie heeft vastgesteld, moeten hanteren om kinderen te beschermen tegen blootstelling aan deze stoffen. Als je op een school zit in de buurt van een snelweg, dan rook je passief zeventien sigaretten per dag mee. Dat lijkt mij ongewenst. Het lijkt mij dat het kabinet daarnaar moet willen handelen. De Partij voor de Dieren neemt dan ook geen genoegen met de inzet van het kabinet om te bekijken of de Europese normen een keer op het niveau van de Wereldgezondheidsorganisatie kunnen worden gebracht. Wij vinden dat het kabinet de verantwoordelijkheid moet nemen om zelf te doen wat nodig is om de gezondheid van deze kinderen te beschermen. Het wordt ons nota bene op een presenteerblaadje aangeboden. Hoe gaat de staatssecretaris dat doen?

De staatssecretaris wil zelf niet inventariseren bij hoeveel scholen deze problematiek speelt. Onze motie daartoe is in ieder geval verworpen. In 2011 waren er in elk geval 275 scholen waar kinderen aan buitenproportioneel veel fijnstof in de lucht werden blootgesteld. Wij roepen de staatssecretaris op om dat aan te pakken. Wij hebben ter ondersteuning van eventuele plannen van het kabinet in deze richting een hoorzitting georganiseerd op 20 november. Bij dezen nodig ik mijn collega's daar van harte voor uit. Daarin zullen experts hun licht laten schijnen op fijnstofnormen bijvoorbeeld in de buurt van die nieuwe ringweg zuid.

Het rapport van de Gezondheidsraad over de gevolgen van blootstelling aan schadelijke stoffen is zeer zorgwekkend. Er zitten in Nederland veel te veel hormoonverstorende stoffen in verpakkingsmaterialen. Frankrijk en Denemarken nemen maatregelen. Nederland loopt daarin achter. Is de staatssecretaris bereid alsnog in actie te komen, zodat er geen schadelijke stoffen via verpakkingen in ons voedsel lekken? Ik denk aan bronmaatregelen. Sta die schadelijke stoffen helemaal niet meer in verpakkingen toe.

Ik wil kort ingaan op de brief over de AWACS. Ik begrijp dat de staatssecretaris daar in een ander AO op wil terugkomen of dat de Kamer daar misschien zelf wel toe heeft besloten -- dat weet ik niet -- maar ik vind dat die gezondheidsklachten serieus moeten worden genomen en dat tot ingrijpen over moet worden gegaan.

Tot slot, Veghel versoepelt de geurnormen voor de veehouderij. Dat lijkt mij niet wenselijk voor de mensen die daar wonen. Hoe reageert het kabinet op het signaal dat er in een gemeente waar een sterke boerenlobby in de gemeenteraad zit -- ik gok dat dat zo is, maar volgens mij klopt dat ook -- veel soepeler wordt omgegaan met normen die de gezondheid van mensen waar ook moeten borgen en die wij eigenlijk landelijk met elkaar moeten afspreken? De staatssecretaris mag dit ook doorgeleiden naar de minister, want die gaat over de Omgevingswet. Met de Omgevingswet worden deze acties veel makkelijker. Je zou maar de pech hebben in een gemeente te wonen waar de veehouderij de dienst uitmaakt en je lucht van minder goede kwaliteit om je heen hebt, terwijl een andere gemeente zich wel netjes aan de normen houdt. Graag krijg ik hierop een reactie.

[…]

Interrupties bij andere partijen

Mevrouw Cegerek (PvdA): Mijn complimenten voor de aandacht voor luchtkwaliteit en geluid. Wij hebben onlangs nog een motie ingediend over smogalarm en vervuilende scooters. Dat past ook binnen het verhaal van roetmetingen. In het RIVM-rapport gaat het over 27 meetpunten. Het zijn er nu 17. Gaat de staatssecretaris werk maken van die overige 9 meetpunten? Wil zij de onlangs ingediende moties over luchtkwaliteit hierin meenemen en ons in een brief laten weten hoe zij die gaat uitvoeren?

Mevrouw Ouwehand (PvdD): De Partij van de Arbeid heeft bij de begrotingsbehandeling, maar ook al eerder, aandacht gevraagd voor luchtkwaliteit. Dat is fijn. Ik steun mevrouw Cegerek daarin. Ik ben benieuwd wat de PvdA vindt van de aanpak van het kabinet in relatie tot de normen? De Wereldgezondheidsorganisatie heeft duidelijke normen gesteld, maar de Europese normen zijn veel soepeler. Welke lijn zou het kabinet volgens de PvdA moeten kiezen voor de bescherming van burgers en schoolkinderen in ons land tegen vieze lucht?

Mevrouw Cegerek (PvdA): Wij willen ons aan de Europese normen houden, maar wij zouden ook wat vooruitstrevender moeten zijn en moeten toewerken naar de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dus als ik het goed samenvat, dan zegt de PvdA net als de Partij voor de Dieren tegen het kabinet: je mag je niet bij die Europese normen neerleggen; het moet op het niveau van de Wereldgezondheidsorganisatie komen?

Mevrouw Cegerek (PvdA): Onze staatssecretaris verricht uitstekend werk met betrekking tot de geluidsnormen en de luchtkwaliteit. Ik heb niet het idee dat zij daar niet ambitieus in is. Zij doet goed werk. Daarin ondersteunen wij haar.

[…]

Beantwoording door de staatssecretaris

Staatssecretaris Mansveld: Voorzitter. Veiligheid en gezondheid staan centraal in het milieubeleid. De vraag is altijd: dekt het woord "milieubeleid" nog de lading? Wij kijken naar een stukje klimaat- en energiebeleid. Wij hebben het klimaat. Wij hebben het over de leefomgeving. Wij hebben het over de manier waarop wij dat vormgeven, onder andere in de Omgevingswet. Ik ben dus op zoek naar een nieuw woord daarvoor.

Veiligheid en gezondheid staan centraal. Daarom is het milieubeleid de afgelopen decennia gericht geweest op het reduceren van emissies naar bodem, water en lucht. Die aanpak heeft gewoon gewerkt, want onze leefomgeving is veiliger en gezonder geworden, maar wij zijn niet klaar.

Naar schatting van het RIVM heeft bijna 6% van de totale ziektelast in Nederland te maken met milieufactoren. Daarom is het noodzakelijk dat veiligheid en gezondheid de volle aandacht houden in het brede beleid dat ik net aangaf. De bedoeling is dat wij de bekende risico's verder beperken maar ook dat wij nieuwe risico's op tijd aanpakken. Wij kennen chemische stoffen in de leefomgeving die onze gezondheid bedreigen. Dan kun je denken aan asbest, kankerverwekkende stoffen, bestrijdingsmiddelen, fijnstof en NOX. De gezondheid van de mens wordt ook bedreigd als het welbevinden onder druk komt te staan. Daarbij kun je denken aan stank, lawaai maar ook aan windmolens, zoals de heer Madlener aangaf.

Wij pakken al deze oorzaken van mogelijke gezondheidsschade al aan, maar toch is er werk te doen om ze afdoende te beheersen. Nieuwe oorzaken van mogelijke gezondheidsschade hebben wij op het netvlies. Ik noem de microplastics, de nanodeeltjes maar ook medicijnresten in ons drinkwater. Doordat mensen kort opgenomen zijn en snel naar huis gaan, zie je geen uitstootconcentraties van medicijnresten meer bij ziekenhuizen maar bij mensen thuis. Waar je voorheen keek naar wat je kon doen in ziekenhuizen, moet je nu op zoek naar innovatieve andere zaken. Er zijn tegenwoordig opzettoiletten voor mensen die cytostatica gebruiken om ervoor te zorgen dat medicijnresten niet in het (drink)water terechtkomen. Dat geldt ook voor de synthetische biologie. Die nieuwe oorzaken moeten wij vroegtijdig in het vizier hebben, want voorkomen is altijd beter dan genezen.

Dan kom ik op de ambities voor de aanpak van gezondheidsrisico's. Via het milieu zijn de gevolgen voor de gezondheid van onze huidige maatschappelijke activiteiten niet verwaarloosbaar. Dan heb ik het over het verkeer, de industrie, de landbouw, maar ook over activiteiten in en om het huis. Mijn ambitie voor de lange termijn is dat de kwaliteit van de leefomgeving -- lucht, water en bodem -- van een zodanig niveau is dat de gezondheidseffecten verwaarloosbaar klein zijn. Voor de korte termijn wil ik dat wij overal in Nederland in ieder geval een basisbeschermingsniveau van onze gezondheid realiseren.

Een efficiënte en effectieve aanpak vereist heldere keuzes en een afweging. Een aanpak van milieugerelateerde gezondheidsproblemen vereist een samenhangende analyse en een kader om goed afgewogen keuzes te maken. Die zijn er nu nog niet. Ik heb de Kamer een dergelijk kader gestuurd voor veiligheid in de vorm van de beleidsnota Bewust Omgaan met Veiligheid. Dat afwegingskader was gebaseerd op adviezen van de WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) en de Rli (Raad voor de leefomgeving en infrastructuur).

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): De staatssecretaris zegt eigenlijk "we doen gewoon ons best" en "geen kop op Europese regelgeving". Dat is dus in strijd met de verplichting die de Grondwet haar oplegt. Laten we nu for the sake of argument alleen even kijken naar de zuidelijke rondweg rond Groningen. De staatssecretaris zei in haar inleiding: bestaande oorzaken pakken we aan, nieuwe risico's vermijden we. Die weg ligt daar nog niet. Kinderartsen en de GGD waarschuwen. Er liggen binnen 300 meter van dat aan te leggen traject zestien scholen, vier kinderdagverblijven en vier zorginstellingen. De Wereldgezondheidsorganisatie zegt dat het niet verstandig is om daar een snelweg aan te leggen. Ik onderschrijf dat en ik zou dan ook denken dat we dit niet moeten doen, ook al snap ik wat de staatssecretaris zegt over de bestaande oorzaken.

Staatssecretaris Mansveld: Mevrouw Ouwehand is bezorgd over de gevolgen van de aanpak van de luchtkwaliteit. Een aantal andere fracties heeft overigens ook gevraagd naar de zuidelijke ringweg Groningen. Ik heb begrepen dat men zich ook meer in het algemeen zorgen maakt over ringwegen. Verder hebben ook omwonenden hun zorgen hierover geuit. Hierover bereiken mij ook brieven, overigens niet alleen over de zuidelijke ringweg Groningen, want mij bereiken wel meer brieven. Daarin wordt speciale aandacht gevraagd voor kinderen die op scholen in de omgeving van die weg zitten, onder wie zich ook kinderen met longproblemen bevinden.

De aandacht voor luchtkwaliteit bij ringwegen is logisch, want ringwegen moeten veel meer verkeer verwerken. Ze liggen in stedelijk gebied met gevoelige functies als scholen. Verkeer draagt verder bij aan een verhoogde luchtverontreiniging. Er is recentelijk veel publiciteit geweest rond de A13 en de A10 in verband met de verhoging van de snelheid. Het gaat daar om gebieden waar de achtergrondconcentraties hoog zijn. De situatie is in Groningen bij de ringweg A7 aanzienlijk beter. In het Noorden van Nederland zijn de achtergrondconcentraties lager en zelfs zo laag dat het niet nodig is en was om deze regio op te nemen in het NSL. Uit het luchtonderzoek voor het project zuidelijke ringweg Groningen blijkt dat de berekende concentraties overal onder de norm blijven. Bovendien blijkt dat de luchtkwaliteit in de omgeving van de zuidelijke ringweg in de toekomst alleen maar beter wordt, ook na uitvoering van dit project. Uit berekeningen van Rijkswaterstaat voor 2021 en 2030 blijkt dat de gemiddelde concentraties rond de zuidelijke ringweg Groningen na de realisatie van het project vergelijkbaar zijn met of beter zijn dan de huidige concentraties. Ik heb al eerder uitgelegd -- het is niet de eerste keer dat we hierover spreken -- dat we ook te maken hebben met de aanscherping van het bronbeleid en strengere regels, onder andere voor verkeer.

Natuurlijk is alleen maar zeggen dat we aan de normen voldoen, niet het einde van het verhaal. Normen zijn een middel, en het doel van het luchtkwaliteitsbeleid is het wegnemen van risico's met het oog op de gezondheid. Ook bij lage concentraties fijnstof zijn er gezondheidsrisico's, zeker voor gevoelige groepen. Ook als er aan de norm is voldaan, moeten we dus kijken of het beter kan, met name voor gevoelige groepen als kinderen met longproblemen. Dat betekent: zorgen dat het verkeer schoner wordt. Dat doen we op Europees en nationaal niveau, maar ook op regionaal en lokaal niveau kan dit worden gestimuleerd, bijvoorbeeld door het gebruik van elektrische voertuigen te faciliteren. Eerder heb ik erop gewezen dat het project zuidelijke ringweg in samenspraak tussen Rijk en regio tot stand is gekomen. Er zijn ook mogelijkheden om op lokaal niveau naar effecten op gezondheid te kijken. Een gemeente zou bijvoorbeeld in samenspraak met scholen kunnen kijken hoe het ter plekke is gesteld met de luchtkwaliteit. Daarbij vind ik het overigens uiterst verstandig dat er ook gelijk gekeken wordt naar de "binnenlucht", want een groot deel van de dag zijn die kinderen binnen.

De locaties van nieuwe scholen of de uitbreiding van bestaande scholen zijn een afweging van de gemeente. Dat weet de commissie ook. Geen scholen bij drukke wegen is dan ook een goed uitgangspunt voor het ruimtelijk beleid. Amsterdam is in dit verband een goed voorbeeld, want deze stad voert al jarenlang een eigen lokaal beleid. Nu liggen de concentraties in Groningen aanmerkelijk lager dan in Amsterdam. De situatie is daar dus minder kritisch, maar ik denk dat het altijd goed is om hiervoor aandacht te hebben.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): De staatssecretaris heeft wel erg veel woorden nodig om te zeggen "ik ga het niet doen". Mij lijkt dat onverstandig. Ik heb een simpele vraag voor haar. Ik heb het niet eens over de bestaande oorzaken, want ik begrijp dat het daardoor lastig ligt. De aanpak van de staatssecretaris bestaat eruit dat ze gaat voor een Europese aanscherping van de normen, want ze zegt de Wereldgezondheidsorganisatie serieus te nemen. Vindt zij het dan echt verstandig om in strijd met de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie, normen waar zij naartoe wil, mee te werken aan dit project? Straks moet ze daardoor immers weer extra maatregelen nemen. De staatssecretaris kan zeggen: ik vind dat voor een nieuw plan als de zuidelijke ringweg rond Groningen de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie moeten worden gehaald, want het is mijn ambitie dat we daarnaartoe gaan.

Staatssecretaris Mansveld: Dan zouden wij met heel veel verschillende maten gaan meten en dat ook nog eens op heel verschillende plaatsen. Het lijkt mij uitermate onverstandig om projecten aan andere specifieke normen te onderwerpen. Ik denk dat het belangrijk is dat we normen hebben. Die hebben we. Dat zijn Europese normen en dat zijn wettelijke normen. Ik vind dat normen een middel zijn. Ik vind het belangrijk dat we ambitie tonen om onder de normen uit te komen. Ik zei al dat we in een aantal steden druk bezig zijn met maatregelen om de hotspots in de komende twee jaar te laten verdwijnen. Ik heb de vragen over de zuidelijke ringweg Groningen zeer uitgebreid beantwoord. Daarmee denk ik een aantal vragen van mevrouw Ouwehand over dit onderwerp ook te hebben beantwoord. Ik denk dus dat het uitermate onverstandig is om specifieke normen mee te geven.

[…]

Tweede termijn

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Ik ben zeer teleurgesteld in de breedsprakige beantwoording van de staatssecretaris. Ze probeert eigenlijk iedereen in slaap te sussen, ook al zijn die normen echt onvoldoende om de gezondheid te borgen. Het is niet voor het eerst -- zo zeg ik tegen deze staatssecretaris van Milieu -- dat we erachter komen dat de normen jaren achterlopen op de meest recente wetenschappelijke inzichten.

De normen die nu gelden -- zo is ons verteld door mensen die aan de bel trekken -- zijn gebaseerd op het risico op hart- en vaatziekten en hartinfarcten bij volwassenen. De afgelopen jaren hebben we echter meer gegevens gekregen over wat het betekent voor kinderen. Daaruit blijkt dat kinderen die op een school zitten binnen een straal van 500 meter, meer astma en meer longontstekingen hebben. Het geboortegewicht van kinderen met moeders die bij een snelweg wonen, is lager dan normaal! Waarom is de staatssecretaris niet bereid om deze inzichten tot zich te nemen? Ik wil hierover een motie indienen.

Zoals ik in eerste termijn al zei, organiseert de Partij voor de Dieren op donderdag 20 november een hoorzitting waarin we de mensen die aan de bel trekken, de Kamer zullen laten informeren over de precieze risico's, want die normen moeten echt worden aangescherpt. Zo'n snelweg als in Groningen moet je niet aanleggen als we worden gewaarschuwd.

De heer Smaling (SP): Ik sluit mij helemaal aan bij wat mevrouw Ouwehand zei over de normen. Ik ga mee in haar verzoek om daar een Kameruitspraak over te krijgen.

De heer Remco Dijkstra (VVD): Voorzitter. Ik zei het al in het begin: het is prettig wonen, werken en recreëren in Nederland. Wat mij zo opvalt aan dit algemeen overleg is dat we eindelijk een goed rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving hebben gekregen en dat dan bijna niemand dat rapport noemt. De feiten liegen er niet om: we leven langer dan ooit. Op pagina 94 van de begroting staat hoe het gaat met onze luchtkwaliteit. De hoeveelheid fijnstof in de lucht is gehalveerd en de hoeveelheid vluchtige stoffen is gedaald tot bijna een kwart van het oude getal. Verder is de uitstoot van ammoniak en stikstof aanzienlijk gedaald. Ik verwijs hiervoor heel graag naar bladzijde 94!

Ik ben blij dat het goed gaat met de verschoning van het wagenpark.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Stel dat uw buurman elke dag zijn vuilnis in uw tuin gooit en na veel getouwtrek spreekt u met hem af dat hij alleen nog maar zijn etensresten in uw tuin gooit, vindt de heer Dijkstra dat dan echt zo leuk?

De heer Remco Dijkstra (VVD): Zo'n buurman heb ik niet.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Nee, precies! En waarom hebt u zo'n buurman niet? U hebt zo'n buurman niet, omdat we het verboden hebben om vuilnis bij iemand anders in de tuin te gooien. We hebben vastgesteld dat er risico's kleven aan vervuiling. Dan kun je zeggen "als die vervuiling afneemt, dan ben ik blij", maar je kunt ook zeggen "we moet ervoor zorgen dat het niveau dat we allemaal veilig vinden, wordt gehaald, want pas dan zijn we blij". Aan welke kant van de streep zit de VVD?

De heer Remco Dijkstra (VVD): De VVD zit altijd aan de goede kant van de streep. Het gaat beter met onze leefomgeving. De lucht wordt steeds schoner. Het water wordt steeds schoner. Ik heb het plenair ook al gezegd: er zwemmen inmiddels weer zalmen in de Rijn. We hoeven niet te doemdenken, maar dat laat natuurlijk onverlet dat we altijd moeten kijken naar vooruitgang.

Beantwoording van de staatssecretaris tweede termijn

Staatssecretaris Mansveld: Voorzitter. Zowel de SP als de Partij voor de Dieren sneed de normen weer aan. Ik ben daar zojuist duidelijk over geweest: ik vind het geen begaanbare weg om bij een project dat vrijwel in de realisatiefase zit, de zuidelijke ringweg Groningen, aparte normen van de WHO te hanteren. De consequenties daarvan zijn voor een project in dit stadium niet te overzien. Ik zou het verder zeer onverstandig vinden om met verschillende maten te meten bij projecten in Nederland. Dat is echt zeer onverstandig.

Ik heb al een meer algemeen betoog gehouden over WHO-normen versus wettelijke normen. Als het sec gezondheidsnormen zijn, dus normen waar je geen omgeving, economische ontwikkeling en ruimtelijke ordening tegenover zet, dan kom je niet tot wettelijke normen. Ik vind het belangrijk dat we ambitie hebben. Ik heb al gezegd dat een norm voor mij geen doel is maar een middel om te laten zien welke kant je opgaat. Het kan nooit met alleen normen op één lokale plek. Dat zullen normen in de breedte moeten zijn. Verder zal er altijd bronbeleid moeten zijn. Dat is zo belangrijk! Er moet altijd bronbeleid bij komen kijken.

Als het gaat om bronbeleid en als het gaat om auto's en vrachtwagens, dan zullen we nieuwe innovaties moeten zoeken. Ik heb net al de 4,25 miljoen voor de bussen genoemd. Bij innovaties denk ik aan bussen op waterstof, de zero-emissiebussenprojecten in grote steden. Van de 4,25 miljoen gaat ook een deel naar Groningen. Het gaat dus om lokale innovaties en die innovaties stimuleren we breed.

Ik zal binnen vier weken een brief sturen over hoe we de motie over smog en scooters gaan uitvoeren. In eerste termijn is dat niet helemaal meegekomen.

Er is een vraag gesteld over de AWACS. Ik heb al aangegeven dat we gesprekken voeren in de regio en dat ik over de uitkomsten van die gesprekken een brief zal sturen. In die brief zal ik ook de vragen van vandaag meenemen.

Ik ben inderdaad in eerste termijn vergeten om wat te zeggen over de boete. Ik vind dat wel iets wat we kunnen verkennen. Als een systeem op een heel continent werkt, dan verdient dat onze aandacht. Ik weet niet of heel Amerika het zo doet of dat het om specifieke staten gaat, maar ik wil wel graag weten waarom ze dat doen, hoe ze dat doen en wat de effecten zijn. Ze zeggen weleens "goed geleend is beter dan zelf slecht verzonnen" en ik vind dan ook dat je goede initiatieven moet verkennen. Ik neem het daarom mee.

Interessant voor jou

Inbreng SO Ontwerpbesluit grenswaarden programmatische aanpak stikstof

Lees verder

Bijdrage Ouwehand Debat wet groei melkveehouderij

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer