Bijdrage Esther Ouwehand debat over de informele Europese Top van 9 mei


25 april 2019

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. We hebben één aarde, en daar moeten we het mee doen. Ik kan zomaar voorspellen dat alle mensen op deze wereld eigenlijk wel willen dat die aarde leefbaar blijft voor mens en dier. We kunnen ook wel aannemen dat mensen het fijn vinden als ze zelf iets te zeggen hebben in de besluitvorming over de manier waarop hun samenleving wordt ingericht. Als je naar de twee belangrijke wensen kijkt van mensen nu en in de toekomst, moeten we concluderen dat Europa op alle twee punten diep in de min staat, een 3,5 zou ik zeggen. Het agressieve handelsbeleid van de Europese Commissie is op geen enkele manier te verenigen met welk klimaatdoel dan ook. Dus als het gaat over de toekomst van Europa, vraag ik de minister-president te pleiten voor een handelspauze. Als je mensen op straat vraagt wat nou het grootste probleem van deze tijd is, dan zegt er nooit iemand: er is te weinig handel. Nee, mensen maken zich zorgen over de klimaatverandering. Als je deals blijft sluiten met Brazilië en Canada waardoor er allerlei zwaar vervuilende producten de Europese markt op mogen komen, weet je dat die klimaatplannen van Europa gewoon het loodje leggen tegen onze agressieve handelspolitiek.

Voorzitter. Een Europa dat officieel in het Verdrag van Lissabon — dat is die grondwet van Europa — productieverhoging als enig doel van het landbouwbeleid heeft, gaat het niet goed doen met de eigen klimaatdoelen. Er wordt op dit moment gesproken over een nieuw gemeenschappelijk landbouwbeleid voor de periode 2021-2027 en als je dat niet koppelt aan de doelen om de opwarming van de aarde tegen te gaan en de natuur te beschermen, worden we op 1 januari 2028 wakker met enorm veel klimaatschade, want er gaat heel veel subsidie naar de melkveehouder, een van de grootste opwarmers van de aarde, en veroorzaker van enorm veel natuurschade. Dan heb je nog maar twee jaartjes de tijd om de doelen voor klimaat en natuur in 2030 te halen. Dat is gewoon niet verstandig. Dus geen 365 miljard naar dat gemeenschappelijke landbouwbeleid — sowieso niet — en al helemaal niet als je niet eerst hebt getoetst hoe we met dit beleid kunnen zorgen dat de opwarming van de aarde stopt en de natuur wordt beschermd.

De minister-president heeft alle Nederlanders opgeroepen — dat was eigenlijk wel heel schattig — om, als je een tuintje of balkonnetje hebt, wat bloemetjes te zaaien voor vlinders en bijen.

Minister Rutte:

Zaaien is zoemen!

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

"Zaaien is zoemen". Hartstikke goed, dat moeten we allemaal doen. Maar het is natuurlijk wel een beetje gek als dit kabinet tegelijkertijd de Europese Commissie steunt die zegt: we laten in heel Europa dat supergiftige Roundup van Bayer Monsanto over de akkers vloeien. Er was nota bene een burgerinitiatief. Meer dan een miljoen Europese burgers hebben de Europese Commissie gesmeekt om te stoppen met dit gif. Wat zegt de Europese Commissie? Nee hoor, daar vegen wij onze Brusselse billen mee af. Wat deed het kabinet? Die steunde de Europese Commissie, met steun van D66 én Forum voor Democratie. Forum voor Democratie steunde Bayer Monsanto en de toelating van glyfosaat en D66 doet hetzelfde. Waar zijn jullie ideeën voor een meer democratisch Europa? Ik snap dat niet.

Voorzitter. Dan de Oekraïnedeal, ook zo'n mooie grap. De Partij voor de Dieren waarschuwde dat het associatieverdrag met Oekraïne ervoor zou zorgen dat legbatterijeieren en plofkippen onder Europese standaarden de Europese markt zouden overspoelen. Nee hoor, we werden weggehoond. Wat gebeurde er? We worden overspoeld met legbatterijeieren en plofkippen uit Oekraïne. Nu is iedereen boos. De Europese Commissie ging heronderhandelen, omdat ze behalve het sluiten van die deal ook nog de fout had gemaakt om een hele categorie volledig vrij te laten, waardoor slimme jongens natuurlijk zeiden: o, ik laat een stukje vleugel aan het borstbeen zitten en dan kan ik het ongelimiteerd naar Europa exporteren. De Partij voor de Dieren heeft het kabinet opgeroepen om te zorgen voor een vermindering van de import. Minister Kaag zei toen dat dat niet nodig is en de ingediende motie is verworpen. Het voorlopige akkoord is gesloten en nu lezen we in de krant dat de minister van Landbouw woest is over dat akkoord. Dat kan ik me voorstellen, maar dan moet je wel van tevoren tegen de Europese Commissie zeggen: wij stemmen hier niet mee in. Gaat de minister-president alsnog op de informele top of op welke manier dan ook, de boodschap verkondigen dat Nederland zich niet in dit akkoord kan vinden en dat dit akkoord van tafel moet?

Interrupties Esther Ouwehand

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik hoorde de heer Jetten van D66 steeds zeggen dat je Europa nodig hebt om de klimaatverandering tegen te gaan en de natuur te beschermen. Op zichzelf vind ik het voorstel om te komen tot strengere internationale afspraken voor de natuur goed, maar dit Europa sluit handelsdeals die rechtstreeks tegen alle klimaatdoelen ingaan. Dan zegt D66: dat vinden wij een goed plan van de Europese Commissie. De Europese Commissie zegt: laat glyfosaat maar over alle Europese akkers vloeien. Dan zegt D66: dat steunen wij. Ik steun de gedachte om meer voor natuur te doen, want dat is een ondergeschoven kindje in de discussie over de toekomst van de aarde, maar wat doet D66 daar dan werkelijk voor, anders dan zeggen dat we in 2030 een keer ergens afspraken moeten hebben in internationaal verband?

De heer Jetten (D66):

Mevrouw Ouwehand weet dat ook D66 ontzettend kritisch is over de inzet van glyfosaat. Juist bij een aantal vrijhandelsverdragen die nu worden besproken, zoals het verdrag met Canada, zijn de standaarden ook op het gebied van milieu, natuur en dierenwelzijn al hoger dan in andere handelsverdragen. Is het al goed genoeg? Nee, vast niet, maar het gaat wel de goede kant op. Mijn pleidooi voor een internationaal verdrag voor het beschermen van natuur kan ontzettend helpen bij de aanpak van plasticsoep, bij de herplant van bossen in Europa en daarbuiten, en ook bij het voorkomen van het verlies van allerlei planten- en dierensoorten. Daarin kunnen we als Nederland het goede voorbeeld geven in eigen land en we kunnen met de Europese lidstaten samenwerken aan die bescherming in Europa, maar we moeten ook bindende afspraken maken met de rest van de wereld, zodat we grote andere landen ook kunnen aanspreken op hun verantwoordelijkheid.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Hier doet D66 twee dingen. Er zijn al internationale afspraken over natuur. Dat is het Biodiversiteitsverdrag in VN-verband. In 2010 zou de achteruitgang van planten- en dierensoorten zijn gestopt. Dat is niet gehaald.

De heer Jetten (D66):

Dat klopt.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Wat doet de politiek dan? Dan neemt ze een nieuw doel: 2020. Dat wordt ook niet gehaald. Wat doet D66 nu? 2030. In de tussentijd stemt D66 in met al die slechte voorstellen van de Europese Commissie: nog tien jaar glyfosaat en een verdrag met Canada, dat maakt dat een aangenomen motie van deze Kamer om de import door Europa van teerzandolie, de meest vervuilende brandstof op de wereld, te stoppen, niet kan worden uitgevoerd omdat de Europese Commissie dat gewoon overrulet. Dat is slecht voor het klimaat en slecht voor de natuur.

De voorzitter:

En de vraag is?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

D66 verleent daar steun aan. Wat verandert er dan bij D66 als D66 het meent dat we de natuur en het klimaat beter moeten beschermen?

De heer Jetten (D66):

Het is de bedoeling is om het Biodiversiteitsverdrag, waarnaar mevrouw Ouwehand verwees, in Beijing bij een volgende VN-top weer verder te helpen. Tot nu toe zijn het steeds vrijblijvende afspraken. De landen hoeven er eigenlijk niet over te rapporteren en ze worden er ook niet op aangesproken als ze te weinig doen. Het mooie van het Parijsakkoord, het akkoord voor het klimaat, is dat we daarin wel bindende afspraken hebben gemaakt. Laten we nou daarvan leren en voor natuur en biodiversiteit eenzelfde afsprakenpakket met elkaar maken, zodat we andere landen kunnen aanspreken op hun verantwoordelijkheid en wij er ook op kunnen worden afgerekend als Nederland zelf of de Europese Unie zelf achterblijft.

(…)

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De heer Omtzigt weet heel goed dat je in de Europese besluitvorming steeds vraagt, vraagt, vraagt, waarop je het antwoord krijgt: wacht nou maar even, dit is voorbarig en dan ben je te laat. Dus het verbaast me een beetje dat het CDA dit debat niet gebruikt om de minister-president op te roepen om zich te verzetten tegen het voorlopige akkoord over de Oekraïens export van kippenvlees. Want we hebben in de media gelezen dat in elk geval één lid van het kabinet er boos over is. Dat is op zich al raar, want wij hadden het kabinet opgeroepen om zich vóór de besluitvorming te verzetten tegen die deal, wat toen niet nodig was. Maar goed, als het CDA daar zorgen over heeft, zou ik zeggen: pak nu het moment en roep de minister-president op om zich daartegen te verzetten.

De heer Omtzigt (CDA):

Het lijkt me een goede vraag om te weten wat de regering van plan is. Dan zal ik in tweede termijn reageren op wat de regering van plan is.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dan wachten we de tweede termijn af.

(…)

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. De heer Mulder heeft zich kunnen voorbereiden, want dezelfde vraag die ik aan het CDA stelde, wil ik graag aan de VVD stellen. De VVD zegt de hele tijd dat het zo'n schande is dat die kipproducten uit de Oekraïne op de Nederlandse markt komen. Maar intussen heeft het kabinet gewoon ingestemd met dat akkoord. Nu ligt er een voorlopig akkoord. Ik begrijp dat de VVD boos is. Roept de VVD de minister-president op om te zeggen: we vonden het toch niet zo'n goed idee; we willen van dat akkoord af?

De heer Anne Mulder (VVD):

Ik zou dat niet snel zeggen. Als je een akkoord hebt, moet je je daaraan houden. Maar als er gekke dingen gebeuren door dat akkoord, kan dat een reden zijn om er wat van te zeggen. Maar je moet je wel aan je afspraken houden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat klopt. Ik denk dat de heer Mulder het niet weet, maar toch mijn vraag. De Partij voor de Dieren heeft op tijd aan het kabinet gevraagd: hé, dit akkoord zit eraan te komen en het is niet zo'n goed idee, dus laten we het niet doen. De VVD heeft daartegen gestemd. Met andere woorden, door het mandaat dat er lag, werd het gewoon, en we zagen het al aankomen: die import blijft bestaan. Waarom is de VVD dan na afloop alsnog boos in de media? Is dat om de boeren te paaien? Want als je boos bent moet je toch op tijd zeggen: we willen dit niet?

De heer Anne Mulder (VVD):

Dat moet je zeker doen. Maar we moeten ons ook aan de afspraken houden die toen zijn gemaakt. Maar ik ben benieuwd hoe de premier hier zo meteen op gaat reageren. En of wij mensen willen paaien? Dat weet ik niet.

(…)

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het klinkt alsof Nederland zich wil inzetten voor betere natuurbescherming, maar ik vertrouw dat niet helemaal. Nederland zou zich in Europa ook inzetten voor strengere toetsing van landbouwgif voor de bescherming van bijen en hommels, en nu blijkt dat Nederland achter de schermen gewoon het tegenovergestelde doet. Het is hartstikke mooi dat er doelen voor 2030 zijn, maar ik wil weten of de minister-president zich ervoor gaat inzetten dat Nederland ten minste de doelen voor 2020 haalt, want dan ben je een beetje geloofwaardig als je probeert de rest mee te krijgen om meer inzet te tonen voor de bescherming van natuur.

Minister Rutte:

We zijn nu een zijpad ingewandeld dat heel ver weg ligt van de informele top in Sibiu en de agenda voor de komende jaren. Ik beperk me echt tot het antwoord nu en verwijs naar het verdere debat met de minister van LNV, want anders moet ik gaan improviseren of in de pauze ambtenaren vragen om mij daarover verdere informatie te geven, maar dan ben ik wel helemaal op het terrein van de minister van Landbouw bezig. Dus ik beperk me even tot het vorige antwoord en verwijs dan respectvol verder naar het debat met de minister van LNV.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dan wil ik de minister-president vragen of hij ten minste erkent dat als Nederland het zelf niet zo heel goed doet — we bungelen onderaan de lijstjes als het gaat om de bescherming van de biodiversiteit — Nederland zal worden uitgelachen als hij gaat zeggen dat Nederland zijn best gaat doen voor bindende afspraken. In de richting van D66 antwoordt de minister-president — ik ben het daar op zich mee eens — dat het wel nodig is dat je geloofwaardig bent. De minister-president zou dus een hartig woordje met de minister van Landbouw moeten spreken, wil de belofte die hij hier doet daadwerkelijk een beetje geloofwaardig overkomen.

Minister Rutte:

Ik verwijs naar het vorige antwoord, dat lijkt me toch beter.

(…)

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dan heb ik een vraag over de transparantie van het Nederlandse kabinet in de richting van de Kamer over de positie die Nederland op verschillende momenten inneemt in die Europese besluitvormingsprocessen. Vindt de minister-president dat het kabinet daar voldoende aan doet of kan daar nog wel een slagje overheen? Want wij lopen tegen discussies aan over afstemming in ambtenarenclubjes, waarbij Nederland een positie inneemt die van tevoren niet met de Kamer gedeeld is. Dat vind ik onwenselijk.

Minister Rutte:

Dat lijkt me uitgesloten. Misschien is er een voorbeeld? Dan kan ik daar na de pauze nog op reageren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het gaat specifiek over de Bee Guidance.

Minister Rutte:

De wat?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De Bee Guidance, de bijen.

Minister Rutte:

Ah, want zaaien is zoemen. Gaat u verder.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Precies, de minister-president weet wel dat bijen bloemetjes nodig hebben, maar nog niet dat ze beter zonder gif kunnen. Daar gaat dit over. We hebben moties voor een nationaal verbod op verschillende soorten gif. Het kabinet zegt sinds 2013, ook tegen de Kamer: nee, dat gaan we niet doen; dat gaan we in Europa regelen met strengere toetsing. Nu blijkt dat het voorstel al zes jaar in ambtenarencomités wordt besproken. Als de Kamer vraagt wat de positie van Nederland is, krijgen we daar geen duidelijkheid over. Vindt de minister-president dat ook onwenselijk? De Kamer moet kunnen controleren wat er in die besluitvorming, ook op ambtenarenniveau, wordt gewisseld.

Minister Rutte:

Dus het gaat over glyfosaat?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Glyfosaat is een ander gif waar we vanaf moeten. Dit gaat over de Bee Guidance, het Bijenrichtsnoer. Al het gif is gevaarlijk voor bijen, hoor, maar dit gaat bijvoorbeeld over neonicotinoïden.

Minister Rutte:

Ik zou deze vraag natuurlijk kunnen beantwoorden; ik kan dat ook niet doen. Laat ik afspreken dat ik even kijk of ...

De voorzitter:

Of Carolien in de zaal aanwezig is!

Minister Rutte:

Ja, precies. Carolien zit in de zaal! Ja, top!

(Hilariteit)

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Rutte:

Dit is overigens wel relevant. Ik ben het er geheel mee eens dat we wel moeten zorgen... Het gaat wel om onze natuur.

(…)

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb twee vragen over het voorlopige akkoord tussen de Europese Commissie en Oekraïne. Wat vindt de minister-president daarvan? We hebben vanuit het kabinet namelijk verschillende signalen gekregen. Minister Schouten heeft gezegd: ik ben boos. Toen de Partij voor de Dieren eerder zei dat het er niet zo goed uitziet, zei minister Kaag dat ze het prima vond. Dus, wat vindt de minister-president? Dan het tweede punt. De minister-president zegt dat het niet op deze agenda staat. Hier komen we dan op het punt van de informatievoorziening, want terwijl er Kamervragen lagen van de fractie van de SP, heeft Nederland op ambtenarenniveau in de Milieucommissie ingestemd met dit mandaat. Daar is de Kamer niet over geïnformeerd. U moet het mij dus even vergeven dat ik ieder moment aangrijp om te vragen wat het kabinet gaat doen, zodat we niet te laat zijn om dit akkoord nog tegen te houden.

Minister Rutte:

Daar zijn schriftelijke vragen over gesteld en die worden beantwoord. Daar verwijs ik echt naar. Ik ga daar verder niks over zeggen. Echt niet. Bovendien ligt dit wel heel ver af van het debat dat op 9 mei in Sibiu zal plaatsvinden. Ik houd het dus bij dat antwoord.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Onder normale werkomstandigheden, als we erop kunnen vertrouwen dat het kabinet de Kamer op tijd informeert over wanneer iets wel of niet op de agenda staat, zou ik genoegen kunnen nemen met dit antwoord. Maar dat hebben we ook hier weer niet gezien. Er lagen Kamervragen van de SP-fractie, en zonder het aan de Kamer te melden, heeft Nederland op ambtenarenniveau ingestemd met dit mandaat. Ook regeringspartijen zijn daar boos over. Dat kan gewoon niet. Of de minister-president moet hier overtuigend kunnen zeggen: u krijgt nog de gelegenheid om zich daarover uit te spreken; echt, er gaat niks gebeuren. Maar dat moet dan wel heel overtuigend zijn. We moeten echt weten dat we er op tijd goed over worden geïnformeerd. Dan blijft mijn vraag wat de minister-president van dat akkoord vindt nog staan, want verschillende leden van het kabinet hebben er een mening over en die meningen zijn niet gelijk.

Minister Rutte:

Ik heb mij voorbereid op een debat over de informele Raad in Sibiu. Over deze kwestie heb ik mij laten informeren. Daarover zijn schriftelijk Kamervragen gesteld en die worden beantwoord. Ik verwijs daar echt naar.

(…)

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Een korte vraag. Het gaat over de fundamentele positie die het kabinet inneemt over het recht van de informatie aan de Kamer. Vindt het kabinet dat, als de Kamer vraagt wat de positie van Nederland in deze discussie is, het kabinet dan ook moet zeggen hoe de discussie in dat ambtenarencomité verloopt en wat Nederland daar inbrengt?

Minister Rutte:

Ik lees hier nu — en ik heb mij uiteraard laten informeren — dat minister Schouten in april een uitgebreide brief heeft gestuurd en dat zij daarnaast de Kamer via geannoteerde agenda's en verslagen van de Landbouwraad, maar ook via separate brieven, over de vorderingen in dat comité informeert. Het kabinet is hierin dus transparant. Meer informatie heb ik nu niet, maar dat lijkt allemaal te kloppen.

De voorzitter:

Ja. Mevrouw Ouwehand, tot slot.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dit is een illustratie. De minister van Landbouw zegt: ik informeer u zodra er een voorstel gereed is voor stemming en dan zeg ik hoe Nederland gaat stemmen. Maar dit proces loopt al zes jaar en in die zes jaar is het voorstel gewijzigd en heeft Nederland op ambtenarenniveau steeds verschillende posities ingenomen ten opzichte van gewijzigde voorstellen. Daar heb ik naar gevraagd en die informatie krijg ik niet. Vindt de minister-president dat een goede werkwijze tussen kabinet en Kamer, of niet?

Minister Rutte:

Het lijkt me dan goed om dat deel van het stenografisch verslag door te sturen naar de minister van Landbouw zonder mijn commentaar, anders dan dat ik er vertrouwen in heb dat het vanuit haar departement netjes gedaan is. Als we dat deel van het stenografisch verslag doorsturen, dan kan zij daar ook nog een keer naar kijken.

(…)

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb inderdaad een korte vraag. D66 wil altijd graag samenwerken en de Partij voor de Dieren wil dat ook. Ik vraag de heer Jetten dus of hij wil meedoen met mijn motie, waarin wordt opgeroepen geen nieuwe handelsverdragen te sluiten tussen de Europese Unie en andere landen, als die landen het klimaatakkoord van Parijs niet respecteren. Bij mijn weten staat dit in het nieuwe Europese verkiezingsprogramma van D66, dus het zou leuk zijn als wij die motie samen kunnen indienen.

De heer Jetten (D66):

Ik ga niet vanaf hier moties medeondertekenen.

Interessant voor jou

Inbreng PvdD Nationaal plan hormoonverstorende stoffen in een circulaire economie

Lees verder

Bijdrage Van Raan AO Luchtvaart

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer