Vragen Akerboom over een nieuw geiten­paadje voor stikstof-vergun­ning­ver­lening: wordt intern salderen het nieuwe extern salderen?


Indiendatum: 1 aug. 2023

Kamervragen van het lid Akerboom (Partij voor de Dieren) aan de demissionair minister voor Natuur en Stikstof over een nieuw geitenpaadje voor stikstof-vergunningverlening: wordt intern salderen het nieuwe extern salderen?

1. Kunt u bevestigen dat uit de natuurdoelanalyses van de provincie Noord-Brabant is gebleken dat de natuur in een dermate slechte staat is vanwege stikstofneerslag, dat elke ‘stikstofwinst’ die ontstaat uit het staken van een vervuilende activiteit naar de natuur dient te gaan, met als consequentie dat extern salderen met natuurvergunningen is stilgelegd?

2. Kent u deze antwoorden van het College van B&W van Breda , waarin het College schrijft de stop op extern salderen te omzeilen door gebruik te maken van intern salderen voor een woningbouwproject?

3. Kunt u bevestigen dat dit woningbouwproject stikstofneerslag zal veroorzaken op het Natura 2000-gebied Ulvenhoutse Bos, dat ernstig onder druk staat door stikstof, omdat de veilige stikstof-grens van de habitats met honderden molen per hectare per jaar worden overschreden?

4. Kunt u bevestigen dat een natuurvergunning geldt voor een specifieke activiteit op een bepaalde plek (en dus niet slechts gebonden is aan de grond, onafhankelijk van de activiteit)?

5. Kunt u bevestigen dat intern salderen bedoeld is voor een aanpassing binnen eenzelfde activiteit of binnen hetzelfde bedrijf op dezelfde plek en dat hier momenteel geen vergunningsplicht voor geldt?

6. Beaamt u dat de uitvoering van een agrarisch bedrijf op agrarische grond een volledig andere activiteit is dan woningbouw op diezelfde grond en dat hiervoor ook een wijziging van de bestemming van de grond nodig is?

7. Is voor de ontwikkeling van het woningbouwproject Woonakker in Breda het bestemmingsplan van de grond gewijzigd? Zo nee, op welke manier is het dan mogelijk dat gebouwd gaat worden op voorheen agrarische grond?

8. Klopt het dat het mogelijk maken van woningbouw (voor wat betreft de stikstofuitstoot) door het staken van een agrarische activiteit normaal gesproken onder extern salderen valt?

9. Kunt u bevestigen dat het College van de gemeente Breda toegeeft in eerste instantie extern te hebben willen salderen, maar pas na de ‘vergunningenstop’ van de provincie Noord-Brabant naar een andere oplossing te hebben gezocht, namelijk het geitenpaadje van het intern salderen?

10. Is deze gang van zaken wat betreft intern salderen tussen verschillende activiteiten volgens u in lijn met de daarvoor geldende beleidsregels?

11. Handelt het College van Breda volgens u in de geest van de ‘vergunningenstop’ van de provincie Noord-Brabant en in de geest van de Europese Habitatrichtlijn, die stelt dat beschermde natuur beschermd moet worden en niet achteruit mag gaan?

12. Deelt u het inzicht dat in uitvoering van de Habitatrichtlijn de volledige ‘stikstofwinst’ van de gestopte agrarische activiteit naar de natuur moet gaan, om deze te kunnen herstellen?

13. Welke actie gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat de gemeente Breda de beleidsregels voor intern salderen op een juiste manier volgt, gezien uw eerdere uitspraak dat ‘de tijd van geitenpaadjes voorbij is’?

14. Wanneer komt uw voorstel voor de wetswijziging die een vergunningsplicht voor intern salderen herintroduceert, zodat bevoegde gezagen hier opnieuw grip op kunnen krijgen, naar de Tweede Kamer?

15. Indien andere onderdelen van deze wetswijziging (onverhoopt) controversieel worden verklaard, bent u dan bereid alsnog het onderdeel over de vergunningsplicht voor intern salderen (als aparte wetswijziging) naar de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet?

Indiendatum: 1 aug. 2023
Antwoorddatum: 4 sep. 2023

1

Kunt u bevestigen dat uit de natuurdoelanalyses van de provincie Noord-Brabant is gebleken dat de natuur in een dermate slechte staat is vanwege stikstofneerslag, dat elke ‘stikstofwinst’ die ontstaat uit het staken van een vervuilende activiteit naar de natuur dient te gaan, met als consequentie dat extern salderen met natuurvergunningen is stilgelegd?

Antwoord

De natuurdoelanalyses laten zien wat de huidige toestand is van de Natura 2000-gebieden en of de natuurdoelen met de huidige maatregelen bereikt worden. Wanneer dat nog niet het geval is, dan maakt de natuurdoelanalyse inzichtelijk waar de knelpunten (‘drukfactoren’) zitten die nog opgelost moeten worden om de doelen te halen en wat dus de richting is voor aanvullende maatregelen. Provincies gebruiken deze analyses bij de gebiedsgerichte aanpak voor het halen van de doelen op het terrein van stikstofgevoelige natuur. De provincie Noord-Brabant heeft naar aanleiding van de conclusies uit de natuurdoelanalyses besloten om voorlopig geen vergunningen te verlenen voor activiteiten met stikstofeffecten op Natura 2000-gebieden, omdat niet kan worden aangetoond dat de betrokken stikstofdepositiedaling niet nodig is om behoud van de natuur te borgen of de instandhoudingsdoelstellingen te halen (additionaliteitsvereiste).

2

Kent u deze antwoorden van het college van burgemeesters en wethouders (hierna: het college) van Breda, waarin het college schrijft de stop op extern salderen te omzeilen door gebruik te maken van intern salderen voor een woningbouwproject?

Antwoord

Ja.

3

Kunt u bevestigen dat dit woningbouwproject stikstofneerslag zal veroorzaken op het Natura 2000-gebied Ulvenhoutse Bos, dat ernstig onder druk staat door stikstof, omdat de veilige stikstofgrens van de habitats met honderden molen per hectare per jaar wordt overschreden?

Antwoord

Voor specificaties van het genoemde project verwijs ik u naar het college.

4

Kunt u bevestigen dat een natuurvergunning geldt voor een specifieke activiteit op een bepaalde plek (en dus niet slechts gebonden is aan de grond, onafhankelijk van de activiteit)?

Antwoord

Een natuurvergunning wordt inderdaad afgegeven voor een specifieke activiteit, maar wat betreft stikstofdepositie hoeft geen nieuwe natuurvergunning te worden aangevraagd als de initiatiefnemer zijn natuurvergunning wil gebruiken voor het verrichten van een andere activiteit op dezelfde locatie en die andere activiteit blijft binnen de eerder toegestane hoeveelheid stikstofdepositie (‘intern salderen’). Intern salderen is op dit moment vergunningvrij.[1]

5

Kunt u bevestigen dat intern salderen bedoeld is voor een aanpassing binnen eenzelfde activiteit of binnen hetzelfde bedrijf op dezelfde plek en dat hier momenteel geen vergunningsplicht voor geldt?

Antwoord

Zie antwoord op vraag 4.

6

Beaamt u dat de uitvoering van een agrarisch bedrijf op agrarische grond een volledig andere activiteit is dan woningbouw op diezelfde grond en dat hiervoor ook een wijziging van de bestemming van de grond nodig is?

Antwoord

Ja.

7

Is voor de ontwikkeling van het woningbouwproject Woonakker in Breda het bestemmingsplan van de grond gewijzigd? Zo nee, op welke manier is het dan mogelijk dat gebouwd gaat worden op voorheen agrarische grond?

Antwoord

Het college schrijft in een raadsbrief dat voor de realisatie van de woonwijk een bestemmingsplanwijziging nodig is. Dit traject is nog niet afgerond. Op 23 juni 2023 is het ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegd.[2] De verwachting is dat de gemeenteraad het bestemmingsplan eind dit jaar zal vaststellen.[3]

8

Klopt het dat het mogelijk maken van woningbouw (voor wat betreft de stikstofuitstoot) door het staken van een agrarische activiteit normaal gesproken onder extern salderen valt?

Antwoord

Nee, dit klopt niet. Waar agrarische activiteiten plaatsmaken voor woningbouw wordt regelmatig interne saldering toegepast. De stikstofuitstoot in de nieuwe situatie (in dit geval een woonwijk) wordt dan vergeleken met de oude situatie (in dit geval agrarisch gebruik). Een vergelijkbaar voorbeeld daarvan is een situatie waarin woningen zouden worden gebouwd op grond waar voorheen kassen stonden. Als referentiesituatie geldt de feitelijk legale situatie voorafgaande aan de vaststelling van het bestemmingsplan.

Extern salderen heeft betrekking op de afname van de stikstofdepositie als gevolg van verdwijnende of verminderende activiteiten buiten het plan- of projectgebied. Het college schrijft dat voor het hierboven genoemde project aanvankelijk extern saldo zou worden benut, afkomstig van een veehouder buiten het plangebied. Als gevolg van het besluit van de provincie om extern salderen tijdelijk niet toe te staan, kan deze stikstofruimte niet gebruikt worden en zal daarom aan de natuur toekomen.

9

Kunt u bevestigen dat het college van Breda toegeeft in eerste instantie extern te hebben willen salderen, maar pas na de ‘vergunningenstop’ van de provincie Noord-Brabant naar een andere oplossing te hebben gezocht, namelijk het geitenpaadje van het intern salderen? 5)

Antwoord

Zoals beschreven in het antwoord op vraag 8, geeft het college van Breda inderdaad aan dat al vroeg in het project is ingezet op extern salderen. Het college verklaart dit doordat in het project sprake is van de aankoop van gronden van een nabijgelegen agrariër, die daardoor ook moest stoppen met vee houden.[4] Toen extern salderen niet langer mogelijk was, zijn de mogelijkheden van intern salderen verkend. De classificatie van ‘geitenpaadje’ is hier onterecht, aangezien intern salderen een in jurisprudentie geaccepteerd en regelmatig toegepast instrument is om activiteiten mogelijk te maken.

10

Is deze gang van zaken wat betreft intern salderen tussen verschillende activiteiten volgens u in lijn met de daarvoor geldende beleidsregels?

Antwoord

Er zijn bij mijn ministerie geen beleidsregels bekend voor intern salderen in de provincie Noord-Brabant. Met het vervallen van de vergunningplicht voor intern salderen (de zogenoemde verslechteringsvergunning)[5] hebben de voorheen geldende provinciale beleidsregels intern salderen materieel geen betekenis meer. Er is immers geen bevoegdheid meer waarop deze beleidsregels betrekking kunnen hebben.

11

Handelt het college van Breda volgens u in de geest van de ‘vergunningenstop’ van de provincie Noord-Brabant en in de geest van de Europese Habitatrichtlijn, die stelt dat beschermde natuur beschermd moet worden en niet achteruit mag gaan?

Antwoord
Als het college aangeeft dat het project in kwestie met vergunningvrij intern salderen doorgang kan vinden, is dat niet in strijd met de ‘vergunningenstop’.

12

Deelt u het inzicht dat in uitvoering van de Habitatrichtlijn de volledige ‘stikstofwinst’ van de gestopte agrarische activiteit naar de natuur moet gaan, om deze te kunnen herstellen?

Antwoord

Wat nodig is voor de natuur is onderwerp van de natuurdoelanalyses en gebiedsplannen, waarvoor in eerste instantie provincies aan zet zijn. Over dit specifieke geval schrijft de gemeente dat “de stikstof die eerst, na afroming, voor extern salderen gereserveerd was nu geheel ten goede [komt] aan het Ulvenhoutse Bos doordat de betreffende agrariër geen vee meer houdt”.[6]

13

Welke actie gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat de gemeente Breda de beleidsregels voor intern salderen op een juiste manier volgt, gezien uw eerdere uitspraak dat ‘de tijd van geitenpaadjes voorbij is’?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 10.

14

Wanneer komt uw voorstel voor de wetswijziging die een vergunningsplicht voor intern salderen herintroduceert, zodat bevoegde gezagen hier opnieuw grip op kunnen krijgen, naar de Tweede Kamer?

Antwoord

Zolang ik niet weet of het wetsvoorstel wel of niet controversieel wordt verklaard, kan ik geen inschatting geven van het verdere tijdpad.

15

Indien andere onderdelen van deze wetswijziging (onverhoopt) controversieel worden verklaard, bent u dan bereid alsnog het onderdeel over de vergunningsplicht voor intern salderen (als aparte wetswijziging) naar de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ik wacht de beslissing van de Tweede Kamer over controversieel verklaring af en ik bezie daarna of dit een optie zou kunnen zijn.


[1] ECLI:NL:RVS:2021:71
[2] Gemeente Breda, ‘Vrijgeven ontwerpbestemmingsplan ‘Teteringen, Woonakker’
[3] https://woonakker-teteringen.n...
[4] College van Burgemeester en Wethouders van Breda, Beantwoording vragen ex art 9 RvO over raadsbrief woonakker stikstofdepositie d.d. 16 juni 2023
[5] ECLI:NL:RVS:2021:71
[6] College van Burgemeester en Wethouders van Breda, Beantwoording vragen ex art 9 RvO over raadsbrief woonakker stikstofdepositie d.d. 16 juni 2023

Interessant voor jou

Vervolgvragen Wassenberg, Van Esch en Van Raan over Vergunning, Toezicht en Handhaving op de BES-eilanden

Lees verder

Vragen Akerboom over het toezicht en de handhaving op de eco-regeling van de Europese landbouwsubsidies

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer