Kamer­vragen aan de ministers van LNV en van VWS over gifge­halten in vis


Indiendatum: jul. 2010

Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over gifgehalten in vis

1. Heeft u kennisgenomen van een nieuwe viswijzer die informatie verstrekt over gifgehaltes in vis en ecologische en gezondheidsinformatie combineert 1? Hoe beoordeelt u dit initiatief?

2. Hoe beoordeelt u de kritiek van de makers van deze nieuwe viswijzer dat de gezondheidsaanbevelingen voor de consumptie van vis gebaseerd zijn op gemiddeld aangetroffen gifwaarden, terwijl de hoeveelheid gif in een bepaalde vis gemakkelijk veel groter kan zijn wanneer de vis in vervuild gebied is gevangen?

3. Op basis van welke wetenschappelijke informatie wordt door het Voedingscentrum gesteld dat het risico voor je gezondheid door eventuele giftige stoffen verwaarloosbaar is ten opzichte van de voordelen van regelmatig vis eten3 ? Op welke wijze is de grote variatie meegenomen in de gifgehaltes van verschillende vissen van dezelfde soort?

4. Deelt u de mening dat het van belang is de herkomst van de vis te weten om een reële inschatting te kunnen maken van de hoeveelheid toxische stoffen? Zo ja, hoe kan de overheid zonder deze nuance blijven communiceren dat het verstandig is om twee keer per week vis te eten? Zo neen, waarom niet?

5. Deelt u de mening dat ten behoeve van de gezondheid van de consument vis duidelijk traceerbaar zou moeten zijn? Zo ja, op welke wijze bent u van plan dit te doen? Zo neen, waarom niet?

6. Kunt u toelichten wat precies bedoeld wordt met de stelling van het Voedingscentrum dat het eten van vis (2 maal per week, waarvan 1 keer vette vis) de kans op hart- en vaatziekten verkleint? Ten opzichte van welk voedingspatroon zou de kans op hart- en vaatziekten precies worden verkleind?

1 http://www.eosmagazine.eu/home/ctl/Detail/mid/485/xmid/2317/xmfid/12.aspx
2 http://www.voedingscentrum.nl/nl/voedingscentrum/nieuws/hoe-gezond-is-vis-.aspx


Indiendatum: jul. 2010
Antwoorddatum: 21 jul. 2010

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Ouwehand over gifgehalten in vis.
(ingezonden 2 juli 2010)

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van een nieuwe viswijzer die informatie verstrekt over gifgehaltes in vis, en ecologische en gezondheidsinformatie combineert 1)? Hoe beoordeelt u dit initiatief?

Antwoord
Ja, ik heb kennisgenomen van de nieuwe viswijzer. Ik sta positief tegenover initiatieven die de consument bewust maakt over gezond voedsel en duurzaamheid. Om verwarring bij de consument te voorkomen vind ik het echter belangrijk dat verstrekte informatie eenduidig, helder en goed onderbouwd is. Met betrekking tot de ‘eet-vis-wijzer’ heb ik hierover mijn twijfels.

Vraag 2
Hoe beoordeelt u de kritiek van de makers van deze nieuwe viswijzer dat de gezondheidsaanbevelingen voor de consumptie van vis gebaseerd zijn op gemiddeld aangetroffen gifwaarden, terwijl de hoeveelheid gif in een bepaalde vis gemakkelijk veel groter kan zijn wanneer de vis in vervuild gebied is gevangen?

Antwoord
De algemene aanbeveling aan consumenten is om gevarieerd te eten. Bij dit voedingspatroon zal de consument geen gevaarlijke hoeveelheid schadelijke stoffen uit vis binnen krijgen. Het Voedingscentrum adviseert consumenten om twee keer per week vis te eten, waarvan ten minste een keer vette vis ter preventie van hart- en vaatziekten. De consument wordt erop gewezen dat het gezondheidsrisico door mogelijke blootstelling aan schadelijke stoffen niet opweegt tegen de gezondheidswinst door regelmatig vis te eten. Liefhebbers van vis wordt verder aanbevolen niet te veel vis te eten (maximaal 4 porties per week).

Vraag 3
Op basis van welke wetenschappelijke informatie wordt door het Voedingscentrum gesteld dat het risico voor je gezondheid door eventuele toxische stoffen verwaarloosbaar is ten opzichte van de voordelen van regelmatig vis eten 2)? Op welke wijze is de grote variatie meegenomen in de gifgehaltes van verschillende vissen van dezelfde soort?

Antwoord
De aanbevelingen van het Voedingscentrum zijn een directe vertaling van de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad (2006). Hier in staat: “op het punt van een eventueel toxicologisch risico van vis onderschrijft de commissie de kosten-batenanalyse door deskundigen van het RIVM, die is opgenomen in ‘Ons eten gemeten’ uit 2004. Bij het aanbevolen visgebruik is dat risico verwaarloosbaar klein.” De Gezondheidsraad geeft enkele voorzorgsmaatregelen: voor vrouwen die zwanger zijn en vrouwen die borstvoeding geven, geldt een maximum van 2 porties vis per week. Verder worden zij aangeraden geen roofvissen te eten zoals zwaardvis en verse tonijn. De Richtlijnen Goede Voeding zullen overigens in 2011 door de Gezondheidsraad worden geëvalueerd.
De op 15 juni 2010 uitgekomen Dietary Guidelines van het United State Department of Agriculture (USDA) bevestigen de standpunten van de Gezondheidsraad. In deze guidelines zijn ook alle recente rapporten, zoals het proefschrift van I. Sioen (Universiteit Gent 2008), meegenomen.

Vraag 4
Deelt u de mening dat het van belang is de herkomst van de vis te weten om een reële inschatting te kunnen maken van de hoeveelheid schadelijke stoffen? Zo ja, hoe kan de overheid zonder deze nuance blijven communiceren dat het verstandig is om twee keer per week vis te eten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Nee. De in Nederland verhandelde vis moet voldoen aan de wettelijke veiligheidsnormen. De VWA handhaaft dit en vindt hierbij nauwelijks overschrijdingen. Ik vind het belangrijk de gezondheidsadviezen met betrekking tot vis, zoals omschreven in het antwoord op vraag 2, te blijven communiceren.

Vraag 5
Deelt u de mening dat ten behoeve van de gezondheid van de consument vis duidelijk traceerbaar zou moeten zijn? Zo ja, op welke wijze bent u van plan dit te doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoorden
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven zijn op basis van Europese regelgeving verplicht de traceerbaarheid van levensmiddelen in alle stadia van de productie, verwerking en distributie te waarborgen. Specifiek voor vis geldt de traceerbaarheid tot het FAO vangstgebied. De VWA ziet op de naleving toe.
Verdere traceerbaarheid biedt vanuit volksgezondheidsoogpunt te weinig extra’s. Zie verder ook de antwoorden op vraag 3 en 4.

Vraag 6
Kunt u toelichten wat precies bedoeld wordt met de stelling van het Voedingscentrum dat het eten van vis (2 maal per week, waarvan 1 keer vette vis) de kans op hart- en vaatziekten verkleint? Ten opzichte van welk voedingspatroon zou de kans op hart- en vaatziekten precies worden verkleind?

Antwoord
In het advies van de Gezondheidsraad staat: “regelmatig visgebruik verlaagt waarschijnlijk, substantieel het risico op hart- en vaatziekten en met name het risico op een fataal hartinfarct”. Op basis van het RIVM-rapport “Ons eten gemeten” wordt ingeschat dat het 1-2 keer per week eten van vis de kans op hart- en vaatziekten met 25% doet afnemen. Dit levert dan een gezondheidswinst op van 30.000-100.000 DALY’s (Disability-Adjusted Life Year) ten opzichte van een gemiddeld voedingspatroon zonder vis.

Interessant voor jou

Kamervragen aan de ministers van BuZa en van LNV over de rechtmatigheid van het proces tegen Greenpeace

Lees verder

Kamervragen aan ministers van BuZa, LNV, VROM & Ontwikkelingssamenwerking over de Europese export afgekeurde voeding en giftige stoffen naar Afrika

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer