Inbreng verslag wets­voorstel Wet regu­lering meng­for­mules


24 mei 2023

Inbreng verslag wetsvoorstel: Nader verslag - Voorstel van wet van het lid Aartsen tot wijziging van de Drank- en Horecawet en enkele andere wetten in verband met verruiming van de mogelijkheid tot het inzetten van mengformules (Wet regulering mengformules)

24 mei 2023, inbreng Partij voor de Dieren

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

  1. Algemeen

De leden van de Partij voor de Dierenfractie hebben met zorgen kennisgenomen van het initiatiefwetsvoorstel regulering mengformules. Zij hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen aan de initiatiefnemer.

  1. Aanleiding

De leden van de Partij voor de Dierenfractie lezen dat blurring, mogelijk gemaakt door het voorliggende wetsvoorstel, er volgens de initiatiefnemer voor moet gaan zorgen dat winkelstraten nieuw leven wordt ingeblazen en leegstand moet tegen gaan. Kan de initiatiefnemer aangeven welk onafhankelijk onderzoek aantoont dat winkelstraten nieuw leven worden ingeblazen en leegstand wordt voorkomen door het toestaan van mengformules met alcohol?

Ook stelt de initiatiefnemer dat het vaker gebruikmaken van mengformules nodig is om in te spelen op de vraag van de consument. De leden van de Partij voor de Dierenfractie constateren dat uit verschillende onderzoeken juist het tegenovergestelde blijkt; consumenten zitten niet te wachten op blurring met alcohol. Zo blijkt uit onderzoek van Lightspeed[1] dat slechts 3 op de 10 Nederlanders blurring zien zitten. Uit onderzoek in opdracht van Nederlandse Brouwers[2] blijkt dat slechts een kwart van de bierdrinkers er voorstander van is om winkels toe te staan tegen betaling alcoholhoudende drank te verstrekken. Uit onderzoek van het Trimbos-instituut[3] blijkt dat 74% van de 18-plussers het bestaande verbod op blurring met alcohol juist (heel) goed vindt. Deze leden willen graag een reactie van de initiatiefnemer op deze onderzoeken die laten zien dat er weinig draagvlak is voor blurring met alcohol.

Daarnaast stelt de initiatiefnemer dat dit wetsvoorstel een gelijk speelveld creëert voor ondernemers. De leden van de Partij voor de Dierenfractie zetten hierbij hun vraagtekens. Met het wetsvoorstel wordt namelijk geregeld dat bij gemeentelijke verordening regels gesteld kunnen worden over de verlening van vergunningen voor horeca-, slijters- of gemengde kleinhandelsbedrijven en gemengde ambachtsbedrijven. Zo kan in de verordening worden vastgelegd hoeveel vergunningen kunnen worden afgegeven en in welke gebieden de bedrijven zich kunnen vestigen. Deze leden constateren dat er geen gelijk speelveld is voor ondernemers, als gemeenten in een bepaald gebied kiezen voor een maximumaantal vergunningen voor mengformules. Het wetsvoorstel zorgt daarmee niet voor het door de initiatiefnemer beoogde gelijke speelveld. Kan de initiatiefnemer hierop reageren?

  1. Het wetsvoorstel op hoofdlijnen

De leden van de Partij voor de Dierenfractie constateren dat ruimere beschikbaarheid van alcohol bewezen leidt tot meer alcoholgebruik en de daarmee samenhangende problemen, zoals verkeersongelukken, verslaving en overlast.[4] Alcohol kost de samenleving tussen de 4 en 6 miljard euro per jaar.[5] Ook vergroot alcohol de kans op verschillende ziekten, zoals hart- en vaatziekten, leveraandoeningen en verschillende soorten kanker. En zelfs één glas alcohol per dag kan het risico op kanker al vergroten.[6] Deze leden zijn dan ook – net als verschillende maatschappelijke organisaties, hoogleraren, artsen en handhavers – faliekant tegen blurring. Erkent de initiatiefnemer dat een toename van het aanbod van alcohol leidt tot meer alcoholgebruik en de daarmee samenhangende problemen? Zo nee, waarom niet? Wat is de reactie van de initiatiefnemer op dat alcohol de samenleving tussen de 4 en 6 miljard euro per jaar kost?[7]

Volgens de World Health Organization (WHO) zijn de meest effectieve beleidsmaatregelen om het schadelijk gebruik van alcohol te beperken (best buys) accijnsverhoging, reclamebeperkingen en het beperken van de beschikbaarheid van alcohol. Kan de initiatiefnemer erop reageren dat het initiatiefwetsvoorstel lijnrecht ingaat tegen deze laatste ‘best buy’? Ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) constateert in het rapport ‘Kiezen voor houdbare zorg’ dat er zowel vanuit het perspectief van gezondheidswinst als vanuit het perspectief van maatschappelijke houdbaarheid geen taboe kan bestaan op verplichtende manieren van preventie, waaronder een vermindering van het aantal verkooppunten van tabak en alcohol. Kan de initiatiefnemer reageren op deze constatering van de WRR en op waarom hieraan voorbij wordt gegaan in het voorliggende initiatiefwetsvoorstel?

Het toestaan van blurring zorgt er ook voor dat alcohol wordt genormaliseerd. Doordat het gebruik van alcohol in meer levensdomeinen en op meer tijdstippen voorkomt, wordt de perceptie van alcohol beïnvloed: van een risicovol genotsmiddel naar een product dat altijd en overal kan en mag worden geconsumeerd. Dit geldt met name voor jongeren die – als dit wetsvoorstel doorgang vindt – van kleins af aan zullen ervaren dat alcoholgebruik door volwassenen volstrekt normaal is. Bovendien is de impliciete boodschap dat je alleen iets “leuks” beleeft, als er alcohol bij wordt geschonken. Erkent de initiatiefnemer dat een toename van het aanbod van alcohol leidt tot normalisering van het gebruik van alcohol?[8] Zo nee, waarom niet? Kan de initiatiefnemer reflecteren op deze normalisering van alcohol door zijn initiatiefwetsvoorstel?

Verschillende maatschappelijke organisaties en de Raad van State komen tot de conclusie dat het voorliggende initiatiefwetsvoorstel haaks staat op het preventiebeleid. De initiatiefnemer geeft in de nota naar aanleiding van het verslag aan dat het wetsvoorstel in zijn ogen op geen enkele manier bijdraagt aan het verslechteren van de doelen uit het Nationaal Preventieakkoord. De Nationaal Rapporteur Verslavingen merkt echter op dat het wetsvoorstel wel degelijk op gespannen voet staat met het Nationaal Preventieakkoord. Dit, omdat meer verstrekkingspunten van alcohol zal leiden tot een toename van alcoholgebruik en dit niet beperkt zal blijven tot incidenteel/gematigd gebruik, maar ook zal leiden tot meer problematisch gebruik en alcoholverslaving. Wat is de reactie van de initiatiefnemer hierop? En kan de initiatiefnemer reageren op de open brief van 30 hoogleraren[9] over dat als gevolg van dit wetsvoorstel de doelen van het Nationaal Preventieakkoord worden ondermijnd? Onderschrijft de initiatiefnemer de doelen uit het Nationaal Preventieakkoord? Zo nee, waarom niet? En erkent de initiatiefnemer dan dat het toestaan van mengformules met alcohol indruist tegen (de geest van) het Nationaal Preventieakkoord, dat gericht is op het verder terugdringen van alcoholgebruik? Zo nee, waarom niet?

Met het voorliggende initiatiefwetsvoorstel wordt het mogelijk voor horeca- of slijterijbedrijven om nevenactiviteiten te gaan ontplooien. De initiatiefnemer heeft het hierbij bijvoorbeeld over een slijterij die ook nootjes en kaas mag gaan verkopen. Ten eerste vinden de leden van de Partij voor de Dierenfractie dit onwenselijk, omdat mensen worden verleid om zaken binnen te gaan waar zij worden geconfronteerd met alcohol. Maar ten tweede vragen deze leden zich af of het met dit wetsvoorstel ook mogelijk wordt dat in horeca- of slijterijbedrijven goederen/diensten aangeboden gaan worden die op andere plaatsen niet (meer) worden aangeboden, zoals pakketservice, verkoop van postzegels, ov-chipkaarten, kranten en/of toeristische routekaarten. Als dit mogelijk wordt met het voorliggende wetsvoorstel, erkent de initiatiefnemer dan dat dit ervoor zal zorgen dat jongeren en mensen die bewust niet drinken (soms ex-verslaafden) naar een horeca- slijterijbedrijf zullen moeten gaan voor bepaalde aankopen/diensten, met alle risico’s van dien? Ziet de initiatiefnemer hier het probleem van in? Zo nee, waarom niet?

In het onderzoek “Beschikbaarheid van alcohol”[10] van SEO lezen de leden van de Partij voor de Dierenfractie dat personen die overmatig of zwaar drinken of regelmatig bingedrinken bijna vier keer zo vaak ervaring hebben met blurring als personen die geen alcohol drinken. Dat kan volgens de onderzoekers komen doordat personen die meer drinken vaker winkels opzoeken waar ook alcohol wordt geschonken, of doordat ze er beter van op de hoogte zijn dat daar alcohol wordt geschonken. Graag een reactie van initiatiefnemer op deze bevinding.

Gezondheidsorganisaties verwachten dat de nieuwe verkoop- en verstrekkingspunten van alcohol extra reclame zullen gaan maken voor het feit dat in hun zaak ook alcoholhoudende drank wordt verkocht of geschonken. Uit de Kennissynthese Alcoholmarketing[11] is echter gebleken dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen blootstelling aan alcoholmarketing en het drinkgedrag van jongeren. Het beperken van alcoholreclame is dan ook een van de ‘best buys’ van de WHO, waarnaar de leden van de Partij voor de Dierenfractie eerder hebben verwezen. In de Nota naar aanleiding van het verslag geeft de initiatiefnemer aan geen aanwijzingen te hebben dat het voorliggende wetsvoorstel gaat leiden tot een enorme toename van reclame voor alcohol. Waarop heeft de initiatiefnemer dit gebaseerd? Kan de initiatiefnemer aangeven uit welke onderzoeken blijkt dat blurring niet zal leiden tot een toename van reclame?

De leden van de Partij voor de Dierenfractie lezen dat bij algemene maatregels van bestuur regels kunnen worden opgesteld over de voorwaarden waaronder nevenactiviteiten worden verricht die in ieder geval betrekking hebben op de maximale vloeroppervlakte of de maximale omzet. Het is vervolgens aan de vergunningverlener om te bepalen welke methodiek wordt gekozen. Waarom heeft de initiatiefnemer ervoor gekozen deze essentiële regelgeving niet op te nemen in het voorliggende wetsvoorstel, maar in lagere regelgeving, en het uiteindelijk aan de gemeenten te laten onder welke voorwaarden nevenactiviteiten mogen worden ontplooid?

In de nota naar aanleiding van het verslag geeft de initiatiefnemer aan dat gemeenten zelf mogen bepalen óf, waar en hoeveel vergunningen zij toestaan. Deelt de initiatiefnemer de mening dat het duidelijker zou zijn als in het voorliggende wetsvoorstel explicieter was opgenomen dat gemeenten kunnen besluiten om geen mengformules toe te staan? ‘Regels stellen’ is toch een beperktere bevoegdheid dan in het geheel niet toestaan? Ook wordt het mogelijk voor gemeenten om regels te stellen ten aanzien van het hebben van een terras, partijen, versterkte muziek en openingstijden. De initiatiefnemer erkent hierbij dat de noodzaak tot deze regels per gemeente en mogelijk per winkelgebied zullen verschillen. Kan de initiatiefnemer reageren op de zorgen van de Nederlandse Vereniging van Drank en Horeca Inspecteurs, die aangeven dat het toezicht met het voorliggende initiatiefwetsvoorstel veel moeilijker wordt, terwijl het door de beperkte capaciteit al zeer lastig is om toezicht te houden op alle verstrekpunten?[12] Hoe denkt de initiatiefnemer te kunnen waarborgen dat er genoeg handhavingscapaciteit is? En hoe rijmt de initiatiefnemer deze verschillende regels en situaties met zijn opmerking in de Nota naar aanleiding van het verslag dat de AMvB’s het ‘gelijke monniken, gelijke kappen’-principe moeten waarborgen en hij daar veel waarde aan hecht?

  1. Toezicht en handhaving

De initiatiefnemer stelt dat in de nieuwe situatie (na ingang van het voorliggende wetsvoorstel) wordt verwacht dat er op meer plekken alcoholhoudende dranken zullen worden verstrekt. Maar vervolgens stelt de initiatiefnemer in de Nota naar aanleiding van het verslag dat het onduidelijk is of het toestaan van mengformules leidt tot meer verstrekkingspunten. Dit vinden de leden van de Partij voor de Dierenfractie verwarrend. Kan de initiatiefnemer reageren op dat de Nationaal Rapporteur Verslavingen geen enkele twijfel heeft over dat er bij invoering van het voorliggende initiatiefwetsvoorstel wel degelijk sprake zal zijn van een toename en dat er van onduidelijkheid naar zijn mening geen sprake is? Kan de initiatiefnemer een realistische schatting geven van het aantal extra vergunningen dat de komende jaren als gevolg van dit wetsvoorstel wordt verwacht, uitgesplitst naar horecabedrijven, slijterijbedrijven, kleinhandelsbedrijven en ambachtsbedrijven? Heeft de initiatiefnemer overlegd met de VNG of er voldoende capaciteit is bij gemeenten om alle nieuwe vergunningaanvragen binnen de wettelijke termijn af te handelen en op de vergunningen te handhaven? Zo nee, is de initiatiefnemer alsnog bereid om dit te doen?

De initiatiefnemer stelt dat uit de eindevaluatie van de VNG-pilot ‘Reguleren van mengvormen winkel/horeca’ blijkt dat in de deelnemende gemeenten geen sprake is van (negatieve) effecten op de openbare orde, veiligheid en volksgezondheid. Maar de initiatiefnemer stelt tegelijkertijd dat het wetsvoorstel ervoor zorgt dat bij gemeentelijke verordening ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde, regels kunnen worden gesteld over de verlening van vergunningen voor het toepassen van mengformules aan horecabedrijven, slijtersbedrijven en gemengde kleinhandels- of ambachtsbedrijven. De leden van de Partij voor de Dierenfractie vragen zich af hoe de initiatiefnemer dit met elkaar rijmt. Ook willen deze leden de initiatiefnemer erop wijzen dat uit talloze wetenschappelijke studies blijkt dat een uitbreiding van het aantal verkooppunten van alcohol leidt tot meer alcoholconsumptie en daardoor tot meer risico’s voor de volksgezondheid. Deze leden zijn benieuwd of de initiatiefnemer bereid is advies in te winnen bij experts op het gebied van gezondheid, verslaving en verkeersveiligheid over de risico’s op extra alcoholschade en de maatschappelijke kosten daarvan.

Nr. 10 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

  1. Consultatie

De initiatiefnemer geeft aan te hebben gesproken met onder andere het Trimbos-instituut, Stichting Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP en de Maag-Darm-Leverartsen. Echter, deze partijen geven aan nog nooit een gesprek te hebben gehad met de initiatiefnemer of zijn voorganger.[13] Waarom doet de initiatiefnemer het voorkomen alsof hij gesproken heeft met deze organisaties, terwijl dat niet zo is? Is de initiatiefnemer bereid alsnog met deze partijen om tafel te gaan en hun suggesties mee te nemen?

Overig

De heer Koerhuis, die net als de initiatiefnemer lid is van de VVD-fractie, zet zich in voor een harde aanpak van ‘notoire drankrijders’. Wat hem betreft moet de overheid hard ingrijpen bij automobilisten die herhaaldelijk onder invloed achter het stuur stappen. Echter, met het voorliggende initiatiefwetsvoorstel is de kans groot dat juist meer mensen onder invloed van alcohol in de auto zullen stappen. Zo creëert de initiatienemer dus meer van dit soort ‘notoire drankrijders’, die de heer Koerhuis juist wil bestrijden. Hierdoor moet de overheid juist vaker gaan ingrijpen. Hoe gaat de initiatiefnemer aan de heer Koerhuis uitleggen dat hij met dit wetsvoorstel de missie van de heer Koerhuis aan het ondermijnen is?


[1] https://www.lightspeedhq.nl/nieuws/blurring-horeca-retail-nederland/

[2] https://www.nederlandsebrouwers.nl/site/assets/files/1227/nationaal_bieronderzoek_2022_algemeen.pdf

[3] https://www.trimbos.nl/aanbod/webwinkel/inf134-draagvlak-voor-beleidsmaatregelen-om-schade-door-alcoholgebruik-te-verminderen/

[4] https://www.who.int/europe/publications/i/item/9789289002868

[5] https://www.rivm.nl/publicaties/maatschappelijke-kosten-baten-analyse-van-beleidsmaatregelen-om-alcoholgebruik-te

[6] https://www.trimbos.nl/actueel/nieuws/schade-door-alcoholgebruik-nog-altijd-onderschat/

[7] https://www.rivm.nl/publicaties/maatschappelijke-kosten-baten-analyse-van-beleidsmaatregelen-om-alcoholgebruik-te

[8] https://www.trimbos.nl/kennis/alcohol/alcoholbeleid-en-wetgeving/blurring-met-alcohol/

[9] https://www.trimbos.nl/actueel/blogs/omzien-naar-elkaar-en-vooruitkijken-naar-de-toekomst-betekent-geen-blurring-met-alcohol/

[10] https://ivo.nl/publicaties/beschikbaarheid-van-alcohol-nulmeting-en-verkenning-van-beleidsopties/

[11] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/10/31/kennissynthese-alcoholmarketing

[12] https://www.dhwinspecteur.nl/n...

[13] https://pointer.kro-ncrv.nl/vvd-ziet-geen-kwaad-in-wijn-bij-winkel-en-kapper-artsen-trimbos-en-handhavers-wel

Interessant voor jou

Bijdrage aan debat over het burgerinitiatief 'Abortus is geen misdaad'

Lees verder

Bijdrage Akerboom aan debat over de Landbouw- en Visserijraad van 30 mei

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer