Inbreng Partij voor de Dieren schrif­telijk overleg  CORSIA


16 april 2018

Antwoord op vragen van de leden Paternotte en Jetten over een mogelijk 'klimaatakkoord' voor de luchtvaart.


De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben kennisgenomen van de antwoorden op de vragen van de leden Paternotte en Jetten over een mogelijk ‘klimaatakkoord’ voor de luchtvaart.

De leden zijn het ten principale niet eens met de uitgangspunten van CORSIA. De wijze waarop dit systeem is ingericht, waarbij de emissie in de luchtvaartsector mag doorgroeien tot 2020 en vanaf dat jaar constant blijft door de groeiende emissies te compenseren door de rechten van andere sectoren af te kopen, maakt het onmogelijk om de klimaatdoelen te halen. CORSIA beoogt uitsluitend financieel bij te dragen aan versnelde emissiereducties bij andere sectoren door gebruik te maken van Certified Emission Reductions (CERs). Er wordt dus niet gereduceerd binnen de eigen sector, maar er lijkt te worden geparasiteerd op andere sectoren.

Hoe beoordeelt de minister de inrichting van CORSIA? Heeft de minister er vertrouwen in dat met dit systeem voldoende CO2 zal worden gereduceerd om aan de klimaatdoelen te voldoen? Zo ja, waar baseert de minister dit op?

De leden van de Partij voor de Dieren pleiten voor een hard reductiedoel voor de luchtvaartsector, zoals dat ook voor andere sectoren geldt. Zolang emissiereductie nog niet kan worden bewerkstelligd door innovatie op het gebied van CO2-neutrale brandstoffen en/of verbeterde vliegtuigtechniek, zal dit betekenen dat de luchtvaart logischer een krimp tegemoet gaat om de klimaatdoelen te behalen. Hiervoor is het nodig om alternatieven voor de luchtvaart en gedragsverandering te stimuleren. Echte beprijzing van de externe schade van de luchtvaart is hard nodig. De leden vragen de minister op welke wijze deze aspecten worden meegenomen in de Nederlandse inbreng binnen ICAO en binnen de EU.

Tevens vragen de leden de minister om toe te lichten op welke wijze Nederland gebruik zal maken van de driejaarlijkse en andere evaluatiemomenten “om het systeem verder te verbeteren op punten als duurzaamheid, effectiviteit en milieu-integriteit”, zoals zij schrijft in de beantwoording van de schriftelijke vragen. Wat wordt hier concreet verstaan onder deze drie voorbeelden?

Met de minister delen de leden de zorgen van de D66-leden over de daadwerkelijke CO2-reductie die wordt bewerkstelligd door dit systeem en de afhankelijkheid hierbij van het functioneren van de koolstofmarkten. Op welke wijze zal de minister zich inzetten om te voorkomen dat dubbeltelling plaatsvindt van emissiereducties door luchtvaartmaatschappijen en de landen waar de projecten worden uitgevoerd? Welke mogelijkheden ziet de minister om in te grijpen zodra er vermoedens bestaan dat er sprake is van dubbeltelling?

Tot slot vragen de leden of de minister bereid is het rapport van de Committee Aviation Environmental Protection (CAEP) van ICAO met daarin de onderbouwing van de nieuwe CO2-emissiestandaarden voor de internationale luchtvaart naar de Kamer te sturen.

Interessant voor jou

Bijdrage Wassenberg aan debat stijgende energieprijs

Lees verder

Bijdrage Van Raan dertigledendebat over de snelle stijging van de zeespiegel

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer