Bijdrage aan debat over wijziging van de trans­gen­derwet


6 oktober 2022

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter,

Op 13 maart 2021 tekenden de partijleiders van VVD, CDA, D66, SP, PvdD, 50PLUS, PvdA en GroenLinks het Regenboog Stembusakkoord. Daarin worden concrete maatregelen beloofd om de LHBTIQ+-acceptatie en –emancipatie te versterken.

Een mooie bijeenkomst, feestelijk bijna, waarna de partijleider van de grootste partij in dit land twitterde dat hij “Vol overtuiging het Regenboogakkoord heeft getekend. Want in Nederland mag je zijn wie je bent en houden van wie je wilt.”

Vaker zien we partijen en politici ferme uitspraken doen op twitter. Bij mooie bijeenkomsten zoals de Gay Pride, of dagen als Diversity Day zien we de meest hoopvolle teksten voorbij komen. Vaak gevolgd door een ferm ‘daar blijven we voor strijden’.

Maar, wil ik alle partijen zeggen: dit soort beloftes zijn niet gratis. Het Regenboog Stembusakkoord is geen documentje dat je tekent om mooie sier te maken op je sociale media en daarna de inhoud te vergeten: het is een belofte aan de LHBTIQ+ gemeenschap om op te komen voor hun rechten. Om met hen te strijden in woord, maar vooral ook in daad.

En het is eigenlijk een belofte aan heel Nederland: want ons land wordt mooier als iedereen écht mag zijn wie je bent.

En nu een van die beloftes ingelost kan worden door dit wetsvoorstel over waardoor geslachtsvermelding eenvoudig in officiële documenten kan worden gewijzigd, verwacht ik van partijen dat ze hun beloftes nakomen.

Voorzitter,

GroenLinks en de Partij voor de Dieren steunen dit wetsvoorstel uiteraard, wil ik daaraan toevoegen.

Omdat we het stembusakkoord hebben ondertekend, maar nog belangrijker: zijn wie je bent is een fundamenteel mensenrecht.

Omdat we allang zijn afgestapt van de gedachte dat identiteit een vaststaand feit is. Omdat ook uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er veel meer biologische diversiteit is dan juridisch wordt toegestaan.

Hoog tijd om daar met eenentwintigste-eeuwse opvattingen over na te denken en de juridische mogelijkheden daarop aan te passen.

Hoog tijd dat mensen zelf bepalen wat hun identiteit is, en we afstappen van het idee dat een ander dat beter zou weten dan jijzelf. Iedereen moet zélf regie voelen over zaken die alleen de betrokkene zélf aangaan.

Voorzitter, daarom steunen wij en de Partij voor de Dieren dit voorstel. En begrijp ik niet dat een wet, die de rechtspositie van transpersonen beter maakt, en geen enkele consequentie voor anderen heeft, ineens zo gevoelig lijkt te liggen bij enkele partijen hier.

Want voorzitter,

Dit wetsvoorstel maakt bij sommigen heftige emoties los. En waar ik hoopte dat dit een gesprek zou worden over de fundamentele mensenrechten, komen sommigen niet verder dan spookbeelden over mannen die voortaan massaal een ‘V’ in hun paspoort laten zetten omdat ze daardoor kennelijk niet meer uit een vrouwen-wc of –kleedkamer kunnen worden geweerd.

Behalve dat er bij mijn weten geen juridische grondslag is om mensen van een ander geslacht te weren uit kleedkamers, net zo min als dat er een juridische grondslag is om paspoortcontrole te doen bij de ingang van een toilet, wil ik toch de bewindspersonen vragen in te gaan op het realiteitsgehalte van dit soort zorgen.

Sinds 1985 is het juridische geslacht te wijzigen.

  • Is sindsdien gebleken van misbruik?
  • Is er een wet te bedenken die niet misbruikt wordt?
  • Zijn de bewindspersonen het met mij eens dat dit soort zorgen moeten worden overgelaten aan het zelfregulerende vermogen van de samenleving? Zo ja, hoe kan dit vermogen verder versterkt worden en is het kabinet het met mij eens dat versterking van de sociale en rechtspositie van transgender en intersekse personen noodzakelijk lijkt? Graag een reactie.

Maar voorzitter, ik zie ook dat we van ver komen. Dat tot 2014 de regel dat het geslacht op de geboorteakte wel te wijzigen was, maar dat je daarvoor een deskundigenrapport nodig had en ‘zoveel mogelijk lichamelijk aangepast’ moest zijn aan het gewenste geslacht en je bijvoorbeeld lichamelijk niet meer in staat zijn mocht zijn om kinderen te verwekken.

2014, dat is 8 jaar geleden.

En het is nog maar 4 jaar geleden, op 18 juni 2018, dat de Wereldgezondheidsorganisatie het transgender-zijn officieel heeft geschrapt als psychische stoornis uit de internationale classificatie van ziektes.

We komen van heel ver. En daarom begrijp ik zorgen van mensen die niet goed weten wat er in de wet staat, misschien zich maar moeilijk kunnen inleven in transgender personen, maar wel allerlei verhalen horen. Ik zie dat daardoor veel misverstanden zijn over deze wet. Veel mensen ook die niet weten dat het al sinds 1985 mogelijk is om je geslacht te laten aanpassen in je paspoort.

En voorzitter, ik probeer te luisteren naar de argumenten van tegenstanders, want oprechte vragen en onwetendheid, daarvoor moet een gesprek open staan.

Maar helaas wordt deze discussie ook gebruikt door mensen om bewust desinformatie te verspreiden.

Voorzitter, een zorg die veel mensen hebben gaat ook over de sport, bijvoorbeeld over deelname van transgenderpersonen in de sport. Die discussie staat los van deze wet, maar ik noem het hier omdat de vragen erover laten zien hoe belangrijk voorlichting en het gesprek erover is. En ik wil de regering vragen om ook met de sportbonden en NOC*NSF de voorlichting hierover te faciliteren.

En voorzitter, er zullen altijd situaties zijn waarin misbruik wordt gemaakt van deze wet. Dat voorkomen we niet. En dan heb ik het niet over mannen in vrouwenkleren die een kleedkamer binnengaan, want dat kunnen ze nu ook al doen, zonder die V in hun paspoort.

Maar ik wil ook aan de collega’s zeggen: laten we nu leren van eerdere wetten. Te vaak baseren we wetten op wantrouwen, zie bijvoorbeeld de toeslagenaffaire, terwijl we zéker als het gaat om mensenrechten, mogen uitgaan van vertrouwen.

Voorzitter, door het amendement van mevrouw Van Ginneken ligt de vraag voor of ook voor minderjarigen jonger dan zestien de registratie in hun paspoort kunnen aanpassen.

En ook hier is het goed om te realiseren dat het hier om een administratieve, en geen medische ingreep gaat. Registratiewijzigingen kunnen ongedaan worden gemaakt en verdergaande stappen in het transitieproces zijn met de grootst mogelijke zorgvuldigheid omgeven.

Misschien goed als het kabinet preciezer ingaat op de medische transitieprocessen. Onder welke leeftijden komen mensen in aanmerking voor behandeling? Welke zorgvuldigheidseisen worden daarbij gehanteerd? En is er iets te zeggen hoe die medische beslissingen zich verhouden tot de juridische kaders? Klopt mijn veronderstelling dat, als medici het verantwoord vinden om rond de twaalfde verjaardag de wens tot geslachtswijziging te honoreren en puberteitsremmers voor te schrijven, het wel heel erg ver gaat om voor de administratieve geslachtswijziging nog steeds een rechterlijke uitspraak voor te schrijven?

Dan voorzitter, ik heb nog een aantal vragen aan het kabinet:

  • Welke stappen worden gezet om overbodige geslachtsregistratie nu al te stoppen? Op je diploma’s, of dat nu van de zwemclub of het onderwijs is, hoeven helemaal geen M of V’s te staan, simpelweg omdat het niets toevoegt. Hoe gaan de regering zorgen dat dit niet meer gebeurt?
    Datzelfde geldt voor onze Kamerpas. Hoezo moet daar in mijn geval een V opstaan?
  • Dan voorzitter, een belangrijke over de transgenderzorg: er zijn partijen die aangeven dat deze zorg niet op orde is en daarom tegen dit wetsvoorstel zijn. Laat ik heel helder zijn: dat vind ik de omgekeerde wereld. En ik wil partijen die dit aangrijpen pm tegen te stemmen dan ook oproepen om de transgenderzorg wel op orde te krijgen (zullen we hierover motie doen? Lijkt me niet iets waar ze dan tegen kunnen stemmen).

Voorzitter, ik sluit af met een hartekreet:
Want ik ben geschrokken, van alle haat die ik de afgelopen dagen voorbij zag komen op sociale media. Die wordt gevoed door een kleine groep mensen die hard roept. Ik ben geschrokken, van mensen die klakkeloos allerlei onzinnige beweringen retweeten. Zonder te checken wat de bron is, en of een bewering wel klopt.

En ik zou graag de oproep willen doen om het gesprek op een respectvolle manier te voeren. Hier, maar ook buiten de Kamer. Op basis van wetenschappelijke kennis, die soms kan veranderen. Maar vooral ook met oog voor elkaar. Je hoeft iemand, of een bepaalde groep niet te schofferen om je punt te maken. Dat kan ook met argumenten.

Interessant voor jou

Bijdrage Van Raan aan de Algemene Financiële Beschouwingen 2022

Lees verder

Schriftelijke inbreng over de Landbouw- en Visserijraad van 17-18 oktober 2022

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer