Meer wind­energie


We moeten zo snel mogelijk de overstap maken van het gebruik van fossiele brandstoffen naar groene, hernieuwbare energie. Windenergie is daar een voorbeeld van. Minstens zo belangrijk is dat we veel minder energie gaan gebruiken. Want energie die je niet gebruikt is natuurlijk het duurzaamst.

Bij de plaatsing van windmolens op land moet rekening gehouden worden met bewoners die in de buurt wonen. En zeker ook met dieren en natuur. Wij willen daarom dat natuurgebieden goed beschermd worden en dat er rekening wordt gehouden met trekvogelroutes. We willen voorkomen dat vogels en vleermuizen door de molenbladen worden geraakt of dat hun vliegroute wordt verstoord.

Windmolens op zee produceren veel geluidsoverlast onder water. Het heien van windmolens maakt een enorm lawaai en ook de draaiende wieken produceren onderwatergeluid. Bruinvissen en dolfijnen kunnen hierdoor gedesoriënteerd en verdwaald raken en zelfs sterven. Dit moet voorkomen worden door alle mogelijke geluidbeperkende maatregelen te nemen.

Als windmolenparken op zee er eenmaal zijn, moeten ze optimaal worden benut voor het ontstaan van nieuwe natuurgebieden. Door de parken gesloten te houden voor alle vormen van visserij ontstaan rustplekken en kraamkamers voor vissen en andere zeedieren.

Aanpassen windmolens
De energietransitie moet natuurinclusief zijn. De Partij voor de Dieren is voorstander van diverse bewezen effectieve maatregelen om vogels te behoeden voor aanvaringen met een windmolen. Zo kunnen we vogels zoveel mogelijk beschermen tegen windmolens.

Deskundigen zijn van mening dat hoe hoger een windmolen is, hoe kleiner de kans is dat er een vogel geraakt wordt. De vlieghoogte van vogels is beperkt en bovendien hebben grotere molens een tragere wiekengang. Vogels zien de wieken dan beter aankomen, waardoor ze veel minder vaak geraakt worden dan door kleinere, sneller draaiende molens.

Daarnaast zijn er inmiddels vogeldetectiesystemen beschikbaar en is gebleken dat het zwart verven van één windmolenwiek het aantal aanvaringen sterk vermindert. De Partij voor de Dieren vindt dat deze maatregelen verplicht gesteld moeten worden.

Insectensterfte
In Nederland neemt het aantal insecten drastisch af. De belangrijkste oorzaak is de intensivering van de landbouw. Er komen nauwelijks meer kruiden of bloemen in graslanden voor. Dat komt door monoculturen, grootschalig gebruik van landbouwgif en de uitstoot van schadelijke stoffen door de veehouderij. Hierdoor verdwijnen ook insecten als bijen en vlinders.

Ook door draaiende wieken van windmolens worden insecten gedood. De insectensterfte door windmolens is te vergelijken met de insectensterfte door het verkeer. Voor beide aantallen geldt dat ze niet te vergelijken zijn met de insectensterfte die de intensieve landbouw en veehouderij veroorzaakt. Die is vele malen hoger.

Windmolens hebben ook positieve effecten op de insectenpopulatie. In het grasland rondom windmolens is meer kans voor bloemen en kruiden om te groeien dan op intensieve landbouwakkers. Daarnaast is het opwekken van windenergie een belangrijke maatregel om klimaatverandering, een andere belangrijke oorzaak van insectensterfte, tegen te gaan.

Het standpunt Meer windenergie is onderdeel van: Een leefbare Aarde

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer

Gerelateerd

Bijdragen